35e Jaarg.
Zaterdag 12 1919.
LI
.1% IJ ÉJL
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -VI aan deren.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
ANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yrijdagavcnd.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 877j Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Kr. 56. - Ponttjox 6.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Gent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentie worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
De tegenwoordige stand van het
Nederl.-Belgisch vraagstuk.
Aan een ouder dezen titel verschenen
artikel van H. T. Colenbrander, is het
volgende ontleend
Heeft de Belgische regeering gronden
tot de meeniug dat het baar gelukken
zal de mogendheden van hun besluit
terug te doen komen Deze vraag
beantwoorde zij voor zichzelve. Wij
voor ons hebben haar te herinneren,
dat ze niet enkel met Engeland,
Frankrijk, Amerika, Italië en Japan,
dat zij allereerst met Nederland te
maken heeft, en dat wij te Parijs tot
de uiterst© grens onzer toegeeflijkheid
gegaan zyn. Wat België wil, is niet
1839 herzien, maar 164?. Geen enkel
oogenblik is het tusschen 1830 en 1839
in overweging geweest, aan Nederland
een voet te ontnemen van wat het
voor 1790 had bezeten geen voet land-
ook geen voet watergebied. De ver-
eeniging vau 1815 is te niet gedaan,
en sedert bestaan staten, die, binnen
het kader der door Europa gewaar
borgde regeling van 1839, steeds vry-
heid hebben gehad eu metterdaad ge
nomen, hunne zaken af te doen by
ouderling verdrag. Tbans het geheel
der van 1815 tot 1830 door Koning
Willem I bezeten rechten als een aan
de beschikking der Parysche vredes
conferentie vervallen massa te beschou
wen, waaruit naar het welgevallen dier
conferentie een nieuw Nederland en
een nieuw België kunnen worden
d, is een opvatting waartoe
»Geheel de oude,» mompelde hij, Da
een portemoDnaie of andere artikelen van
weelde zal ik wel niet behoeven te zoeken,
vroeg hij met een zuurzoeten glimlach.
»Neen,« zeide Bruno met oprechte
overtuiging. De paar grossclien, die hij
met groote moeite af en toe nog te leen
had kunnen krijgen, hadden immer
ruimschoot» plaats in zijn vestzak ge
vonden.
»Mag ik u dan mijo geleide aanbie
den,c ging de man der wet voort, terwijl
hij de deur opende.
Als het dan niet anders kan, dan
moet het wel,» zuchtte Bruno, nam ean
ledigen handkoffer, als zijn eenig roerend
goed en daalde de zes steile trappen af.
»Wat zal u thans beginnen?» vroeg
de deurwaarder na een kort stilzwijgen.
kWeet niet,» luidde het antwoord.
»Wil u dan niets uitvoeren
»W-a-a-t? Werken I Ik, Bruno voa
Schreckenstein
»Maar, mensch, je moet toch leven.»
»Dat hebben alle Schreckensteiners ge
daan zonder zich tot werk te verlagen
»Ja, ja, maar dan moet men talent
hebben. Uw vader verstond het, dat
wa» een genie. Heeft hij zells niet ge-
Nederland zich nooit of te nimmer zal
bekeeren, en die haar niet dan met
geweld zal kunnen wordec opgelegd.
Van de conferentie, wier woord wjj
hebben, vreezen wij zulk geweld niet.
Van België? Alsof dit nieuwe vyan
delijkheden in Europa zal kunnen
ontketenen op eigen hand
Het zou in het atgetrokkene, voor
België aangenamer zijn, zich geheel
nieuw te kunnen coastitueereu, zooals
het in zijn stoutste drooman dit slechts
had kunnen verlangen. Welk een
België zou er te maken zijn, indien
men terug mocht tot de Pacificatie van
Gent! Echter! heeft meu nooit verno
men, dat België Duinkerken terugvor
derde of Douai of Valenciennes. Het
begreep dat eventueels wenschen in
die richting onmiddellyk zouden afstui
ten op da werkelijkheid van een levend_
Frankryk dat gedeelten van den oud-
Bourgondischen staat onverbrekelijk
met zich heelt kunnen verbinden. Mat
een België, dat geen overeenkomstig
begrip teonen kan voor de hechtheid
van het Nederlandsche volksverband,
worden wy het nu noch ooit eens.
Een nabuur, wiens goeden wil ia
gewichtige zaken van gemeenschappe
lijk belang men noodig heeft en ver
krijgen kan te noodzaken een waarheid
als deze nu nogmaals te herhalen, is
geen wys staatsbeleid. Wij zullen met
die waarschuwingen niet verder gaan.
Wil België de goede kaarten die het
aog in de hand heeft, alle verspelen,
wij zullen het in ons beider belang
ernstig betreuren maar om het te ver
hinderen kunuen wij nu waarlyk niets
daan gekregen mij dertig mark afhandig
te maken, toen ik hem voor de vijf-en-
twintigste maal uit zijn wonÏDg zette?
Hij wist mij de hooge beteekenis van
dit jubileum zoo onder het oog te bren
gen, dat je tranen schreide van 't lachen
en de goudstukken niet meer zien kon,
die naar zijn vestzak verhuisden. Zoo ver
zal u het nooit brengen.»
Bruno zuchtte toestemmend. Op do
straat namen zij van elkander afscheid.
»Tot weerziens,» riep Bruno, de gewoonte
van Kano Zaliger volgend en zocht een
der weinige Café's op, waar men hem
en zyn vergeetachtigheid op het punt
van betalen nog niet kende. Daar ver
sterkte hij zich behoorlijk en greep ver
volgens naar een courant, waar' hy
werktuiglijk in bladerde. Toevallig viel
zijn blik op een groote advertentie, die
tot opschrift droeg: »Hnwelijksbureau.»
De ondernemer ervan had ettelijke
jonkvrouwelijke miliionnairs ter beschik-'
king, die naar wettelijk bekrachtigde
liefde van ou l-adellijke heeren smachtten.
»Den Weiberu kaan geholfeu worden,»
jubelde Bruno, zette voor de oogen van
den kelner zijn ledigen koffer demon-
streerend op een tafel en haastte zich
met groote stappen en een hart vol zoete
hoop naar den dienaar van Amor. Het
visitekaartje met het fraaie waperf der
Schreckensteiners deed hier wonderen.
Een gegallonneerde bediende opende de
deur van een weelderig ingelicht salon,
meer doen, dan wij reeds gedaan
hebben. Tot dusver heeft de regeering
waartoe de heer Hijmaus behoort, in
deze geheele zaak niets gedaan dan
Nederland voor het hoofd te stooten,
en Parijs heeft het hem niet eenmaal
dank geweten. Intusschen, dit beleid
blyve ter beoordeeling van de natie
zelve in wier belang het heette te
worden gevoerd. Voor ons begint de
tijd te naderen, zoo hij niet reeds aan
brak, dat wij tot het annexionisme het
zwijgen hebben te doen. Dien klappe
renden windmolen kunnen en willen
wij niet overschreeuwen. Maar wie
van dreigementen tet de claad zou
willeu overgaan, z'al out waren dat hij
ons ten volle op onze hoede heeft ge
bracht.
En wat de waterwegen betreft, is het
de Belgische regearing, die voor haar
deel, uitvoering te geven heeft aan de
door haar, niet door ons uitgelokte
Parysche beslissing. Wij hebben maar
één woord en het is gegeven by monde
van den heer Vaa Karnebeek. Wil
België den weg van het gemeen over
leg op dan ligt die open. Ook te
dezen aanzien behoeven noch wenschen
wij iets te herhalen. Oas blijft slechts
over te besluiten met ean „tot weer
ziens". Aan België da keus of het een
ontmoeting van vrienden of vyanden
wezen zal.
Zondagswet.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
waar Bruno zich in een der sierlijke
fautenils liet nederzinken.
Met welbehagen liet hy zijn oogen
rusten op de talrijke schoone en leelijka
damesportretten, die hier in het rond
hiDgec. Vooral de laatste wekten zeer
zijn bellangstellingde origineelen daar
van moesten overeenkomstig de traditiën
van een huwelijksbureau, het meeste
geld hebbea. Hij had zich geheel in de
baschouwiug eener oudachtige blondine
met grooten mond, haviksneus en
naar het scheen valsche lokken ver
diept. Uit haar kleine oogjes schenen
hem tallooze bankbiljetten van duizend
mark toe te lachen. Hij hoorde in ge
dachten reeds de cbampagae-flisschen
knallen en de oesters smolten hem op
den tong. Genadig knikte hij de geluk-
wenschende menigte toe, die het hooge
bruidspaar kwamen begroeten daar
klopte hem iemand op den schouder.
Snel wendde hij zich om en zag een
oudachtig heertje voor zicb, dat zich met
eon lichte buiging aan hem voorstelde als
Von Krackwitz, directeur der inrichting.
Bruno gevoelde zich aanmerkelijk meer
op zijn gemak, toen hij bespeurde met
iemand van zijn stand te doen te hebbea.
De directeur had ook werkelijk een aller
innemendst voorkomen de vriendelijke
glimlach op zijn aanschijn ontsloot Bruao's
hart en tong. Zonder stotteren begon
hij: »Waarde baron ik zou gaarne wil
len trouwen en als het mogelijk is, zeer
Duymaer van Twist, betreffende de
toepassing der Zondagswet, antwoordde
de Minister van Binnenlandsche Zaken
Eeu wet als de Zondagswet, die reeds
een levensduur van meer dau eeu
eeuw achter zich heeft, is begrijpelij
kerwijze verouderd eu voegt zich niet
meer aan bestaande toestanden.
De Regeering heeft reeds de noodige
stappen gedaan, om de voorbereiding
van een nieuwe Zondagswet ter hand
te nemen.
Nederland en België,
Het comité Huldiging Belgisch Ko
ningspaar, dat al spoedig na zijn optre
den door de verwikkelingen in verband
met annexionistische plannen in België
zyn pogingen zag falen en daarom
besloot zijn werkzaamheden te stakeu
en een afwachtende houding aan te
nemen, heeft in de goede resultaten te
dien opzichte door den Minister van
Buitenlandsche Zaken bereikt en ia de
telegrammen, gewisseld tusschen de
wederzijdsche vorstenhuizen, aanleiding
gevonden om het ingekomen bedrag
thans naar Brussel op te zeudeu als
een bijdrage iu den nood der Belgische
oorlogsslachtoffers.
Bewapening burgerwachten.
Ten opzichte van de bewapening van
burgerwachten, heeft de Minister van
Oorlog bepaald, dat voor elk lid moet
beschikbaar zyn voor oefening 100
scherpe patronen en voor uitreiking bij
eventueel optreden ook 100 scherpe
patronen.
De burgerwacht is zelf verantwoor
delijk voor het onderhoud der wapens,
spoedig. Ik, ik ik heb geen geld
meer, moet u weten.» »Nu, u is ten
minste openhartig, mijn waarde heer
Von Schreckensteindat is in' ouzen
tegen woordigen tyd al reeds iets waard.
U heeft zich, zooals ik zie, bijzonder
met dit portret beziggehonden. Dat be
wijst uw goeden smaak, mijn waarde
Von Schreckenstein. Een zeer beschaaf
de dame, zeer, zéér bemiddeld eu
gunstige beschiking van 't lot met
sterke voorliefde voor ouden adel. Wat
haar verleden betreft
>Wat ik u bidden mag,» viel Brnno
hier in, »bedekken wij dat mat een
sluier.»
Volstrekt niet noodig,» hervatte Von
Krackwitz met overtuiging, »mijn dames
behoeven zich niet over haar verleden
te schamen. Mejuffrouw Felicitas Zwecki
is vijf en twintig jaar lang huishoudster
geweest by den heer Krackler, den groot
sten zwijneahandelaar uit de geheele
proviacie. De man heeft haar zijn ge
heele vermogen nagelaten en zij liet
zich ua zijn dood een zeer groote en
fraaie villa hier in de nabijheid bouwen.
Mejuffrouw Falicitas wil nu een heer
vaa adel met strenge grondbeginselen
aaagaaude den echt hst bestier over
haar hart en haar geld toevertrouwen.
Haar weusoh wordt nog ondersteund
door eeu innemend uiterlyk zooals
ge u hebt kannen overtuigen.
Wordt vervolgd).