Zaterdag 24 Januari 1920
35e Jaar^.
tO.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuws ch - Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUIL LET O N.
Gemengd Nieuws.
A\T.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 871/, Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Nr.- Postbox 6.
ADVERTENTIEN van 1 tots5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advèrtentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Rentekaarten.
Vele rentekaarten behooren thans in
Januari reeds te worden ingeleverd,
andere weder in Februari, in Maart,
enz. Vele werkgevers denken hierbij
aan een vergissing en verkeeren in de
meening, dat dit moet zijn b.v. Januari
1921. Dit is niet fc^et geval. Indien
alle rentekaarten vanaf 3 December
1919 met den duur van ééu jaar waren
uitgereikt, dan zou de Raad van Arbeid
elk jaar eeu paar honderdduizend
kaarten op één dag moeten verwisselen.
Teneide dit te voorkomen, is het aan
tal kaarten verdeeld over alle werk
dagen van 1920 en vervallen er nu
reeds in de maand Januari verschillen
de rentekarten.
Men lette dus goed op den vervaldag
en zende tijdig de rentekaart ter ver
wisseling hij den Raad van Arbeid in.
Wie thans nog een rentekaart ontvangt,
waarvan de vervaldag reeds is aange
broken, verzoeke aan zijn werkgever
te plakken tot de week vóór den aan
gegeven vervaldag (vooral niet daarna)
en zende de kaart tegelijk met het
renteboekje ten spoedigste in. Men
ontvangt aaarna heel spoedig de tweede
rentekaart, die alsdan één vol jaar
geldig is. Bbl.
De metselsteenen.
Men weet, zoo schri/ft het Vaderland
dat in den crisistijd te Amsterdam het
Rijkskantoor voor Bouwmaterialen be
stond. Doordat de toestand weer lkng
zamerhand normaal werd, is dit kantoor,
6)
»Zonderliug En die deelen van het
gelaat, welke gewoonlijk minder indruk
plegen te maken dan oogen, voorhoofd
en haar, die zouden, nadat gij ze slechts
ééns gezien hebt, zoo levendig in uw
hart staan
>0, Don Pedro U sprak de jongeling
bewogfen, »een mond, dien men eens
gekust heelt, zulk een mood vergeet
zoo licht nier. Maar ik zal u vertellen
hoe het is toegegaan.»
»Houd op, geen woord !c viel hem de
Spanjaard in de reden. »Ge zoudt mij
voor zeer slecht opgevoed moeten
houden, als ik een ridder zyn geheim
wilde ontstegen, zonder hem eerst het
mijne, als pandi gegeven te hebben. Ik
zal u verhalen van de dame, die ik
in dit zonderling portret herkende,
en als gij Snij dan uw vertrouwen
waardig keurt, zoo moogt gij mij
uwe geschiedenis vertellen. Doch, ge
drinkt niet. Het is echte Statische
wijn, en ge moet dien drinken, als
ge met mij Valencia bezoeken
wilt.«
Ze drouken van den vurigeu Pieiro
Ximeues, eu de oude begon
evenals zoovele zuster-instellingen, geli
quideerd.
De liquidatie was nog niet geheel
geeindjgd of de watersnood kwam. En
met hem de verontrustende berichten.
Toen deed Minister van IJselsteyn
een flinken stap. .Onmiddellijk richtte
hg, ten einde sen thans meer dan ooit
gevreesden chaos in de steenbakkerij
en daarmee gepaard gaande prijsstijging
te voorkomen, een nieuw kantoor op,
't Rijkskantoor voor Steen, dat in de
Perponcherstraat 121 werd gevestigd.
Tot directeur benoemde de Minister
den heer W. Elenbaas, oud hoofdinge
nieur van den Waterstaat in Indié en
oud-buitengewoon hoogleeraar in de
waterbouwkunde te Delft.
Het hoofddoel is prysregelend te
werken. Onmiddellyk werd oen ver-
voerverbod van steen anders dan met
consent, uitgevaardigd.
Bij dit kautoor bobben we ons om
inlichtingen gewend. Op onze vraag
of het juist is, dat er wel 30 pet. van
de steenproductie door het water ver
loren gegaan was ontvingen we het
geruststellende antwoord, dat dit cijfer
zeer overdreven is.
Men is thans bezig den vooraad over
het geheele land op te nemen. Vap
eeniga districten heeft men reeds re
sultaten binnen en deze vallen bijzon
der mee.
Men schat het verloren gegano op 5
pet. van de productie, doch er zijn ook
deskundigen, die spreken van slechts
1 per. Wanneer we nu aanuemen, dat
de waarheid in t midden ligt, en als
we dan tevens vermelden, dat in het
>SeDor, ik ben te Granada geboreD.
Mijn vader commandeerde een regimeDt,
eu hij en mijne moeder stamden at vaD
do oudste familiën van het koninkrijk.
Ik kreeg een Christelijke opvoeding en
mij werden alle wetenschappen geleerd
die eenen edelman tot sieraad strekken.
Mijn vader bestemde mij, toen ik twin
tig jaar oud en goed opgeschoten was,
voor den soldatenstand. Maar hij was
een streng man en zonder genade in
den dienst, en daar hij wist hoe lief
mijne moeder mij had, eu vreesde dat
die liefde hem dikwijls zou verhinderen,
mij stipt rnyn plicht te doen volbrengen,
zoo besloot hij mij naar een ander
regiment te zeudeu. Zijne keus viel op
PampeloDa, waar mijn oom het bevel
voerde. Ik leerde daar den dienst zorg
vuldig en nauwkeurig en bracht het in
de eerste tien jaar tot kapitein. Toen
ik dertig jaar was, werd myn oom naar
Valencia verplaatst. Hij had invloed en
wist te bewerken, dat ik hem reeds na
een half jaar als adjudant volgen kon.
Toen ik echter te Valencia aankwam,
was in het huishouden vaG mijn oom
veel veranderd. Lang geleden toen hij
nog in Pampelona vertoefde, was hij
weduwnaar geworden. In Valencia
leerde hij eene rijke weduwe kennen,
en eeoige weken, »adat ik weer bij
hem kwam, was hij gehuwd. Ge kunt
denken, hoe verrast ik was, toen hij
mij eeu oudachtige dame voorstelde eu
afgeloopen jaar de productie zeer
groot was pl.m. I1/, milliard dan
blykt uit deze cyters wel, dat er voor
de paniek in de bouwwereld ontstaan
gelukkig geen grond is.
In enkele bakkerijen is de groene
(ongebakken) steen door het onderloo
pen ten deele in elkaar gezakt. Ook
is bij eenige ovens water gekomen,
waardoor ze gedoofd zijn. De steenen
zijn dientengevolge gescheurd en onge
veer waardeloos geworden. Maar
zooals we schreven, de schade is zeer
medegevallen en er bestaat geen grond
om de prijzen aanzienlijk te verhoogen
wat enkele fabrieken en in navolging
van deze ook grossiers gedaan hebben.
Er waren een paar die zelfs 40 pet.
naar boven giugen.
Het Rijkskantoor voor Steen zal na
tuurlijk alles doen om te voorkomen,
dat deze praktijken blijven bestaan.
Er wordt alleen consent voor vervoer
verleend, wanneer de pryzen het ab
normale niet overschrijden.
De Watersnood.
Nog steeds houden de beriehten aan
over hoogen waterstand en zelfs zijn
nog meer dijkbreuken ontstaan, waar
door hectaren grond, erf en buizen
onder water kwamen.
De toestand is op verschillende
plaatsen hachelyk geweest voor de
bewoners, zoodat ze op daken en goten
moesten vluchten te midden van een
wilde vlucht van de huisdieren. Angst
die zijne gemalin noemde. De verrassing
werd echter nog grooter en veranderde
in vreugde, toen hij ook een meisje,
schoon als de dageraad, tot mij voerde
en haar zijoe dochter Laura, mijne nicht
noemde. Ik had nog nimmer bemind,
en mijne kameraden hadden mij daarom
dikwijls den steenen Pedro genoemd.
Maar deze steen versmolt ais was voor
de vurige blikken van Laura.
»Gij hebt haar gezien, Don Fröben.
Dat portret geelt hare hemelsche trekken
weder, ten minste voor zoo verre het een
aardsch kunstenaar mogelijk is, de
wondervolle werken der natuur na te
bootsen. Ach, juist zoo droeg zij het
haar; even schalks als op die schilderij
had zij den hoed met wuivende vederen
opgezet, en als zij het donker oog van
ouder de lange wimpers opsloeg, dan
was het alio! de poorten des hemels
zich openden en een lachend,e engel
vueodelijk lachend naar beneden groette.
»Mijne liefde Senor, was eene vroulijke
lietde. Dagelijks kon ik bij haar zijn.
Do perken, die iu mijn vaderland
gewoonlyk de minuendeo scheiden en
de liefde smartelijk, angstig toornig en
verslagen maken, die perken scheidden
ous niet. Eu als ik in de toekomst
blikte, hoe lachte die mij toe! Mijn
oom beminde mij als zijn zoon. Begreep
ik zijne wenken goed, dan scheen het
hem niet onaangenaam, dat ik zijne
dochter het hof maakte, eu van myn
wekkend most het geloei der runderen
geweest zyn in den woedenden storm
tu8schen de plonsende golven, die, als
een roofdier zyn prooi, de vreedzame
akkers verzwelgden.
Een geluk is het te noemen, dat by
al de ellende geen menschenlevens
zijn te betreuren, al kan het haast niet
anders of ziekten moeten de menschen
bevangen, die nacht en dag werkten
in storm en regen om goed en have
zoo mogelyk te redden.
Het is weer zoo'n worsteling met de
baren, waaraan ons land reeds jaren
en eeuwen heelt blootgestaan en We
ook dank zij den moed waarmede
het ziedend element wordt bevochten
het bestaan van ons land naast
Gods hulp te danken hebben.
Een troost voor de ontredderde be
volking is het, dat onze Vorstin het
lief en leed van Haar volk van zoo
nabij volgt en op verschillende dagen
het ruwe weer trotseerend, met Gemaal
en Dochtertje een bezoek heelt gebracht
aan de geteisterde streken om van Hare
belangstelling te doen blijken niet alleen,
maar om onze Regeering te kunnen
bystaan met raad en daad in.het nemen
van maatregelen ter verbetering van
die toestanden.
Nogmaals, dat is een troost en een
opluchting, want na H. M. de Koningin
volgen veelal meerdere autoriteiten en
deskundigen, die zich dan eveneens
met meer dan gewone belangstelling op
de hoogte stellen en den stand van
zaken noteeren en meenemen naar het
studeervertrek.
Voor verschillende feiten en omschry-
vader had ik geene tegenwerking te
duchten, want Laura sproot uit edel
bloed en de rijkdom harer moeder was
bekend. Ge kunt reeds daaruit zien,
hoe sterk mijne liefde was, dat ik
beminde, waar alles zoo geheel zonder
moeite en «mart ging. Want gewoonlijk
ontstaat de liefde uit de aangename
ontdekking, dat men der geliefde wellicht
niet onverschillig is. Zooals het vuur
onder de daken voortwoedt en, door
een muur wordt weerhouden, op eens
verteerend naar beneden in het huis en
krakend opwaarts ten hemel slaat, zoo
is de liefde. De geringe neiging groeit
aaD. Men meent een gloed te gevoelen,
dien men slechts kan afkoelen in de
armen der geliefde. Men spreekj de
dame aan het venster, men zendt haar
brieven door middel vau de kamenier,
droouiend en wakend schildert men zich
haar niet anders dan gehuld in sluier
en mantille. Eindelijk het zij door list
of geweld neemt men de beletselen weg.
Men vüegt er heeD, voert de veroverde
ter kerke en beschouwt aaaraa den
schat wat nauwkeuriger. Ëve'ials op de
sohoone weide, die slechts een tapijt is,
over eeu vochtig moerassig land uitge
spreid, waar ^ge als op vast bodem
voortschrijdt, uwe voeten inzakken en
bronnen iu de diepte luischen, zoo is
het ook hier.
[Wordt vervolgd