TWEEJBRIEYEA
So. 12.
Woensdag I September 1920.
36®
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwscli-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Koninginnedag.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 87V9 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon ïr. 56. - Post5?ox
aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent,; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
AdvertentiSn worden jranco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- 9n VrQdagvoormiddag ELF are.
11880.
1920.
j Aldus wordt bestempeld de dag van
f 31 Augustus, omdat onze Vorstin, Hare
majesteit Koningin Wilhelmina, dan
Jjarig is. Heden hebben we weer
«Koninginnedag en het is opmerkelijk,
fhoe deze dag in verschillende gemeen-
Jten reeds weken geleden werd aange-
lkondigd En vooral in Zeeland, waar
imen nog vasthoudt aan het kroonjaar,
maar afgezien daarvan is toch de
laatste jaren ook in geheel ons land
een grootere belangstelling merkbaar
voor den jaardag der Koningin.
Het Nederlandsche volk voelt ver
plichting jegeift zijn Vorstin. Versehei
dene malen heeft onze geliefde Koningin
getoond een warm hart te hebben voor
de belangen van Haar volk. Verschil
'lende malen heeft Zij haar Volk moed
"lm gesproken, als dit in verdrukking
[dreigde te komenheeft Zij getoond
[niet alleen in woorden, maar met
J daden zich bewust te zijn, dat de titel
~J Koningin niet was een geërfde titel
[zonder meer, maar dat de Koninklijke
(scepter meebracht dé plicht tot regee
ren En dat juist Is het grootste
geluk voor ons Land en voor ons Volk,
dat onze Koningin verstaat te
j regeeren, niet alleen als Hoofd van
Thans, nu de verjaardag van dieo
heerlijken Apriltijd weer nadert voel ik
io mij een vreeselijke zwakheid. Ik
heb vernomen van jou schitterend succes.
Ik roei dat ik daar deel aan heb, en ik
verlang je te zien. Ik moet met je
spreken. ^Mijn moeder is looals je
wel zult weten voor twee jaar ge
storveD. Ik ben alleen, akelig alleen.
Ik heb niets om voor te leven dan mijn
plicht jegens mijn echtgenoot. Dat lijkt
zoo weinig. Maar als ik niet voortga
dien plicht te vervullen, ben ik werke
lijk een slecbje vrouw. Dat weet ik
en daarom zal ik waaischijnlijk dezen
dwazen brief in 't vuur werpeD, met al
die arbutusbloempjes die toch elk jaar
opnieuw de grootste gebeurtenis in mijn
leven zijn geweest. Zou je mij
dezen April weer een ruikertje sturen
Je hebt 't nooit vergeten. Als je het
naliet, zou ik mij misschien verlicht
H voelen, want dan zou ik weten, dat je
mij had vergeten.
Als ik dezen brief zend, telefoneer
mij dan k m tot mij. Weet dat ik
geen dag meer kan leven zonder jou
Kn ali ik hem niet verzend, zal je
den Staat der Nederlanden, maar als
Koningin van een ontvankelijk Volk
Dat dit begrepen wordt, noemen we.
als een der oorzaken van de toene
mende belangstelling in de jaardagen
onzer Vorstin.
Een andere oorzaak is de geschie
denis, die ons leert, dat Koningin
Wilhelmina een nakomeling van het
onvergetelijk Oranjehuis is, waaruit
zoovele Vorsten sproten, die goed en
bloed voor ons Land, voor onze Voor
ouders over hadden en die in tijden
van droefheid, van smart en verval
het bestaan van Nederland wisten te
verzekeren, gedachtig aan de spreuk
„Je maintiendrai" (Ik zal handhaven).
Vooral in de laatste jaren is ook aan
ons de beteekenis van die spreuk
meer duidelijk geworden en al hoorden
we het niet, toch voelden we in ons
hart, dat onze Koningin, toen Zij de
Zeeuwsch Vlaamsche landouwen door
kruiste en wij nog in onzekerheid
leefden betreffende het behoud van ons
Nederlanderschap, dat H M. önsbemoe
digend toeknikkend dachtWees gerust
mijn volk, Ik zal handhaven
Laten wij allen die spreuk gedenken
en ze maken tot een volksleuze, als
ons Land bedreigd mocht worden door
vreemde "heerschers. We weten, dat
begeerige blikken op ons land gevestigd
niets weten en zal ik voortgaan, een
brave vrouw te zijn. Een brave vrouw
O God
Dat is waanzin. Je moogt dezen
brief nooit lezen. Je moogt er nooit
van weten. En toch als je nu hier
was
Ken je de legende van den arbutus,
liefste de oude Indianen-legende
Als de Lentemaagd gaat door het bosch,
bloesemen de bloemen onder bare
voetstappen. De lente is heden door
mijn hart gegaan en heeft daar hare
bloemen gelaten de arbutus-bloesems.
Wil je niet komen om ze te plukken?''
De vrouw had dezen tweeden brief
uitgelezen, Zg staarde op de blaadjes,
met parelende tranen in de oogen. Dan
las zij bet korte briefje.
Welk een leugen, welk een ver
achtelijke leugen! riep zy uit: Dank
voor de bloemen.... »'t Was heel lief
van je, nog aan my te denken" Zij
steunde haar hoold met de handen, en
keek uit in den zonnigen dag Met
een snelle beweging verfrommelde zij
't korte briefje tusschen bare vingers en
liet het in de prullemand glijden.
Dan stak zy den langen brief in eeD
couvert, schreef het adres en belde een
dienstbode.
Laat dit dadelijk door een loop
joegen bezorgen hij behoeft niet op
antwoord te wachten. De meid ging,
en zij bleef een pooi in gedachten
zijn en aan de onafhankelijkheid van
ons land wordt getornd.
We weten ook, dat er ontevredenen,
ondankbaren zijn, die H M. zoo het
hun aan macht niet ontbrak van
den troon zouden stooten.
Welnu in beide gevallen hebben we
te denken aan de machtsspreuk jk
zal handhaven"; hebben we te denken
aan wat het Huis van Oranje voor
ons Land en Volk heeft gedaan, en
wat wij daaraan verplicht zijnIn
de eerste plaats te waken voor het
behoud van den troon onzer Koningin.
Nog een oorzaak van de toenemende
be'angstelling in onze Koningin is het
meeleven dezer Landsvrouwe met
Haar volk. Zijn er niet als het betreft
bemoediging en leenigingvan nood
van een gedeelte van Haar volk,
ontelbare oogenblikken geweest, waarin
Hare Majesteit toonde met de menschen
mee te leven Bij brand, bij water
snood, bij zeerampen, spoorwegonge
lukken, enz. enz., altyd gevoelde H M.
medelijden, als Haar volk leed. Maar
H.M. kon ook blijde zijn met de blijden.
Denken wij Axelaars nog eens aan de
feesten in Den Haag het vorig jaar,
toen H.M. zoo innig deelde in de
vreugde der Zeeuwsch-Vlamingen, die
zoo familiaar in den Koninklijken tuin
bij. het Huis ten Bosch rondwandelden
Plotseling bedacht zij, dat ze verzuimd
had, de versohe bloemen in water te
zetteD. Zij wilde 't verzuim herstellen.
Een enveloppe, verborgen in het
bouquet, viel op den grond. Haastig
raapie zij die op en scheurde ze open.
Waarde Helen dit is de laatse keer,
dat ik je herinner aan zekeren heerlijken
Aprilmorgen. Ik ben Vrijdag getrouwde
Het briefje ontgleed haar. Zy uitte
een zwakken kreet, want de slag trof
diep. Dan, belde zij nerveus.
Ja mevrouw, zei de meid, de
jongen is dadelijk de boodschap gaan
doen.
Zij verbleekte.
Een tax terstond. Help mij ver
kleeden. Mijn nieuwe hoed Vlug
Zij stond, eer ze zich goed rekenschap
had gegeven van wat ze deed voor de
deur van het atelier en had gebeld.
Zij had maar een gedachteden brief
terug te krijgen, eer hij dien kon gelezen
hebbeD, en voor afschuwelijke gedach
tel zijn vrouw die kon lezen. Welke
waanzin had haar bezeten, een brief te
schryvea, waarin zij haar geheimste
gedachten prijsgaf?
Het ruime atelier was heel stil, toen
zij er biDnen zweefde. Een vrouw deed
haar open, een jong meisje, kind bijna
nog, dal haar bezoekster vragend aan
keek. Een tafeltje met een schrijfma
chine getuigde van baar werkzaamheid.
Neen, zei ze, meneer Leslie is
en genoten van wat er te genieten was.
En hoe beminnelijk beantwoordt Zij
de ovatie's bij Hare bezoeken aan de
hoofdsteden van het land
En als Hare Majesteit in één ding
mêeleeft' met Haar Volk, dan is het
zeker ook in den godsdienstzin.
Zonder aanstellerij, zonder dwang
weet Zy dien in geheel Haar hofhou
ding te kweeken, zelf voorgaande in
een der eerste CristenplichtenLiefde
tot de naasten te hebben.
En waar we nu opsomden de eigen
schappen, die onze Vorstin maken tot
een geliefde Koningin van Haar Volk
en de eigenschappeii, die respect
afdingen van de Staatshoofden van de
groote Mogendheden en van de vijan
den van het huidige regeeringsstelsel
in en buiten ons land, daar kan het
toch niet anders, of we moeten met
dankbaarheid vervuld worden bij den
jaardag die'thans gevierd wordt.
Laat ons dan ook, als we bij het
opstaan de Voorzienigheid daarvoor
dankten, bij het ter ruste gaan bidden,
dat onze Koningin nog vele, vele jaren
over ons mag regeeren. Dat Zij voor
rampen gespaard blijve, en met Haar
Volk mag 'leven tot welvaart van
Nederland en zijn bewoners opdat we
kiinnen blijven roepen
Oranje boven
hier niet. Hij had een eonferentie met
zijn uitgever. Ik wacht hem niet voor
den middag terug.
De bezoekster keek tersluiks naar
een groote tafel midden in het vertrek.
Er lag een brief haar brief, bijna
binnen het bereik barer hand.
Ik heb één uurtje geleden een
brief aan meneer Leslie gestuurd dien
had ik graag terug, 't Is niet van
importantieZij glimlachte tegen
het secretaresje en bedacht, of een
bankbiljet misschien de procedure niet
gemakkelijker zon maken. U heeft
er niet tegen, dat ik hem terug neem
Haar hand ging naar de lokkende
enveloppe. Het meisje zag haar aan.
Dat moet u meneer vrageD. Ik
mag u niet toestaan, hier een brief
weg te nemeD, eer hij dien gelezen
heeft.
Maar hij is van mij Ik heb hem
zelt gesehrevcn.
Hoe kan ik dat weteu Wacht u liever
tot meneer komt.
Maar ik verzeker u, dat 't niet van
belang is Meneer Leslie is een oude
kennis van mij. Hij zal er niets tegeD
hebben, dat ik den brief terug neem.
Dan moet u hem zelf dat vragen.
Is u zijn secretares
JaHet meisje knikte ernstig.
Wordt vtrvolgd.)