Axelsche Courant
BIJVOEGSEL
Kater dag 20 Maart 19
Raadsverslag.
VAN DE
VAN
gen
ers
:h-
van
X is
ZittiBg van Dinsdag 9 Maart 1920.
XVI. Verzoek van C. A. van der
IViele nn 34 anderen alhier om intrek
king van de verordening op de winkel
sluiting.
I Ondergeteekenden, allen winkeliers,
wonende te Axel, nemen by deze d«
rrqhsid den Raad der gemeente Axel
te verzoeken
I de verordening op de winkelsluiting
in te trekken en wel om de volgende
(•eden
dat de winkeliers zelve hebben be
lwezen, dat zij niet gediend zijn van
»en vast uur voor de sluiting
dat verschillende oudergeteekenden
van het verzoek indertijd gedaan voor
Ie vervroegde winkelsluiting, juist de
eerste waren die de verordening over
traden en dat alzoo ontstond een enge-
Sorloofde concurrentie, daar degenen,
ie de verordening navolgden in die uren
iet verkochten
dat zy meenou het voer de meeste
winkeliers niet noodig is, daar bet
hoofdzakelijk door eigen personeel
wordt bediend
dat vooral de kleine winkelier door
de vervroegde winkelsluiting benadeeld
is, daar juist die des avonds het meest
'verkoopt
dat ook zeer zeker de sigaren
en tabakswinkelier door de winkel
sluiting schade heeft, daar de herber
jgier sigaren en tabak mag verkoopen
in een tyd, dat het voer de winkeliers
'verboden is
redeBen waarom ondergetaekenden
beleefd doch dringend verzoeken de
verordening op de winkelsluiting in de
jgemeente Axel in te trekken.
B. en W. stellen voor om de veror
dening in te trekken,
j De Voorz. zegt, dat de verordening
destijds op verzoek van de winkeliers
is ingevoerd omdat ze het toen ge-
Iwenscht achtten 's avonds ook eens
jrust te hebben. Nu echter blykt dat
de meening weer veranderd is, vindt
Ibij er geeu bezwaar in de verordening
jweer in te trekken.
1 Dhr. Van de Bilt merkt op, dat hij
als wethouder in de minderheid was,
want dat bij voor winkelsluiting is.
Dit adres is bovendien geteekend door
veel menschen, die vroeger voor
Bluitiug teekenden en er nu tegen zyn,
omdat ze het te vroeg vinden.
Dhr. Baert vindt het eigenaardig,
dat geen tijd wordt genoemd in hei
adres, wanneer ze wèl willen sluiten.
Dhr. OggelDie menschen willen
geen rust, ze zijn onvermoeid. De
Minister zeide by zekere gelegenheid
ze rusten, als ze op de klanten wachten.
Dhr. Van de Bilt gelooft, dat het
adres ontstaan is door de concurrentie
dat niet iedereen sloot op tyd.
De Voorz. zegt, dat er de laatste
weken op gelet werd door de politie.
Met 10 st. tegen 1 van dhr. Van de
Bilt wordt besloten de verordening in
te trekken.
XVII. Verzoek van do Vereeniging
van vergunning en verlofhouders
alhier om de politieverordening te
handhaven, zooals die was vóór 21
Qctober 1919.
Het adres, dat 41 namen bevat,
luidt aldus
Geven met eerbied te kennen, de
Vereeniging van Vergunning en Ver
ioihouders „Sta pai'' e. a. te Axel;
dat in uwe laatste zitting het verzoek
van bovengenoemde vereeniging tot
wijziging der politieverordening Is
algewezen onder het naieve doch alles
dooddrukkende advies van B, en W.,
dat geen tormen aanwezig waren het
verzoek in te willigen
dat als voornaamste grief tegen het
gewraakte raadsbesluit ter doge door
de Vereeniging is naar veren gebracht
het formeel ontnemen van het brood
aan een deel van Axel's zware belas
tingen betalende burgery
dat zulks toch wel eén reden is die
ten volle overweging verdient, waar
menschlievendheid zich thans tet
over de grenzen 'fftstrekt;
dat de Nieuwjaarsdag, Paaschdagen
kertom de zgn. „Hoogdagen" waarop
vroeger muziek en dans werd toege
staan, beteekenden de oogst van caté
houders, evenals die dagen ook betee-
kenen de oogst van winkeliers,
bierhandelaren, slijters in dranken,
enz. getuigen de ellenlange advorten-
tie's in de plaatselijke bladen;
dat aan dezen in tegenstelling met
de caféhouders geen beperkende bepa
lingen worden opgelegd
dat het schromelijk onbillijk mag
genoemd worden den eeB den vrijen
teugel te laten en den ander aan
banden te leggen
dat in ons vorig verzoek geen enkele
persoonlijkheid voorkomt, zoeals de
wethouder Van do Bilt en het raadslid
Baert beweren, en wij van die hoeren
zeer gaarne zouden weten, waar en
op welke manier wij ongepast persoon
lijk zyn geweest, waarvoor wy dan
gaarne onze deemoedige verontschaldi-
ging willen aanbieden
dat voor zoover ons bekend is,
niemand der onderteekenaren van het
vorige verzoekschrift er berouw van
heeft, te hebben geteekend, en mocht
er al een zijn, dan toch bederft
zwart schaap niet de gamche kudde
dat integendeel allen met de onder-
teekening hebben bewezen, er ten
volle van overtuigd te zyn, dat hun
ten zeerste onrecht wordt aangedaan
redenen waarom ae eerbiedig ver
zoeken de verordeuing te handhaven,
zooals deze was vóór 21 October 1919.
De Voorz. deelt mede, dat B. en W.
geen motieven hebben om op hun
besluit terug te komen.
Dhr. Van Dixhoarn Het bevreemdt
my, dat B. en W., die zoo gemakkelijk
besloten om aan den zin dor winkeliers
te voldoen, thans even gemakkelyk
besluiten om een dergelijk verzoek van
de herbergiers af te wijzen. Dan een
wordt alle vrijheid gelaten en den
ander wordt die benomen.
Dhr. Van de Bilt merkt op, dat hy
tegen stemde en dus in de lijn bleef.
De Voorz. zegt, dat in de vorige
vergadering die zaak is besproken en
dus een discussie vrijwel overbodig
zal ziju. Vroeger was de bevoegdheid
aan den Burgemeester, later is dat
veranderd en misschien wordt het
later nog wel eens veranderd. Spr.
meent dat het voorstel van B. en W.
gevoegelijk in stemming kan komen.
Dit wordt aangenomen met 8 tegen
3 stemmen. Voor de h.h. Oggel, Van
de Bilt, Weyns, Dekker, Baert, Diele-
man, De Feijter en Koster. Tegen
h.h. Kruysse, Van Dixhoorn en De
Kraker.
XVIII. Benoemen grafdelver.
De Voorz. leest de sollicitatie op van
G. A. Jonkman, A. Moes, W. P. van
Meurs, A. IJzebaart Az., C. van Ben
degem Pz., L. P. Oftelee, R. Dieleman
Mz„ C. N. Jansen van Roosendaal en
W. Mieras.
De Voorz, zegt dat B. en W. op
lyst van aanbeveling in alph. volgorde
nebben geplaatst Jansen, Jonkman ea
van Menrs, maar de Raadsleden volko
men bevoegd zyn om te kiezen wien
ze willen.
Bij de eerste stemming verkrijgen
Jonkman 5, van Bendegem 4, van
Meurs 1 en Jansen 1 bij de 2e stem
ming Jonkman 6, van Bendgem 4 en
van Meurs 1 stem, zoodat Jonkman
benoemd wordt met ingang van 1
April.
XIX. Vaststellen kohier Hondenbe
lasting.
Dit wordt vastgesteld op 547 met
181 aanslagen.
XX. Ingekomen plans voor don
bouw van 48 woningen.
De Voorz. zegt, dat het met het
indienen van dit plan het er niet om
te doen is em hier den Raad voor een
bosluit van zooveel gewicht to stellen,
maar meer em er de aandacht op te
vestigen en de Raad gelegenheid te
geven tot inzage van de plannon.
De< woningen zyn heel netjes ontwor
pen. Blijkens sen by gaand financiëel
ovorzicht is voer de 48 woningen een
terrein gekocht voer 8000, terwijl met
dhr. Lamaitre nog wordt onderhandeld
over onteigening van 2 woningen, waar
voor deze 5000 vraagtonkosten en
aanleg straat komen op 12400, totaal
dus 25400. De bouwkosten worden
geschat op 4800 per woning, in
totaal met renteverlies, toezicht, admi
nistratie, architect, enz. 23900.
De jaarlijksche uitgaven worden
begroot als volgt:
Annuïteit grondveerschot in 75 jaar
met een rentevoet van 5
1303.53.
ld. bauwvo0r8chot op 50-
jarigen termyn 13092.42.
Onderhoud 30 por
wening 1356.47.
Alg. enkosten V» 1247.58.
Totaal 17000.—
Da ontvangsten belaopen
48 X 208 huur 9984.—
zoodat er een tekort zou zijn van
7016. Hiervan wordt vergoed door
het Ryk en blijft de rest voor risico
van de gemeente. Ruim genomen kan
de woningbouw dus aan de gemeente op
een uitgaaf van 2000 geschat worden.
De bedoeling is het plan en de
teekening een week voor de leden ter
inzage te leggen en dan zoo spoedig
mogelijk vergadering te beleggen,
waarin de Raad te beslissen heeft.
Dhr. de Feijter vraagt of er ook
rekening gehouden is met de vraag,
die hq in een vorige vergadering deed
om buiten te bauwen. Spr. vindt het
jammer, dat de vergadering der bouw-
vereeniging gisteravond zoo laat is
gehouden, anders had bij die zaak
gaarne eens besproken. Hij spreekt
namens verschillende raadsleden, als:
hij zegt niet van plan te zijn om mede
te werken aan den bouw van 48
woningen binnenwe zijn wel gene
gen tot 20 binnen en 10 buiten de kom.
De Voorz. zegt, dat do vereeniging
daaromtrent zeer gemakkelyk staat.
Zij bestaat reeds 10 jaar en heeft ge
werkt en geworsteld om in dan woning
nood te voorzien. Is een deel van den
Raad nu van meening, dat het nog niet
zoo hard noodig is, dan kannen we er
ons gerust bij neerleggen en zijn we
van de verantwoording af.
Dhr. de Feijter: mag niet zeggen,
dat we den woningnood niet zouden
erkennen, maar ik wil zeggen, dat die
buiten even goed bestaat alsbinnan.de
gemeente.
Voorz. Ja, maar waar zult ge bouwen.
De een zegt op de Sassing, een ander
Kijkuit.
Dhr. de FeijterIk geloof, dat de
Bouwvereeniging verplicht was geweest
dat te onderzoeken.
De Voorz. kent geen enkele bouw
vereeniging, die buiten de gemeente
bouwt. Het is iets nieuws en het Ryk
zal er waarschijnlijk geen goedkeuring
aanhechten, omdat er geeu waarborg is.
Dhr. de Feijter meent, dat op Spui,
enz. wel degelijk een complex wouin
gen staal dat in aanmerking kan
komen. Wanneer we hier 30 woningen
zetten, konden er daar wel 10 staan
48 woningen binnen en dan nog met
een jaarlijksch te kort van 2000, dat
is 4 per week la geen kleinigheid.
Da Voorz. betreurt het, dat het
voorstel afhankelijk wordt gesteld van
het bouwen buiten.
Dhr. de Feyter zegt in een vorige
vergadering de opmerking te hebben
gemaakt, waarvan totaal geen nota is
genomen. Het bezwaar kan z. i. toch
niet zoo groot zijn om dat eens te
onderzoeken.
Dhr. Oggel meent, dat er toch eek
over gesproken is, en als voorbeeld is
genoemd het bouwen van woningen te
Sluiskil door de vereeniging te Ter
Neuzen. Hij haalt dit aan om te
gewijzen, dat de vraag van dhr. de
Fayter niet genegeerd is, maar toch
in de gedachte leeft. Wellicht, dat
door deze mededeeling een anderen
indruk wordt verkregen.
Dhr. Dieleman vraagt of de men
schen neg dit jaar aan een wening
zonden gekelpen kunnen worden.
De Veorx. Mogelijk wel, dat hangt
er van af, oi de besluiten spoedig
vallen.
Dhr. OggelHet plan is om eerst
tweemaal 12 woningen en daarna er
24 te bouwen.
De Voerz.Misschien is 48 ook te
veel, dat is nu nog niet te beoordeelen.
Dhr. Van de BiltWas het niet
beter dat da Bouwvereeniging wat
vroeger vergaderde
De Voorz. We hebben al zoe
dikwyls ook vroeger vergaderd, maar
met uitzondering van dhr. Van Dix
hoorn krijgen we toch geen bezoek
van buiten.
Dhr. Kruysse Er is ook niets tegen,
dat er een andere bouwvereeniging
wordt opgericht, die zich bemoeit met
het beuwen van woningen buiten de
kom. Het zou jammer zyn, als daarop
gewacht moest worden.
De Voorz.Als dat aan elkaar
gekoppeld moet worden, staan er nog
in geen 5 jaar woningen. Ea dat,
terwijl vergeleken met andera ge
meenten, we ver ten achter komen,
doordat de Raad niet medewerkt. Hier
moet nog begonnen worden, terwyl
elders reeds woningen worden bewoond.
Spr. zal direct onderzoeken of goed
keuring kan werden verkrogen op
bouwplannen buiten de kom, maar
stelt voorop, dat het op een gehucht
moet zijn.
Dhr. Van Dixhoorn merkt op, dat
als we buiten bouwen, we niet te ver
van de gemeente moeten gaan, daar
anders de werkkrachten misschien naar
naburige gemeenten trekken.
Dhr Dieleman zegt omtrent goed-
koope grond buiten de gemeente geen
idealist te zijn, want ze durven buiten
ook geld vragen. Buiten 20 woningen
is meer riskant dan 40 binnen. Een
proef met enkele woningen was echter
te nemen.
Voorz.We zullen in elk geval
een onderzoek instellen.
Omvraag Dhr. Van Dixhoorn heeft
onder de ingekomen stukken een
dankbetuiging gezien van het persooneel
van de gasfabriek voor verhooging
van loon. Dit heeft spr. verheugd eu
wel daarom, dat ze inzien, dat de
Raad ook zonder aandrang van een
organisatie te Rotterdam tot zulk een
verhooging kan overgaan, dat ze hun
tevredenheid erover betuigen.
De Voorz. sluit zich volkomen bij
die woorden aan.
Alsnu wordt de vergadering gesloten
ter behandeling van een tweetal
reclames inzake Hoofd. Omslag.
Na heropening wordt medegedeeld,
dat P. de Feijter is overgebracht van
de 6e naar de 3e eu M. de Fouw van
de 6e naar de 4e klasse.
Ten slotte deelt de Voorz. mede, dat
hem van bevoegde zyde wordt mede
gedeeld, dat de plaunen voor verlen
ging van het kanaal Axel-Sassing door
de betrokken autoriteiten in ernstige
studie worden genomen.
Betreffende de waterleiding wordt
door den ingenieur geadviseerd, dat