No. 13.
if oensdag 19 Mei 1920.
36* Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
J. C. VINK - AxeL
L
nd,
Binnenland.
FEUILLETON.
COURANT.
Dit blaa versctujnt eiken Dinsdae- en Vrijdagavond.
ABONNEMENT S-P RUS:
Per 3 Maanden 75 Cent; franco per post 877i Cent.
Afzonóerllike Nos. 5 Ont.
DRUKKER—UITGEYER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Sr.Sd. - Portftoï G.
aDVKRTENTIEN van 1 tot 5 regels 90 Cent; voor
eiken regei meer 10 Cent. Groote letters worden naai
plaatsruimte berekend.
Advortentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en VrQdagvoermiddag ELF ure.
isti
Uit de Tweede Kamer.
Te midden van het voor niet deskun
digen langzamerhand vry vervelend
wordend debat over de nieuwe Lager
Onderwyswet kon de Kamer Dinsdag
weer eens gemeten van een echt
modern Kamerdebat met insinuaties,
scheldwoorden, enz. 't Was toen de
Voorzitter voorstelde, den heer Duys
geen verlof te verleenen tot het stellen
van vragen, betreffende de verhouding,
waarin onze Regeering staat tegenover
de Magyaarsche republiek en over het
nemen van maatregelen, hetzij zelf
standig of in overleg met andere
Regeeriügen tegen de daar bestaande
toestanden. De Voorzitter wees er
terecht op, dat wij ons niet hebben te
bemoeien met de interne aangelegen
heden in Hongarije en dat de Kamer
haar tijd wel beter kan gebruiken. Hij
wees er ten overvloede nog op, dat de
heer Duys zich indertijd krachtig had
verzet tegen het stellen van vragen
door den heer Van Ravesteiju omtrent
de pogroms in Galicië en Polen. De
heer Van Ravesteijn had pret, hij
kreeg zijn revanche. Maar daardoor
werden de sociaal-democraten natuur
lijk niet beter gestemd. Achtereenvol
gens kwamen de heeren Troelstra en
Kleerekoper den heer Duys te hulp.
De toon werd steeds heftiger, vooral
mr. Troelsta wond zich zeer op. En
toen ue heer De Savornin Lohman er
nog uitdrukkelijk op wees, dat de
Hoe was het mij mogelijk te spreken
over dingen, die bovendien aan voorname
lieden zoo vreemd zijn. Het slechte, het
gemeene is hun veel liever, schijnt hun
natuurlijker toe dan het buitengewone,
Hoe kan ik van uwe lieve wangen, van
uw6 zoete lippen spreken tot deze hans
worsten P O gij arm, arm kind hoeveel
edeler zijt gij in uwe ellende, dan deze
vossenjagers en hna aanhang, die ware
ellende en beschroomde armoede slechts
keDnen van hooren zeggen en die iedere
deugd, die zich boven het gewone veheft
bespotten alsof het een sprookje ware
Waar gij thans wezen moogt En ot ge
nog denkt aan uwen vriend en aan de
avonden, die hem zoo gelukkig maakten
Hij weende, toen hij het portret be
schouwde toen hij er aau dacht, welk
een bitter onrecht de mensohen heden
dit arme schepsel hadden aangedaan
Hij wilde zijne tranen bedwingen maar
ze stroomden daardoor des te heviger,
Er was eene plaats in de borst van den
jongen man, waarin zich, als in een
diep graf, alle weemoed, alle weerhouden
tranen van smart stil en langen tijd ver
zameld hadden. Maar oogenblikken als
dit, waarin de smart der herinnering en
bespreking toch geen resultaat ko*
hebbeu, werd de heer Duys zeer ver
toornd en schold hy de geheele rech
terzijde voor lafaards, die geen andere
ingen kennen dan O. W. makeD
De heer Kolkman antwoordde, dat
collega Duys een kwajongen was,
waarop deze weder' mededeelde, dat
de Nederlandsche bourgeoisie niets
anders doet dan bet geld stelen, dat
de arbeiders opbrengen. Zoo ging het
nog eenigen tijd gezellig heen en weer.
En het slot was, dat de interpellatie
werd geweigerd, hoe vel de heeren
Marchaut en Dresselhuys meenden, dat
men, nu er toch zoo veel ophot van
deze zaak werd gemaakt, het verlof
maar moest verleenen. Maar de
geheele rechterzijde, gesteund door de
unie-liberalen en de neutralen, bleef
vost by stuk houden, zoodat het voor
stel van don Voorzitter mot 50 tegen
27 stemmen werd aangenomen en de
sociaal democraten nydig bleven kijken.
Het nieuwe Wetboek van Strafrecht
is door de Kamer goedgekeurd.
Daarna werd weder voortgegaan mot
de Lager-Oadarwijswet. Het amend.-
Ossendorp, waardoor de schoolhoofden
zopden verdwijnen, werd verworpen.
Daarentegen werd het voorstel van
denzelfden afgevaardigde, dat de
hoofden van scholen, een eigen klas
zullen hebben, tenzij de Onderwijsraad
vrijstelling verleent, aangenomen. Dit
dus een belangrijke stap in de
richting van de afschaffing van ambu-
lantisme. Voor de stryders voor die
afschaffing een groot succes.
der hopeloosheid hem zoo zwaar drukte,
deden het deksel van dit graf open
springen en de lang verkropte smart
des to machtiger overstroomen, hoe meer
zijn gebroken moed in weemoed overging.
Fröben overdacht den volgenden
morgen de voorvallen van den vorigen
dag en was het met zichzelven oneens,
ot hij nu niet liever dadelijk een huis
zou verlaten, waarin een langer opont
hond hem wellicht meermalen zulke
onaangenaamheden zou op den hals
halen, toen de deur openging, en de
baron ter neder geslagen en beschaamd
binnenkwam. Ge zijt gisteravond niet
aan tafel gekomen, ge hebt u heden nog
niet laten zien, zoo begon hij terwijl hij
Fröben naderde, ge zijt boos op me
maar wees verstandig eD vegeef me
Zie, het was wonderlijk met me gesteld
ik had overdag te veel wijn gedronkeü,
was opgewonden en ge kent mijne
zwakke zijde dan kan ik niet Dalaten
om te plagen. Ik ben daardoor genoeg
gestraft, dat de schoone dag zoo ellendig
eindigde, en dat mijn huis nu vier weken
lang het onderwerp van het gesprek van
den ganschen omtrek zal zijn. Bederf
mij nu mijn leven niet geheel en al en
wees weder even vriendelijk tegen me
als te voren
Laat liever de geheele geschiedenis
rusten, antwoordde Fröben droevig,
terwijl hij hem de band bood ik houd
er niet van, mij over zoo iets nog verder
uit te latenmaar morgen wil ik heen,
De heer Albarda diende een amen
dement in tn het aantal onderwijzers,
dat er in verhouding tot het aantal
leerlingen aan de schelen moet zijB,
uit te breiden, maar de beslissing
hierover is nog niet gevallen. De heer
Otto deed nog eene poging, om betere
salarissen te verkrijgen door voor te
stellen dat zij later bij Algemeeneu
maatregel van bestuur zouden werden
regeld. Dit voorstel werd verworpen.
Het Regeeringsvoerstol, dat B. en
W. eener gemeente een onderwijzer
kunnen straffen met eene waarschu
wing en vervolgens met schorsing voor
ten hoogste één maand met of zonder
behoud van de wedde ging de sociaal-
domocrateu natuurlijk te ver. Zij
willen alleen schorsing met behoud
van wedde, een uiterst gevaaalijko straf
tegenover minderwaardige individuen,
die weinig geven om de vernedering,
die in zoodanige straf ligt opgesloten,
maar wel gaarne een maandje exra
vacaatie willen hebben. Het spreekt
dan ook vanzelf dat do Kamer dit
amendement verwierp. De heer
Benmer stelde voor, de onderwijzeres
beneden de 45 jaar, die in het huwelyk:
treedt met den dag van het huwelyk
te ontslaan. Met goedkèuring der
Kroon zou evenwel uitzondering kunnen
worden gemaakt voor onderwijzeressen,
die niet aan het hoofd staan en minder
dan 10 uren in de week les geven en
tevens de onderwijzeressen, die vóór 1
April 1921 in het huwelijk treden.
Het was de bedoeling van den voor
steller de gehuwde vrouw niet meor
morgen wil ik verder hier blyf ik Diet
langer.
Wees toch niet dwaas! riep Faldner,
die dit niet verwacht had en in ernst
verschrokTengevolge van zulk een
tooneel dadelijk heen te willen gaan 1
Ik zeide het altijd wel, dat ge zulk een
driltkop zyt. Neen, daar komt niets
van. En hebt ge me niet beloofd om
te wachten, tot er brieven zouden zijn
van den Don in W Neen, nu naoogt
ge me nog niet verlatenen wat het
gezelschap aangaat, daarvoor behoeft ge
u niet te schamen; want allen, en vooral
de vrouwen, waren geducht boos op mij
gaven u volkomen gelijk en zeiden, dat
ik van alles de schuld was.
Hoe maakt het uwe vrouw, vroeg
FröbeD, om het gesprek eene andere
wending te geven.
Die is geheel beter, ze was slechts iü
lichte mate geschrikt, omdat ze vreesde
dat wij hevige ruzie zouden krijgen.
Ze wacht u met het ontbijt. Kom nu
mede naar beneden, wees verstandig en
hoor naar redenIk moet uitrijden,
neem me dit Diet kwalijk, vandaag komt
de molen in werking. Alles is dus weer
als te voren
Nu, ja dan, zeide de joDge man droevig.
Laat nu toeh de heele geschiedenis rnsten
Vervuld van zonderlinge gewaarwordin
gen, die hij zelve niet goed wist te
verklaren, volgde hij den baroD, die
vergenoegd over de spoedige verzoening
met zijn vriend, hem vooruitanelde, in
dam hoogst noodzakelijk aan haar
huishouden te ontrekken en teven»
de kinderlooze huwelijken tegen te
gaan. Dat dit punt tot een uitvoerig
debat aanleiding gaf, spreekt vanzelf.
De beslissing zal echter eerst later
vallen, als hef wetsontwerp tot regeling
van de rechtspositie der ambtenaren aan
de orde komt. In afwachting hiervan
werd het amendement ingetrokken.
Bij art. 45 verdedigde de heer
Zadelhof! een amendement om te
bepalen dat de onderwijzer zich moet
onthouden van iets te leeren, te doen,
of toe te laten, wat strydig is met den
eerbied, verschuldigd aau de staatkun
dige, dus niet alleen de godsdienstige
begrippen van andersdenkenden. De
heer Van Ravestijn kwam op tegen de
bepaling, dat het onderwijs dienstbaar
moet worden gemaakt aan de oplei
ding van de kinderen tot alle christe
lijke en maatschappelijke deugden. Hjj
wilde hier het woord „christelyt"
geschrapt zien. Men begrijpt dat dit
woord den communist een doorn in
het oog is. Ook meende hij, dat het
niet aanging, bijv. de Israëlieten
Christelijke deugden bij te brengen.
Welke Christelijke deugd een anders
denkende niet mag leeren, is niet
duidelijk maar wij gelooven wel, dat
het woord zonder veel bezwaar zou
kunnen worden gemist en eigelyk alleen
uit oude traditie gehandhaafc blijft. De
Kamer is niet tot eene beslissing in
deze gekomen, wegens onvoltalligheid
en zoo werd de beslissing aangehouden.
Avp.
haast aan zyne vrouw vertelde, wat hij
gedaan had, en toen het slot verliet, om
zijn molen aan den gang te maken.
Was dan heden alles op eens zoo
geheel anders geworden, of was hij
zelve veranderd Josephe's trekken,
haar gansehe persoon scheen Fröben
veranderd toe, toen hij bij haar binnen
trad. Een stille weemoed, een zachte
treurigheid scheen over haar gelaat ver
spreid, en toch lachte ze zoo vriendelijk
zoo vertrouwelijk, toen ze hem welkom
heette. Ze schreef haar ongeval van
gisteren toe, aan al te groote inspanning
en scheen bovendien over de geheele
geschiedenis liever niet te spreken. Maar
Fröben, wien aan de goede meeoing
zijner vriendin zooveel gelegen was, kon
het niet verdragen, dat zij zijn verhaal
voorbedachtelijk ia het geheel niet aan
roerde. Neen, riep hij uit zoo laat ik
u niet ontsnappen, genadige vrouw Aan
het oordeel van anderen over mij was
me weinig gelegenwat bekommer ik
ik er mijzelven om, of zulke alledaagsche
menschen mij naar hunnen algemeenen
maatstaf meten Maar waarlijk het
zou mij eindeloos smarten, als ook gij
mij valsch beoordeeldet, als ook gij
voedsel gaafc aan gedachten, die mij in
uwe oogen zoo diep zouden vernederen,
als ook gij de waarheid betwijfeldet van
een verhaal, dat inderdaad niet geschikt
was voor zulke ooien.
WordL wnoigd).