Zaterdag 14 Februari 1920
Jaarg
es
cel.
Nieuws» en Advertentieblad
voor Zeen wsch- VI aan der en.
J. C. VINK - Axel.
Ie.
Nabetrachting.
FEUILLETON.
Binnenland.
5 L.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 871/, Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Kr. 56. - Postbox 6.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regei meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vr^jdagvoormiddaa ELF ure.
Als vervolg van in ons vorig nummer
vermelde op- en aanmerkingen aan
gaande het verhandelde in de laatste
raadszitting nog het volgende
Verzoek verlofhouders.-
Waar gesproken wordt van vrijheid,
vordt toch zeker in de bestaande
ïolitieverordening het uitgaand publiek
teer aan banden gelegd. We hadden
zeker van B. en W. een ruimer stand
punt verwacht en dachten, zooals een
lid terecht opmerkte, dat er toch zeker
mets onbehoorlijksch in stak, wanneer
daar na een concert of uitvoering iu
besloten kring gelegenheid tot bal
wordt gegeven.
Veel, zeer veel zou hierover kunnen
gezegd worden, doch we achten zulks
overbodig, waar hier geen overtuiging
te overwinnen maar meer een
uiting die van wil afhankelijk is.
Alleen vragen we ons af, of werkelijk
gemeentebelangen op het spel staan
bij zulke besluiten en zoo ja, of die
dan het best gediend worden door der
gelijke verbodsbepalingen.
Een andere vraag is of de vêreeniging
van herbergiers, enz. niet meer had
bereikt door een parlementair verzoek
in te dienen, zoo noodig gesteund door
persoonlijke toelichting.
Verzoek R. K. Landarbeiders.
Deze vereeniging, welke gevestigd is
te Sluiskil, vraagt steun voor oude
werklieden. Dit wordt geweigerd door
den Raad.
Terecht. Maar waarom, zoo vraagt
1038
aendi
s 5,11
»Is het mogelijk, mijn Fröben riep
de baron en haastte zich om den vriend
te omarmen. »Maar vriend, wat zijt
ge veranderdWat zijt ge bleek en
magerDat k*>mt 7an het vele zitten
werken. Dat ge ooit in het geheel
Diet naar raad luistert. Ik heb u im
mers altijd gezegd, dat het niet goed
voor u is.*
Mijn vriend,* antwoordde Fröben,
door deze ontvangst onwillekeurig herin
nerd aan hetgeen hij onderweg gedacht
bad, »mijn vriend, denk toch eens na!
Hebt ge me niet altijd gezegd, dat ik
niet deugde voor landman, houtvester
of iets dergelijks, maar dat ik een rech
telijke of staatkundige loopbaan moest
|volgen
Ach, mijn goede Fröben,* zeide
Faldner, dubbelzinnig lachende, »hebt
dan nog altijd zoo'n slecht geheugen,
teide ik u toen niet reeds.*
Och, ge hebt gelijk, laat ons niet
|twisteo,« viel zijn gast hem in de reden,
Haten wij liever wat verstandiger praten
boe of het u ging sedert we elkander
tngeu, hoe ge leeft.*
De baron liet wijn ia een prieeltje
men, worden die menschen niet ver
wezen naar hun Kerkbestuur of parti
culiere R. K. liefdadighei-dsvereenigin-
gen, enz. De gemeente opzichzelf is
tocb geen instelling voor armenzorg of
werkverschaffing
Normaalschool.
Het besluit is gevallen en alzoo is
napleiten mosterd na den maaltijd.
Maar wat voorzit om terwille van
eenige toekomstmuziek een uitgaaf uit
de gemeentekas te doen van 1640,
wat natuurlijk aangroeit tot een paar
duizend gulden, is onbegrijpelijk. Hier
is plaatselijk voordeel of gemeentebe
lang denkbeeldig. Alleen het belang
voor enkel belanghebbenden, de onder
wijskrachten kan hier den doorslag
hebben gegeven.
Want neemt aan, dat de lessen hier
tijdelyk verdwenen, zonder die 2000
onkosten wat nog de vraag is, dan
zou toch bij een te stichten kweekschool
zooals een lid opmerkte Axel
als centrum op den voorgrond treden
en kon de noodige invloed daarvoor
worden aangewend. Als ten minste
blijkt, dat in ons gewest een voldoend
aantal leerlingen zich meidén voor het
onderwijzersvak. En ook dit hangt
van de toekomst af. Op 't oogenblik
ziet men, dat die betrekking niet aan
bevolen wordtNa een eenvoudige
mededeeling per advertentie van den
Directeur der Normaalschool alhier in
de Terneusenscke Courant dat leerlingen
kunnen geplaatst worden, verschijnt er
een reuzenadvertentie van de afdeeling
Terneuzen van den onderwijzersbond
brengen eD vertelde van zijn leven en
handelen. Zijne vertelling handelde
hoofdzakelijk over klachleD, sléchte tijden
en de dwaasheidder menschen. Hij
gaf niet onduidelijk te verstaan, dat hij
het in weinig jaren met zijn helder hoofd
en de kennis die hij op reis verzameld
had, in de huishoudkunde ver had
gebracht. Maar nu eens hadden zijn
buren hem ongeroepen het een of ander
atgeradeD, dan weder had hij onbegrij
pelijke wederspannigheid ondervonden
van zijne arbeiders, die alles beter
wilden weten dan nij zelf en zich in
hunne blindheid beriepen op oude erva
ring. Kortom, zijn leven was, naar
hij zeide, een leven vol eeuwige zorg
en moeite, vol twist en verbittering en
eenige processen over grensscheidingen
verbitterden hem nog de weinige vroolijke
uren, die de besturing van zijn landgoed
hem overliet. »Arme vriend,* dacht
Fröben onder dit verhaal, »ge berijdt
dus nog altijd hetzelfde stokpaard en als
het wildste ros voert het u voort, zonder
dat ge het kunt beteugelen.*
Maar nu kwam de beurt van vertellen
aan dec gast en deze kon zijnen vriend
in weinige woorden zeggen, dat hij aan
eenige hoven bij gezantschappen was
ingedeeld geweest, dat het hem overal
slecht bevallea was, dat hij een lang
verlof had genomen en nu weer een
weinig in de wereld rondzwierf.
»Gelukkigeriep Faldner uit.* Hoe
als waarschuwing aan de ouders om
huu kinderen niet in dat vak te laten
opleiden.
Bovendien hebben we dan nog in de
buurt een christelijke normaalschool,
terwijl de Katholieken hun kinderen
veelal elders laten opleiden tot dat
vak. Enfin, het ligt in de toekomst en
dus weten we niet, wat dat wordt.
Wel weten we, dat onze gemeente
duizenden guldens aan het lager onder
wijs ten koste legt en dat is voor een
groot deel volstrekt noodzakelijk, maar
als we die som vergelijken met wat in
onze gemeente voor ander onderwijs
wordt gegeven, dan kan dat postje voor
normaallessen er wel af. Is het in het
belang der gemeente, b.v. door het hier
vertoeven van leerkrachten en leer
lingen, goed, maar wat wordt dan hier
gedaan voor markten, keuringen en
volksvermaken, waardoor toch onbe
rekenbaar meer geld binnen degemeente
stroomt Landbouw én vreemdelingen
verkeer genieten hier in verhouding tot
het lager onderwys veel te weinig steun
van gemeentewege.
Verzoek „Hoop op Zegen".
Het was te verwachten, dat dit ver
zoek tevergeefs zou zijn. Men had wel
gerekend op steun, gezien een vroegere
medewerking van autoriteiten en school
hoofd, doch er was dezen keer een
hooger belang aanhangig. De school
moest geruimd worden voor normaal
lessen en we weten, dat als het Ryk
ergens beslag op legt, dan is er geen
pardon.
Het is echter jammer dat de Raad
benijd ik u 1 Heden hier, morgen daar
Gij kent geen banden en kunt reizen
waarheen en zoo lang ge wilt. Hoe
heerlijk is bet reizen 1 O, kon ik ook
oog eens zoo vrij de wereld intrekken
Welnu, wat belet u dit zeide Fröben
lachend, «uw groot bedrijf toch niet Als
ge wilt, kunt ge dat aan een pachter
overgeveD, uw paard laten zadelen en
met mij meetrekken?*
«Ach, mijn beste, daar hebt gij geen
verstand van,* hernam de baron verlegen
lachend. «Wat de boerderij aangaat, kan
ik geen dag weg zijn, of alles loopt ver
keerd, want ik ben de ziel van alles.
En dan ik heb een dommen streek
begaan doch laat dat zoo. Daar is
niets meer aau te doeu.c
Op dit oogenblik kwam een bediende
in het priëel en zeide dat de genadige
vrouw teruggekomen was en liet vragen,
waar de thee klaargezet moest worden.
*Mij dunkt, boven op de kamer,*
zeide hij licht blozend eu de dienaar
verwijderde zich.
»Hoe, zijt ge gehuwd!* vroeg Fröben
verwonderd. »En dat hoor ik eerst nu
Ik wensch er u geluk medo. Maar zeg
me toch eet tiad ik kunnen denken,
dat de hemel zou vallen, dan dat dit
zou gebeuren. Eu sedert hoelang
«Sedert zes maauden,* hernam de
baron moedeloos en zonder zijnen gast
aan te zien. «Maat- hoe verwondert u
dit zoo. Ge kunt denken bij mijne
van vroeger nooit geweten heeft, dat
men zoo gemakkelijk een paar lokalen
kon missen in die school. Met veel
minder kosten had men daar misschien
in plaats van vier, één lokaal van
gemaakt, waarin tal van vereenigingea
eea onderdak konden vinden voor hare
vergaderingen, ens.
We betwijfelen nog of het bfelaag
van vereenigingsleven in onze gemeente
ondergeschikt is aan het belang van
een normaalschool, maar een jaar en
langer geleden was nog geen sprake
van die verbouwing en had men er
dus niet mede te rekenen gehad.
Misschien komt er ruimte in de toe
komst. Er wordt reeds gefluisterd over
een Hervormde school en dan is het
te verwachten, dat er meer ruimte, ook
in de openbare school beschikbaar komt.
De gedwongen leening.
De aanslagen in de gedwongen
leening gebaseerd op de vermogensbe
lasting zijn de betrokkenen dezer dagen
toegezonden.
We meenen, dat het niet overbodig
is de tabel, volgens welke die aanslagen
geschieden, nog eens in herinnering te
brengen
Het deel te nemen bedrag is minstens
100 en begint bij een vermogen van
25000. Voor 35000 is het f 200
voor 45000 300 en verder voor
elke f 5000 meer 100 meer in de
leeuing, tot een vermogen van 100.000.
Daarboven moet men deelnemen voor
groote boerderij, daar ik alles zelf be
stuur, zoo
«Nu, nu, ik vind het zeer natuurlijk
en gepast, maar als ik terugdenk aan de
wijze waarop gij u vroeger o^er het
huwelijk uitliet, zou ik niet denken, dat
ooit eeuig meisje naar Uwen zin zou zijn.
«Neen. neem me niet kwalijk zeide
Fahiner, «ik zeide altijd
«Nu ja,* riep de jonge man lachend
uit, «gij zeidet altijd ,en ik zeide
altijd, dat gij met uwe aanspraken er
nooit een zoudt kunnen vinden, want
dre aanspraken vroegen een ideaal, dat
ik niet zou willen hebben eu dat ook
wel niet te viudea zou zijn. Maar nog
eens, vau harte geluk! Daar er echter
eene dame in huis is, die ons uitnoodigt
om thee te komen drinken, kan ik toch
waarlijk niet zoo in mijn reisgoed f6
voorschijn komen heb dus een weinig
geduld, spoedig zal ik weer bij u zijn.
Tot wederziens!*
Hij verliet het priëa 1 en d i
hem droevig Da.
«Hij heeft geen ongelijk,* fluisterde hij.
Maar op hetzelfde oogenblik kwam
eene rijzige vrouwelijke gestalte het
prieel in. «Wie verliet u daar?* vro -g
zij snel en haastig. «Wie zeide daar:
Tot wederziens De baron stond op
en zag zijne vrouw verwonderd aan.
Wordt vervolgd.)