ts. *o. 82. Woensdag 21 Januari 1020 35e «laarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sch-Ylaanderen. J. C. VINK - AxeL Buitenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 877j Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon Kr.- Postbox ft. tot 5 regels 50 Cent; voor Groote letters worden naar ADVERTENTIEN van 1 eiken regel meer 10 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrfldagmiddag TWAALF ure. Frankrijk. By de voorloopige stemming is tot president der Fransche Republiek ge kozen de voorzitter der Kamer van afgevaardigden Paal Deschanel met 407 stemmen tegen 389 op Clemenceau. Na deze voorloopige nederlaag trok Clemenceau zich terug waarna Descfaa- i«l definitief is gekozen. Deze uitslag ia geheel onverwacht en beteekent een zware nederlaag voor Clemencaeu en zijn politiek van onverzoenlijkheid jegens de verslagen vyanden. Het is het eerste maar zeer krachtig symptoom van de ontwakende reactie in het Fransche volk. De overwinningsroes belichaamd in Cle menceau en welke bezig was Frankryk naar den afgrond te voeren, vardwynt. Na deze zware nederlaag heeft Clemenceau zeer terecht ingezien, dat hij heeft afgedaan. De Petit Parisien" weet dan ook reeds te meiden, dat hij van plan is Parys te verlaten en naar La Tranche te vertrekken om rust te nemen. Dan zal hy een aanvang maken met het schrijven van Memoi res. De premier zal voor goed het politieke leven verlaten. Hij is niet van plau opnieuw zitting te nemen iu het Parlement. Hei ideaal van een President in Frankryk is een man met sterk per Boonlyke ideën, opdat hij zoo noodig leiding kan geven, maar tevens een man met een dusdanig begrip zyner Maar evenwel was hij toch niet voor d» laatste maal daar geweest. Fröben en hij ontmoetten elkander nog menig maal voor het portret en de oude- werd den jongen man steeds liever, -door zijn bescheiden, maar beslist oordeel, door zijne beminnenswaardige openhartigheid, door zijn gedrag dat fijne opvoeding, voortreffelijke kennis en een voor zijne jaren zeldzamen takt verried. De oude was vreemd in de stad, hij gevoelde zich eenzaam. Toch was hij niet zoo afkeerig van da wereld, dat hij Diet af en toe gaarne met iemand sprak. Zoo kwam het, dat hij zich onmerkbaar nader aau den jongen Fröben sloot, en deze trok hem ook daardoor zoo onbe- schrijfelijk aan, dat hij een dierbaar gevoel met hem deelde, namelijk de liefde tot dat portret. Daarom ook begeleidde hij den jongen man gaarne op de wandeliog en noodigde hij hem dikwijls uit, om hem 's avouds gezelschap te houden. Op een avond, dat de eetzaal in »de Koning van Engeland" bizonder vol was, en rondom hun beiden vreemde gasten zaten, zoodat ie geen vertrouwelijk gesprek konden voeren, zei Don Pedro tot zynen jongeu functie, dat hij zijn ideën ondergeschikt weet te maken aan die functie. Daar om is voor alles de intellectueels ont wikkeling van een leider, de zeltbe- heersching van een fijn beschaafd man en de tact van een staatsman noodig, aldus schrijft de Tel. Voor die moeilijke positie is Paul Deschanel gekozenmoeilijke positie én door haar constitutioneel karakter, en door de byzondere omstandigheden yan het oogenblik. Tegenover het buitenland heeft de nieuwe president het zoo bloedig ge wonnen prestige van het overwinnende Frankrijk op te houden, een taak, die flinkheid vraagt en gematigdheid tevens. Tegenover het binnenland zal de taak van des nieuwen President bijna nog moeilijker zijn. De geweldige beroering, die het land heeft doorge maakt, heett nieuwe economische ver houdingen geschapen, die op hun beurt weerspiegeld worden in nieuwe poli tieke schakeeringen. De natuur der dingen wil, dat er in politieleen zin geen rust zal ziju alvorens nr een politiek evenwicht tot stand is gebracht. Hij zal moeten luisteren naar wat er in het land omgaat om achter de schermen al leidend te kunnen helpen by het tasten naar evenwichtige ver houdingen. Dat men gemeend heeft in Deschanel de vereischte kwaliteiten voor den moeilijken post wèl te vinden is niet verwonderlijk. De nieuwe president heeft dit bijzon dere in zijn carrière, dat by een vriend»Senor als ge dezen avond geeDe dame beloofd hebt met de luit onder haar venster te komen, of als u geene andere beloften binden, zoo noodig ik u uit op mijne kamer eene flesch echte Pietro Ximenes met mij te komen drinken.* >Zeer veel eer,* antwoordde Fröben. »Mij bindt geene belofte, want ik keD hier geene dames. Ook is het hier geen gebruik, des avonds de luit te bespelen op de straat ef zich met de geliefde aan het venster te onderhouden. Met genoe gen zal ik uw gast zijn.* »Goed, blijf hier dan nog een oogen blik, tot ik met Diego den boel in orde heb gebracht. Ik zal u laten roepen*. De oude had deze uitnóodiging gedaan met een zekere feestelijkheid, die Fröben zonderling voorkwam. Nu eerst dacht hij er aan, dat, hij nooit op Don Pedro's kamer geweest was, want steeds hadden zij elkander ontmoet in de algemeene eetzaal der herberg. Doch alles te zamen genomen meende hij te moeteD besluiten, dat de Spanjaard hem, door hem bij zich uit te noodigen, eene bizondere hoffelijkheid bewijzen wilde. Na een kwartier verscheen Diego *met twee zilveren armblakers; boog eerbiedig voor den jongen man en noodigde hem uit, hem te volgen. Fröben volgde hem en bemerkte, toen hij door de zaal ging, dat alle gasten hem nieuwsgierig nake ken en de hoofden bij elkander staken. Op de eeiste verdieping ontsloot Diego groote politieke ervaring heeft opge daan in politieke zaken ia zijn functie vau Kamer ondervoorzitter gedurende vele jaren en in latere jaren van voorzitter, zoader ooit als partij-man op den voorgrond te zfjm getreden. Dat zijn carrière aldus is geweest, vleeide onmiddellyk voort uit het ka rakter van den man. Intellectueel zeer ontwikkeld, «elfbeheerschend en vol tact, stak hy boven de gemiddelde politici uit, was hy de luisteraar tevens toonaangever, die een parlementaire vergadering als voorzitter noodig heeft. Als zoodanig kende het parlement hem, kendé het ook zyn gematigd conserva tieve opvattingen uit de schitterende redevoeringen die Deschanel af en toe als Kamer-président hield. Redevoe ringen, die steeds een gebeurtenis van inhoudsvolle welsprekendheid waren. De zeven jaren van Deschanel's presidentschap, die gaan aanvangen, znllen zeven buitengewone moeilijke jaren in de Fransche geschiedenis zijn. Frankryk heeft moreele en materieele leiding hard noodig, wil het tot vrucht reconstructie-werk komen. Deschanels' taak zal voor alles zij a by de oplossing van dit ontzaggelijke probleem leider en wegwijzer te zijn. Hij vinat daarbij vertrouwenswekkende hulp iu de werkzaamheid eu de spaar zaamheid van het Fransche volk. Op voorwaarde, dat deze uitnemende kwa liteiten organisatorisch geleid worden in een vorm, die een zoo groot moge lijke productiviteit waarborgt, is Frank- rijks toekomst vol hoop. een vleugeldeur en wenkte den gast, binnen te treden. Verrast bleef deze op den drempel staaD. Zijn oude vriend had den frak afgelegd, een zwart sluitend wambuis met roode poffen aangetrokken en een langen degen met gouden gevest omgedaan. Een donkerroode mantel viel hem om de schouders. Feestelijk trad hij zijnen gast tegemoet en stak zijne dorre hand uit de rijke manchetten, om hem te begroctpn. >Wees hartelijk welkom, Don Fröben, zeide hij, »erger u niet aan dit eenvou dig vertrek. Op reis, zooals ge weet, gaat alles niet zooals thuis. Iu mijne zalen, te Lissabon gaat dit beter. Mijn divans zijn echt Moorsch werk. Maar zet u na op dit smalle ding, sofa ge naamd. De wijn van den heer Schwa derer is toch echt en goed; zet u I* Alzoo fprekend leidde hij den joogen man naar een sofa. De tafel voor deze sofa was bezet met confituren en wijn. Diego schonk in en bracht een lont en sigaren. >Reeds lang,* zoo hief Don Pedro aan, »reeds lang zou ik gaarno eens zoo recht vertrouwelijk met u gesproken hebben, Don Fröben. Schat anders mijn vertrouwen niet geringzie, toen wij elkander zoo vaak in de middaguren voor Laura's portret ontmoetten, tooD heb ik u, als gij zoo geheel in beschouwing verzonken waart, opmerkzaam gadege slagen, en vergeef mij dezen diefstal door mijne oude oogen aan de uwe Paul Deschanel werd den 13en Februari 1856 te Brussel geboren. Zijn vader was de bekende staatsman en letterkundige Emile Deschanel, die bf den staatsgroep van 2 December f851 in hechtenis genomen werd en verban nen. In 1859 keerde hy echter naar Frankrijk en Parijs terug. De jonge Deschanel voltooide daar zijn studiën in de rechten en in de letteren, maar ging zich al spoedig aan politiek en journalistiek wijden. In 1885 kwam hij als afgevaardigde in de Kamer, waar hij tot na toe onaf gebroken zitting heeft g had. In 1896 werd hy tot vice-president en in 1898 tot president vau de Kamer verkozen; hy bleef dat tot Juni 1902, toen hy voor Bourgeois moest wijken. In 1912, werd'hij tot president van de Kamer verkozen. Hij bleef dit gedurende de oorlogsjaren, en toen de huidige Fransche Kamer, welke in November 1919 gekozen was, opnieuw byeenkwam, werd hij wederom tot voorzitter verkozen. Deschanel is lid van de Academie Fran$aise. Hij heett een reeks belangryke Werken ge schreven. Hij behoorde tot de aristo cratische republikeinen. Door zyn reis naar Amerika heeft h* vooral zyn denkbeelden verruimd en nieuwe inzichten gekregen, die hem in zyn verder politiek leven te pas zyn gekomen. Maar het ziju vooral zijn welsprekendheid en parlementaire kennis geweest, die hem den weg hebben gebaand tot de verschillende hooge ambten, welke hij heeft bekleed. en ik bemerkte, dat deze schilderij nog grooter belang voor n had en dieper beteekenis, dan gij mij toen maals zeidet.* Fröben kleurde. De oude zag hem zoo scherp en doordringend aan, als wilde hy lezen in het diepste diep zijner ziel. »Ge hebt gelijk,* antwoordde hij, >dit portret heeft groote waarde voor mij, en ge hebt juist gezien, als ge denkt, dat, niet het kunstwerk der schilderij mij belang inboezemt, maar wel het onderwerp daarvan. Ach, het herinnert mij aan het zonderlingste, maar gelukkigste oogenblik mijns levens I Ge zult lachen, als ik u zeg, dat ik eens een meisje zag, dat dit portret bizonder gelijkt. Eens zag ik haar slechts. Nooit zag ik haar weder. En daarom maakt het me zoo gelukkig, ten minste hare scnooue trekken op deze schilderij weder te vinden.* »0 God dat is ook bij mij het geval 1* riep Don Pedro. »Doch, ge zult lachen,* ging Fröbea voort, >als ik u zeg, dat ik slechts spreken kan over een gedeelte van het geiaat dezer dame.Ik weet niet of ze blond is of bruin, of haar voorhoofd hoog ot laag, haar oog blauw of donker is. Ik weet het niet. Maar die mooie neus, die lieve mond, die teedere wangen, die zachte kin, ik vind ze terug bij het geliefde portret, zooals ik die in het leven heb aanschouwd.* Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1920 | | pagina 1