rh.vi.bj Bit I inoNo. 14. Zaterdag 22 Mei 1920. 30' Ni euws- en Advertentieblad i i i i i i I *J voor Zeeuwseh-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. ♦L Raadsverslag. txe FEUILLETON. (Z.)l n ïtin Mill el ^Dit nammer bestaat nit twee bladen. (.01 KAM. öit blad verschijnt eikem Dinsriaa- en Yrijdaeavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per S Maanden 75 Genttrance per post. 87V* Cent. Afsoaderiiike Nos. 5 Cent. DRUKKER—ÜITQ EVER Bureau Markt C 4. Telefoon Mr. - Postbox 8. tot 5 regeis 50 Cent; voor Groote letters worden naar ADVERTENTIEN van 1 eiken regel meer 10 Cent. plaatsruimte berekend. Ad.vertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk Dinsdas- er. Vrijdag voor middag ELF ure. EERSTE BIjAjD BOSKS** Wegens het PINKSTER- FEEST verschijnt a. s. Dins- dagavond do ,AXELSCHE COURANT' jniei >IIH bei Zitting van 18 Mei 1920. Aanwezig de hoeren J. M. Oggöl, C. Th. van de Bilt, A. E. C. Kruijsse, Pb. J. van Dixboorn, J. Weijns, J. de Kraker, J. M. Baert, F. Dieleman, J. de Feijter en M. W. Koster, benevens den voorzitter, den heer L. J. den Hollander, Burgemeester en den Secretaris, den heer J. A. van Vessem. Afwezig de heer J. Dekker. De Voorz. opent de vergadering met de gebedsformule. De notulen der laatste twee verga deringen worden zonder aanmerking ld. de Voorz. de agenda Daarna stelt aan de orde I. Mededeeling ingekomen stukken. a. Goedkeuring door Gedeputeerde Staten van het primitief kohier Hon denbelasting over 1920. b. Idem Motor en Rywielverorde Bing. e. Idem Gemeentebegrooting 1920. Deze stukken worden voor Kennis geving aangenomen. d. Schrijven van den Nederlanschen Bond van Gemeente Ambtenaren van den volgenden inhoud. In de wet tot de verhoogint van de pensioenen van de Rijks burgerlijke ambtenaren met 40 pCt. is aan de gemeentebesturen de bevoegdheid toege kend om de pensioenen ten laste van het pensioenfonds voor de Gemeente ambtenaren te verhoogen op den voet, voorgeschreven voor de verbooging van de pensioenen ten laste van den staat Is de Regeering tot bet voorstellen van de verhooging der pensioenen over gegaan met het oog op de belangrijke waardedaling van het geld, in niet mindere mate geldt dit gegrond motief voor de pensioenen van de gemeente ambtenaren en van hunne weduwen ea weezen. Vandaar, dat wij de aandacht van Uwen .Raad meenen te mogen vestigen op den nood van de betrokkenen en het vertrouwen uitspraken, dat in Uwe gemeente, voorzoover zulks nog niet mocht hebben plaats gevonden, in navolging van vele andere, die zulks uit eigen initiatief reeds dedèn, even zeer spoedig tot verhooging van de reeds verleende pensioenen zal worden overgegaan. Wij willen er hierbij op wijzen, dat bij de.bepaiing van de pensioenbijdragen heeft voorgezeten de stilzwijgende bedoeling aan de gepenaionneerden te verzekeren een bepaald gedeelte van den welstand, vertegenwoordigd door het salaris, dat zjj genoten. Waar nu de wedden van de in functie zijnde ambtenaren zyn of worden ver hoogd in verband met de waardevernain- 5chm teedi zerai IS. ande O, ik bezweer bet u, zeg mij eens oprecht wat gij van mij en mijne geschiedenis denkt Lang zag zij hem aan. Haar schoon, groot, oog vulde zich met traoeo, zij drukte zijne hand. O Fröben, wat ik daarvan denk, zeide ze, al twijfelde de gebeele wereld aan de waarheid van uw verhaal, ik zou toch zeker weteD, dat ge de waarheid gesproken hebt. Ge weet niet hoe goed ik u ken 1 Hij bloosde van vreugde eD kuste hare haDd Hoe goed zijt ge, dat ge mij niet miskent! En ik verzeker u, ik heb alles, alles nauwkeurig en naar waarheid verhaald. En dit meisje, ging Josephe voort, is dat hetzelfde waarover ge mij laatst spraaktHerinnert ge u niet, toen we over Victor en Ciotild" spraken, dat ge mij toen zeidet hopeloos te beminnen Is het dezelfde? Ja, zij is het, hernam hij treurig. Neen, gij zult mij wegens deze dwaas heid niet uitlachen gij gevoelt te diep, om dit belachelijk te kunnen vinden. Ik weet alles, wat men daartegen zou kunnen inbrengen; ik noemde mij zelve dering van het geld, daar is het rechtvaardig, dat de reeds verleende pensioenen in evenredigheid evenzeer worden verhoogd. Overtuigd, dat ook Uw college den schrijnenden toestand zal beseffen, waaronder tal van gepensionneerde gemeenteambtenaren en weduwen en weexen van gemeente-ambtenaren le ven, zouden wij het bijzender op prijs stellen spoedig te mogen vernemen, dat op Uwe medewerking in deze urgente aangelegenheid mag gerekend worden. De Voorz. zegt, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen dit adres naar hun college te verwijzen om dan tevens daarbij te behandelen de adres sen van de wed. Hottinga en de wed. van Bendegem, die teitelijk hetzelfde beoogen. B. en W. zullen dan een volgende vergadering daaromtrent een voorstel indienen. Alzoo wordt besloten. e. Verzoek van de Gebr. van Wiemeersch, te Axel, om vrijstelling van de hun opgelegde boete, wegens het te laat opleveren van een nood woning. De Voorz. zegt, dat B. en W. voor stellen om de boete te verminderen met 5 X 3- omdat er blijkens het rapport vau den Gem. Opzichter 5 dagen waren verloopen, waarin niet gewerkt kon werden. Overigens meent het college geen kwijtschelding te kunnen doen, omdat anders de bepalingen, waarby boete wordt toegepast, wel uil de bestekken kunnen blijven. Dhr. Baert vernemend, dat de boete 48 bedraagt, vindt dit een strenge vaak genoeg een dwaas, een fantast die een schaduw najaagdeik weef zelfs niet eens of ze mij bemint. Zij bemint u, riep Joseph6 onwi'.le keurig uit. Maar blozend over haar eigen woorden, voegde zij er bijze moet u wel liefhebben. Gelooft ge dan, dat zooveel edelmoedigheid geen diepen indruk moet maken op eeb meisjeshart van zeventien jaar? En in al hare uitdrukkingen, die gij ons verhaaldet, ligt, als ik mij uiet sterk bedrieg, stellig een krachtig bewijs van liefde. De jonge man scheen met verrukking naar bare woorden te luisteren. Hoe vaak heb ik dit tot mijzelven gezegd, zeide hij, als ik zoo geheel troosteloos was en treurig in het verleden terug blikte! Maar waarom dan? Wellicht slechts, om mij nog ongelukkiger te maken. Ik heb dikwijls met mijzelven gestreden, ik heb verstrooiing gezocht in het gewoel der wereld, bedwelming in de drukte der bezigheden alles tevergeefs. Voortdurend zweefde mij dat lieve, engelachtige wezen voor den geest. Mijn eenige wensch was, haar slechts nog eens te ziea. Nu nog is dit mijn wenschik durf u dit gerust b kennen, want gij weet mijn gevoel te waardeeren ook deze reis ondernam ik alleen, omdat mijn verlangen mij voortdreef om haar 'e zoeken, oin haar nog eens te zien. Eu als ik dan zoo diep hierover nadenk, dan wordt de wensch iD mij levendig, haar voor immer te bezittenGe wendt uw gelaat af, Josephe? O, ik begrijp het; ge denkt, dat ik een schepsel, dat zoo ellendig was en welker omstandigheden zoo dubbelzionig waren, dat ik zulk een schepsel nooit tot vrouw zou durven nemen ge denkt aan het oordeel der mensehen aan dit alles heb ook ik zeer dikwijls gedacht, maar zoo waar ais ik leef als ik haar zoo wedervond als ik haar verlaten heb, dan zou ik slechts hooren naar de stem mijns harten. Zoudt gij me dan zoo streng beoordeelen, Josephe Ze antwoordde hem niet. Steeds nog met afgeweerd gelaat het voorhoofd rustend op de hand, bood zij hem een boek aan en verzocht hem, haar voor te lezen. Bevend greep hij het, vragend zag hij haar aan. Dit was de eerste maal, dat hij haar gedrag niet recht begreep. Maar zij wenkte hem om te lezen, en hij voldeed aan haar verlangen, ofschoon hij zoo gaarne zijn hart nog langer had laten spreken. In het begin las hij verstrooid maar laogzamerhand trok het onderwerp hem aan, leidde zijne gedachten meer en meer al van hun gesprek en voerde hem eindelijk zoo mede, dat hij in den vloed zijnet woorden niet bemerkte, hoe de schoone vrouw hem aanzag met weemoedig gelaat-, hoe hare blikken vol teederheid op hem gevestigd waren, hoe haar oog maatregel. Men moet rekening houden met den tijd en de omstandigheden, waarin werd gebouwd. Hij gelooft, dat als men boete toepast, dit zeer groeten invloed zal hebben op de inschrijvingsbiljetten by de volgende bestedingen. De ambachtslui zullen daar rekening mede houden, en dat moeten ze, want men is niet altyd zijn eigen meester. Wat men heden belooft, kan men soms morgen niet maken. Als het druk is, moer men ook een ander eens helpeneen ambachtsman leeft niet bij een persoon. Hy stelt voor een boete te bepalen van 25. De Voorz. kan zich met het gezegde van dhr. Baert grootendeeis vereenigen maar vaak wordt gezegd, 't is een kar wei voor de gemeente, dat loopt niet weg en dan is de gemeente overgele verd aan de willekeur van de aanne mers. Spr. zegt dat niet om persoonlyk te zijn, maar spreekt in 't algemeen. En als we daaraan toegeven, behoeven we geen bepalingen te maken ter naleving van het bestek. Wat de Gebr. van Wiemeersch betreft, zijn deze herhaaldelijk aangemaand hun materi alen ep te bergen, die ze overal lieten liggen. Er moet toch orde zijn en zoolang B. en W. niet overtuigd zijn, dat overmacht de reden is van te late oplevering, moeten zy de boete hand haven. Dhr. Baert geeft toe, dat het moeilijk is, maar merkt op, dat hetgeen op papier staat, niet alles werkelijkheid is en het is uiet mogelyk om in korten tijd het rapport te concroleeren. Als zich vaak met tranen vulde, met tranen, die zij slechts met moeite kon onder drukken. Eerst laat eindigde hy, en Josephe was in zooverre hersteld, dat zij rustig over het gelezene kon spreken. Toch scheen het den jongen man toe, dat hare stem nu en dan nog beefde, dat de vroegere welwillende vertrouwe lijkheid waarmede zij den vriend van haren echtgenoot behandeid had, geweken was. Hij zoude zich ongelukkig gevoeld hebben, als niet een schitterende straal van een warmer gevoel, die in haar oog blonk, hem ten opzichte zijaer beschou wing misleid had. Daar de baron eerst tegen den avond terug zou komeu en Josephe zich na de voorlezing naar hare kamer had begaven, besloot Fröben om zijne kwelleade gedachten ten minste eenige uren te ontgaan, de warme middaguren vóór het eten met slapen door te brengen. In het prieel, dat hem dierbaar geworden was door zoo menig uur in gezelschap der beminnenswaardige vrouw doorga- bracht, legde hij zich op de bank van. mos neder en sliep spoedig in. Hij had zijDe zorgen achtergelaten, zij volgden hem Diet in het land der drooracD alleea lieflijke herinneringen versmolten eo vermengden zich tot nieuwe bekoor lijke beeldenhet meisje uit ae rue Sant Severin met hare lieve stem kwam tot hem en verhaalde hem van hare moeder. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1920 | | pagina 1