If oensdag 23 Juni 1920.
36e «Jaarg.
*0. 22.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
j J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
AXELSCHEMCOÏBANT
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Cent: franco per post 871/* Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITG EVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Mr. 5«. - Postbox 6.
ADVERTENTIE* van 1 tot 5 regelB 90 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentièn worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrfl dagvoor middag ELF ure.
Bevordering der productie.
In het tijdschrift van de Maatschap
pij van Ny verheid wordt een overzicht
gegeven van de van 14 departementen
ingekomen rapporten over de vraag
naar .bevordering der productie".
De volgende reeks van conclusies
wordt door het Hoofdbestuur naar
aanleiding van Ge behandeling van dit
onderwerp in de departementen voor
gesteld. Kan de algemeene vergadering
zich met deze conclusies vereenigen,
dan is het hoofdbestuur voornemens
de noodige stappen te doen om de
verwezenlijking van deze wenschen te
bevorderen
le. Het is gewenscht dat door de
industrie worde opgericht een Centraal
Adviesbureau voor Pabrieksbeheer.
2e. Het is gewenscht, dat, waar
mogelijk, de loonregeling berust op
stukloon, met waarborgen zoowel tegen
te geringe belooning als tegen over
matige krachtsinspanning.
3e. Het is gewenscht om met
beambten en arbeiders geregeld over
leg te plegen omtrent aangelegenheden
van intern tubrieksbeheer.
4e. Het is gewenscht den arbeiders
meer gelegenheid te geven om, bij
gebleken geschiktheid, een leidende
positie bjj de productie te bekleedeo.
5e. Het is gewenscht om, waar dit
mogelijk is, een meer logische winst-
verdeeling te maken tusschen alle
factoren die tot de winst hebben
bijgedragen.
6e. Het is gewenscht de belasting
op de successie zoodanig te wijzigen
dat zij, meer baten brengend aan de
schatkist toch den spaarzin niet doodt.
7e. Het is gewenscht om bij het
ontwerpen van nieuwe belastingen
steeds dit beginsel voor oogen te
honden, dat sparen ter versterking van
het bedrijf noodzakelijk' is om de
preducte op' peil te houden.
8e. Het is gewenscht dat daarbij
ook rekening wordt gehouden met het
feit, dat tengevolge vaa de groote
onzekerheid in het bedrijfsleven een
hoogere belooning, dan de normale in
de periode voor den oorlog voor het
initiatief en het risico van het kapitaal
gerechtvaardigd is.
9e. Het is gewenscht dat de voor
lichting by de beroepskeuze worde
bevorderd.
10e. Het is gewenscbt om door
goede technische opleiding te bevorde
ren dat e.r meer krachten zich beschik
baar stellen voor de productie.
lie. Hec is géweuscht dat iu huis
gezin, school en werkplaats het gemeen
schapsgevoel en het daarmede samen
hangende gevoel voor orde worde
aangekweekt en versterkt.
Nederland -België.
Een Havas-hericht aan de Belgische
bladen meldt, dat te Parijs ean bijoen
komst heeft plaats gehad, waaraan een
groot aantal Kamerleden, voornamelijk
leden van de commissie voor buiten
landsche zaken, alsmede Pierre
Nothomb van het Belgische Comité de
Politiqae National en het gewezen
De man van degelijke beschaving heeft
in zulke oogenblikken een sterk over
wicht boven den onbeschaafde, die, van
woede tot onbezonnenheid gebracht, niet
weet wat te beginnen. Een blik op
Josephe, die bleek, sidderend, sprakeloos
op de bank van mos zat, zeide Fröben
wat hier te doen was. Hij bood haar
den arm aan en leidde haar uit het
prieel naar het slot. Woedend keek de
baron hen na; hij stond op het punt,
zijne knechten samen te roepen, om
zijne bedreiging ten uitvoer te breugeD,
maar de vrees om zijne schande nog
grooter te maken, hield hem terug. Hij
liep de zaal binnen, waar Josephe op
de sofa lag, haar beschreid gelaat in de
kussens verborgen en waar Fröben als
gedachteloos aan het venster stond en
naar buiten staarde. Scheldend en
vloekend liep hij de zaal op en neder
en vervloekte zichzelven, dat hij zijn
leven aan zulk eene deern verbonden
had. Er moet geen gerechtigheid meer
in het land zijD, als ik mij haar niet
van den hals schuitZij heeft doopakte
en alles vervalschtzij heeft zich voor
evenboortig uitgegeven, de bedelares!
Belgische Kamerlid Maurice Feron
deelnamen. Nothomb en Feron hielden
redevoeringen, waarin zij protesteerden
tegen het Nederlandsch-Belgisch ont
werp verdrag.
De Eclair schrijft" aatr aanleiding
hiervan
Wanneer onze overeenkomst zal zijn
gesloten en de belangen van België en
Frankrijk vereenigd zullen zyn, zal
België niet lauger alleen staan bij de
onderhandelingen ever zijn verdrag
met Nederland. Wij kunnen dan
meer gerust aan da besprekingen
deelnemen. De zaak zal dan voer
België anders loopen, want geen der
geallieerden zal ons het recht entzeg
gen onze veiligheid te verzekeren door
een accoord met onze naburen.
De Viagtième Siècle", die zich
zooals men weet niet door vriendelijk
heid tegenover Nederland pleegt te
onderscheiden, schrijft over het optre
den van de vertegenwoordigers van
het Comité de Politique National te
Dit huwelijk is van nul en geener
waarde I
Dat zal in allen gevalle het verstan
digste zijn, viel Fröben hem in de rede
het komt er slechts op aan, hoe ge het
aanlegt, om u nog niet meer te blameeren.
Ha, mijnheer 1 schreewde de baron in
wilden toorn, ge spot nog met mij, nadat
ge door uwe grenzenlooze stoutheid deze
schande over mij bracht? Volg mij, tot
onze scheiding hebben we geen gerecht
noodig die kan dadelijk bewerkstelligd
worden. Volg mij
Josephe, die deze worden verstond
sprong op. Ze wierp zich voor de
voeten van den woedende en bezwoor
hem, alles slechts op haar hoofd te doen
nederkomen. Haar vriend was geheel
onschuldig. Zij wees hem op het
briefje in zijne hand en bezwoer hem
dat Fröben eerst heden gehoord had
wie zij was. Maar de jonge man zelve
ouderbrak hare beden hij nam haar op en
voerde haar naar de sofa terug. Ik ben
gewooD, zejde hij koelbloedig tot den
baron, bij zulke gelegenheden eerst
mijne beschikkingen te maken en gij
zult goeddoen, dit ook niet na te laten.
Teneerste verlaat uwe vrouw dadelijk
dit kasteel, want ik wil Biet hebben,
dat zij nog hier is, als ik er niet meer
zal lijn om haar te beschermen tegen
uwe mishandelingen.
Ge handelt hier, alsof ge baas waart,
hernam de baron lachend van toorn
De rol, die de heeren Nothomb en
Feron te Parys spelen, lijkt ons
gevaarlijk voor de Nederlandaeh-
Belgische kwestie. Heeft België geen
regelmatig en diplomatiek vertegen
woordiger te Parys? Het optreden
van onbevoegde personen buiten ens
ministerie van buitenlandsche zaken
om zou minister Hij mans kannen
noodzaken om dit te desavoueeren.
Het blad noemt verder de agitatie
van de leden van bet Comité de
Politique National franctireurspolitiek
en zegt, dat het comité alvorens te
maar dat is waar ook, madame was
reeds vroeger uw eigendom, dat was ik
byna vergeten. Waarheen moet de
lieve engel gebracht worden In een
armhuis, in een hospitaal of aan de
eerste beste heg om haar bedrijf voort
te zetten
Fröben hoorde niet naar hem. Hij
wendde zich tot Josephe. Woont de
gravin nog in de nabuurschap vroeg
hij haar, Denkt ge voor de eerstvolgende
dagen en schuilplaats bij haar te zullen
vinden
Ik zal tot haar gaan,' fluisterde zy.
Goed, Faldner zal zoo genadig zijn.
u daar te laten brengen. Daar zult ge
het overige afwachten, öf hij zal inzien
hoe onrechtvaardig hij ons beiden heeft
behandeld, of dat hij er bij blijft, zich
van u te laten scheideD.
Josephe was naar de gravin vertrokken
haar vriend had haar aangeraden, by
hare aankomst slechts een bezoek van
eenige dagen voor te geven. Ondertus-
schen wilde hij haar bericht zenden
over de stemming van zijn vriend en
hem, zoo mogelijk, bepraten, om zich
met haar te verzoenen. Neen, riep zy
hartstochtelijk, terwijl ze op het terras
in de wagen steeg, in deze deur kom
ik nooit weer terug, deze muren wend
ik voor immer deu rug toe. Geloof mij,
eene vrouw kan veel verdragen, ik heb
lang veel moeten dulden eu vaak
dreigde het hart my te bersten. Maar
trachten Fraakrijk veer zich te winnen
er eerst op te moeten kunnen wijzen,
dat het de openbare meening in België
achter aich heeft.
De r Nation Beige" publiceert naar
de Maa<b meldteen artikel tegen het
anti militairisme van minister Poulet.
Volgens het blad zon de minister op
de jongste vergadering van de demo
cratische rechterzijde verklaard hebben:
„Wij haLben overeenkomstig onze
domocratiseho traditie een zuiver anti
militairistisch programma ve verdedigen.
Zij, dia ondar voorwendsel van een
dreigend gevaar van Dnitschland een
verhooging van onze militaire lasten
eiscben, hebben iets anders op het oog.
Zij zijn de annexioniston, die een sterk
leger wenschen, om na de openbare
tneening misleid te hebben hare
instemming te krijgen roor een inval
in Nederland.
Doze verklaring van ean Belgisch
minister, is, zeo zij juist is, voor Neder
land zeker niet van belang entbloot.
Uitsluiting in de bouwvakken.
Al sedert maanden wordt tusschen
werkgevers en werknemers iu het
bouwbedrijf een strijd gevoerd, die nu
geleid heeft tot een ultimatum der
patroons en waardoor dan, wegens
niet toegeven der arbeiders, allen, die
lid waren van de Syndicalistische
federatie van Bouwvakarbeiders en
den Modernen Alg. Bouwvakarbeiders
bond ontslagen zyn. De katholiekeen
christelijke boaden hebben de loon-
voorstellen der patroons aangenomen,
en hebben hune veile medewerking
vandaag heeft hij mij te diep beleedigd
dan dat ik het hem zou kunnen vergeven.
En al moest ik weder terugkeeren naar
de Pont des Arts om den voorbijgangers
een paar stuivers af te sineeken, ik zou
dit liever doen dan mij nog langer de
vernederende behandeling van dezen ru
wen man te laten welgevallen. Mijn vader
was een dapper soldaat, een geacht
officier vaa Frankrijk. Zijne doehter zal
zich niet vernederen, om de slavin van
een Faldner te zijn.
De jonge man had na haar vertrek
eenige brieven geschreven en had juist
zijn weinigje reisgoed ingepakt, toen
Faldner de kamer binnentrad. Fröben
zag hem verwonderd aan en verwachtte
een nieuwen uitval van toorn. Maar
Faldner zeide: ik geloof hoe meer ik
de ongelukkige regels lees die ik
hedenmiddag op uwe kamer vond, steeds
meer, dat gij eigenlijk toch onschuldig
zijt aan de ellendige historie, namelijk
dat gij tot dusverre niets wist en
de persoon niet kendet. Dat ik mijne
vrouw in uwe armen aaDtrof, vergeef
ik u, want zij had opgehouden de mijne
te zijn, toen zij dien dwazen brief aan u
schreef. Het komt me, wegens onze
verhouding, gewenscht voor, antwoordde
Fröben, dat ge de zaak zoo besehouwt,
hoofdzakelijk ook, omdat ik daardoor in
de gelegenheid kom, verstandig usug
met u over Josephe te spreken.
Wordt vervolgd.)