So. 88. Woensdag ft Februari 1920. 35e Nieuws- en Advertentieblad cSL—voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. Nabetrachting. FEUILLETON. Dit blad verscnijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Cent: franco per post 877s Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon l'r. 56. - Postbox 8. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 tegels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentièn worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag ELF ure. Het is niet te verwonderen, dat na de Veranderde samenstelling der ge meenteraden hier en elders er ook een geheel anderen geest heerscbt op de raadzalen en verschillende zaken erg wijd uitgemeten worden, omdat nieuwe leden dit is een algemeen verschijn sel toch van hun aanwezigheid wil len doen blijken. Maar ook buiten de raadszaal is een anderen geest geboren. En zoo wordt thans niet meer zoo onbegrensd ver trouwd in het wijs beleid der vroede vaderen. Men spreekt meer dan voor heen critisch over de besprekingen en handelingen uit de raadszitting. En zoo komt het, dat we na een raadsver- slag verschillende meeningen hooren en ook in geschrifte ons worden toe gezonden, met de bedoeling deze door middel van ons blad kenbaar te maken. Ofschoon we daarop niet altijd kunnen ingaan en we ook allerminst een per soonlijk oordeel over de verschillende gedachten weaschen uit te spreken, willen we die toch ook niet geheel negseren. Het kan zijn nut hebben, wanneer van bevoegde, ol deskundige zijde wenken worden gegeven, welke men in het algemeen belang acht, afgezien of ze dat werkelijk zyn. M. a. w. we achten het niet van belang ontbloot, dat tegen de meening van een of meer raadsleden een andere meening wordt verkondigd. Vandaar dat we er toe kwamen onder den titel .nabetrachtingen-' eenige opmerkingen weer te geven naar aanleiding van de laatste raadszitting, die we in volgorde der agenda hebben gerangschikt. Notulen. Die werden toch vroeger voorgele zen zoo vraagt men. Stel u eens voor lezer, dat de Voorzitter of secre taris .gestraft" werd met het voorlezen van een tiental of meer folio's, waarop de notulen zijn gedrukt; en dan nog van vergaderingen, welke soms maan den geleden gehouden werden, ant woordden we. En toen kwam de man tot bezinning. Hij dacht dat de notulen slechts aan- teekeningen waren van het verhandelde zonder de noodige franje en zelfkantjes eu dus niet het geheele verslag van al wat gezegd en niet gezegd is als zoodanig werd beschouwd. Hij begreep nu ook, waarom die altijd werden goedgekeurdde meuscheu hebben immers geen tijd om dat thuis allemaal uit te pluizen, zei hy. Beerruiming. Daar zal wel niets van komen, en dat is maar goed ook, zoo zegt men, want die kosten zyn te hoog. Maar waarom moeten nu, als de kosten van materiaal alleen zoo hoog zijn, dat er niets van komen kan, nog kosten gemaakt worden voor nader onderzoek zou meu zeggen Volkshuisvesting. EindelQk is de subsidie van de gemeente er dan. Nu nog het Rijken dan gaan bouwen. Een toekomstige Ging ik verder dan tot haar of een enkele maal onder het gewoel der meDschen heeo en weder Is het niet reed» dwaasheid zoolang eene schaduw na te jagen en ieder meisjesgelaat opmerkzaam te beschouwen of men niet den schoonen mond de onbekende geliefde herkent Zoo berispte de jonge man zichzelven, nam vaste besluiten en töch menig maal als zijn paard langzaam bergop waarts gegaaD was, vergat hij, boven gekomen het tot meerderen spoed aan te zetten, omdat ziju hart ergens anders was, en vaak als hij des avouds zijn pak opende eu de rol hem in handen kwam, ontrolde hij onwillekeurig het beeld der geliefde en vergat zich ter ruste te leggen. Maar de bekoorlijke berglandschappen van den Neekar, de heerlijke omstreken vaa Mannheim Worms en Mainz maakten ook op hem den eigenöommelijken indruk. Zij verstrooiden hem, zij ver vulden zijne ziel met nieuwe vroolijke beelden. Eo toen hij op een morgen Bingen vertrok, stond hem slechts één beeld voor oogeo, een beeld voor oogen, eeu beeld, dat hij nog dienzelfden dag zien zou. Fröben had met eea landsman Frankrijk en Eogeland doorreisd en de metgezel was hem van lieverlede een vriend geworden. Wel moest hij, als hij over hunne vriendschap nadacht, zichzelven bekennen, dat overeenstem ming van karakter hen niet bij elkander had gebracht, maar vaak zag men, dat juist het ongelijke zich beter vereecigen liet, dan hot gelijke. De baron Von Faldner was eenigszins ruw eu onge manierd. Zelfs de bekoorlijkheid, het woelige leven van twee hoofdsteden als Parijs en Londen, hadden alleen zijn uiterlijk wat kunnen beschaven en verzachten. Hij behoorde tot diegeneD, die, terwijl ze door anderer of eigeD schuld uitgezochte lektuur, meerdere, diepere kenuis en de vormende hand der wetenschappen versmaadden, tot de overtuiging gekomen waren, practische mensohen zijn, dat wil zeggen lieden, die in zichzeven alles bezitten, wat anderen moeite kost om te leeren die een natuurlijk begrip hebben van land bouw, veeteelt, huishoudkunde en derge lijke die zichzelven beschouwen als geboren landheeren, als praktische huishoudkundigen, die langs den natuur- lijk8ten weg datgene meenen te kunnen bereiken, wat de menigte in boekeu zoekt. Dit egoïsme maakte hem gelukkig, want hij zag niet hoe zwak de bron was waaruit hij zijne kennis putte. Nog gelukkiger zou hij evenwel geweest zijn, als deze eigenliefde zich tot voorwerpen huisvader hoopt dan toch nog voor den aanst. winter een woning te hebben als er ten minste met bekwamen spoed aan gewerkt wordt. Hij is echter voorzichtig en drukt alleen de .hoop" uit. De verzekering durft hij nog niet geven, daarom paart hy aan die hoop nog een wenscb, nl. dat het verzoek der huurcommissie niet losgelaten wordt en men geen bestaande woningen sloopt, zonder er een in de plaats te zetten. Daarover straks meer. Loonsverhooging personeel. Is er nu één raadszitting, waar geen loonsverhooging van personeel bespro ken wordt, zoo vraagt men. Ja, dat is zoo, maar als er een verzoek inkomt moet het toch besproken worden. En bovendien „meer loon" wordt op elke publieke plaats besproken en waarom dan niet in den Raad. Het komt ons eehter voor, dat men een en ander liever by de begrooting had kunnen vaststellen, dan te wachten tot nu deze, dan gene om meer loon vraagt. Intusschen is er weer eenige ver betering gekomen in bet lot der schrij vers en denkers ep het stadhuis. Eerst de vrije Zaterdagmiddag, die er met glans, thans de loonsverhooging, die er zonder glans doorging. Hoe eigenaardig kwam by die be handeling en ook by vroegere en latere besprekingen het verschil van stand punt uit, dat men als wethouder en als raadslid kan innemen, als beide functies achtereenvolgens door eenzelfde persoon worden waargenomen. zelve bepaald had. Maar hij droeg ze met zich, waarheen hij ook ging, gaf raad, zonder dien zelve ooit aan te nemen, hield zichzelven waarin niemand met hem overeenkwam voor een slimmen kop en was door dit alles onaangenaam iD gezelschap en thuis wellicht eeu kleinen tiran, omdat hij zoo knap was en altijd gelijk had. »Of hij dat onafscheidelijk spreekwoord nog heeft: Dat heb ik immers wel gezegd,* vroeg Fröben, zichzelven lachend af. Hoe vaak, ale hij er in het geheel niet aan gedacht had, dat iets zoo zou gebeuren, boe vaak nam hij me dan bij de hand en zeide«Vriend Fröben, zeg my, heb ik niet reeds nu vier weken geleden gezegd, dat het zoo gebeuren zou En als ik hem dan zonneklaar bewees, dat hij toevallig juist het tegendeel gedacht had, dan liet hij zich volstrekt niet van zijne meening afbrengen en bromde drie, vier dagen lang. Fröben hoopte dat de ondervinding en de schoone natuur zijnen vriend wijzer zouden gemaakt hebben. Zijn landgoed lag in een der bekoorlijkste oorden van het rijndal in de nabijheid van Caub, en hoé meer de reiziger naderde, des te sneller dsed de schoonheid der bergen en de majesteit der rivier zijn hart kloppen en menigmaal zeide hij tot zichzelven i-Neen, hij moet veranderd zijn. In deze omgeving kan men slechts toegevend, vriendelijk en deelnemend Verzoek huurcommissie. Behalve den wensch van den boven- genoemden toekomstigen huisvader ont vingen we nog een uitvoerig schrijven over de bestrijding van dat verzoek. De strekking van het verzoek is, schrijft hij, dat geen woningen, zonder voorafgaande goedkeuring van B. en W. van hun bestemming mogen onttrokken worden, een maatregel, die hun strekken tot het welzijn van het maatschappelijk leven en daarom de volle aandacht verdient. Schr. maakt uit het raadsvorslag op, dat de tegenstand aan het verzoek berust op de letterlijke uitdrukking in den brief, getuige ook de vraag vaa deu Voorzitter aan den verdediger van het verzoek, om een nieuw (ander) verzoek in te dienen. Het lijkt nu net, alsof met de uitdrukking „een andere bestemming" niet kan bedoeld worden „onbewoond laten staan" en dat uitsluitend zou bedoeld ziju mag niet zonder toestem ming voor andere doeleinden gebruikt worden. Mij dunkt, zegt schr., dat de verdediger niet had behoeven te ant woorden, dat de bedoeling anders was, maar deze juist is uitgedrukt, zooals het er staat. Een voorbeeldEen woning komt leeg en eigenaar wil die niet verhuren. Waarom niet is z ij n zaak, en dus blijft het huis onbewoond. Nu is het toch overbodig te zeggen, dat dit huis aan zijn bestemming ont trokken is P Dat zoo'n maatregel te veel afhan- zijn, en bij het genot vsg dit vergezicht moet meu toegeven al heeft men werke lijk gelijk, wat bij hem zelden het geval is.c Tegen den avond kwam hy op het landgoed aan. Hij gaf zijn paard voor de deur aan een knecht en vroeg naar zijnen heer. Hij werd naar den tuin verwezen. Daar herkende hij reeds van verre de gestalte en de stem van zjjnen vriend. Het scheen, dat hy hevig twistte met een andere man, die dicht bij een boom aan het graveD was. »En al hadt gij het ook honderd jaar in plaats van vijftig op die manier gedaan, toch moet de boom er uitgehaald worden zooals ik het zeg. Dus frisch op, oudeHet komt slechts daarop aan. goed na te denken.* De arbeider zette zuchtend zijn muts op, beschouwde nog eens met weemoedigen blik den schoonen appel- baom en stiet toen snel, naar het scheen misnoegd, de spade in den grond om te graven. De baron echter floot een deuntje, wendde zich om en daar stond iemand voor hem, die hem vriendelijk toelachte en de hand toestak. Verwon derd zag hij hem aan. »Wat is er van uw dienst?* vroeg hij kortaf en driftig. »Kent ge me niet meer, Faldner?* vroeg de vreemde. »Zijt ge bij uwe boomkweekerij Londen en Parijs geheel vergeten Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1920 | | pagina 1