No. 45. Zaterdag 11 September 1920. 36e «Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Wapening of ontwapening. Opening der H. B. S. te Oostburg. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 87VS Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C'4. Telefoon Kr.56. - Postbox 6. AÜVÈRTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk" tot Dinsdag- en Yrfldagvoor middag ELF ure. dit blad behoort een byvoegscl. De heer C. K. Elout schrijft in De Toorts over de gezindheid der Belgische bevolking ten aanzien vac ons land. Zoo deelt hij mede, naar aanleiding van een onderzoek boe de Belgen tegenover het Franscb-Belgisch verbond stonden, dat deze er niet erg warm voor waren, maar dat ze terstond voorstanders werden, indien hun duide lijk werd gemaakt, dat het verbond kon dienen le om er mee te kuuneu ageeren tegen Holland en 2e om het Fransche element iu België een rugge steun te geven tegen het Vlaamsche. Alzoo wordJ; weer bevestigd de meening; Een Gallisch Verbond is, by de heerschende mentaliteit in België een gevaar voor Holland en voor Vlaanderen beiden. En omgekeerd krjjgt voor o.ns het Belgische aamx'o nisme een nieuw en zeer ernstig aspict ïoodra het een ruggesteun vindt in ïulk een verbond, dat immers door België zal worden gesloten met de bedoeling om het dienstbaar te maxen van zijn begeerten ten koste van Holland. De heer Elout vraagt nu, of iu ver band daarmede, de ernst van den toe stand wordt begrepen ia de kringen van onze leidende politici en ziet men in, de noodzakelijkheid om ons op alle mogelijkheden voor te bereiden Het lijkt er niet naar, antwoordt hij. Velen doen, alsof nu met den „vrede' van Versailles waarlijk alle oorlogsge vaar voorgoed uit de wereld is en schreeuwen Ontwapening In alle partijen vindt men leiders die daaraan mank gaan. Daarom is het des te gelukkiger, dat de kapitein Lambooy in De Maasbode heeft uiteengezet, hoe de stukken op 'tbord staaD. Hij heeft een paar vergelijkingen gemaakttusschen de Belgische oorlogsbegrooting van thans die V/2 milliard francs beloopt en die van 1914 die 90 millioen francs bedroeg (een vergelijking waarin ook de groote val der Belgische valuta, meespreektj ea voorts tusschen de legersterkten en de artilierievoorziening van België en vap Holiand. En wat dit laatste be treft, zet hij de volgende belangrijke en Bprekende cijfers neer Vredessterkte iu België 100000 man Vredessterkie in Holland 23000 man Oorlogssterkte in België 450000 man Ojrlogssterkte in Holland 200000 man Veldartillerie in België 384 stukken Veldartillerie in Holland 204 stukken. Andere art. in België 560 stukken Andere art. in Holiand 72 stukken. Nu kan men de waarde van een leger z -ker niet alleen naar de quan- titeit beoordeelen. Bovendien kan men in een klein land als het onze toch niet met zéér groote legers opereeren waarby men echter niet moet vergeten dat de strategische positie van België, door de bezetting van den linker-Rijn- oever ons nu reeds tot Emmerik omvat, zoodat de Belgen ons Oost- en ons Zuidfront zouden hebben om ons aan te vallen. Doch al zouden de eerste gevechten dus waarschijnlijk in ons nadeel uitvallen, we hebbeD, uit den oorlogstijd, nog een reserve van onge veer 300000 geoefende mannen die in korten tijd paraat ware te maken. Wat we echter niet gauw zouden kunnen inhalen, is de kolossalle achterstand aan artillerie. En de laatste oorlog heeft geleerd, dat het artilleristische element het beslissende is.- Scbr. vraagt nu of het, met cijfers als de bovenstaande -voor oogen en deze in het licht stellend der realiteit, d. w. z. van mededeeliogen als die van Tardieu en van de Exelcior (om maar bij de allerlaatste te bijjven), eenigermate te verantwoorden is tegen- ovei ons land wanneer men thans gaat roepen om"vermindering van bewape ning Zelfs loopt het gerucht, dat de Minister van Oorlog in de wel dra bekend te maken begrooting zal toonen, voor den aandrang der défai tisten te zwichten door de legersterkte te verminderen 't Blijft altyd de oude geschiedenis van heel ons défaitisme uit alle tijden aftakelen als het tijd is ons voor te bereiden en pas wakker worden en dan moord en brand schreeuwen als de vijand binnenvalt. Ook kapitein Alting von Geusau wijst in een hoofdartikel in De Tijd (Amsterdam) op de geweldige uitbrei ding van het Belgische leger, in man schappen en materiaal, op bet steeds houden in België van oefeningen met groote eenheden „Al wie in Brabant woont of gereisd heeft, weet dat tegenwoordig iederen dag van den vroegen morgen tot den laten avond het gedonder van het geschut in de Belgische schietkampen weerklint. „En waarom is dat alles? Waarom wapent België zich tot de tanden Mét Engeland en Frankrijk is alles botertje tot den boom, DuitscblaDd ligt machteloos ter neder en overigens zal het minste oorlogszuchtige of onwelwil lende gebaar van Duitschland onmid dellijk de geheele Entente te wapen doen vliegen. Tegen Afghanistan of Peru zal België toch ook wel geen krijg gaan voeren. Er blijft dan immert niets anders over, dan dat al dat Belgische wapengekletter tegen ons gericht is. „Nederland, let op uw zaak." „Het mag waar zijn, dat de Vlamingen niets voelen voor een oorlog tegen Nederland, de historie is toch daar om aan te toonen, dat de meening van de massa zoo gemakkelijk te leiden is En zeker zou het niet de eerste maal zijn, dat een regeering de binneDlandsche moeilijkheden (tusschen Vlamingen en Walen, e. a.) trachtte te bezweren door middel van een daad naar buiten. „Het is toch algemeen bekend dat et in België nog een zeer machtige party is, die zoowel op ons kolenrijk Limburg als op Zeeuwsch- Vlaanderen het oog gevestigd heeft en niettegenstaande alles gevestigd houdt. Het oprakelen van allerlei oude kwesties betreffende zand- en grintdoorvoer, doortocht van Duitscbe troepen door Limburg, Wielingen enz is niets anders dan het smeulende houden van het vuurtje, dat eenmaal zal oplaaien, te eerder naarmate wy ons leger hebben laten verworden en ons minder tegen een optreden van België zullen kunnen verzetten „Het groote gevaar schuilt in bet geweldige van de Belgische toerustin gen. Dit kleine land kan dat slechts gedurende zeer korten tijd volhouden en dan volgt ons herroepelijk het bankroet. Voor dat het zoover-is, zal het Belgische leger dus zijn taak moeten vervullen en tegen wien dat zijn zal, laten wij aan onze lezers ter beoor- deeling over. „Nederland let op uw zaak." Dieredag is de Rijks floogere Burger School te Oostburg geopend. Omdat de stichting dier school eigenlijk wordt beschouwd als een gevolg van het in Zeeuwsch Vlaanderen gevoerde prptest tegen de annexatieplannen van België had de opening een meer dan gewone beteekenis èn voor de regeering èn voor de bewoners van het Laud van Cadzand en ook voor ons. Evenals hier had zich ook dear het Middelbaar onderwijs veel te laDg op zich laten wachten en werd om wat meer onderwys te krijgen, dan de lagere school tot het 6e leerjaar gaf, toevlucht gezocht in het eenzijdig onderwijs op een Normaalschool. Men teekende eenvoudig een briefje, dat men zijn kind voor. onderwijzer(es) wilde laten opleiden en men kon examen doen. Alleen de „rijken" uit deze streek konden zich de kosten veroorloven om aan hun kinderen Middelbaar onderwijs te verschaffen, indien ze er ten minste niet legen opzagen om hun zoods (aan dochters op een H. B. S. dacht men vóór 20 jaar hier nog niet) op zoo jeugdigen leeftijd van huis te sturen met een tot weerziens na eenige maanden. En zoo drong de vraag naar een H. B. S. meer en meer naar voren en zag men nu een goede kans om het verlangde te krijgen en heeft de regeering aan het verlangen voldaan door voldoende financiëelen steun te verzekeren, opdat te Oostburg de H. B. S. kon worden gesticht. Dat men in Den Haag de beteekenis van die sticbtiDg voelde blijkt ook daaruit, dat dr. J. Th. De Visser, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, zelf persoonlijk en vergezeld van eenige autoriteiten op onderwijsgebied de school kwam ope nen en daaraan verbond een auto tocht door Westelijk Zeeuwsch-Vlaan- deren. Gereden werd van Breskens met 3 auto's naar Groede, Nieuwvliet, Cad zand, Sluis en Oostburg. Te Cadzand werd de kerk bezichtigd, omdat Z.Exc. daaraan een persoonlijke herinnering had en te Sluis de Kant werkschool. Te Oostburg werd vergaderd in het daartoe ryk versierde Beursgebouw, waar de Burgemeester de heer H. S. Gratama eene welkomstrede hield tot den Minister, Gemeentebesturen en tal van genoodigden bij deze plechtigheid. Een meisjeskoor zong het Zeeuwsch Volkslied. Na de Burgemeester nam de heer A. Mijs het woord als voorz. van het stichting8Comité der school. Hij dankte Regeering, Provinciaal bestuur en Gemeentebesturen voor de medewer king en drukte de beste wenschen uit voor de toekomst der school. De heer J. H. Blum deelde als waarnemend commissaris der Koningin mede, dat de Commissaris door uitste- digheid tot zijn spijt niet tegenwoordig kon zijn. De heer mr. Dijckmeester had echter van uit Arnhem een telegram gezonden als blyk van sympathie. In zijn rede wees de heer Blum erop, dat naast een woord van dank aan de raadsheeren van de Kroon ook de Hooge Vrouwe zelt niet mag ver geten worden, die steeds zooveel belang stelt in alles wat Haar volk betreft. Toen Ged. Staten op 11 Maart in het Paleis in den Haag op adientie waren en H.M. zich eenige oogenblikken met spreker onderhield, waarbij het onderwys ter sprake kwam, heeft de Landsvrouwe zonder eenige aanleiding van spreker's zijde, geheel spontaan Haar blijdschap uitgesproken, dat de bezwaren die oorspronkelijk bestonden voor het stichten der school te Oost burg, geheel uit den weg waren geruimd. Wat een voorrecht zulk een vorstin te hebben De Minister beantwoordde deze toe spraken met een rede, waaraan het volgende is ontleend o ZExc. sloot zich aan4bij de eerbiedige hulde door den vorigen spreker gebracht aan H. M. de Koningin, vooral in dit deel van ons vaderland, vol van histo rische herinneringen, waar een telg uit het Oranjehuis streed voor de vrijheid en roemrijke overwinningen benaakle. Gelukkig is Nederland met een verstin als Koningin Wilhelmina. God geve haar nog lang een zelfstandig vrij volk en Nederland in het byzonder Zeeuwsch Vlaanderen schare zich rond haar troon en kroon. Dank brengt spreker aan het comité voor haar arbeid. Het zou niet gekund hebben, dat de regeering geen steun verleende, het was plicht na den ijver en toewijding voor deze zaak. Het was om lepaalde redenen nog een duurdere plicht, omdat de Hoogere Burgerscholen een schakel zyn gewor den in de volksontwikkeling, die Wes- telyk Zeeuwsch Vlaanderen niet mag missen. De H. B. S. is thans tweele dig, zy leidt onze jongelui op voor den handel, de industrie enz., maar van

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1920 | | pagina 1