H fto. 56. Zaterdag 18 October 1910. 55e *:;aar« Nieuws- en Advertentieblad voor Zeenwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - AxeL De Invaliditeitswet. m. Binnenland. AXELSCHE® C0ÏJRAl\r Dit blad versctujnt eiken JDinsd&e- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Cent; franco per post 87*/» Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Gest. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon Br. 56. - Po«M>ox ft. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 80 Gent; voor eiken regel meer 10 Cent ÖTOOte letters wordan naar plaatsruimte berekend. Ad vertentiën worden /«m» ingewacht, uiterlijk tot Mnsdae- en Vrfldaemiddag TWAALF ore. Alvorens over premiën en loonkiasse eenige nadere mededeeling te doen, moet eerst nog omtrent het bewaren van de rentekaarten een enkele opmer king worden gemaakt! Art. 265 schryft voor dat elke arbei der verplicht is zijn rentekaart zelf te bewaren, indien hy haar niet tegen bewys in bewaring geeft aan den werkgever. Art. 271 bepaalt dat de werkgever de kaart van een arbeider, wiens loon geheel bestaat in verstrekking in natura, meet bewaren. Art. 270 schrijft voor dat de arbeider, die niet voor tenminste al de werkda gen van een kalenderweok jegens zyn werkgever verbonden is, gedurende den werktijd zijn rentekaart bij zich moet hebben. Art. 268 vermeldt dat als de arbei der geen rentekaart bij de uitbetaling van het loon overlegt (wanneer by die kaart tenminste n.l. niet in bewaring heeft gegeven aan den werkgever) de werkgever geen loon behoeft uit te betalen. En volgens art. 266 zijn zoowel arbeider als werkgever verplicht de rentekaart op vordering van bevoegde personen van den Raad van arbeid te vertoonen. Deze personen kunnen tegen bewijs de rentekaart behouden. Wordt die kaart binnen 3 dagen niet teruggegeven, dan wordt zij geacht te zijn ingeleverd en wordt een nieuwe kaart uitgereikt. Aangeraden wordt alle arbeiders die vast werk hebben voor een week of langer hun kaart tegen bewijs aan den werkgever in bewaring te geven en dat de overige arbeiders hun kaart steeds by zich hebben. Mocht een arbeider overlijden, dan moet de echtgenoot of verwanten de rentekaart opzonden naar den R. v. Abeid, waaronder hy thuis behoorde met de mededeeling dat de arbeider overleden is. Op de postkantoren worden enveloppen voor verzending verstrekt. En nu tot de loonkiasse overgaande, zy meegedeeld, dat de wet 5 looaklas- seu kent, waarvan de grenzen zijn Ie loonkiasse beneden de 240 lie id. 240 lot beneden 400 Hie id. 400 id. id. f 600 IVe id. 600 id. id. 900 Ve id. ƒ900 of hooger. Ware het mogelijk steeds voor ieder arbeider te kunnen zeggen „bij verdient zooveel of zooveel per jaar", dan kon ieder zien in welk hokje hij thuis be boort. Dit is echter niet' mogelijk (werkloosheid, staking, ziekte, enz., al lemaal niet te voorziene omstandighe den, die invloed hebben op de totale jaurlijksche verdienste) en daarom wor den voor elke gemeente loonklasseu aangewezen, waartoe verschillende groepen van arbeiders behooren. Wegens byzonder bedrytsgevaar echter kunnen groepen van arbeiders in een hnogere loonkiasse worden gerangschikt. Mocht echter een arbeider een over eengekomen vast loon in geld verdie nen (kantoorpersooneel by v.), dan wyst (lat loon natuurlijk de loonkiasse aan (mits het loon uitsluitend bestaat uit het overeengekomen loon in geld. Door die gemeentelijke indeelingzou het kunnen voorkomen, dat een arbei der in een groote gemeente steeds werkende in byv. de 4e loonkiasse, voor zijn werkgever tijdelijk in een kleinere gemeente moet werken en dientengevolge in de 5e loonkiasse zou komen. Dit zou onbillijk zijn en daar om is in art. 62 bepaald dat hij nimmer in daze omstandigheden tot een lagere loonkiasse kan behooren. Verder wordt in de wet bepaald, dat voor groepen van arbeiders, die in verschillende gemeenten hnn arbeid verrichten (schippers byv.) speciaal de loonklassen zullen worden aangewezen. En dan nog iets over de premiekwestie. 1. Zooals reeds vermeld werd in een vorig artikel, m o e t de werkgever zegel plakken over een kalenderweek of een deel daarvan. Wordt das geen loon uitbetaald, dan is over die week ook geen premie verschuldigd. De premiën bedragen Ie loonkiasse 20 ets. He id. 24 Ille id. 32 IVe id. 40 Ve id. 48 Indien de wijzigingen in de wet voorgesteld worden aangenomen, dan bedragen de premiën resp. 25 ct., 30 ct., 40 ct., 50 ct. en 60 ct. 2. Gedurende ziekte, gebrek aan werk, werkstakine kandearbeider zelf een zegel plakken, doch hij is bet niet verplicht. Aanbevelens waardig is het echter wel, omdat de latere uitkeering grooter is, naarmate meerdere en hoogere premiën gestort, dus zegels geplakt zijn. 3. De arbeider, die geen werk gever heeft gedurende eemgen tijd en wel als ondernemer arbeid heeft verricht, dus geld heeft verdiend, moet zelf de premie betalen overeenkomstig de loonkiasse waartoe hy behoord heeft in de week waarover het laatst zegel werd geplakt. 4. De vrouw, die een huishouding te verzorgen heeft en momenteel geen werkgever heeft, is niet ver plicht premie te betalen over een week, waarin ze niet tegen loon of als onderneemster, door welke oorzaak ook, heeft gewerkt. 5. De arbeider zelf moet de zegel beta en e» plakken, indien hy bevoegd is de verplichte verzekering te doen vervallen. Over deze vervallen-ver- klaring zal in het volgend artikel gesproken worden. 6. Tot slot dient nog vermeld dat de werkgever geen premie verschuldigd is en dus geen zegel beboeft te plakken, wanneer het loon bijverdienste is. Deze kwestie zal wei met tot moeilijk beden aanleiding geven. De arbeider krijgt zyn zegel geplakt bij den werk gever, waar hij zyn hootdverdienste heeft, welke zegel waarde allicht hooger zal zijn dan de zegel voor kleins bijverdienste. Nog enkele belangrijke kwesties annex deze premiebetaling zullen in een volgend artikel behandeld worden. Voldoende suikervoorraad. Uit onderstaand artikel, dat we in de Avp. lezen, blykt, dat het publiek eenvoudig gedupeerd wordt in zako de Buiker crisis, en dat de oorzaak daarvan is de bureaucratie in de Ryks regeling. Wel eigenaardig. Men zou zoo zeggen, dat na de ministeriëele loopbaan vaa Posthuma zulks niet meer mogelyk was, maar och, iedereen heeft zyn zwak heden. Hoe komt het nu, dat thans byna een jaar na den oorlog, de suikerdistri- butie nog grooter moeilijkheden onder vindt dan in het ergste van den crisis tijd Dat is het wat velen niet be grijpen en doet veronderstellea, dat de winkeliers de suiker achterhouden om er in den vrjjen handel van te profi teered Vooropgesteld kan worden, dat er in het land suiker in overvloed is, de fabrieken zitten vol. Alle bestellingen der grossiers en winkeliers moeten ge richt worden tot de Centrale Suiker maatschappij to Amsterdam, welke de fabriek aanwijst, die. met de aflevering belast wordt. Het is dus te begrijpen, dat de bestellingen uit het gebeele land zich by dit eene licbaam ophoopon en de aflevering aan de winkeliers groote stagnate ondervindt. Bij de bestelling moet tevens het bedrag vooruit gestort worden, hetgeen tot gevolg heeft, dat vooral de kleinere zaken geen groote bestellingen kunnen doen, wijl zij de groote bedragen, die daarmede gepaard gaan, niet kunnen missen. Want en dit is wel het groote bezwaar hoewei de nieuwe suikerregeling al eenigea tijd in werking is getreden, is er nog absoluut niet bepaald waar en wanneer de winkeliers de ontvangen bons kunnen inwisselen tegen het be drag dat daarvoor wordt terugbetaald. De winkeliers moeten dus te weinig bestellen cn kunnen daarom aan alle aanvragen hunner afnemers niet vol doen. Daarbij komt, dat voor de zakken van zeer slechte kwaliteit, die niet teruggenomen worden, door den winke lier een gulden moet worden betaald, zelfs wel tegen de regeling in 1,25 wordt afgehouden. Dat de vrye suiker zoo duur is komt hierdoor. Eenige maanden geleden werd de suiker door de fabrieken aan de winkeliers geoffreerd voor 70 per baal en deze sloten in dien geest con tracten af. Toen de minister met zijn regeling kwam, werd deze prijs in overleg met de suikermagnaieu, de direct belanghebbenden dus, op ƒ90 per baal gesteld. Wat dus eerst voor 70 kon worden geleverd moest binnen eenige maanden zonder redelijkeu grond verhoogd worden tot 90. Eu deze suikermaguaten beheerschen de markt. Geen wonder, dat maatschappijen als de Wester Suikerraffinaderij verladen jaar 30 kon uitkearen en het zich laat aanzien, dat het dividend over dit jaar tot 35 */0 zal stijgen. En de win kelier moet aannemen wat gestuurd wordtdit is in vele gevallen rommel zooals de consument tot zyn schade ondervindt. Er wordt aangenomen, dat de distri butie spoedig weer geregeld zal werken, wanneer men eerst door dezen over gangstijd heen is. Maar het feit blijft dan toch dat het publiek al weken lang de dupe is van de slechte rijksregeling en het zal dit blijven, wanneer daarin geen intense verandering komt. Mr. Van Groenendael. Dinsdag is in de Tweede Kamer besproken de houding van het Kamer lid mr. Van Groenendael, over wie in de pers reeds allerlei verdachtmakende bijzonderheden werden geschreven, als zou hy in betrekking staan tot de annexatie pogingen der Belgen. Daar wij Zeeuwsch Vlamingen thans meer dan ooit aan de zijde der Lim burgers staan stellen we natuurlijk ook veel belaag ia die zaak en stellen we onze lezers in de gelegenheid de toe dracht dier zaak te vernemen, zooals we die in de Avp. lezen De heer Van Groenendael heeft getracht zich te verdedigen door te verklaren, dat hij nooit of nimmer eenige handeling heeft verricht of gepropageerd, welke in strijd was mot eenig Nederlandsch belang of in strijd met zijn eed aan de Grondwet. Alleen is hy in principe voorstander van een volksstemming. Spr. zegt, dat bij voor zijn gezondheid een reis naar de Fransche kust heeft gemaakt, waar by geen Hollandsche couranten heeft gelezen en zeer weinig correspondentie ontving. Eerst later vernam hij de ernstig® beschuldiging door dr. Nolens tegen hem geut. Hij is op zijn doorreis naar Frankrijk één dag te Brussel geweest en heeft daar geen enkel officieel per soon noch eenig journalist gesproken. Spr. heeft op de clubvergadering den heer Nolens gesommeerd zijn beschul diging waar te maken en den naam ta noemen van den persoon en de straat by wieu en waar hy propaganda voor een volksstemming beeft gemaakt. De heer Nolens heeft dit niet gedaan en spr. heeft nu zyn raadsman opge dragen, te onderzoeken, of het mogelyk is den heer Nolens aan te spreken wegens het in opspraak brengen van zijn eer en goeden naam. Spr. zet uiteen, dat hy reeds 20 jaar geledon het recht van plebisciet voor de vol keren verdedigd heeft en dit recht erkent hy nog. Nu heeft da Kamerfractie hem, alleen omdat hij voorstander was van dit plebisciet, uitgestooten, heteeen hem zeer spijt, maar aan den an leren kant verschaft het hem het genoegen voor taan vrijer zijn raaeaiug te kunnen uiten. Hy wil volgens zijn eigen consciëntie handelen en niet volgens die vau anderen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1919 | | pagina 1