No. 69.
Woensdag 3 December 1919.
33® Jaar a.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen
J. C. VINK - AxeL
De Invaliditeitswet.
vin.
Vrijwillige Onderdomsverzckering.
Binnenland.
Dit biad verschijnt eiken Mnsrias- en Vrijdagavond.
ABONNÏMENTSPRUS:
Per 3 Maande® 7è Centfranco per post 87*/» Cent.
Afsooderink© Nob. Coat.
MtUKKEBUITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon ïfr. 56. - Postüox 6.
ADYERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters wordan naar
plaatsruimte berekend.
Advortentfön worden franco ingewacht, uiterlijk tor,
Masdatr- en Vrijdagmiddag TlVAALf nro.
In dit laatste artikel ever de iav.
wet zullen de diverse geschillen, die
zich kunnen voordoen gememoreerd en
daarbij tevens de bereepskwestie be
handeld worden.
Allereerst dan de geschillen
Van de hierna volgende punten 1 tot
en met 11 staat beroep open bij den
Raad van Arbeid
1. als de arbeider vóór het opmaken
van de le rentekaart van oerdeel is
dat geen rentekaart moet worden opge
maakt, omdat hij niet verzekerings
plichtig is
2. als de arbeider verklaart dat een
rentekaart moet worden opgemaakt en
de R. v. A. oordeelt hem niet verzeke-
plichtig.
3. als de werkgever bij de aanmel
ding verklaart dat de arbeider niet
verzekeringsplichtig is.
4. als de werkgever verklaart geen
premie te moeten betalen.
5. als de werkgever geen loon
uitbetaalt omdat geen rentekaart of
een kaart met te weinig open zegel-
vlakken wordt overgelegd, terwijl
hij niet verzekeringsplichtig is of de
werkgever geen premie meent te
moeten betalen
6. als de arbeider verklaart dat een
te lage premie wordt betaalt
7. als de arbeider binnen 14 dagen
na loonbetaling verklaart dat premie
of een deel daarvan van het loon is
ingehouden.
8. als de arbeider verklaart dat op
de rentekaart een verkeerde dag van
aanvang of einde van den geldigheids
duur is vermeld
9. in het algemeen als geschil
bestaat over het bedrag der premie,
do verplichting om premie te betalen,
opmaken van rentekaarten, betaling
in zegels
10. bij geschil over invaliditeit; de
arbeider kan dan een geneeskundig
onderzoek verlangende R. v. A. wijst
een geneeskundige aan. Van dit
onderzoek is nog een onderzoek door
een commissie van 3 genees- en 3
loonknndigen mogelijk, waarvan de
arbeider 1 genees- en 1 looakundige
en de R. v. A. de anderen aanwijst
11. als de werkgever niet instemt
met navordering van premiën
De R. v. A- kan n.l. te weinig
betaalde premiën of premiën betaald
in een te lage loonklasse navorderen.
Over deze geschillen geeft de R. v.
A. een met redenen omkleede beslis
sing zij moeten bij den R. v. A. aan
'laDgig gemaakt worden door den per
soon, wiens rechten of plichten er bij
betrokken zijn. De beslissing s bin
dend voor ieder die gehoord is.
i Van de hierna volgende geschillen is
beroep open op den Raad van Beroep
van de beslissingen.
12. over de punten 1, 2, 3, 4. 8. 10
en 11.
13. waarbjj vrijstelling van verzeke-
nngsplicht vtordt geweigerd voor den
arbeider, die binnenkort meer dan
2000 zal en blijven, verdienen.
14. waarbij vrijstelling wordt gewei
gerd aan den arbeider, die op 5 Mei
1911 recht op pensioen of rente voor
geheel zijn leven had, recht op nitkea-
ring van een bedrag om een rente te
koopen, of d® vrije beschikking had
over een bedrag om zich een rente van
j 104 per jaar te koopen (nis vorig
artikel de overgangsbepalingen.
15. waar bjj de onthefïiing van pre
miebetaling wordt geweigerd aan den
arbeider, die aantoont, dat hij goed ge
waarborgd en voor onbepaalden tijd een
rente of pensioen, of renten van de
ongevallenwet van minstens 104 per
jaar geniet
16. waarby arbeider niet gerech
tigd wordt geacht zijn verzekering ver
vallen te verklaren.
17. op een verzoek om rente, ver
hooging, intrekking of vermindering
van renten.
18. waarbij is bepaaald dat wegens
drankmisbruik de rente in natura of
aan een ander persoon dan de rente-
trekkende kan worden uitbetaald.
19. waarbij de le rentekaart wordt
nietig verklaard, omdat de verzeke-
ringspiicht niet aanwezig was op 3
December 1919.
TegeH de weigering
20 om vast te stellen of een militair
voldoet aan de voorwaarde* voor het
verkrijgen van een militair premiecer
tificaat (nadere regelen hieromtrent
moeten nog door de kroon worden
21. van geheele of gedeeltelijke uit
betaling van premiën, die na de inle
vering van de rentekaart, niet worden
medegerekend regels omtrent geldigheid
van zegels).
22. om de rentekaart na het verstrij
ken van den geldigheidsduur te teta
liseeren en de premiën te doen boeken
voor eventueel later uit te keeren pen
sioen of rente (dit wordt vereffenen
genoemd).
23. van terugbetaling van geheel of
deels te veel betaalde premiën voor
arbeiders, die zelf hun premie moeten
betalen, of van betaalde premiën in
een te hooge loonklasse.
De termijn van beroep is een maand,
ÏDgaande den dag na dien, waarop de
beslissing is genomen; beroepstermijn
voor het geschil van punt 22 is 14
dagen. Het instellen van beroep heeft
geen schorsende werking ten aanzien
van de oorspronkelijke beslissing. Het
beroep wordt ingesteld bij den Raad
van Beroep, binnen wiens ressort hij,
die beroep instelt, zijn woonplaats heeft,
of heelt hy zij a woonplaats buiten het
Ryk bij den Raad van Beroep te 's Gra-
venhage Nogmaals, alle geschillen
moeten aaahaügig gemaakt worden door
de personen wier rechten of plichten
erby betrokken zijn
De Raad van Arbeid te Middelburg
is steeds bereid alle geweuschte inlich
tingen te geven, terwyl tevens wordt
herrinnerd aan de door de Redactie
geopende vragenbus.
Tot slot een woord van dank aan de
Redactie voor de zeer welwillende wjjse,
waarop sy de reeks artikelen heeft
willen opnemen, waardoer zy een groot
sociaal belang heeft gediend.
De Voorzitter van dsn Raad
van Arbeid te Middelburg.
H. J. Habts.
By de thans ia voorbereiding zijnde
verplichte Invaliditeits- en Ouderdoms-
verzekering, welke 3 Deeember a.s. in
werking treedt, wordt een zeer groote
categorie economisch zwakken uitge
sloten. Een zeer groote groep van
niet in loondienst zynde personen
konden zich niet de zekerheid verschaf
feu op 65 jarigen leeftijd een wekelijk-
sche uitkeering te ontvangen, tenzy bij
een particuliere verzekeringsmaatschap
pij, waarby echter de premie aanmer
kelijk hooger is, dan die het Ryk
vraagt, en dientengevolge voor de
inkomens van nog geen 2000 te
hoog is.
De Ouderdomswet geeft nu aan
ieder, die nog geen 35 jaar is, en die
zelf of wiens (wier) echtgenoot (e) niet
naar een inkomen van meer dan
2000 in de rijksinkomstenbelastiag is
aangeslagen, de gelegenheid zich een
uitkeering te verzekeren van 3, 4, 5
of 6 gulden per week op 35 jarigen
leeftijd. Bovendien wordt by overlijden
van den verzekerde (mits niet binnen
3 jaar na het sluiten van de verzeke
ring) 100 uitgekeerd (z. g. begrafe
niskosten).
Voor het verkrijgen van een uitkee
ring moet echter een premie door den
verzekerde betaald worden. Daar
echter de administratiekosten ten laste
van het Rijk komen (en dus niet van
de te betalen premie af moet) en het
Rijk ge6n winst beoogt, is het bedrag
der premie zoo laag als mogelyk is, en
kan het particulier initiatief moeilijk
met het Rijk concurresren. Hst bèdrag
der premie is afhankelijk van den
leeftijd, waarop de verzekering wordt
gesloten, en van het bedrag der ver
laagde aitkearing. Wordt bovendien
de verzekerde na 3 jaar na het sluiten
vau de verzekering blijvend geheel
ipvalide, dan wordt hij op zyn verzoek
ontheven van premiebetaling, terwijl
geacht wordt dat deze premie door
hem betaald ism. a. w. de uitkeering
blijft gegarandeerd.
Gedurende de eerste 4 jaar na het
in werking treden der wet, dus tot 3
December 1923, kunnen ook de 35 tot
65 jarigen zich verzekeren (dus ook
zij die ouder de verplichte verzekering
vallen).
Deze groep kunnen we splitsen in:
Groep I, dat zijn zij, die niet onder
de verplichte verzekering vallen en
Groep II, dat zyn zij, die wel onder
verplichte inv. wet vallen.
Voor beide groepen is esn eenheids
premie van 39 cent per week vastge
steld, dat is de weekpremie voor oen
34 jarige).
Groep I krijgt op 65 jarigen leeftijd
een uitkeering van 3 en by overlijden
een som van 100.
Groep II krijgt op 65 jarigen leeftyd
en by overlyden een uitkeering die
afhankelijk is van de betaalde premiën.
Op groep I lijdt het Rijk dussehade
waarvoor gedurende de overgangsperi
ode jaarlijks 31 millioen wordt gf stort
in het ouderdomsfonds, waaruit de
renten worden betaald.
Op groep II lijdt het, R$jk geen
schade, wat wel het geval zou zijn
geweest als aan deze groep hetzelfde
was toegekend als aan groep I. Dit
heeft echter niet plaats, omdat groep
II reeds ender de verplichte verzeke
ring valt en het Rijk voor die groep
daar reeds 21,5 millioen per jaar bypast.
Ten slotte de 65 jarigen en ouderen.
Deze ontvangen, indien zij reeds geen
ouderdomsrente genieten een wekelijk-
sche uitkeering van 3.
Daarvoor moeten zij
le. niet in de vermogensbelasting
zyn aangeslagen op 30 April 1919;
2e. een inkomen minder daa 1200
hebben
3e. hoewel tot arbeid in staat, niet
hebben nagelaten door arbeid in de
behoefte van zich en hun gezin te
voorzien.
Voor het sluiten van deze verzeke
ring zijn by den Raad van Arbeid
aanmeldingsformulieren te bekomen,
welke op portvrye aanvraag worden
toegezonden. Duidelyk vermelding van
volledige naam en voornamen, adres
en leeftyd is noodzakelyk.
Dc Staatkundige Gereformeerde Partij
en de verzekeringswetten.
Donderdag vergaderde te Middelburg
bovenstaande party, teu einde haar
houding te bepalen ten opzichte van de
verzekeringswetten, die 3 December in
werking treden. Voorzitter was ds. G.
H. KersteD, uie in zijn openingswoord
ter kennis van de aanwezigen bracht
de besprekingen, gehouden met don
Minister van Arbeid.
De vergadering nam na uitvoerige
beraadslagingen, de volgende resolutie
aan
,Da Staatkundig Gereformeerde partij,
in algemeene vergadering byeeu Of.» 27
November 1919 te Middelburg;
spreekt overeenkomstig haar pro
gramma uit, dat verzekeringen in stryd
zijn met het geloof in Gods voorzienig
beid en dat de Staat het recht mist tot
verzekering te dwingen op straffe bij
de wet bepaald
adviseert den arbeiders de rentikaart
niet aan te nemen of waar deze reeds
bezorgd zijn'terug te zenden aan den
Raad van Arbeid, wijl ieder arbeider
geacht wordt verzekerd te zijn, louter
omdat hij in het bezit is vau een
routekaart
spreekt als haar innerlijke overtuiging
uit, dat geen werkgever de premies
mag betalen en zich liever moet laten
veroordeeleo, dan over zijn consciëntie
heen te stappen