M KERSTAVOND. FEUILLETON. gascommisaie behandelen om daarna met een nieuw voorstel te komen. Voorts stelt hy voor om de begrooting der gasfabriek na de gemeentebegroo- ting te behandelen en aan de orde te stellen punt 13 wat wordt goedgevonden. 13 Wyzlglng van de verordening op de heffing van den Huofdelijken Omslag. B. en W. stellen voor om wegens noodzakelijk levensonderhoud van het zuiver inkomen 500 af te trekken en bovendien 50 voor ieder kind beneden 16 jaar en voor ieder inwo nende hulpbehoevende bloedverwant, die het gezin ten laste komt, met een maximum vermindering van 750. Dhr. Koster vindt een aftrek van 500 voor levensonderhoud te weinig en den leeftijd van 16 jaar te hoog om voor aftrek in aanmerking te komen. Hy zag lievar het bedrag op 600 en den leeftyd op 14 jaar bepaald. Als ze 14 jaar zyn, zijn de kinderen van school en gaan ze verdienen. Voorz.Dat bangt af van het standpunt dat men inneemt; 500 is niet veel, maar ook de ''aanslag in die klasse is klein. ,t Schijnt, dat er ook gemeenten zijn, waar splitsing gemaakt wordt tusschen gehuwden en ongehuwden, maar dat komt spr. vreemd voor, want ook de wet heeft geen verschil gemaakt. En bovendien, het leven van ongehuwden kost ook veel; alleen voor kamerhuur wordt 8 f 900 gevraagd. Dhr. Dieleman juicht het toe, dat B. en VV. een dergelyk voorstel indien den, ofschoon hij liever had gezien, dat het ook voor dit jaar nog van toe passing was geweest. Hij is echter met dhr. Koster eens, dat 500 aftrek te laag is. Menscben met groote gezinnen tobben met hun uitgaven en als we het geld daar moeten halen, komen we er toch niet. Spr. vindt zelfs 600 nog niet veelkon het nog meer, des te liever. De Voorz. moet er dhr. Dielemau aan herinneren reeds vroeger aange toond te hebben, dat een w ijziging der verordening voor dit jaar niet tydig in werkin kon treden. Wat de cyfers betreft, gelooft hy niet, dat B. eu W. bezwaar hebben om hun voorst-l te wyzigen, maar moet spr. opmtrken, dat men zal zien, wat een enorm bedrag er voor de inkomsten afgaat, als men de inkomens tot 600 vrij laat. Dhr. Weyns verklaart zich ook voor Ik was zestien jasr oud, toen Arno Voü Pahlen terugkeerde vhd zyn reizen, welke hij na afloop zijner stu diën had ondernomen, en bezit Dam ▼an Rarenstein. Hy bezocht ons dik- wyls en beminde mij van het eerste oogenblik, dat wij elkander zageD hy is mij sinds standvastig trouw gebleven. Wij waren beiden nog jong, bij een en twintig, ik achttien en hoewel mijn vader zijne volkomen toestemming tot ons huwelyk gaf, verklaarde hij toch, dat wy wachten moesten, tot ik negen tien zou zijn. Dit scheen toeD zeer verstandig en ik bracht bijna twee zeer gelukkige jaren door.* Irmgards oogen vulden zich met tranen en baar schooD gelaat gloeide. Ik zag hoe innig zij beminde en hoe oprecht en edel hare liefde was. Bertha,giDg zij voort, >als gij ook eenmaal bemint, zult gij mij beter begrijpen. Ik was eeD en al poëzie, hartstochtelyk van vreugde en de aarde scheen mij een paradijs toe. Eiken dag kwam Arno mij bezoekeD op Allenhof. Ach hoe vaak hield hij mij in zijn armen en deed mij beloven, dat ik 600 aftrek. Ook dhr. Kruysse is het ermede eens, maar zou aan da verordening nog een artikel willen toevoegen, nl. dat hetgeen bij de ouders inwonende kinderen verdienen, tot ze meerder jarig zija, wordt geteld by het inkomen van het hoofd van het geziu. Dhr. VVeijns vraagt of dit wel uit voerbaar is. Er zijn zoovelen, die zelf standig werken Voorz. Ja, dat kan bezwaren op leveren. De menschen krijgen niet altijd het loon van hun kinderen. Dhr. Kruysse: Ik bedoel alleen voor inwonende kinderen. En er zou dan een eind aan gemaakt worden, dat menscben, die zoDder kinderen zy« t venveel belasting moeten betalen als auderen, wier inkomen wordt gesteund door eenige volwassen kindereu. Daar wordt veel over geklaagd. We zijn nu aan het behandelen der reclames en veel menschen klagen, niet omdat hun aanslag te hoog is, maar dat die vaD anderen veel te laag is, omdat ze veel meer verdiensten hebben door hun kinderen. Voorz.We zouden dan eerst ©ver het voorstel Koster kunnen stemmen. Dhr. WeijnsEn dan kinderaftrek tot hun 14e jaar. Dhr." OggelJa, daar zit iets billyks in. Dan zijn ze van school en gaan verdienen. De Voorz. kan dus concludeeren, dat allen het er over eens zyn en B. en W. hun voorstel in dien ziu wijzigen. D r. Dieleman zou den leeftyd op 16 jaar laten staan. Kinderen van 14 jaar beginnen toch pas het werk te leeren en wat verdienen die nu Aan velen moet nog toegestoken worden, daarom acht hij beter om kinderaftrek tot 16 jaar toe te laten. De Voorz. vindt dit ook en zegt dat er menscben zyn, wier kinderen daD eerst geld gaan kosten, omdat ze daa weer op andere scholen gaan. Dhr. KruysseZoo heb ik het ook voorgesteld, want die aftrek is toch niet van zoo grooten invloed. Dhr. OggelEu dan kunnen we ook de beperking tot 750 weglaten. Het voorstel van B. eu W. wordt nu, aldus gewyzigd, aangenomen m. a. s. 14. Vaststellen suppletoir kohier hou denbelasting, *oor 1920. Deze wordt vastgesteld op 25 aan slagen, in totaal 32 bedragende. hem zou blijven beminnen en zijne rouw wilde worden. In die gelukkige dagen sloeg ik weing aebt op de kleine minnarijeD an Valeska, die zeer behaagziek was. Nu eens stoeide zij met Arno, dan weder had zij geen oogen genoeg voor Robert of schertste zij met auderen. Vader zeide me wel eens met ondeugend lachen, dat ik moest oppassen, dat zij miju beminde niet afeuoepte. Ik lachte er eveneens om en we dacnteu er uiet aan, dat dit onderwerp nog een vloed van tranen zou kosten. Een half jaar na ons verlovingsfeest hadden er twee gewichtige gebeurtenis sen plaats: Robert moest met zijn regi ment in garnizi en naar een ver verwy- derde plaats, en Arno werd benoemd tot gezantschapssecretaris te Brussel, zoodat ons scheiden van langen duur zou zijn. Ge kunt denken, Bertha, welk een verandering ons leven daar door onderging en hoe stil hel op Allen hof werd. Ik bad weliswaar maar een enkel woord te spreken, dan zou Arno voor zyn betrekking bedankt en dus niet vertrokken zijn, maar dat wilde ik niet. Ik was er trotscb op, dat hij voor een zoo mooie betrekking werd aangezocht en nu een staatkundige loop baan betrad, waardoor hij in de gelegeD beid was het land anders dan met wapenen te dieneD. Ik spoorde hem in tegendeel aan, als by aarzelde, en zeide 12. Vastellen wijziging begrooting, dienst 1920. Naar aanleiding van door Geö. Stalen gemaakte aanmerkingen, stellen B. en W. voor in deze begrooting eenige wyzigingen aan te brengen, mede als gevolg van dit jaar uitgevoerde Raads besluiten, ontvangsten van Rijksbijdra gen, verhooging van salarisseü, eDZ. Met alg. st. wordt dit goedgevonden. II. Vaststellen gemeentebegrooting voor 1921. De Voorz. zegt als naar gewoonte te zullen beginnen bij de uitgaven en leest de posten voor. De jaarwede van den gemeente ont vanger, oorspronkelijk groot 1100, was door B. en W. vastgesteld op 1500, doch volgens een circulaire van Ged, St. moest die met 700 worden verhoogd, zoodat dit 1800 wordt. De jaarwedden der ambtenaren tor secretarie zijn begroot op 6800. Hierbij wordt bet salaris vau den commies J. L. Maris gebracht van 2300 op 2500, van den ambtenaar J. Cornelisse van 1300 op 1800, van den ambtenaar P. van Vessem op 1300 eu van den 4ien ambtenaar J. A. de Smidt op 1200. Dhr. Kruysse vraagt of B. en W. geen voorstel hebben om een ambte naar aau te stellen. Smidt was toch tijdelijk Hy zitt op de begrooting daarvoor een post van 1200, zonder dat iemand benoemd is. Dat vindt spr. eeD eigenaardige manier van benoemen. B. en W. hadden hier volgens zijn meeniag toch een voorstel in moeten dienen om het vast perso neel uit te breidea De Voorz. erkent, dat hij bet had kunnen toelichten, maar acht het tea bekende zaak. Eu als de heereu de post op de begrooting af stemmen, dan verandert het van zelf. Dhr. Kruysse spreekt niet over die post, die is niet overbodig, maar hy heeft het over de manier van doen. De Voorz. geeft toe. dat het anders gekuud had. Dhr. Van Dixhoorn zegt, dat van buiten af wel eens wordt opgemerkt, dat het personeel hier zoo talrijk is, tegenover andere gemeenten. Als nu werkelijk de hier bedoelde kracht niet gemist kaa worden, laat hem dan als loouschryver staan, dan wordt toch het aantal ambtonarea niet grooter. Spr. zal niet oordeelen, maar herhaalt, dat dat bet een burgerplicht was, dat men zijne talenten in dienst van het land zoo nuttig mogelyk besteedt. Beiden vertrokken op deozellden dag in de maand JudL Het scheen mij toe, dat Valeska reeds eenigeu tijd vóór. hun vertrek hare vroegere opgeruimdheid had verloren. Zij vroeg mij op zekeren dag of ik overtuigd was, dat Arno my beminde. Ik antwoordde haar lachend, dat ik daar zcfo zeker van was als van rnyn leven eu den daarop volgenden dag vroeg zij mij weer, ot ik geloven kon, dat Robert mij lief had. Ik lachte weer en zeide, dat ik daar Diets vao gelootde, dat hij, Robert, mocht zeggeD, wat bij wilde, doch dat hij geen echte liefde voor my gevoelde. Zij keek mij aan, alsof hare oogen mijne gedachten wilden lezen. »Iedereen bemint u Irmgard. Ik wenschte. dat ik ook rijk was,* zeide zij zuchtend. »Maar Valeska,* hernam ik, »Diemand wiens liefde eenige waarde heeft, zou om uw rijkdom een sterkere neiging voor u opvatteD.* »Haar neem eens aan,* zeide ze schuchter, dat iemand u bemint, maar dat hy het u niet durfde zeggen, omdat gij arm waart »Dat is id uw geval niet waarschijnlijk Valeska,* hernam ik. »Eens zal ook voor u de dag wel eens aanbreken, dat er een ridder komt, die uwe goudgele erover gesproken wordt, dat er hier op de secretarie zooveel menschen zitten. Voorz.Het hangt er maar van at welke krachten uien heeft, 't Spreekt van zelf, dat de oudste ambtenaar, van wien we niet dan met respect kunnen sprekeD, niet meer op volle kracht i?,-! terwyl de gemeente-secretaris herhaal delijk met ziekenverlof thuis blijft en dus zijn gezondheidstoestand ook af-j neemt. Ah hij 40 jaar was, konden we misschien met minder personeel volstaan. Dhr. Kruysse wensebt op te merken, alvorens dieper qp deze zaak wordt ingegaan, dat als er nu 3 ambtenaren zijn, en iater iemand afvalt, dan kon het getal 3 gehandhaafd blyven. Spr. wil niets ten nadeele van Smidt zeggen, maar als dat een goede kracht i*, kan hy later toch benoemd worden. De Voorz. bepleir, dat tijdelijk perao: neel niet gemakkelijk te krijgen is. Als Smidt niet vast benoemd wordt, kan hij ook ieder oogenblik verder gaan. Als die jongens op leeftijd komen wenschen ze ook een vaste betrekking te hebben. Dhr. Van Dixhoorn is overtuigd, dat het alles in theorie opgaat, maar inde praciijk niet uitvoerbaar is. Een mensch is geen stuk vee, dat men ah het op jaren komt, van de hand doet, De Voorz. ziet niet in, dat er perso neel over is. Dhr. Kruysse wil dat ook niet beweren, maar komt op tegen het stelsel, dat al jaren hier een zwak is, Hot opschuivingssysteem kan er toe leiden, dat ook mindere krachten later bij wyze van gewoonte voor vast banoemd worden. B. en W. hebben nu eenvoudig door een post op de begrooting te brengen zonder verder voorstel een ambtenaar meer aangesteld. Spr. zou nu maar willen weten, dat als er iemand afvalt we weten allen, dat Van Vessem iemand op jaren is dat er dan weer geen ambtenaar in de plaats komt. Dhr. OggelHet is niet de bedoeling van B. eu W. om een vierden ambte naar aan te stellen. Dhr. Kruysse Dan kan ik er me mee vereenigen. Bij de post gemeentebodea, vroast dhr. Van Dixhoorn of er geen buiten- bode kan gemist worden. De Voorz. betoogt, dat die werkelijk noodig is; er zyn altijd boodschappen lokken meer bemint, dan alle diau anten en alle rijkdommen ter wereld. G'j zijt schoon, en innemend, dus zou ik niet weten, waarom men zou vernjijden u tot zich te nemen. Een verstandig man neemt iemand niet om zijn geld, maar om zijn goede eigenschappen en daarom moet een meisje zich Diet voor staan op geld of afkomst. Slechts haar vrouwelijke natuur en het karakter ziju het, die de maunen respect moet inboezemen en alleen als deze zich daar door voelen getrokken, kan de liefde op een goeden grondslag rusten en een huwelijk tot zegen strekken. Alle andere drijfveeren en niet in de laatste plaati- geldzucht kuDneu leiden tot een ramp zalige verbinding, waarvan maar al te vaak een ongelukkig leven het gevolgi». Ik zag haar aan en bemerkte dat ik reeds te veel had gezegd. De tranen stonden haar in de oogen en mij be kroop een zekere argwaan, dat niet alles met haar in orde was. Zij wai echter de oudere en ik mocht niet nieuwsgierig schijnen of een vertrouwen uitlokken, dat zij mij niet vrijwillig schonk. Wordt vorvofqd.) BLADVULLING. Spaarzaam. »Ik bezuinig kolossaal, tegenwoordigI Ik rook niet meer, drink niet, scheer me zelf, maar om toch iets te hebben, heb ik mij eeD motorfiets aangeschaft*.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1920 | | pagina 2