\o. m. Zaterdag 6 Maart 1!(20. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Binnenland. ;el le. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Centfranco per poet 87VS Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon Sr. 50. - Postbox 0. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken regei meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Aövertentiön worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Yrfldagvoormiddag ELF ure. Het packtvraagstuk. De Staatscommissie voor het pacht- vraagstuk heeft het eerste deel van baar verslag uitgebracht. Dit deel betreft de vraag of de bestaande bijzondere tijdsomstandigheden aaalai- üng geven tot hot maken van een egeling om opdrijving van de huur jrijzen te voorkomen. Eenstemmig klaagde mea er bij ket onderzoek over, dat de kosten, vallende op openbare verpachtingen van onroe rende goederen, ten laste van de pachters worden gebracht. Evenzeer was algemeen de klacht over het uitloven van premiën by [openbare verpachtingen, waardoor de prijzen kunstmatig worden opgejaagd Deze prijsopdrijving kan by openbare verkoopingen van onroerende goederen weder een stijging van de pachtpryzen na zich sleepen en dus indirect op zoodanige verhooging invloed uit oefenen. Hoewel deze misstanden ook reeds vóór den oorlog bestonden, is hun werking in de laatste jaren in toene mende mate verscherpt. Het komt der commissie voor, dat aan het bestaan er van zoo spoedig mogelijk een eind behoort te worden Op grond van het bovenstaande wordt de volgende regeling in over weging gegeven. Ontwerp van wet houdende regeling met L036, Bnde 5,12 117) »Ja,c antwoordde ze lachend, »en dezen niet beroemden naam ruilde ik voor den jchoonen naam van Faldner.* Niet beroemd Als uw vader de overste Von Tanneusee was, is u in het geheel Diet onvermaard.c Zij bloosde. >0mijn goede vader zeide zij. »Ja, men heeft wel eens van hem verhaald dat hij eeD dapper officier des keizers was, en hij,is als generaal begraven. Ik heb hem niet gekend. Eens slechts toen hij uit den veldslag terugkwam zag ik hem. Nooit zag ik hem weer, hij is reeds dertien jaar dood.» »En was hy, geen Zwitser?* vroeg Fröben verder. Verbaasd zag zij hem aan. >Als ik my Diet vergis, teide mijne moeder mij, dat hij bloed verwanten in Zwitserland had.* »En uwe moeder, heet die Diet Laura en stamt ze niet af van een Spaansch geslacht Zij verbleekte, zij sidderde bij deze worden. »Ja, zij heette Laura,* antwoordde zemaar miju hemel, wat weet ge dan van ons, waarom Van ten Spaanseh geslacht ging zij voort. >Neeu daarin dwaalt ge, mijne moeder sprak Duitsch en was eene üuitsche. >Wat? Is uwe moeder dood? omtrent het dragen van de kosten van en verbod van het uitloven van premiën bij openbare verkoopingen en verpachtingen. Art. 1. Alle kosten vallend op een openbare verkooping of verpachting, komen te,a laste van den verkeoper of verpachter. Elk beding, strijdig met dit voor schrift, is nietig. Art. 2. Het uitloven van premiën, als wijnkoop, inzet, bod-, hoog- of strykgelden, bij openbare verkoopingen of verpachtingen, is verboden. Overtreding van dit verbad wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste één maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden. Het strafbaar feit wordt beschouwd als overtreding. Ter toelichting van deze artikelen schryft de commissie Inzenderheid bij openbare termijn verpachting komt het raadzaam vootr, dat de gegadigde, bij het doen van zijn bod alleen rekening heeft te houden met de jaarlijks te betalen pachtsom. Natuurlijk kan hij bij zyn rekening de kosten wel omslaan over d© pachtjaren, maar in de practijk komt hiervan gedurende den loop der verpachting weinig terecht. Het bezwaar is geringer bij openbare seizoenverpachting, maar ook hier wordt feitelyk bij het opbieden met de kosten weinig rekening gehouden. De bepaling ook tot onderhandscbe verpachting uit te breiden komt niet noodig voor. Immers dan kan de »Sinds drie jaar,* zeide zij op wee moedigen toop. >0, wees niet boos, als ik verder vraag; had ze geen zwart hhar en even als gij, bruine oogen Gelijkt gij niet veel op haar Gy kendet mijne moeder riep ze angstig en sidderde heviger. »Neen maar ik ga u eeD zonderling toeval verhalen hernam Fröben. »Ik moet mij al erg vergissen, als ik niet een braaf bloedverwant uwer moeder heb leeren kennen.* En nu verhaalde hij haar van Don Pedro. Hij zeide haar, hoe zij bij het portret kennis met elkander gemaakt hadden, haalde de kopie vaD zijne kamer en liet haar die zien. Hij vertelde haar hoe hunne vrieuschap inniger geworden was en hoe Don Pedro hem zijne geschiedenis verteld had. Maar deze geschiedenis verhaalde hij zeer versebponead en uit ze- kerjgevoel van kieschheid dateerde hij alle voorvallen en ook Laura's vlucht eeu geheel jaar vroeger dan ze gebeurd wareu, en besloot eindelijk hiermede, dat hij, als Josephe Diet gezegd had, dat hare moeder eene Duitsche was, stellig zou gelooven, dat moeder Laura en de Donua Laura Fortosi van den SpaaDjaard, de Zwitserscbe kapitein Tannensee eD haar vader, de overste, dezelfde personen waren. Josephe was nadenkend geworden peinzend liet zij het voorhoofd op de hand rusten en toen hij geëindigd had, pachter nauwkeurig overwegen, tot hoever hij wil gaan en veel kalmer, dan bij openbare verpachting, zijn beslissing nemen. De werking zou ook te ruim worden, aangezien zij zich mede tot de gewone verhuringen van huizen zou uitstrekken. Verder zou het voorschrift gemakkelijk kunnen worden ontdoken. By het onderzoek zyn evenzeer be zwaren ingebracht tegen het verhoogen van de koopsom van gras, fruit, te velde staande vruchten, enz., met een zeker percentage tot dekking van de kosten van de openbare verkooping. Hoewel zulks niet rechtstreeks tot de bemoeing der commissie behoort, meent zij toch in overweging te moeten geven om artikel 1 ook tot de open bare verkoopingen van roerend of on roerend goed uit te breiden. Zy is van gevoelen, dat bij openbare verkoopingen en verpachtingen de gegadigden geen rekening moeten te houden hebben met de kosten. Men zal misschien het voorschrift trachten te ontduiken door b.v een voudig in de voorwaarden te zetten, dat de geboden som met een zeker percentage wordt verhoogd. Maar de vraag daargelaten, et de geldigheid van zoodanig beding niet zou kunuen wor den betwist, zullen de gegadigden, als eenmaal het wetsvoorschrift bestaat, aan dergelijke practijken ongetwijfeld een einde maken. Onder alle kosten zijn de zegel en andere rechten begrepen (men verge lijke b,v. art. 59 der Zegelwet). kon zij hem naar het scheen niet dadelijk antwoorden. >0wees niet boos op mij,* zeide Fröben, »omdat ik mij liet verleiden, aan de wondervolle speling vaD het toeval deze beteekenis te geven.* »0, hoe zou ik daarover boos op u kunnen zijn,* zeide zij bewogen en haj-e schoone ongen vulden zich met traueD. »Het is mijn droevig lot dat mij deze nieuwe droefheid heelt bereid. Hoe kou ik dok denken, ooit volmaakt gelukkig te zullen zijn »Mijn God, wat heb ik gedaan riep Fröben uit, toen hij zag dat hare traDeD heviger stroomden. »j4Hles is slechts een dwaas vermoeden van me. Uwe moeder was eene Duitsche, uwe bloedverwanten en gijzelve zult dit alles wel beter weten »Mijne bloedverwanten,* zeide zij weenend. »Acb, dat is juist mijn on geluk, dat ik die niet heb. Hoe geluk kig zijn zij, die op vele geslachten kun nen terugzien, die door banden des bloeds aan goode menschen verbonden zijn. Hoe lieflijk zijn de woorden Oom en Tante. Zij zijn als het ware een tweede vader, een tweede moeder, en welk eene tooverkracht ligt in den naam van broeder! Waarlyk, als ik iemand benijd de, dau zou dit het een of aoder meisje zijn dat een broeder heeft. Het is haar innigste, natuurlijkste, oprechtste vriend en beschermer*. Fröben was angstig te moede. Hij De bepaling van art. 2 strekt om het kunstmatig opdrijven van de prijzen bij openbare verkoopingen en verpach tingen te voorkomen. Het is van belang, dat aan het be staan van wijnkoop en andere premiën zoo spoedig mogelijk een eind wordt By handhaving van het varbod zyn, naar het oordeel der commissie, wel zulke publieke belangen betrokken, dat strafrechterlijke sanctie gewettigd is. De aard van het strafbare feit plaatst het onder de overtredingen. Tevens wordt in overweging gegeven een ontwerp van wet tot wyzfging en aanvulling van de bepalingen iu het Burgerlijk Wetboek omtrent huur van landerijen, benevens van de bepalingen van het Wetboek van Burgelijke Rechtsvordering. Hierbij wordt o. m. bepaald. De huurder heeft aanspraak op een vermindering van de hnursom wanneer gedurende een huurjaar of een huur- seizoen, tengevolge van buitengewone omstandigheden, de opbrengst van het bedrijf aanzienlijk minder is geweest dan bij het nagaan der overeenkomst te verwachten was. Omstandigheden, die aan de schuld van den huurder te wijten zijn of die hem persoonlijk be treffen, komen niet als buitengewone omstandigheden in aanmerking. De verhuurder heeft aanspraak op een verhooging van de huursom, wanneer gedurende een huurjaar of een huurseizoen de lasten, die hem door publiekrechterlijke lichamen zijn had, zonder het te willen in Josephe's hart eeDe snaar doen trillen, wier na klank smartelijk was. Er stonden hem oplossingen voor den geest, waarvoor hij zich onwillekeurig beangstigde. Hij zweeg, toon zij hare tranen droogde en voortging »Het noodlot heeft mij menigmaal zeer zonderling beproefd. Ik was het cenige kind mijner ouders, en zoo ont beerde ik reeds de groote weldaad broeders of zusters te hebben. Wij woonden onder vreemden en daarom had ik ook geene bloedverwanten. Het scheen dat mijn vader niet zijne bloedverwanten in Zwitserland niet in de beste verstandhouding leefde, want mijne moeder zeide mij dikwijls, dat die boos op hem waren, omdat hij met haar gehuwd was en niet met een rijk meisje in Zwitserland dat men hem wilde opdringen. Mijn vader zag ik weinig. Hij was bij het leger en ge weet hoe onrustig onder het bestuur des keizers de tijden waren. Daarom bleef mij niets over dan mijne goede moeder en in waarheid, zij verving voor mij alle bloedverwanten. Toen zij stierf, stond ik zeei verlaten in de groote wereld want onder al de millioenen had ik nie mand tot wieu ik had kunnen gaan en zeggeu Die mij voeden en beschermden zijn dood, bekleed gij nu de plaats mijner ouders Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1920 | | pagina 1