3SC Jaarg. So. 37. Woensdag 13 Augustus 1919. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen J. C. VINK - Axel. Ongepaste propaganda. Binnenland. AXELSCHEMGOIIBANT Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 871/» Cent Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. I Telefoon Kr.56. - Postbox 6. AUVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiön worden franeo ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure. Men herinnert zich, dat er indertijd heel wat te doen is geweest over het feit, dat het Tweede Kamerlid de heer Van Groenendaal propaganda had ge maakt voor een vereeniging van Neder- landsch Limburg met België. De heer Van Groenendaal is daarover van verschillende kanten ter verantwoording geroepen, zooals men weet, vooral uit Limburg zelf. Hij heeft zich dan ook zoogenaamd verantwoord, maar die verantwoording werd allerminst vol doende geacht. Eenigen tijd geleden kwamen er uit Brussel weer berichten, dat eenNeder- landsch Tweede Kamerlid er propaganda maakte voor een stemming in de bedoelde provincie om op Belgisch verlangen een deel van deze provincie aan Belgiö af te staan. Natuurljjk dat ook deze poging weer in slechte aarde viel, omdat er geen enkele reden voor is, deze volksstemming nog eens te doen houden, omdat het volk zich al overduidelijk, en herhaalde malen, heeft uitgesproken, dat het van een dergelijke vereeniging niets wil weten. .Verbeeld u zegt de N. R. Ct. in een artikel rHoe lang nog?" dat er hier te lande eens een troep dwazen was, die zich in het hoofd had gezet, dat zeg b.v. Antwerpen bij Nederland moest gaan behooren, en die vraag nu maar eens aan een volksstemming in die Belgische stad moest worden onder worpen 1 Ieder hier te lande weet dat Antwerpen zoo Belgisch is als een Belgische stad maar kan wezen, en dat geen mensch daar verlangt naar Neder land over te gaan. Hoe zou men er over oordeelen, indien niettegenstaande een Belgisch Kamerlid in Den Haag propaganda kwam maken om de leer van de volksstemming te Antwerpen eeüs in praktyk te brengen Men zou hem, vermoeden wij, in Den Haag duchtig uitlachen en heel gauw duidelijk maken, dat hij niet beter kon doen, dan ons land per eerst vertrek kende gelegenheid te verlaten. En in België zou aan zulk een Kamerlid onmiddellijk aan het verstand gebracht worden, dat hij zoo ver van de Belgische volksgevoelens was af komen te staan, dat hij onmogelijk vertegenwoordiger blijven kon. Dat zou bij den meer zuidelykeu aard van onze broederen tusschen Schelde en Maas binnen enkele dagen zijn beslag hebben gekregen". De N. R. Ct. noemt dan den naam mr. Van Groenendael. üpmlijk is hij indertijd aan de kaak gesteld, gaat het blad voort; hij heeft voor zijn uitlatingen uitvluchten gezocht eu getracht een verklaring te geven, die niemand heeft aanvaard, en hij is Kamerlid gebleven. En er is naar het schijnt niemand, ook niet onder zijn eigen party, die hem aan het verstand heeft weten te brengen, dat hot minste wat hy als fatsoenlijk man kon doen was voor zijn Kamerlid maatschap te bedanken. Hij wordt maar altijd als Kamerlid geduld. Hij kan dus in naam Kamerlid blijven, totdat de tyd van aftreden daar is. eu ons land blijven compromitteeren. De R.K. Kamerclub, waarvan de heer Van Groenendael deel uitm akt, moest hem uit zijn midden weren, doch schijnt daartoe nog altijd niet te zyn over gegaan. Hoe lang zal dit heerschap nog Kamerlid zijn wordt terecht gevraagd. Het standbeeld van Frans Naerebout. Te Vlissingeu heeft Zaterdag de ont hulling van het standbeeld van Frans Naerebout plaats gehad. Nadat de feesten des morgens reeds waren aangevangen met een reveille en met roeiwedstrijden, trok een stoet van tal vau vereenigingen naar den Boulevard Bankert, waar ook een zangkoor van 200 jongelieden was opgesteld, bij het te onthullen standbeeld. Nadat de genoodigden reeds in de sociëteit „Unitas" waren toegesproken door den voorzitter van het comité, den heer P. J. Jager, luit. ter zee le kl., werd bij het standbeeld door den heer J. Stamperius uit Hilversum, voorzitter van het comité, een feestrede gehouden waarin hij wees op de ver schillende heldendaden van Frans Naerebout, o.a. het redden van 87 schipbreukelingen van de,, Woe3tduin'' in 1779, het behouden in een haven van Engeland brengen van het roerloos schip „Zuideróurg" en het in de Kaap da Goede Hoop binnenbrengen van de .Voorland" in 1795, toen de andere schepen van het convooi den Engelschen in handen vielen of strandden. Spr. 3telde Frans Naerebout ten voorbeeld van eenvoud, plichtsbetrachting, vader landsliefde, en trouw aan het eens gegeven woord, zielenadel en burger deugd, waarom men behoefte had hem blyvend te eeren. In dezen tijd van moreele inzinking is het o.a. noodig menschen als Naere bout te herdenken en in hem de mannen, die de zee trotseeren in het belang van het algemeen. Door vice admiraal Bauduiu werd nameens H. M. de Koningin vervolgens de onthulling verricht. Het standbeeld toont Naerebout met den zuidwester op, kijkend naar de golven. Het voet stuk geeft aan de voorzyde een afbeelding van de Woestduin" strijdend tegen de golven, de jaartallen 1748 en 1818, de woorden .Frans Naerebout, Heldhaftig redder van schipbraukelin gen. Kundig zeeman. Onverschrokken Loods." Aan de achterzijde staat Woestduin, Zuiderberg, Voorland, Hulde van het'nageslacht". Na de onthulling bracht de heer Stamperius dank aan allen die aan de totstandkoming hebben medegewerkt, Inzonderheid aan H.H. M.M. de Koningin en de Koningin-Moeder. Vervolgens werden verschillende kransen by het voetstuk neergelegd. De dag werd verder met roei en zwemwedstrijden en muziek, zaag en optochten doorgebracht, 's Avonds trok een lichtstoet door de straten. Uitvoer van gedistilleerd. Bij Kon. besluit van 1 dezer is tijde lijk opgeheven het verbod van uitvoer van alle gedistilleerd. Onbepaald (klein) verlof. (Officieel). Behoudens onvoorziene omstandigheden zullen huiswaarts wor den gezonden op 15 Augustus 1919 de dienstplich tigen van de lichting 1918, die in het tijdvak van 37 Juni 1918 zyn inge lijfd bij de wielrijders op 13 September 1919: a. de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tijdvak van 17—20 Juni 1918 zijn ingelijfd bij de genie en bestemd voor opleiding tot milicien telegrafist of telefonist; b. de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tydvak van 17 en 20 Juni 1918 zijn ingelyfd by de ponton niers op 1 October 1919 a. de dienstplichtigen van lichting 1917, die in het tijdvak van 1—4 Augustus 1917 zijn ingelijfd bij de cavalerie b. de dienstplichtigen van de lichting 1917, die in het tydvak van 1—5 Oc tober 1917 zijn ingelijfd by de bereden artillerie c. de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tydvak van 1—4 Mei 1918 zijn ingelyfd by de regimenten infanterie (hieronder begrepen de gre nadiers en jagers) d. de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tijdvak van 3—7 Juni 1918 zijn ingelyfd bij de vesting-artil lerie e. de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tijdvak van 8—12 April 1918 zijn ingelijfd bij de genie; op 22 October 1919: de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tydvak van 22--26 October 1917 zijn ingelyfd bij de bere den artillerie op 31 -October 1919: de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tijdvak van 1—5 October 1918 zijn ingelijfd bij den motordienst op 3 December 1919: de dienstplichtigen van de lichting 1917, die in het tijdvak van 3—6 De cember 1917 zijn ingelyfd bij de cava lerie op 13 December 1919: de dienstplichtigen van de lichting 1918, die in het tydvak van 1—5 Oc tober 1918 zijn ingelijfd bij de genie en bestemd voor opleiding tot mil.-telegra fist of telefonist. Bindstoffen. Vanwege de Rykskolendistributie wordt gemeld Het publiek blijkt nog steeds de meening te zijn toegedaan, dat er dezen winter voor huisbrand zeer rykelijk brandstoffen beschikbaar zullen zijn. Het lijkt daarom wenschelijk, er nog maals de aandacht op te vestigen, dat de vooruitzichten niet vaa dien aard zijn, dat op meer dan het minimum rantsoen (10 eenheden voor het tydvak t October—1 April) te rekenen valt. Wel verkeeren wy thans in de geluk kige omstandigheid, dat de voorraden het toelaten, reeds nu in mindering hiervan kolen ter beschikking te stellen waardoor ook de afllevering aan hen, dje hiervan geen gebruik maken gedurende de wintermaanden vlotter zal kunnen geschieden dan in het vorige jaar. De te verwachten aanvoer is echter niet van dien aard, dat in uitzicht kan worden gesteld, dat meer zal worden gedistribueerd. Er wordt dan ook dringend in overweging gege ven zuinig te zyn met de zwarte brandstoffen, terwijl zy, die aan het minimum-rantsoen niet voldoende heb ben, zich tydig van turf kunnen voor zien, welke zooais bekend mag worden verondersteld, geheel vry is en dus ongerantsoeneerd te verkrijgen is. Algemecne Nedorlandseke vrouwenorganisatie. (Ingezonden). Wat wij willen In de eerste plaats dat de specifiek vrouwelijke eigenschap pen tot hun recht zullen komen door het uitoefenen van het vrouwenkiesrecht. Als teministeu plaatsen we ons op het standpunt, dat de vrouw iu het algemeen genomen anders is dan de man. Gelijkwaardig aan den man, is ze niet aan hem gelijk. Haar voelen, haar denken, haar belangstelling gaat voor een doel langs andere lijn. (Er zijn natuurlijk individueale uitzonderin gen.) Zelfs waar de vrouw hetzelfde werk doet als de man, zal ze het bijna altyd anders doen. Niet beter of slechter, maar anders. Nu zullen we weldra kiesrecht hebben. En de groote vraag zal zijn, moeten we ons al dan niet aansluiten bij politieke partijen? En dan zou ik dit willen antwoorden Als de vrouw zich aansluit bij politieke party eu, dan verliezen we de waarde van het vrou wenkiesrecht. De politieke partijen zijn partijen met in hoofdzaak manne lijk denken, met mannelijk voelen. In die partijen zal de vrouw moeten volgen die mannelijke richting of ze zal er strijd tegen aan moeten binden. In het eerste geval gaan haar specifiek vrouwelijke eigenschappen in dit op zicht verloren, in het tweede geval onstaat er een levenskracht verspillende stryd. Veel zuiverder is het de politieke partyen door te laten werken in hun eenmaal getrokken, in hoofdzaak man nelijke lijn. En daarnaast te zetten een vrouwenorganisatie, waarin het denken eu voelen der. vrouw tot hun recht kunnen komen, een orgauisatie, die eigen candidaten zal stellen voor de vertegenwoordigende lichamen, op eigen program. En zien we nu naar het program der Algemaene Nederlandsche Vrouwenor- gauisatie, dan treft ons daarin, dat het een absoluut vrouwelijk program is, dat niet verder gaat dan gelijkstelling van man en vrouw, zorg voor kiud en gezin. Niet verder Hat zijn wat men vaak noemt de kleine lynen van het leven.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1919 | | pagina 1