r\
.idjijiMi
Zaterdag IS Mei 1920
36e Jaarg.
^Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
en Zeeuwsch-Ylaamsche Tramweg Mij.
Buitenland.
ant.
i. 1
isep
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Cent: franco per post 871/* Cent.
Afzonderlijke Nos. a Cent
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Sr. AS. - Poetbox 6.
ADVERTENTIES van 1 tot 5 regels 50 Centvoor
eiken regei meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Ad verten tiön worden franco ingewacht, uiterlijk tot.
Dinsdag- Vrjjdag voormiddag ELF ure.
i.
)E
De vergadering van aandeelhouders
an bovengenoemde Maatschappij,
-eldjraarvaii we in ons vorig nummer
rortelijks melding maakten, werd
geopend door den heer Maurice Lippens,
^resident van het college van commis-
larissen, die blijkens de Tem. Crt. de
olgende rede hield
Mijne Heeren
Ik heet U allen welkom in deze
juitengewone vergadering van aandeel
louders onzer Maatschappij. Het is
nij een behoefte mijn blijdschap uit te
Irukken, dat ik weder in Uw midden
nag verkeeren en actief kan deelne-
nen aan de werkzaamheden van de
Seeuwsch Vlaamsche Tramwegmaat-
ichappy na den moeilijken tijd welken
sij hebben doorgemaakt. Met
jroote voldoening heb ik gezien
Ie enorme vorderingen, welke ge
naakt zijn gedurende dea oorlog met
ie werken van aanleg onzer maat
schappij. Hierdoor is het voorgenomen
iet geheel in exploitatie gekomen.
Haar toch zijn er ter voltooiing van
sen en ander nog belangrijke werken
;e doen. De tijdsomstandigheden
[lebben hierop storend gewerkt. Wij
kopeu, dat zoo spoedig mogelijk tor
jeders voldoening de exploitatie zal
kunnen worden gevoerd, zooals dit
billijk mag worden verwacht.
Intusschen kan geconstateerd worden,
dat de eerste periode van den bouw
tMioo goed als afgeloopen is en dat voor
de toekomst een nieuwe periode is
aangebroken, waarbij bet er op aan-
komt, om op de meest deugdelijke en
Bnergieke wijze de lijnen te exploitee
ren, zóó, dat de belangen van het
publiek en de streek worden gediend
maar evenzeer die der aandeelhouders
niet worden verwaarloosd.
I Er is in onze maatschappij zoowel
aan maatschappelijk kapitaal als aan
rentelooze voorschotten van de provin
cie en den staat, evenals aau obligatiën
in de obligatieleening, langzamerhand
een enorm bedrag gekomen.
Dat bedrag zal nog ter verdere vol-
lageil00'inS aanmerkelijk moeten worden
verhoogd, afgescheiden zelfs van de
doortrekking onzer lijn van Hoofdplaat
1 naar Breskens, de havenplaats van
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen.
Dat bedrag is begroot op ten minste
a i nog 800.000.
1" Wij kunnen u echter de verheugende
n#,mededeeling doen, dat de Minister
van Waterstaat bereid is de helft
"daarvan als extra renteloos voorschot
te geven, mits de andere helft als
maatschappelijk kapitaal wordt geno
men. Dit behoort dan dus te worden
uitgebreid.
Tegenover deze verblijdende med -
j Keeling staat de streek zeer pover,
5 dewyl verschillende polders en gemeer,
ten, zoo onredelijk zijn, dat z\j da
'kleine verhooging van subsidies, die
wij gevraagd hebben om aan den eisch
der provincie Zeeland te voldoen, óf
niet geven óf slechts geven willen
onder het stellen van voorwaarden
welker vervulling de maatschappij nog
meer zoude kosten dan het bedrag der
subsidie.
Dit hadden uw commissarissen niet
kunnen en mogen verwachten.
Veeleer mogen zij aanspraak maken
op dank dat zij in de moeilijke dagen
die achter ons liggen, den moed hebben
gehad door te gaan met de werkzaam
heden en de lijnen hebben aangelegd
in het vertrouwen, dat de door den
oorlog verhoogde kosten van aanleg
door ieder in evenredigheid van zijn
vroegere bijdrage zouden worden be
taald. Dat vertrouwen is door veel
polder- en gemeenteraden tot hiertoe
ernstig beschaamd. Wy verkeeren
hierdoor in groote moeilijkheden. Im
mers de provincie is wel bereid 42%
der verhoogde kosten van aanleg ie
betalen als extra renteloos voorschot,
maar alleen op voorwaarde, .dat de
streek de eerst belanghebbende
dus de polders en gemeenten, naar
evenredigheid hunne subsiëa verhoo-
gen, terwijl de staat ook in verhoogde
kosten 1/8 als renteloos voorschot wil
geven, als de provincie het doet. Ik
merk op, dat 400.000 waarvan ik zoo
juist sprak, afgescheiden zijn van deze
verhooging, waarvan ik nu spreek en
beschouwd moeten worden als een
buitengewone bydrage van het rijk,
omdat nadat voor de vorhoogde kosten
provinciaal en rijksrenteloos voorschot
was toegezegd, bleek dat er nog
800.000 te weinig was gerekend.
Ik spoor u allen aan om in de polders
en gemeenten, die nog niet tot de
verhooging besloten, ernstig daarop
aan te dringen. Zoolang zij dat niet
doen betaalt de provincie de extra
verbooging niet uit en ook niet de
staat.
Van de provincie alleen is dat een
bedrag van 240.000 welk bedrag wij
dus nu hebben moeten opnemen bij de
bank, waarvoor wij natuurlijk rente
moeten betalen.
De nalatigheid der polders om te
stemmen voor verhooging der subsidie
zooals is gevraagd, kost ons dus alleen
reeds door het gemis van die 240.000
uit de provinciekas, tenminste 6% van
dat bedrag, ot plus minus 15000 per
jaar, waarbij een even groot bedrag
komt van het rijk. De uitgaven vermin-
deren dus zeker met plus minus 30.000
dadelijk zoodra de polders en gemeenten
aan ons verzoek voldoen. Niet ernstig
genoeg kan hierop worden aangedron
gen.
Te zeggen of te denken nu de lyn
er eenmaal ligt, moet men maar zien
aan de kosten te komen, is niet een
te waardeeren gedachte en moet streng
worden gelaakt. Er zal dan ook wan
neer dat niet verandert, zeker ten
uadeele van die weigerende polders en
gemeenten, met de exploitatie moeten
gerekend worden. Deze kunnen in
geen geval op faciliteiten rekenen.
Aan den anderen kant staat weder
om een verblijdend fait, namelijk, dat
de 400.000 waarmede het maatschap
pelijk kapitaal tenminste moet werden
vergroot om die 400.000 extra, extra
renteloos voorschot van de Staat te
verkrijgen, is bijeengebracht door de
belanghebbende suikerfabrieken. Deze
stellen daartegenover natuurlijk ban
voorwaarden en het is billyk, dat zij
een vertegenwoordiging krijgen in het
college van commissarissen. Wij «tallen
daarom voor, dat college uit te breiden
met ten minste twee leden, opdat een
vertegenwoordiger der Coöperatieve
Suikerfabriek te Sas van Gent en een
van de Hollandsche suikerfabrieken
zoude kunnen gekozen worden.
Het groote kapitaal waarvoor wij
verantwoordelijk zyn eiseht een ener
giek en krachtig bestuur. Wij meenen
ook, dat het oogenblik gekomen is om
in de directie thans wijziging te
brengen.
De Raad van Bestuur heeft gedurende
al die jaren ernstig zich gewijd aan
ouze belangen, maar de taak wordt te
omvangrijk. Hij moet worden een Raad
van Toezicht terwyl voor den goeden
gang van zaken en het naar onze
meening noodzakelijk is een éénhoofdige
directie te hebben, die krachtig de
algemeene leiding heeft en voert onder
toezicht van een gedelegeerde commis
sie uit da commissarissen en onder
hoofdtoezicht der commissarissen zelf.
Deze algemeene directeur zal dus in
bepaalde gevallen machtiging hehoeven,
in 't byzonder in zaken rakende de
finaatiëB, van den Raad van Toezicht
of soms zeis van,de aandeelhouders.
Ook de Minister eischte deze veran-
deriug, evenals de nieuwe aandeelhou
ders. Het is daarom, dat wij een
geheel stel veranderingen in ouze stand-
regels U voorstellen. Deze zyn gepu
bliceerd en daarover moeten wij thaus
beslissen. Voor het leven en werken
onzer Maatschappy zyn zy van de
grootste beteekenis. Commissarissen
driugen dan ook op aanneming daarvan
ten zeerste aan.
Tevens deelen wij U mede, dat wij
naar onze meening er in geslaagd zijn
iemand te vinden, die geschiktheid en
bekwaamheid heeft, om de algemeene
directie te voeren, n.l de heer C. Wind
van Merkensteijn. Wij hebben dezen
nog niet als directeur kuunen benoemen
maar wel als amtenaar in algemeenen
dienst.
Bij aanname van de wijziging in de
statuten zooals wij U die voorstellen
verzoeken wij U formeel .dien heer
tot algemeen directeur te benoemen,
opdat hij als zoodanig zoo spoedig
mogelijk kan optreden, hetgeen wij
dringend noodzakelijk achten. De
ingewiKkeldheid van ons net, het groote
vervoer o.a. van suikerbieten, de rijk
dom der streek, waardoor het vervoer
nog veel meer kan opgevoerd worden,
dat alles eiseht een energiek, werkzaam
persoou. Natuurlijk kan een ieder zich
vergissen. De intormatiën omtrent den
heer Wind, zyn aanleg, energie en
ervaring zyn van dien aard, dat wij
met vertrouwen de toekomst met hem
kuunen iugaan. Het is da bedoeling,
dat de tegenwoordige directeur van
bijstand aan de Maatschappy verbonden
blijft en de werkzaamheden bij instuctie
worden geregeld en afgebakend.
Uit den aard der zaak moet dat aan
Commissarissen worden overgelaten.
Wij zyn bereid alle gewenschte verdere
inlichtingen te geren.
Wij zeggen U dank voor Uw opkomst.
Echter moet formeel voor wijziging der
statuten van het maatschappelijk
kapitaal tegengenwoordig zijn met 2/s
der stemmen. Mocht dat niet aanwezig
zyn, dan moeten we formeel nog een
vergadering houden, alwaar ongeacht
het dan tegenwoordig kapitaal over de
wijziging wordt beslist.
Mijne heeren, wy spreken nogmaals
het vertrouwen uit, dat gij onze voor
stellen zult aannemen en met ons zult
medewerken zooveel in Uw vermogen
is om de Z. V. T. M. tot groeten bloei
te brengen, onze leiding moet gesteund
worden door Uw groot vertrouwen.
Moge daardoor een periode van bloei
aanbreken, waarin zeer spoedig een
behoorlijk dividend kan worden uitge
keerd en waardoor Zeeuwsch-Vlaande
ren tot groote welvaart zal komen.
Het mookt nog alttyd.
Het agitatie-comité tegen het Neder-
landsch-Belgische verdrag heeft, meldt
de „H. Crt.", mededeeling ontvangen
van een motie, welke het nationaal
congres vau groote Fransche vereeni-
gingen, onder voorzitterschap van Mairiu
heeft aangenomen. In die motie wordt
o. m. gezegd: „Het congres vestigt de
aandacht van Frankrijk op het verdrag
betreffende de Schelde en Limburg, dat
de Belgische regeering overhaast zou
kunnen aannemen, en spreekt den
Wensch uit, dat de Fransche regeering
België niet in den steek zal laten
tegenover Nederland, maar haar meest
tormeele hulp schenken, opdat de
Belgische regeering in staat worde
gesteld, de onderteekening te weigeren
van een verdrag, hetwelk evenzeer in
strijd is met de levensbelangen van
Frankrijk als met die van België".
Heeft het hier niet allen schijn, alsof
België door Nederland het mes op de
keel wordt gezet? En men zou in
Frankrijk toch waarlijk gezonder kunnen
oordeelen, als men er zich de moeite
gaf, zelf kennis te nemen van het
Nederlandsch-Belgische verdrag en zich
niet op een dwaalspoor liet brengen
door de bewust verkeerde lezing, welke
sommige kringen in België er aan
believen te geven. Bovendien: „het
nationaal congres van groote Fransche
vereenigingen", dat onder presidium
van Mairin vergaderde, doet in de motie
wel, alsof zij een belangrijk deel van
de publieke meeuing in Frankrijk
vertegenwoordigt, maar in werkelijkheid
is dit allerminst hpt geval. Wij hebben
ook hier weder te doen met een betrek
kelijk zeer kleine groep, die door hard
schreeuwen de overtuiging tracht te
doen post vatten, dat zij namens het
geheele land spreekt. En niets toch is
minder waar.