|TI
«ï6e Jaarg.
)fl. r! A IJiljklIi
27.
Zaterdag 10 1020.
s Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- V laan deren.
J. C. VINK - Axel.
De Invaliditeitswet.
Provinciale Staten.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdas- en Vrijdaaravond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 877s Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon r. 56. - Postbox 6.
aDVEETENTEEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regei meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Ad verten tiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en VrJJdagvoormiddag ELF ure.
(Ingezonden).
Langzamerhand beginnen de zege-
liogen der Invaliditeitswet d®or te-
dringen.
Aanvankelijk werden overal bezwa
ren tegen deze wet geopperd. Niet
alleen van de zijde der werkgevers,
maar ook van de zijde der arbeiders.
Sproten de eerste voort uit financieele
overwegingen, de laatste venden hoofd
zakelijk haar oorzaak in de onbekend-
beid der Wet. De bedoeling der wet
werd niet begrepen.
Velen staarden zich blind op het
ouderdomspensioen, alsof dit het hoofd
doel van de wet zou zijn. Er werd
uit het oog verloren, dat dit maar een
bijbedoeling der wet is. Een bijbedoe
ling echter, die het eerst tot het volk
zou doordringen.
Eet hoofddoel van onze Invaliditeits
wet is
lo. een uitkeering bij tijdelijke* of
blijvende invaliditei^ te verzekeren
2e. Weduwen- en weezenrente te
verzekeren
3o. bij dreigende invaliditeit opname
in een sanatorium ten laste van de
Rijksverzekeringsbank mogelijk te
maken, terwijl gedurende de behan
deling een uitkeering aan het achter
blijvend gezin mogelijk is
4o. Toelagen aan inrichtingen, enz.
De bedoeling van het sub 3o is, dat
indien een verzekerde invalide dreigt
te worden, de persoon in een sanatorium
opgenomen wordt. Door zeer zorgvul
dige en spéciale behandeling wordt de
invaliditeit, die anders gevolgd was,
dikwijls afgewend, en blijft de persoon
volkomen in staat in het onderhoud
van zijn gezin te voorzien. Om dit
gedurende de behandeling niet broode-
looa achter te laten, kan aan vrouwen
eventueele kinderen een uitkeering
worden gegeven.
Het sub 4o vermelde is van meer
algemeene strekking. Het geven van
toelagen zal hoofdzakelijk aan zieken
huizen en vereenigingen in het belang
van de volksgezondheid werkzaam,
geschieden. Niettemin zal dit een
vau de zegenrijkste gevolgen van de
wet zyn. Overal wordt geklaagd, dat
er in soms zeer welvarende en dicht
bevolkte streken, geen of onvoldoend
[geoutilleerde] ziekenhuizen zijn en dat
men voor een betrekkelijk eenvoudige
behandeling dikwijls over vry giooten
afstand vervoerd moet worden.
Door het geven van subsidiën zullen
meerdere inrichtingen ontstaan en kun
nen kostbare instrumenten enz. worden
aangeschaft.
Sub le en 2e zijn de renten [geen
ouderdomsrenten] genoemd. Wordt een
verzekerde, wiens wachttijd van 150
weken vervuld is invalide, dan wordt
een rente toegekend.
Recht op weduwen en wezenrente
ontstaat
a. indien de echtgenoot of vader reeds
in het genot van rente was krachtens
de Invaliditeitswet
b. indien de overleden echtgenoot of
vader verzekeringsplichtig was krach
tens de Invaliditeitswet en 40 premiën
voor hem betaald waren. Het eerste
jaar zal echter reeds recht op rente
bestaan, indien er 15 premiëm betaald
zijn. Wi® de premie betaald heeft,
doet niets ter zake, de zegels moeten
echter geplakt zijn vóór het overlijden
van den echtgenoot.
Recht op weezenrente kan bovendien
ontstaan, indien de verzekerde moeder
overlijdt, en de kinderen vaderloos
zijn of de moeder de kostwinster was.
(wanneer bijv. de vader niet tot werken
in staat is.)
Een weduwe wier echtgenoot een
ouderdomsrente krachtens art. 373
der Invaliditeitswet was toegekend,
heeft recht op rente, al was er zelfs
maar óód op zyn kaart geplakt.
Weduwrente wordt alleen toegekend
le. indien de weduwe invalide is,
2e. indien ze den leeftijd van 60
jaar bereikt heeft.
Voldoet zij bij het overlijden van den
echtgenoot niet aan deze voorwaarden,
dan wordt de rente pas toegekend,
zoodra ze hieraan voldoet.
Weezenrente wordt toegekend,
indieD de overleden vader [ook al
leeft de moeder nog] een of meer
kinderen beneden den leeftyd van 14
jaar nalaat. De rente vervalt, zoodra het
jongste kind den leeftyd van 14 jaar
heeft bereikt. Gedurende dezen tijd
wordt de rente niet verminderd.
Ook al werd vroeger een weezen
rente toegekend, dan toch krijgt de
vrouw nadat ze 60 jaar of invalide is
geworden, een rente.
Er kan niet voldoende gewezen
worden op het belang van de weduwe
om zoo spoedig mogelijk na het over
lijden van den echtgenoot [in elk
geval binnen 7 dagen] de rentekaart
van den overledene onder medeöeeling
van het overlijden aan den Raad van
Arbeid op te zenden.
De Raad van Arbeid onderzoekt dan
of er reelat op weduwen- of weezen
rente bestaat. Is dit het geval dan
wordt een aanvraag met de noodige
bescheiden aan de rijksverzekerings
bank toegezonden en de rente toege
kend. Bestaat er direct geen reeht op
rente, dan moet de aanvraag worden
ingediend, zoodra de weduwe naar
hare meening hier recht op heeft. In
het laatste geval deelt ze dan aan den
Raad van Arbeid mede naam, voorna
men en geboortedatum van haar over
leden echtgenoot en zoo mogelijk den
Raad van Arbeid waar de echtgenoot
was ingeschreven en het rentenummer.
Tot slot over het voorgaande eenige
cijfers betreffende den Raad van
Arbeid te Middelburg.
Tot nu werden reeds 5 verzoeken
tot opname ter verpleging in een
sanatoiium in behandeling genomen.
Binnenkort zullen de eerste van deze
gunstige bepalingen der Inv. Wet de
voordeelen genieten, en laten wij
hopen, hunne verloren arbeidskrachten
geheel herwinnen.
Tot op heden werden 103 ouderdoms
renten toegekend, 3 afgewezen, terwijl
nog meerdere in behandeling zyn.
Zeven aanvragen om weezenrente
werden gedaan. Drie hiervan werden
bereids toegekend [alle tot een bedrag
van 187.20], terwijl de andere spoedig
af zullen komen.
Een weduwenrente tot een bedrag
van 187.20 werd toegekend. Meerdere
zijn nog in behandeling.
Hot vermoeden bestaat, dat velen
nog niet hun aanvraag indienden en
rentekaart en boekje van denoverledene
niet opzonden. In hun eigen belang
wordt aangeraden dit alsnog zoo
spoedig mogelijk te doen.
Dinsdagavond werd in naam der
Koningin door den Commissaris in
Zeeland de Statenzitting geopend.
Na onderzeek geloofsbrieven werd
geïnstalleerd als lid de heer A. M.
Overhofl, ter vervanging van het lid
P. A. Perrels, wegens vertrek van deze
uit de provincie.
Hierna vroeg de heer De Veer het
woord en bracht namens een aantal
Statenleden hulde aan den heer Van
Rompu, die jl. Zaterdag eóör 25 jaren
tot lid van het College van Gedepu
teerden werd gekozen. Spr. herdenkt
de belangrijke werkzaamheden waaraan
de heer Van Rompu gedurende dien
tijd aandeel had, en neemt ia het
bijzonder de overname van deh
Stoomboetdienst op de Ooster-Schelde
en den stoombootdienst op Hansweert.
Slechts de heer Fruytier overtreft
den heer Van Rompu in anciënniteit.
Gedurende de vijfentwintig jaren, dat
de heer Van Rompu lid van Gedepu
teerden is, zijn er veel veranderingen
gekomen, vooral in de laatste jaren,
toen de polsslag van den tijd zoo
aanmerkelijk is versneld. De besluiten
door de Staten genomen, waren niet
immer overeenkomstig de wenschen
van den heer Van Rompu, aldus spr.,
maar by alle verschil van inzicht, dat
ooit in die jaren blijken mocht, bleef
de aangename samenwerking ongerept,
en des heeren Van Rompu's arbeid
zaamheid onverminderd.
Spr. hoopt, dat de beer van Rompu
nog lange jaren tot heil der provincie
zijn arbeid zal mogen voortzetten.
De heer Nolson, als een der verte
genwoordigers van Zeeuwsch Vlaande
ren, sluit zich bij de woorden van den
heer De Veer aan, en huldigt don
heer Rompu om de groote werkkracht
welke deze voor Zeeuwsch-Vlaanderen
heeft aan den dag gelegd. Spr. hoopt
dat deze werkkracht nog lang voor
Zeeuwsch Vlaanderen moge behouden
blijven.
De voorzitter, de heer Dijckmeester,
sluit zich namens de andere leden van
Ged. Staten bij de huldebetuiging aan.
Spr. zelf, en hij is overtuigd zulks ook.
voor het College van Ged. te wogen
zeggen, is vervuld van waardeering
voor den arbeid van den heer Van
Rompu, in het bijzonder voor diens
werkzaam aandeel bij de verbetering
der verkeersmiddelen in de provincie.
Subsidie Kath. Midd. Schoolver.
te Huist.
Daar hieromtrent het onderzoek nog
niet afgeloopen is stellen Ged. St voor
het van het bestuur der Kath. Middel
bare schoolvereening te Hulst ingeko
men verzoek tot het verkrijgen van
een subsidie ten behoeve der door haar
op te richten handelsdagschool, in
banden van faun college te stellen,
teneinde daaromtrent in de a.s.
Najaarszitting een voorstel te doen.
Crediet Paardenfokkerij.
Ged. St. geven in overweging het
verzoekschrift van het hoofdbestuur
van de Mij. tot bev. van Landbouw
en Veeteelt in Zeeland om voor de
jaren 1921 en 1922 een jaarlijksch
crediet te verleenen van 4000 ter
bevordering en aanmoediging van de
verbetering der paardenfokkerij in dit
gewest, hun in handen te stellen,
opdat daaromtrent in de a.s. najaars
zitting een nader voorstel door hun
college kan worden gedaan. Zulks
omdat de behandeling dezer aanvrage
het instellen van een nader ondersoek
eischt.
De Eerste Zeeuwsch Vlaamsche
Fokpaardendag
Neg leven we onder den indruk van
de resultaten van de landbouwfeesten
te Hulst, terwyl weer een nieuw succes
te boeken valt voor de paardendemon-
stratie welke men met den fokdag
beoogde. Al vroeg klepperden gisteren
de zware boeven door Axels straten
van talrijke paarden, die geleid werden
naar het zoo mooie concours-terrein,
waar ook reeds in de ochtenduren tal
van handen en hoofden werkzaam
waren om die houderden paarden op
zijn plaats te zetten en in toepassing
te brengen de voorbereidende maat
regelen welke noodig zijn om zoo'n
betooging een ordelijk verloop te does
hebben. Laten we maar dadelijk zeggen,
dat alles als van een leien dakje liep
en de verwachtingen omtrent aanvoer
van fokmateriaal, omtrent regeling van
de keuringen en omtrent het bezoek
van belangstellenden verre werden
overtroffen. En dat is zeker te danken
aan het optimisme van de voormannen,
die zulke verwachtingen koesterden en
erop rekenden, al werden ze dan ook
glimlachend aaagekeken door degenen,
die zich geen voorstelling konden maken
van dezen dag.
Het is niets erg dat degeneD, die
buiten de paardenfokkerij slaan, niet
begrijpen kunnen, dat anderen er zich
zoo voor interesseeren, maar wèl erg
is her, dat menschen, die zoo'n tentoon
stelling organiseeren, als gisteren hier
plaats bad, vaak worden genegeerd,
wijl toch begrepen moest worden, dat
de landbouw iu het algemeen, maar
de paardenfokkerij in het byzouder een
tak van bestaan is, waaraan iu hoofd
zaak ons Zeeuwscn-Vlaanderen zijn
welvaart te danken heeft. D&t te
miskennen, lezers, vinden we wèl erg
en net moge ons leeken eentonig voor-