.\o. 81.
Zaterdag 17 Januari 1920
35e ^aarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vla an deren.
J. C. VINK - Axel
Buitenland.
FEUILLETON.
AM.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond-
A B 0 N NI M E N T S P R U S
Per 3 Maanden 75 Cent; franco per post 877a Cent.
Afzonderlijke Nos. a Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Ar. SS. Powtbox 6.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. 9 boo te letters worden naar
plaatsruimte berekend.
AdvertenÜën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ore.
Onlusten te Berlin, vele slachtoffers.
Over Berlijn is opeens weer zoo iets
als een revolutie-stemming gekomen,
welke men sedert de straatgevechten
in Januari en Februari van het vorig
jaar dood en begraven waande. Door
de tooneelen, die zich Dinsdag voor en
in het Rijksdaggebouw afspeelden, heeft
de politieke spanning weer een hoogst
bedenkelijken graad bereikt.
De uiterlijke aanleiding daartoe was
het weder bijeenkomen van de Natio-
Bale Vergadering, waar de wet op de
bedryfsraden zou worden afgehandeld.
Tegen den middag liet alles zich nog
ibetrekkelyk onschuldig aanzien. De
stoet demonstranten, die zich van alle
zijden in de richting van den Rijksdag
bewoog, was goed geordend.
Een dicht cordon van de veiligheids-
weer hield het plein voor het Rijksdag
gebouw en de straten, die daarheen
leidden, afgezet, maar men had toch
onmiddellijk den indruk, dat de weinige
soldaten niet opgewassen zouden zijn
tegen de reusachtige menigte. Achter
het cordon, voor de ingangen van den
Rijksdag en op de balcons verhieven
zich dreigend machine-geweren om de
menigte in bedwang te houden.
In de Rijksdagzaal nam intusschen
de zitting een aanvang, maar de
stemming werd er van minuut tot
minuut nerveuzer. Van buiten drongen
kllerlei verontrustende berichten tot de
zaal door. Men hoorde, dat de houding
Toen hij den volgenden dag weder
verscheen en Fröben reeds voor de
schilderij aantrof, trad ook hij naderbij,
met een zeer vriendelijk gezicht. Toen
echter de jonge man eerbiedig op zij
giDg om den ouden heer de beste plaats
in te ruimeD, boog deze hoffelijk en
zeide»Als ik mij niet vergif, Senor,
beb ik u reeds dikwijls voor deze
schilderij zien staan. Dan gaat het u
evenals mij, ook ik stel zeer veel belang
in deze beeltenis en kan ze niet genoeg
bekijken.*
Fröben was verrast door deze toe
spraak. Ook hem waren de bezoeken
van de oude aan de schilderij in het oog
gevallen. Hy had vernomen wie hij was
en na den stijven, kouden groet van
gistereD, had hij deze toespraak niet
verwacht. »Ik stem toe, mijnheer,* ant
woordde hij na eeuig dralen, »dat deze
beeltenis mij boven alle andere aantrekt
want omdat er is iets in deze
Schilderij, dat beteekenis voor mij heeft.*
De oude zag hem vragend aan, als vol
deed dit antwoord hem niet ten volle,
en Fröben ging meer ~gevat voort«Met
kunstwerken, vooral met schilderijen is
bet zonderling gesteld. Dikwijls gaan
van de menigte steeds dreigender
werd. Plotseling stormde een aantal
afgevaardigden naar buiten. Er was
geschoten. Een kogel drong door de
deur, en een soldaat was gewond.
Nu ontstond groot tumult. Aan
verdere beraadslagingen was niet te
denken.
Intusschen begon buiten het groote
bloedige drama
Aan eenige soldaten worden de
geweren omrukt. Een groot aantal
soldaten wordt het Rijksdaggebouw
binnengebracht. De spanning is tot
het uiterste gestegen. Een oogenblik
schijnt het alsof de geheele zekerheids-
weer terug zal worden gedrongen.
Ieder moment verwaeht men den
stormloop van de menigte op het
gebouw van den Rijksdag.
Dan komen de machine geweren in
actie en plotseling verandert het ge
heele beeld. Een wilde vlucht over
het groote plein begint. Slechts één wil
beheerscht de duizenden, die kort
tevoren nog als een muur pal stonden
het leven redden zich in veiligheid
brengen. Bij dozijnen ziet men ze
vallen. Eerst denkt men dat het dooden
of gewonden zijn, maar sleehts weinigen
blyken door de kogels getroffen. De
meesten wierpen zich, zooals dat in het
open veld tijdens den oorlog geschiedde
opzettelijk op den grond, staan na
kprten tijd weer op en vluchten verder.
Binnen enkele oogenblikken is bet
plein gezuiverd.
Binnen het Rijksdaggebouw heeft de
spanning hanr hoogtepunt bereikt.
duizenden een beeltenis voorbij, vinden
de teekening goed, het koloriet prachtig,
maar zij laat bij hen geen diepen indruk
achter, terwijl voor een enkele zulk eeoe
beeltenis een grootere beteekenis heeft.
Geketend blijft deze staaD, kan zich niet
losrukken van den aanblik en keert
weder en telkens weder om ze opnieuw
te beschouwen.*
«Misschien hebt ge gelijk,* zeide de
oude nadenkend, terwijl hij de schilderij
beschouwde, »maar ik denk dat men dit
slechts zeggen kan van grootere compo
sities, van schilderijen, waarin de schilder
eene diepe beteekenis gelegd heelt.
Velen gaan voorbij, tot eindelijk de
beteekenis in het oog valt bij een, die
dan den diepen zin des kunstenaars
bewondert. Maar zou men dat kunnen
beweren van zulk een kopje
De jonge man kleurde. »En waarom
niet?* vroeg hij lachend. »De schoone
vormen van dit gelaat, het edele voor
hoofd, de sprekende oogeu, de vriendelijke
mond, heeft de kunstenaar dat ai les'niet
met groot vernuft geschapen Ligt in
dit gelaat niet iets zoo aantrekkelijks,
dat
»0 stil stil,* viel de oude hem vrien
delijk in de rede, »de kunstenaar heeft
eene in alle opzichten flinke persoon
geschilderdde familie had schoone
^rouwen
«Hoe? Welke familie?* riep de
jongeling verwonderd. Bij twijfelde aan
het gezond verstand van den oude, en
Gewonden en dooden worden van
buiten af de binnenplaats opgedragen.
Fantastische cijfers van hel aantal
dooden en gewonden doen de ronde en
vermeerderen de opwinding. Opnieuw
worden er wederzydsche beschuldigin
gen geuit.
Dan klinkt schril de schel van den
voorzitter, die de zitting wil hervatten.
De uiterste linkerzijde protesteert heftig
met het oog op de tooneelen, die zich
zooeven buiten hebben afgespeeld en
en de dooden, die beneden liggen. Z$
zeggen, dat voortzetting van de zitting
van wreedheid zou getuigen. Toch
wordt besloten de beraadslagingen te
hervatten, maar tevergeefs trachten de
sprekers zich verstaanbaar te maken
en alle bedreigingeu om de schreeuwers
mét geweld uit de zaal te doen ver
wijderen helpen niets-
Intusschen verneemt men ook, dat
het aantal dooden grooter is dan men
oorspronkelijk had aangenomen. Met
het oog daarop besluit de president de
zitting te verdagen. Voor zoover
vastgesteld is, zijn er aan de zijde der
veiligheidspolitie twee dooden, twee
vermisten, die waarschijnlijk wegge
sleept zijn, en tien gewonden, aan de
zijde der demonstranten werden tot
dusver 20 dooden en 40 gewonden
geteld. Niemand weet nog, welke
nieuwe botsingen, verwikkelingen en
gevaren deze beweging nog zal
brengen. Alleen gevoelt men, dat
Duitschland wellicht weer voor een
noodlottig keerpunt in zjjn politiek
leven staat.
toch schenen zijne woorden hem ten
zeerste te treffen. Dit portret is onge-
tvijfeld zuivere fantasie, mijnheer. Het
i3 minstens honderden jaren oud
»Zoo gelooft ook gij dat sprookje?*
fliusterde de oude. »Onder ons gezegd,
ditmaal heeft de eigenaar uw scherpen
blik toch misleid, want ik ken die dame.*
»Om Gods wil, gij keDt ze? Waar is
ze nu Hoe is haar naam sprak
Fröben hevig bewogen, terwijl hij de
hand van den Spanjaard greep.
»Zeg liever, dat ik ze gekend heb,*
antwoordde deze met sidderende stem,
terwijl hij het vochtig oog tot de dame
opsloeg. «Ja, ik heb ze gekend, in
Valencia, vóór twintig jaar. Het is
echter niemand anders dan Donna Laura
Portosi.
«Twintig jaar!* herhaalde de jonge
man treurig en ternedergeslagen. «Twin
tig jaar neen zij i* het niet.*
«Zij is—het niet?* viel Don Pedro
heftig uit. «Neen zegt ge? Gelooft ge
dan, dat een schilder deze trekken uit
zijn hoofd heeft geschilderd Maar ik
wil niet onrechtvaardig zijD. Het was
een bekwaam man, die haar schilderde
want zijne kleuren zijn zuiver en ge
trouw, getrouw en frisch gelijk het
bloeiende le7en. Maar meent ge, dat
zulks een genie uit zijne fantasie niet
een geheel ander beeld schept? Vindt
ge niet, zonder de familie Tortosi te
kennen, dat deze dame onloochenbaar
familiegelijkenis hebben moet, familie-
Verduistering.
Toen de Amerik. troepen na het
tot staud komen vau den wapenstilstand
en tydeae de vredesonderhandelingen
Frankryk gingen verlaten, heeft de
Fransche regeering veor eenige milliar-
den de voorraden van het Amerik
leger overgenomen. Daartoe behoorden
niet slechts reusachtige hoeveelheden
geconserveerd voedsel, maar ook auto's
wagens, karren, allerlei werktuigen om
wegen aan te leggen, enz. Het is nu
uitgekomen, dat er op groote schaal
diefstallen in deze voorraden hebben
plaats gehad, waarbij hooggeplaatste
ambtenaren betrokken zijn. Sedert
langer dan een maand is er van over
heidswege door den dienst, die met
het tegengaan van speculatie is belast
ontdekt dat er tegen ongekend lage
prijzen artikelen tot den Amerik. voor
raad behoorend werden verkoeht. Deze
artikelen waren afkomstig uit het
Amerik. kamp bij St. Nazaire. Er zijn
11 aanhoudingen gedaan, waaronder
die van Perron, waarnemend chef de
bureau aan het dep. van Bnitenl. Zaken
Perron fgchijnt, dank zij zyn hooge
positie, in één enkelen keer 8 waggons
met koopwaren van allerlei soort ver
duisterd te kunnen hebben, waarvan
hij een grove winst opstak.
Uitgeput.
Sir George Paish, adviseur van de
Britsche regeeriug, die onlangs is terug
gekeerd vau een vrij lang verblijf in
Duitschland, heeft als zijn meening
te kennen gegeven, dat in jaren geen
trekken, die juist en zuiver door de
natuur geteekend zijn, trekken, die men
nooit in scheppingen der fantasie, maar
alleen in goede portretten vind Sanor,
ik zeg u, dat het een portret is en
van niemand anders dan van Donna
Laura, zooals ik ze vóór twintig jaren
zag in het liefelijke- Valencia.*
«Geachte heer,* antwoordde FröbeD,
«men viüdt gelijkenissen, treffende
gelijkenissen. Men gelooft dikwijls een
vriend te vinden, sprekend gelijkend,
alleen in zonderling verouderd kostuum
en als men er naar vraagt is het een
zijner voorvaderen uit den dertigjarigen
oorlog, bovendien nog een vreemde. Ik
geef u toe, dat dit portret zoogenaamde
familietrekken heeft, dat het de bemin
nenswaardige Donna Laura gelijkt, maar
dit portret is oud, en zooveel weet men
ten minste uit registers en kerkboeken,
dat het in de Magdalenakerk te C. reeds
sedert honderdvijttig jaar hiner, toevallig
niet op bestelling ia de kerk kwam en vol
gens alle bewjjzen geschilderd werd door
den Duitschen schilder Lukas Eranach.*
«Zoo hale de duivel mijne oogen
riep Doo Pedro toornig, terwijl nj op
sprong en zijnen hoed opnam. «Dit. is
het weik der hel. Zij wil mij op mijn
onden dag nog eens, door dez-childerij
in weemoad en toorn doen verzinken*.
Tranen stonden den ouden man in de
oogen, toen hij met haasigen, dreunen
den tred da galerij verliet.
Wordt vervolgd.)