So. 40.
hater dag 23 Augustus 1919.
35e Jaas'K-
Nieuws- en Advertentieblad
A
voor Zeeu wsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Een afdruk van een indruk.
De waterleiding.
AXEi
XRANT
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Cent; franco per post 871/, Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Nr.56. - Postbox 6.
aDVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Ad verten tién worden franeo ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Waar zooveel oud Axelaren de lees
ten bijwoonden, hadden we verwacht,
dat wel een hunner een indruk zou
geven van hetgeen hier door hen gezien
6B genoten werd. En nu we vernemen,
dat die gunstig luidt, ofschoon hier en
daar een tikje kritiek ons als een
wysviuger wordt voorgehouden, willen
we gaarne onze ruimte beschikbaar
stellen, om de meening kenbaar te
maken, die een vroeger stadgenoot van
ons feest heeft. H\j schrijft aldus
Er is te vaak gezinspeeld ook op het
chauvinisme der oud-Axelaren voor
hun geboortegrond, nu er een oogenblik
gevaar scheen, dat anderen daar de
hand op wilden leggen, dan dat een
indruk van het deswege gevierde feest,
niet welkom zou zijn.
Eet annexionisme, dat bij ieder, groot
en klein, van welken rang of stand
en ongerekend de demarcatielijn van
geloots- of geestesrichting, een onge
kende saamhoorigheid had teweegge
bracht, werd met onverdroten mis
schien soms met te vergeyoerden
ijver het hoofd geboden.
Daar kwam de heugelijke tijding van
de beslissing, in Parijs gevallen, dat
België's eisch tot inlijving van Neder-
landsch grondgebied, van de hand was
gewezen.
Toen barstte een juichkreet los, zóó
spontaan, zóó geweldig, dat men deze
uiting zou kunnen noemen het pbysio-
logisch moment, de ontsnapping aan een
nachtmerrie.
Het algemeen anti-annexatie comité
dat de leiding dezer groote beweging
in handen had, gaf aanstonds aan alle
gemeenten in het bedreigde gebied in
overweging om op éénzelfden dag dit
feit als vreugdefeest te vieren.
Zij 'took om practische redenen, is
van zoo'n gelijk feestbetoon niets
terechtgekomen.
Elke gemeente, voor zoover zij haar
vreugde over den goeden afloop dier
zaken in dezen vorm zoude aan den
dag leggen, koos daarvoor de tijd uit,
die het meest met een welslagen iu
overeenstemming kon worden gebracht.
Ons goede, oude Axel, dat ontegen
zeggelijk op dit gebied zyn sporen heeft
verdiend en een wijdvermaarde repu
tatie heeft verworven, zou vau zelve
niet achterblijven in de uiting van
haar blijdschap over het korte doch
veelomvattende begripNederlander
te blijven.
Het afdrijven van dat gevaar was
toch wel een feest waard
Voorzeker.
De omvang van de outzaglijke we
reldvoorstelling was zoo uitgebreid, 'dat
het beëindigen daarvan eeu ontkomen
lijkt aan eeu machtige greep, waarover
niet anders dan éóa luide jubeltoon
aan de geprangde borst moest ont
snappen.
Hoeveel te gereeder dan, nu boven
dien een met beslistheid volgehouden
eu met talent voorgedragen eisch om
een stuk gronds van een nabuur te
worden toegewezen, verworpen wordt
en de intigriteit des lands alzoo be
houden blijft.
Maar hoe vreugdevol de stemming
ook is, daar zijn tal van andere teeke
nen des tijds, die, als men zyn oor
daaraan te luisteren legt, op haren
grooten ernst wijzen en stellig wat
meerdere aandacht hadden verdiend,
dan, naar wat wij daaromtrent hoorden
verluiden is geschied.
De waarheid dier onmiskenbare
stelling was maar niet op eens te de-
primeeren met het verwijt dat men,
zóó denkende, tegen een feest was en
dus zich minder of in het geheel niet
dankbaar gesteund toonde.
Hét was integendeel eene verzuch
ting die ten volle de overweging waard
was, zonder aan eene dankbare
vreugde te kort te doen.
We willen niet hopen dat het feest
heeft gestaan in het teeken der over-
heersching die op zekere vergadering
de gemoederen het kookpunt deed be
reiken, waut dan zou 't lijken op een
feest op bevel en hare waarde aanzien
lek doen- dalen.
De algetneene versiering droeg daar
van althans niet de sporen.
In vergelijking met vroegere gelegen
heden zou der daaraan iets te kort
te willen doen - zat in dit onderdeel
een zekere stijl, die aan het geheel
een goeden vorm, iets karakteristieks
gaf Eu ze droeg evenzeer het kenmerk
van den aard des tyds, in welke wel
alles duur. is, maar waarmede men
al zoodanig vereenzelvigd is, dat men
er gemakkelijk over heenstapt.
Men had inderdaad moeite noch kosten
ontzien om onze oude bakermat in een
sierlijk feestkieedy te steken. Axel
heeft ten dezen opzichte zijn alouden
roem op waardige wijze gehandhaafd.
De feestviering zelve werd voor een
groot deel beheerscht door de optocht,
die das middags een ommegang door
de talrijke straten, buurten en wijken
deed.
De opstelling er van vergde, ouder
gewoonte, aanmerkelijk veel vau het
geduld der feestgangers. Ea als bloot
toeschouwer krijgt men onwillekeurig
den indruk dat aan de hoofdleiding
iets hapert.
We weten wel, dat alles niet op de
minuut af kan gaan, maar de heele
linie langs hoort men een wrevelig
pruttelen over het eindeloos wachten
dat men zqo'u menigte laat doen.
En al is 't waar dat die uitingen van
ongeduld onmiddellijk verstommen als
de stoet zich in beweging stelt en het
lange dralen zelfs vergeten is, als hy
u voorbijtrekt, toch heeft 't den schijn
alsof dat onophoudelijk heeu eu weer
draven en trekken een geschikt middel
is om het hoofdnummer van het pro
gramma althans zoodanig te rekken dat
dit «en heel eind van den dag vült.
Maar eeu geheel programma er mee
vol maken gaat niet» laat staan dat het
twee dagen zou vullen.
Als men met dien stoet beoogd heeft
het glanspunt van het teest te doen
zijn, dan is dit volkomen bereikt._ Ze
was keurig verzorgd, flink georganiseerd
en ze was waardig. De attributen,
zoowel van het historisch als van het
allegorisch gedeelte, gaven inderdaad
de feiten en de voorstelling weer die
zij vertolkten. Daar waren fragmenten
in, die aangrijpend schoon waren. De
indruk dia ik er van kreeg eu meenam,
is werkelijk hoogst bevredigend en
boven mijn lof verheven.
Gij zult van mij niet vergen dat ik
alle nummers van het programma be
spreek dai zou vallen buiten mijn
bestek, buiten, mijn bevoegdheid zelfs,
daar uwe redactie zich hiervan op
meesterlyke wijze heeft gekweten.
Het was mij te doen om u den in
druk van een oud-Axelaar weer te
geven en, geloof me, dat die werkelyk
gunstig is geweest.
Natuurlijk kan ik mij niet begeven
in de aanvankelijke wijze waarop men
het feest wilde inrichten, niet ook in
de samenstelling der Commissie, welke
bijna het feest deed schipbreuk lijden,
hetgeen daarom jammer zou zyn ge
weest, omdat dit ten deele zou geweten
moeten geworden zijn aan de omstan-
heid dat men zich niet dermate binnen
de lijnen der democratische strooming
had gehouden als met deze uiting van
den geest des tyds is rekening te
houden.
Neen, laat die onderscheidene zaken,
die bij slot van rekening, kleinigheden
zijn en weinig beteekende gevoelighe
den gaande maken, niet de goede
gedachte noch minder de goede onder
grond van het feest vergallen en het
embleem der volkseenheid uit het oog
verliezen.
Ik wil zelf nog de teleurstelling uit
de gedachte wisscheu, dat het wachten
zonder einde te Zaamslag op de tram
die van Ter Neuzen moest aaukomen,
ons veel te laat te Walsoorden deed
arriveeren en dat het over tijd ver
trekken van het bootje naar Hansweert
door dit sjokkende vaartuigje niet
dermate kon worden ingehaald, dat we
voldoende aansluiting hadden op den
trein te Vlake en zij die aan een der
kleine stations op de Zeeuwsche lijn
in de richttng Roosendaal moesten
afstappeu, ten zeerste gedupeerd waren.
Hiermede ik bedoel met die cor
respondentie in het algemeen zijn
ook Zeeu wsch-Vlaamsche belangen be
trokken.
En als men over dit deel van Ne
derland zijne bezorgdheid zóó openbaart
als dit in den huidigen tijd op zoovele
lippen is, dan dragen we deze zorg
ook gaarne op aan hen die zich daar
mede hebben te belasten, voor wat
deze hoek van dit „deel" betreft, en
dat het op die autoritaire zorg minstens
evenveel aanspraak heeft als andere
Zeeuwsch-Vlaamsche deelen, die wat
luider om belangstelliug voor hunne
verbinding roepen.
Na hetgeen we de laatste tijden
veraemen omtrent den vooruitgang die
gemaakt wordt in zake de proeven
welke genomen worden ten einde
Zeeu wsch Vlaanderen aan een waterlei
ding te helpen, kunnen we wel spreken
over d e waterleiding. Men moet al
heel pessimistisch zyn om niet te
begrypen, dat haar tot standkoming
thans verzekerd is tenzy men nog
niet op de hoogte is van het stadium
van vooruitgang waarin het onderzoek
zich thans bevindt en wordt voortgezet.
En werkelijk op de hoogte waren dan
ook een paar dagen geleden nog
slechts enkele menschen. Wel meldden
voor eenige maanden de bladen dat
onder de gemeenten Clinge en St.
Jansteen putten geboord waren, waaruit
goed drinkwater kon geput worden.
Maar dat berichtje stond dair zoo
nuchter, dat er eigenlijk wefnig aan
dacht aan werd geschonkenook al
omdat men na de vroegere vergeefsche
pogingen niet veel verwachting had
van deze proeven.
Voor de proefnemers zelve echter,
dat waren de heeren J. van Oldenburgh,
directeur van het Rijksbureau voor
Drinkwatervoorziening, onder wienB
leiding de onderzoekingen plaats hadden,
ingenieur Measert en opzichter Boelsen,
had echter dit bericht maar al te zeer
waarde. Men werkte voort met toene
mend succes, totdat men het oogenblik
gekomen achtte de resultaten wereld
kundig te maken. Jl. Dinsdagmiddag
19 Augustus had een demonstratie
plaats te St. Janstoen.
Om half twaalf waren te Hulst in
het Hotel De Graanbeurs vereenigd in
de eerste plaats het Comité van Actie
onder voorzitterschap van den heer F.
C. O. M. Hombach, en verder het
comité van steun, bestaande uit de
verschillende Burgemeesters en afge
vaardigden, uit de gemeenteraden der
Zeeuwsch Vlaamsche gemeenten, en
verscheidene verslaggevers voor de
Zeeuwsche en Zeeuwsch Vlaamsche
pers.
De heer Hombach opende de byeen-
komst en deelde mede, dat de heer
mr. Dieleman, secretaris van het comité
van Actie liet weten, dat hy tot zijn
grooten spijt de vergadering niet kon
bijwonen.
Wie den ijver en arbeid kent, waar
mede de heer mr. P. Dieleman de
zaak der waterleiding reeds jaren be
hartigd heeft, kan zich indenken, dat
het niet meemaken van deze demon
stratie den secretaris een teleurstelling
zal geweest zijn.
Het verheugde den heer Hombach
zooveel belangstelling te zien voor de
zaak der waterleiding, en des te meer,
dat hij daaronder personen zag, dia
vroeger tot de tegenstanders behoorden
en wier meening thans veranderd is.
We zijn, zeide spr. een groote stap
vooruit. Er is gevonden goed en vol
doende water. Wat we nu nog moeten
hebben is buizen en fittings. Dit was
tijdens den oorlog een onoverkomelijk
bezwaarnu echter herleeft weer de
handel en is ook het materiaal ver
krijgbaar. Natuurlijk ziju de prijzen
veel duurder, zooiat vroeger gemaakte
begrootingeu in het niet vallen eu er
dus opuieuw gerekend moet worden.