lm KERSTAVOND.
>o. 63.
Zaterdag 13 November 1920
36e Jaarg.
J IJ ik
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeen wsch-Vlaan deren.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
FEU I LLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 87V, Cent.
Afzonderlijke 5os. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
I Telefoon Sr.- Pestbex 8.
ADVERTENTIE?! van 1 tot 5 regels SO Geat; voer
eiken regei meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiön warden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrljdaevooraiiddag ELF «re.
Zitting van 9 Nóvember 1920.
Aanwezig 8 leden. Afwezig de hb.
Ogge), Krnysse en De Kraker.
Voorzitter de beer L. J. den Hollan
der, burgemeestersecretaris de heer
A. van Vessem.
II.
Ais aanvulling van het kort verslag
in ons vorig nummer diene nog het
volgende
Het schrijven van den secretaris
van het Zeeuwsch-Vlaamsch Water
leiding-Comité, <?en heer inr. P. Diele-
toa», te Middelburg bevatte do mede-
deeling, dat hij bij herhaling aandrang
op het Rijksbureau uitoefende betref
fende deze zaak.
Dat de directeur hem antwoordde,
als volgt
Ik wil beginnen met U da vorzeke
ring fe geveD, dat in deze geen sprake
■an achterstelling van Zeeuwsch-
V'laanderen en dat integendeel die
zaak do volle aandacht heeft en zooveel
mogelijk bespoedigd wordt.
Daarbij worden echter groo'e moei
lijkheden ondervonden. Weliswaar is
bij St. Janstoen water gevonden, doch
aan deze oplossing blijken groote be
zwaren verbonden te zijn.
Een andere oplossing nl. aanvoer
van uit Noord-Brabant door midd 1
van een door de Schelde te leggen
zinker is, zooals U bekend is, in studie
bij een daartoe door den Minister van
Arbeid benoemde Commissie. De stu
die van dit technisch zeer moeilijke
vraagstuk vereiscbt natuurlijk tijd.
Inmiddels is de samenstelling van het
rapport van de watervoorziening
dezerzijds zoover voorbereid als maar
14)
«Irmgard zijt gij bly, dat uw neef
komt ?c vroeg ik 's avonds.
»Ik weet niet, wat ik erop zeggeD
zal,antwoordde zij, »ik kan het er
ffic-i mezelf niet eens over worden.*
«Gelooft gij Irmgard* waagde ik te.
'ragen »dat hij Vaieska iü net ongeluk
gebracht zou kunnen hebben
»Bertha, dat weet God alleen. We
weten, dat één schuldig is, en ik weet,
dat het niet mijn geliefde is, terwijl
rader beweert, dat Robert het niet is
Ik durf echter geen beslissend oordeel
uilsprekeD.*
»Maar hoe denkt ge over hem
«Eerlyk gezegd, ik zie niet in,
hoe hij een zoo zware schuid op zich
'ou hebben kunnen laden. Maar aan
deD anderen k&Dt ben ik overtuigd, dat
Arno het niet wa*. Meer kan ik er niet
vbd zeggen.i
Uit hetgeen ik van Robert hoerde,
kon ik geen gevolgtrekking maken en
eenigszins mogelijk is, zoolang de
herkomst van het water definitief
vaststaat.
.Gaarne wil ik U de verzekering
geven, dat de verschijning van bet
rapport zooveel mogelijk bespoedigd
zal worden, maar bet is mij in dit
stadium der zaak niet mogelijk daar
omtrent de door U gevraagde positieve
inlichtingen te geven.
Wij zullen dus nog eenig geduld
moeten oefenen."
Intusschen heb ik ook aan den heer
van Oordt, Rijksbootdingenieur albier,
gevraagd of het niet kan bespoedigd
worden.
Dhr. Van Dixhoorn hoort uit bet
schrijven, dat groote bezwaren zijn
verbonden aan de waterleiding te St.
Jansteen en moet erkennen, dat het
voor leeken moeilijk is, daarover een
oordeel te vellen. Maar het komt hem
toch vreemd voor, dat zulke bezwaren
geqpperd worden. Dat die zouden
bestaan in het leggen van een zinker
door de Schelde is te begrijpen, maar
dat de moeilijkbeden onoverkomelijk
zijn te Sr. Jansteen, wil er bij bem
niet in. Hij znu er voor zyn om met
kracht dc zaak aan te pakken en zoo
mogelyk de werkzaamheden te St.
Jausteeo doorzetten. De noodzakelijk
taeid r6or een waterleiding in deze
streek dringt al lang od daarom zou hij
pogingen willon aanwenden, om die
zoo spoedig mogelyk te krijgen.
De Voorz. vindt ook, dat die uitdruk
king ongelukkig gekozen is. Als
gebleken was dat er te Sint
Jansteen geen deugdelijk of onvol
doende water aanwezig was, dan was
het wat anders. Hy is het «ens met
dhr. Van Dixhoorn, dat wanneer men
sprak van een leiding door de Schelde,
waarby meu dan nog op Belgisch
wachtte ik dus met eenige spanning
zijn komst af. Ik had niet de minste
reden den jongen man te verdenken
ea toch wenschte ik, dat er door zijn
bezoek meer licht in de geheime zaak
zon komen. De ftrste indruk, dien ik
van hem kreeg, spiak te zijnen gunste.
Hij had eene slanke gestalte, een
vlugge houding en een aangenaam uiter
lijk. Voor mij was hij spoedig zeer
hartelijk.
Toen de gastheer en gast ra de komst
van deze en na veel plichtplegingen
goed en wel gezeten waren, ontspon
zich het volgende gesprek
«Nou gevoel ik me oom, als een
gelukkige schoolknaap, die eens met
vacaDtie overkomt*, xeiae Robert. Oom,
wat hebt gij hier toch een Bcboone be
zitting
«Ja, jongen, maar er rust een schaduw
op, die mijn leven voortdurend verduis
tert,* hernam de landheer.
Het gelaat van den jongen man nam
een ernstige uitdrukking aan.
»Arme Vaieska,* riep hij weemoedig
uit. »Wat was het toch verschrikkelijk
En hebt ge nooit iets Daders van
die vreemde historie gehoord, oom
»0, Beker, ik weet wie bet deed,*
grondgebied terecht moet komen en
men dan op groote moeilijkheden weea,
zou hot verklaarbaar zijn. Hij zou
er daarom voor zijn om te informesreD,
waarin de moeilijkheden bestaan en
te vragen of de deugdelijkheid en de
hoeveelheid uit de waterbron te St.
Jansteen voldoende is.
Dhr. de FeijterTe meer omdat
we er zooveel voor betaald hebben.
We worden hier afgescheept met een
briefje, terwijl we een degeiijke uit
eenzetting zouden willen hebben.
D*e Voorz.We zullen er Daar
vragen, want nu met de droogte blykt
maar al te zeer, boe hard het noodig
is. Er is al gebrek aan water en spr.
heeft bij de maatschappij Mechelen
Terneuzen al geinf. rmeerd of het niet
mogelijk zou zijn om water te krijgen.
Dit blykt met gemakkelijk te zijc,
want die Maatschappij moet zelf baar
water nog betrekken van de» Belgi
schen Staat, omdat de waterpompen
te CliDge en. St. Nicolaas sinds den
oorlog nog niet hersteld zijn. Desniet
tegenstaande wil de Mij. echter zooveel
mogelijk probeeren ons te helpen, als
de nood mocht dringen.
Betreffende bet verzoek van C. van
den Broeke was bet advies van Bur
gemeester en Wethouders om afwijzend
te beschikken.
De Voorz. zegt dat dit besluit is
genomen op grond daarvan, dat de
verboogiug niet in de begrooting is
opgenomen en deze nu ze pas in een
vorige vergadering is vastgesteld en
naar Ged. St., opgezonden, weer zou
moeten gewijzigd worden. Dat wil
echter niet zeegeu, dat B. en W. den
Rsad er niet over willen faooren.
Dhr. Baert is het niot eens met B.
en W. Het ambt van den Gem -Opz.
staat in verband met verschillende
hernam de heer Werneck*. Spreek er
liever niet meer vod Roberthet is mij
onvcrdragelijk er steeds aan herinnerd
te worden,*
Het scheen mij toe, dot de jonge man
al te geneigd was om hieraan te gehoor
zamen bij gaf te kennen er ook zelf
maar liever niet aan te.denken.
We brachten den eersten avond na
zijae komst zoo aangenaam mogelijk
door. Den volgenden morgen, terwijl
de jom e officier Irmgard bij het schil
deren gadesloeg, zeide hij plotseling
»Als gij er niets tegen hebt, nicht,
zou ik gaarne het graf vaD Vaieska
eens bezoeken vandaag. Hebt gij en
juffrouw Halm lust om mede te gaan
»Ja, ik ben er toe bereid om mede
te gaan,* hernam zij ernstig. »Wilt
gij dadelyk gaan
«Zooals gij wilt, masr verlangt u door
te schilderen, dan kunnen we ook een
paar uur wachten
We gingen dadelyk. De weg door
het bosch was zeer aangenaam. De zon
was warm, terwijl honderden vogels in
het bosch zongen eu kweelden tusschen
de takken sprangen en het donzig mos,
afgewisseld door bloemeD, le»k ons als
een tapijt, waarop we liepen. Gedurende
werkzaamheden, welke geheel de»
man vorderen en zou daarom wille»
voorstellen hem 200 meer te geven.
Dhr. Van Dixhoorn steunt dit voor
stel. Aangezien alle ambtenaren ver
hoogd zyn, ongeacht de capaciteite»
die aanwezig zijn, acht hij ook hier
verhooging gewenscht.
De Voerz. wil als zijn persoonlyk*
meening te kennen geven, dat Van
den Broeke behoort tot die ambtenaren,
die altyd klaar staan, wien het nooit
te laat, ook nooit te vroeg is. Misschien
vindt de wethouder termen om het
voorstel te wijzigen.
Dhr. Van de BiltAls de Gem.-Opz.
van zij» traktement moet leven, is dat
veel te weinig, maar aan den anderen
kant brengt die betrekking ook veel
voerdeelen mede. Ik kau rmj echter
met het gezegde van dhr. Baert ver-
eenigeD, dat de ma» altijd klaar staat,
al ben ik op 't ©ogenblik niet voor ver
booging.
Dbr. de Feijter moet ook zeggen, dat
het een bereidwillig ambtenaar is. Hy
moet betreuren, dat de verhooging niet
by de begrooting plaats had, daar het
nu administratieve moeilykbedeu zal
veroorzaken. Als hy dus nü vóór
stemt, wil dat Diet zeggen, dat hij er
later voor te vinden zou zyn »m de
begrootingsposten telkens te verhoogeu.
Dhr. Dieloman zegt, dat Van den
Broeke een man van de actie is, ea
nu niet de dupe mag wordeD, omdat
zijD salaris bij de begrooting niet ver
hoogd is.
Dhr. Baert merkt op, dat het jammer
is, dat Van den Broeke het niet eerder
gevraagd heeft, dan was het ook
gebeurd geweest.
De Voorz. stemt dat toe, maar
voegt daar aan toe, dat de een
gemakkelijk vraagt en de ander niet.
de wandeling onderhield Robert zich
den geheeien weg door rnet Irmgard
over Vaieska, terwyl hij tallooze vragen
richtte over verschillende bijomstandig
heden. Eensklaps bleef hy staan en
vroeg
«Zeg eens, nicht, is het waar dat
oom Arno von Pahleu verdenkt
Hij beschuldigt hem op onbarmhar
tige, ja op de onrechtvaardigste wijse,*
antwoordde zij, «en daarom heeft hij
alle verkeer tuschen ons verbroken. Ik
houd hem echter voor volkomen onschul
dig.*
»lk ook,* zeide Robert terstond. »Ik
acht hem voor zoo iets niet in staat.
Ik wed om eeD millioen, dat von
Pahlen zoo iets niet kon doen. Maar
Irmgard, wie zou dan toch de schul
dige kuDoen zijn
Zij hief haar gelaat roerend ten hemel
en hernam in 7roomen ootmoed
«Gy weet het, onze Lieve Heer. In
een ander leven, zoo Gij niet wilt in
dit, zullen wjj het te weten komen.*
»Zoo is het,* bevestigde Robert met
ijver en sprak niet meer over Vaieska.
Wordt vervolgd.')