i\7o. 68,
Zaterdag 29 November 1919.
3oe «£aar&n
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeu .wsch- VI aan der en,
J. C. VINK - Axel, j
Rentefoaarf en Renteboehje.
Binnenland.
EMt biaö vfffscaqBt eiken DLnsdncr- efl Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 7% Gent franco per post 871/, Cent.
Afacflderigke No*. Cnsti
DRUIXER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
TeltfoM Mr. A®. - Postfc.x O.
A D VERTENTIEN van 1 tot 5 ravels 50 Oent; voor
eiken tegel meer 10 Cent. Qroote letters worden naar
rmatsmimtc berekend.
AMvertnaMBa werdsv frcmM ingewacht, uiterlijk tot
Mandag- se Vrijdagmiddag TWAALF are.
By dit blad behoort een bijvoegsel.
Eenige modedeelingen omtrent het
gebruik van de rentekaart en het
renteboekje sullen velen ongetwijfeld
■eer welkom zijn.
Wie na 3 December aanst. geen
rentekaart heeft ontvangen en wel
verzekeringsplichtig is, zal daarvan
direct het nadeel ondervinden, dat er
voor hem geen premie wordt betaald,
is bovendien ook strafbaar, omdat hij
■ich niet tijdig heeft aangemeld.
Onmiddellijk deze verplichting nog
nakomen, zal het aangeraden middel
zijn om deze nadoelen zooveel mogelyk
te beperken.
De betaling van premie geschiedt door
het plakken van een zegeltje- op de
rentekaart.
Op de rentekaart moet na 3 Dec.
a.s. by de eerste loonbetaling in iedere
week een zegeltje worden geplakt. In
de eerste week op het vakje genum
merd met 1, in de tweede week op
het vakje genummerd met 2 en zoo
vervolgens. Hoewel dit geen verplich
ting is, verdient bet aanbeveling, dat
deze zegeltjes door den werkgever van
een datum worden voorzien, b.v. op
een zegeltje, dat geplakt wordt op
Zaterdag 6 December 1919, schryve
men met inktpotlood: 6/12 '19.
Voor iemaDd die per maand betaald
wordt, mogen by de betaling vijf
zegeltjes tegelijkertijd worden geplakt.
In dergelijke gevallen is het voldoende
dat alleen het laatst geplakte zegeltje
wordt gedagtee .end, nl. met een datum
vallend in de laatste week, waarover
de betaling loopt.
Overigens is het verboden om
woorden of teekens op de rentekaart
of de zegels te schrijven.
Het plakken van de zegeltjes moet
geschieden door den werkgever, die
deze kan koopen aan elk postkantoor
en by eiken Raad van Arbeid.
Van welke waarde de te plakken
zegeltjes moeten zijn staat op de aan
plakbiljetten en in advertenties ver
meld.
De rentekaart zal in de komende
jaren telkens voor een geheel jaar
zyn, maar voor de eerste is zy om
redenen van administratieven aard,
voor korteren tijd geldig. Men lette
daarom zeer nauwkeurig op den dag
tot wanneer deze kaart geldig is. Deze
dag staat vermeld op de binnenzijde
der kaart.
Een week voor den laatsten dag der
geldigheidsduur moet de kaart ai'gege
ven of opgezonden worden aan den
Raad van Arbeid in welks gebied men
dan gewoonlijk werkt.
In de plaatsen waar geen Raad van
Arbeid gevestigd is, kan dit geschieden
door afgifte aan het postkantoor. Zoo
wel de Raad van Arbeid als het post
kantoor geeft een bewijs van ontvangst
daarvoor af.
Voor üe eerste keer za^ de kaort
J waarschijnlijk nog niet volgeplakt zyn
ais hy opgezonden moet worden, men
lette dus goed op den laatsten dag der
geldigheidsduur. Indien de rentekaart
wordt bewaard door den werkgever is
deze verplicht tot tijdelijke inlevering.
Door den Raad van Arbeid wordt de
ontvangen kaart gecontroleerd en de
waarde berekend. De waardea van de
verschillende rentekaarten vormen
tezamen den grondslag van de rente,
waarop men later bij invaliditeit ef
ouderdom recht krijgt.
De rentekaart moet men zelf bewaren,
of tegen bewys aan zijn werkgever in
bewaring geven.
In het laatste geval kan men deze
te allen tijde doen teruggeven.
Zij, die niet jegens hun werkgever,
verbonden zyn voor al die werkdagen
vallend in een kaienderweek, das b.v.
losse arbeiders, en werksters, zyn ver
plicht om hun rentekaart by zich te
hebben.
Ieder arbeider of werkgever, die ia
het bezit is van een rentekaart, is ver
plicht om deze op de daartoe gedane
vordering te vertoonen aan de daarvoor
aangewezen ambtenaren of beambten
van den Raad van Arbeid.
In geval van overlijden van den
verzekerde moet daarvan binnen 7
dagen worden bericht gezonden aan
den Raad van Arbeid en daarbij de
rentekaart worden overgelegd.
De Raad van Arbeiu zal dan de
aoodige voorlichting verder geven op
welke wyze weduwen ot weezen rente
kan worden aangevraagd.
Ook by het bereiken van den 65-
jarigen leeftijd of by voorkomende
invaliditeit moet de loopende rentekaart
worden overgelegd bij de aanvraag om
rente.
Het routeboekje moet telkens by de
opzending van ie rentekaart worden
overgelegd, Daarin wordt dan door
den Raad van Arbeid de waarde van
de ingeleverde rentekaart bijgeschreven
en bij de nieuwe rentekaart weder
teruggezonden.
Ten slotte wordt neg de aandacht
gevestigd op de bepaling der wet,
waarin staal
„Da arbeider kau niet vorderen
„betaling van zijn loon in geld, indien
„hij zijn rentekaart niet aan zyn
„werkgever in bewaring heeft ge-
„geven en hij aan den werkgever
„niet overlegt een rentekaart met
„voldoende open zegelvlakken voor
„de zegels, die ter voldoening der
„premiëu daarop geplakt moeten
„worden."
De rentekaarten moeten zindelijk
bewaard worden.
Verminkte ot onherkenbare zogels,
of zegels geplakt na afloop van den
geldigheidsduur zyn van onwaarde.
Dankbetuiging van II. M. de Koningin.
De adjudant van dienst van H.M. de
Koningin heeft onderstaand schrijven
doen toekomen aan den commandant
der Ie infanterie brigade
„Ingevolge de bevolen van H.M. de
Koningin heb ik de eer u hot volgende
te berichten
H M. ontving ten paleize Het Loo
deputatie's van vereenigingen te Apel
doorn, welke deelnamen aan de hulde-
betooging, aan de Koninklijke Familie
in Dec. 1918 to Apeldoorn gebracht. Het
was aanvankelijk Hr. Mb. voornemen
ook don militairen, behoorende tot de
brigade onder uw bevel, en wolka even
eens deel uitmaakten van hen, die toen
maals van hun hechte trouw deden
blijken, door oen afvaardiging uit te
noodigen, Haar dank te betuigen. H. M.
heeft echter terwille van verschillende
redenen, hoege kosten, langdurige reis
het feit dat zoovelen reeds met groot
verlof gingen enz. van dit voornemen
moeten afzien.
Intusschen is het de wensch van de
Koningin, dat bedoeldemilitairen de
wetenschap erlangen, dat H. M. hunne
gevoelens van trouw zeer zeker niet
heeft vergeten en hun daarvoor langs
dezen weg Haar oprechten dank
wensoht te betuigen.
Voor zooverre dit mogelijk is, met
name voor wat betroft diegenen, die
nog onder de wapenen zyn, zou het
door H. M. op prys wordeu gesteld,
indien u daartoe wel uwe tuBschon-
komst zoudt willen verleenen".
Kon. Nat. Steuncomité.
Verschenen is als 12do bundel een
overzicht van de werkzaamheden, en
uitgaven vau het Koninklijk Nationaal
Steuncomité, in 1918.
Bijzonderheden worden medegedeeld
omtrent de maatregelen ter verminde
ring der werkloosheid door verplaatsing
van arbeiders en door werkverschaffing,
verder de wachtgeldregelingen, alsmede
den steun aan werkloozen-kassen.
Opgesomd werden voorts de subsidies
aan de haven- en veemreserves, de
credieten aan gedemobiliseerde midden
standers en verder steun in allerlei
vorm aan crisisslachtoffers.
In den bouw van middenstands
woningen werden subsidies tot een
bedrag vau ruim 1.900.000 toegezegd
waarmede byaa voor 8.500.000 werd
gebouwd.
Verder werd hulp verleend ter voor
koming van woninguitzetting, bijgedra
gen in geld voor kleeding en dekking,
aan philantropische inrichtingen en
steun aan bejaarden.
Zeer omvangrijk was de bemoeiing
van het Koninklijk Nationaal Steun
comité inzake de verstrekking aan
mindergogoeden van sajet eu van
bons voor klompen en schoenen waar
mede circa 15.000.000 gemoeid was.
Maatregelen werden genomen voor
de ondersteuning van gedemobili
seerden.
Ook aan verlotsofflcieren werd hulp
verleeud.
Voorzien werd in nature aan de
ongehoorde schaarschte van kleeding,
schoeisel (door repareeren van afge
keurde militaire schoenen) en dekking.
Van grooten omvang werd ook de
hulp aan de warkloozen in de sigaren-
industrie die in 1916 tot 100.000 per
week steeg om in 1919 tot 253.000
per week toe te nemen.
InterBsante gegevens werden ten
slotte verstrekt omtrent de Centrale
Keukens.
Aan het eind van den haudel vindt
men de balans op 31 December 1918
waaruit blykt, dat van den aanvang in
1914 af giften tot 5.100.000 binnen
kwamen en de staat f 33.750.000
bydroeg.
Invoering van dagpremies voorgesteld.
Het Kamerlid Rink heeft tot den
Minister va.» Arbeid de volgende
vragen gericht
„Hoe denkt de Minister de moeilijk
heden te ondervangen, welke, naar te
vreezen is, zallen voortvloeien uit het
feit, dat de Invaliditeitswet niet anders
dan weekpreraies kent, de werkgever
de premie moet betalen by de betaling
van het loon (art. 198,) eu de tweede
werkgever in dezelfde week geen
premie behoeft te batalen (art. 206)?
Zullen niet uit een en ander voer de
losse werkkrachten moeilykheden voort
spruiten, in zoover als het te vreezen
dat deze werkkrachten de dupe
zullen worden van den begr§pelyken
tegenzin der werkgevers, om te betalen
voor arbeid, welke niet te hunnen
behoeve is verricht, af om een geheele
woekpremie te betalen voor arbeid
van één dag Zou niet de oplossing
hierin gevonden kunnen worden, dat
dagpremies en daarmede overeenko
mende dagzegels werden ingesteld
Baiteng. Mllit. Kommiezen.
De Minister van Fin. deelt in de M.
A over zyn begroeting mee dat het
instituut der buitengewone militaire
kommiezen van wie er ongeveer nog
2150 in dient zyn, met 1 Jan. 1920 zal
verdwijnen. Daar het vaste personeel
ook na dien datum nog onvoldoende is,
zijn maatregelen getroffen om de buiten
gewone miilitaire kommiezen die daar
voor in aanamerking willen komen en
geschikt geoordeeld worden, als tijdelijk
hulpkomies in dienst te houden. Hun
zal worden opgedragen in samenwerking
met de marecüausséas toezicht te hou
den op het grensverkeer en in het bij
zonder op de vreemdelingen. Zij zullen
5, zoo noodig 6, per dag verdienen.
Nadere voorzieningen botreffoade
do grensbewaking.
Ingediend is eea wetsontwerp hou
dende nadere voorzieningen betreffende
de grensbewaking.
Hierbjj wordt voorgesteld, den Minis
ter van Justitie bevoegd te verklaren
in het belang van de grensbewaking,
den toegang tot het verkeer biuuea en
het verlaten van de bij kon. besluit
aan te wijzen bewakingsgebieden te
regelen. Door den Minister en de door
dézen aan te wijzen autoriteiten kau
aan personen, ^wier aanwezigheid in
het belang vau de grennoav»akiug nint
kan worden geduld, het verblijf binuea
de bewakingsgebieden wordea ontzegd,
zij kunnen daaruit worden verwyderd
of, indien de mogelijkheid daartoe niet
bestaat, in bewaring gesteld.
Blijkens da Memorie van Toelichting
kan de staat van being, die nog geldt