So. 59. if oensdag 29 October 1919. 35® laar Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - AxeL Herleving. Raads verslag. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrij dagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Centfranco per poet 871/» Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon Kr. 54. - 6. ADVERTENTIES van 1 tot 5 regeis 30 Cent; voor eiken ragei meer lö Gent. Qroote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Ad verten ttüH wtvden franco ingewacht, ufteriöfc tot DinsdiKr- m VriJdifgmiddarr TWAALF are. !PS Het zal zeker voor velen onzer inge zetenen een voldoening zyn te verne men, dat de „Vereeniging tot verbete ring van Volkshuisvesting" weer een actie op touw heeft gezet om te komen tot den bouw van eenige woningen, waarnaar ook hier zoo reikhalzend wordt uitgezien. Zooals we weten, heeft de Vereeniging destijds haar actie moeten staken wegens de onzekere tg'den, waarin we leefden en is sinds 'het beruchte jaar 1914 de Vereeniging in een slaap gedommeld, waaruit ze wel wat laat is ontwaakt. Immers tal van vereenigicgen en gemeenten zijn reeds vóór geweest en hebben aan tientallen zoo niet honderdtallen een eigen haard" bezorgd. Doch laten we hopen, dat nu de Axelsche vereeniging met des te meer voortvarendheid haar werk hervatten zal en zulks een spoorslag zjj voor onze vroede vaderen op de Raadszaal om een spoedig en wijs besluit te nemen in deze dringende zaak. Voorzeker is het reeds een stap vooruit dat in de Dinsdag gehouden vergadering is voorzien in de vacature vau een secretaris. Want zooals iu de meeste vereenigingen is ook hier de secretaris d< ziel van de negotie. Indien deze yverig en belangstellend voor de zaak op komt is welslagen in den regel verzekerd. Benoemd werd de heer J. H. Futselaar alhier, van wien we verwachten kunnen, dat hij de rechte man op de rechte plaats zal zijn en dus de noodige activiteit aan den dag zal leggen om de zaak te bespoedigen. Wat de plannen zelve betreit, deze zijn eigenlijk nog niet voor vermelding vatbaar. Wel achten we ons gemachtigd mede te deelen, dat is afgezien van het oorspronkelyk plan om de Oude Wijk ermee op te knappen. Was er aanvan kelijk idee om in die weinig opgevoede kringen menschen te brengen, die wellicht het leven daar op beter peil konden brengen, thans is men daarvan teruggedeinsd, omdat gebleken is, dat er geen lust bestaat, om daar te wonen. Deels ook, omdat men vreest voor meer invloed ten kwade, dan ten goede voor de daar rond loopende jeugd. Een andere reden, die de bouwver- eeniging tot wijziging van gedachte aanleiding gaf, was ook dat men zocht naar uitbreiding onzer gemeente. En wanneer nu in ons stadje een straat kon aangelegd worden, die verbinding geeft b.v. tusschen een buitenwijk met het centrum, dan is het te voorzien dat in die straat behalve de woningen van de bouwvereeniging ook nog ver schillende andere huizen zullen ver rijzen door particulier initiatief, hetzij by wyze van geldbelegging, speculatie of anderzins. Natuurlijk is dit nog toekomstmuziek en daarom willen we ook niet op de plannen vooruitloopen, al komt het ons nuttig voor, in hoofdtrekken weer te geven de gedachten die de vereeniging bezielen, omdat toch daardoor het ver trouwen wordt gewonnen van buiten standers en misschien ook meer belangstelling wordt gewekt by de leden, die de vergadering niet be zochten. Te gelegener tijd zal hieromtrent wel meer aan bet licht komen. Zitting van 21 October voorin. 10 uur. (Vervolg). XV. Wijziging reglement van orde. Alvorens aan de begrooting te be ginnen stelt de Voorz. aan de órde een voorstel van de heeren Baert, De Feyter en Dieleman, dat niet op de agenda staat, doch overeenkomstig het reglement van orde schriftelijk bij hem is ingediend. Genoemde heeren wenschen voor te stellen om in het reglement van orde bij te voegenDe vergaderingen van den Gemeenteraad worden geopend en gesloten met gebed. De daarvoor aangegeven formule is „Almachtig God, schenk ous Uwen zegen bij ouzen arbeid. Geef, dat de zaken, die behandeld en de besluiten, die zullen genomen worden, mogen strekken tot Uwe Eer en tot Heil en Zegen van deze Gemeente. Amen." Dankzegging: „Almachtig God, wij danken U voor de hulp eu bijstand bij onzen arbeid in het belang der Ge meente. Bekroon ons werk met Uwen Amen". Dhr. van Dixhoorn vraagt of B. en W. daaromtrent een voorstel hebben. Voorz.Neen, het voorstel is niet by B. en W. ingediend. Dhr. Van Dixhoorn vraagt dan of het voldoende is B. en W. bij een stuk van zooveel gewicht voorbij te gaan, en ot het zoo dringend is, dat direct te behandelen. Ook vraagt hg, of dat gebed nu alleen de raadsleden geldt of moeten alle andere ambtenaren en dieuaren van de gemeente buiten het gebed worden gesloten. De Voorz. antwoordt, dat de voor stellers meenen dat bij God het hoogste gezag berust en de Raad dit dient te erkennen en daarom zich verplicht acht den steun van den Almachtige in te roepen. Dhr. vau Dixhoorn kan niet begrypen waarom nu juist de raadsleden hun werk met gebed moeten aanvangen en niet aau alle beambten in dienst van de gemeente, tot den vuilnisman toe b.v., het gebed wordt opgelegd. Dhr. DielemanHet zal toch wel aau iedereen duidelijk zijn, dat de door dhr. van Dixhoorn bedoelde menschen allen hun werk verrichten in opdracht van den raad. Hun werk is een uit vloeisel vau de hier genomen besluiten. Eu daarom zijn wij van meening, dat op die besluiten de zegen des Heeren moet worden gevraagd. Wy ziju be gonnen met Gods hulp in te roepen, ook de heer van Dixhoorn heeft zijn taax met den eed aanvaard. Het verwondert my daarom, dat hg eerst nu daartegen opkomt en niet vroegre bezwaar maakte tegen ds eedsaflegging. Wij voor ons hebben dien zegen noodig bij den aanvang en ook aan het slot der vergadering. Dhr. van Dixhoorn wil volstrekt niet beweren, dat hg de hulp en zegen vaD God zoude kunnen missen, ook niet bier, en daarom heeft hg ook den eed afgelegd. Maar hg is van meening, dat dit voldoende is voor de geheele periode waarin hy zitting heeft. Telkens als hij hier komt herinnert hij zich dien eed en vindt het daarom overbodig geregeld daartoe een gebed te herhalen en nog eens herhalen. Dhr. de Kraker zegt, dat hij het gebed van zoo hooge waarde acht, dat dit Blechts thuis behoort in de binnen kamer en in de kerk, waar we in naam van God vergaderd zym en niet op allerlei openbare plaatsen, waar het tot een bespotting kan leiden. De Voorz. acht een breedvoerige discussie hierover niet aanbevelens waardig. De een vindt het gebed op openbare plaatsen Farizeïsme en een ander voelt de behoefte er voor. Wat de een noodzakelijk acht, vindt een ander te heilig. Zoo heeft spr. eens ge hoord van iemand, die de by bel zoo heilig vond, dat hy hem wekelykslietoppoetsen, doch nooit erin las. Het debat kan in dezen niet vruchtbaar zijn. Spr. heeft de heeren gelegenheid gegeven hun meening te zeggen en kan met beider meeningen zich vereenigen. Dhr. de Kraker wil dan nog zeggen dat hij niets minder dan wie ook van de voorstellers de meening is toegedaan, dat we de voorlichting van den Al machtige noedig hebben, maar vindt het bidden hier hoegenaamd niet op zyn plaats. Wie daartoe behoefte gevoelt, kan dat thuis doen. Het voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met 8 stemmen tegen 1 stem van dhr. van Dixhoorn. Dhr. de Kraker bleef buiten stemming. XVI. Voorstel wijziging politiever ordening. Van de heeren Jan de Feyter, J. M. Baert en J. Dekker was bij den voor zitter ook ingekomen een schriftelijk voorstel om de politieverordening zoo danig te wijzigen, dat op Nieuwjaarsdag, 2ö en 3.! Paaschdag eu den dag der jaarlrjksche veemarkt geen dansmuziek meer mag worden gegeven, terwijl wordt ingetrokken de bevoegdheid van den burgemeester om vergunning tot dansen te verleenen eu ook de bepaling, dat tijdeus de kermisdagen de herber gen tot één uur 's nachts mogen open blijven, zoodat deze op gewonen tijd om half elf i. half tien zonaetyd Red.) zulleu gesloten worden. Officiéél luidt het voorstel om ia de Politieverordening art. 67 te doen ver vallen. Art. 70, alinea 2 wordt vervangen door een nieuwe alinea, luidende als volgt 2e tot het dansen op muziek. Dit verbod is niet van toepassing op de jaarlyksche kermis. De muziek mag niet gegeven worden door draaiorgels. 3e alinea vervalt. Dhr. de Feijter licht het voorstel toe en zegt dit nu te hebben ingediend met het oog op de jaarmarkt. We weten allen zegt hij, dat zoodra het vee van de markt is, de beesten erop komen en dan allerlei onhebbelijkheden en baldadigheden plaats hebben. Niemand kan zeggen, dat van zoo'n troep opvoedende kracht uitgaat voor de rijpere jeugd. Dhr. van Dixhoorn merkt op, dat de voorstellers niet veel achting ot ver trouwen hebben in het beleid van den Burgemeester eu vraagt zich af of deze zijn taak niet goed heeft volbracht dat men hem de macht uit hauden neemt. Dhr. de Feijter komt daartegen op en beweert juist het tegendeel. Het voorstel heeft ten doel het werk van den Burgemeester te vergemakkelijken. Dhr. van DixhoornIk heb nog nooit een statistiek gezien, waarbij was uitgemaakt, dat op dansdageu meer baldadigheden gebeuren, dau wanneer er die dagen geen dansmuziek werd gemaakt. Is men bevreesd voor wanorde, dan moet men alle samenkomsten coupee reneen muziekinstrument kan die baldadigheden niet veroorzaken. Tn- tegendesl, zal muziek afleiding geven aan een woelende menigte. Spr. zou daarom vau de voorstanders van het voorstel wel eens willen hooren, ot zij kunnen bewyzen, dat dansmuziek aan leiding geeft tot wanordelijkheden. Dhr. Weijns meent, dat juist vroeger de macht aau den burgemeester is ontnomen, door iu de verordening vast te leggen, dat die dagen moent gedanst worden. De Voorz.Feitelijk is dit een zaak van opvatting. Maar spr. weet, dat bier meermalen in den raad gewerkt is, om de beslissingen van den burge meester aau zich te houden. Spr. voor zich heeft daar geen last van, ofschoon hy best den moed heeft om eeu ver gunning te geven ot te weigeren. Spr. gaat daarbij zijn plicht te rade, zonder de meening van anderen te vragen. De- kwestie van voor of tegen dansen is ook voor verschillende uitlegging vatbaar. Het is niet hetzelfde hoe en waar gedanst1 wordt. Hoofdzaak is ook hier weer het principe waarvan men uitgaat. Dhr. van Dixhoorn: Juist, mynheer de voorzitter, principe en niet de vraag of er baldadigheden plaats hebbeu, maar een drijven is hier de beweeg reden vau bet voorstel. Was dans muziek de oorzaak van wanorde, dan zou spr. de eerste zyn, die §r tegeu was. Dhr. de F'jjtsr: Wy, als gemeente lijke overueia, mo ney onzen eed ge stand doen en de prde handhaven. Tydens da militaire bezetting werd dansmuziek verboden om wanorde te voorkomen ca sedert is men aau die maatregelen gewoon geraakt. Spr. ziet geen reden dat alles nu weer in t® gaan voerea.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1919 | | pagina 1