25.
Woensdag 2 Juli 1910.
35e 4aar
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. 0. VINK - Axel.
Raadsverslag.
I ISAM.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per poet 877j Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Sr. 56. - Poitbox 6.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiio worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Zitting van 24 Juni 1919.
(Slot).
X. Verzoek van het Hoofdbestuur
van den Ned. Chr. Bond van personeel
in publieken dienst te Rotterdam, dat
het minimum loon van de werklieden
wordt gebracht op 22 gulden per
week, enz.
Adressanten vragen in hun schrijven
le dat het minimumloon van de
werklieden wordt gebracht op f 22 per
week voor ongeschoolden arbeid en
voor geschoolden aröeid naar verhou
ding hooger
2e de rechtspositie van de werklieden
zal worden geregeld in een Werklie
denreglement.
Ter toelichting wordt opgemerkt, dat
a. de laatste loonsverhooging voor
een deel de financieele kracht van de
werklieden niet versterkt heelt, omdat
de toeslagen zijn opgehouden
b. afgezien daarvan die verhooging
toch niet voldoende was, omdat de
verhooging van den levensstandaard al
maanden gemiddeld 80% bedroeg en
zelfs 106% volgens de laatste statistische
cijfers van het centraal Bureau voor de
Statistiek.
Ten aanzien van het tweede verzoek
merkt men opde rechtspositie van
allen, die in openbaren dienst zijn, zal
waarschijnlijk zeer spoedig bij de wet
geregeld zijn, waardoor de gemeentebe
sturen voor het feit staan om de daarin
gestelde algemeene regelen uit te
werken, zoodat wanneer nu reeds rege
len gemaakt worden, het aanpassings
vermogen voor de Gemeente straks
gemakkelijker zal zijn.
B. en W. stellen voor, dat met een
eerstvolgende herziening der jaarwed
den rekening met het verzoek zal
gehouden worden en er voorloopig niet
op in te gaan.
Met alg. st. aangenomen.
XI. Verzoek van de Zeeuwsch-
Vlaamsche Tramweg Maatschappij om
meer subsidie.
De Voorz. zegt, dat ingevolge besluit
van de vorige raadszitting een schrijven
is ingediend, doch daarop nog geen
antwoord is ingekomen, zoodat besloten
wordt dit punt nog aan te houden.
XII. Vaststellen verordening, op het
Brandwezen.
De Voorz. zegt, dat B. en W. voor
stellen, om de bestaande verordening
te doen vervallen en een. nieuwe vast
te stollen, die vergeleken bij de oude
aldus is samengesteld:
De artikelen 1, 2, 3 en 4 blijven
onveranderd.
Art. 5 wordt gelezen als volgt
Ieder mannelijk inwoner der gemeente,
die den leettyd van 25 jaren bereikt
heeft en zijn 45ste jaar niet is inge
treden en die niet door gebreken voor
don dienst ongeschikt is, is verplicht
by de brandweer te dienen.
De aanwijzing tot den dienst geschiedt
by een aanstelling door Burgemeester
en Wethouders op voordracht vau den
brandmeester.
Art. 6. Tot den dienst bij de brand
weer kunnen niet worden aangewezen
Geestelijken en bedienaars van den
godsdienst
Genees-, heel- en verloskundigen
Militairen in werkelijken dienst
Spoorwegbeambten
Ambtenaren van ryks- en gemeente
politie en voorts alle ambtenaren van
het Rijk, de provincie of het dagelijksch
besiuur der gemeente, die door den
aard hunner betrekking geroepen kun
nen worden, bij brand andere diensten
in het algemeen belang te verrichten.
Art. 7. De manschappen worden door
Burgemeester en Wethouders uit den
dienst ontslagen
a op eigen verzoek, zoodra zij öf
den leeftijd vau 45 jaren hebben bereikt,
öf door lichaamsgebreken buiten staat
geraken dienst te verrichten, óf onder
de in bet vorig artikel opgenoemde
categoriën vallen
b. ambtshalve, den brandweergehoord,
wanneer hun langer dienen niet in het
belang van den dienst wordt geacht.
Art. 8. Hy, die tot dep dienst by de
brandweer wordt aangewezen, is bevoegd
zich door afkoop van den dienst te
bevrijden.
Art. 9 (oud) vervalt.
Art. 10 wordt art. 9, te lezeu als volgt
De afkoop van den dienst kan ge
schieden tegen 25 per jaar zoolang
de aanvrager dienstplichtig blijft.
De betaling geschiedt ten kantore
van den gemeente-ontvanger, die door
Burgemeester en Wethoudersgemachtigd
wordt de afkoopsom in ontvangst ie
nemen.
Het door den gemeente-ontvanger
daarvoor af te geven ontvangbewijs
wordt door den belanghebbende aan
Burgemeester en Wethouders overgelegd
die daarop in het eerste geval op zyne
aanstelling den aankoop aanteekenen,
in het tweede geval hem uit den dienst
bij de brandweer ontslaan met vermel
ding van den afkoop.
Art. 11 wordt art. 10; art. 12 wordt
art. 11art. 13 wordt 12.
Art. 14 wordt art. 13, waarin ver
vallen de bepaling, dat de Burgemeester
vrystelling kan geven voor het bijwonen
der oefeningen.
Art. 15 wordt art. 14, art. 16 wordt
15, art. 17 wordt 16
Art. 18 wordt 17, te lezen als volgt
De manschappen genietou voor het
bijwonen eener oefening eene schade
loosstelling wegens tijdverlies ten bo
drage van ƒ0,50.
Die schadeloosstelling wordt niet ge
noten door bem, die te laat komt, die
zonder onderscheidingsteeken verschijnt
of wiens onderscheidingsteeken niet in
behoorlyken staat is onderhouden, die
zich verwydert zonder verlof, of voor
dat het teeken is gegeven, of die wegens
dronkenschap of onbehoorlijke gedra
gingen moet verwijderd worden.
Art. 19 wordt 18, te lezen als volgt
Wanneer eene brandspuit buiten de
gemeente wordt gevoerd genieten zij,
die daarbij dienst verrichten eene
schadeloosstelling van 0,30 voor elk
uur dieast, vau des voormiddags 6 tot
des namiddags 10 uur en ƒ0,40 voor
elk uur dienst van des namiddags 10
tot des voor middags 6 uur.
Art. 20 wordt 19, te lezen als volgt
De overtredingen van de bepalingen
dezer verordening worden voor zoo ver
daartegen niet bij eene wet, een alge-
meenen maatregel van inwendig bestuur
of eene provinciale verordening is voor
zien, gestraft als volgt
die van artikel 13 derde lid, met
eene geldboete van ten hoogste 10
die van artikelen 14, 15 en 16 met
eene geldboete van ten hoogste 15
of hechtenis van ten hoogste drie dagen.
De overige artikels blijven onver
anderd met dien verstande, dat natuur
lijk de slotbepalingen zijn gebracht op
de daarvoor geldende datums.
Nadat de Voorz. de veranderde
artikels had voorgelezen wijst hy op
de voornaamste veranderingen, welke
dus bestaan ia
a. het aanstellen op 25-jarigen leef
tijd
b. het ontslag op 45 jarigen leeftijd
c. het vervallen van plaatsvervan
gers en d. de hoogere afkoopsom.
Dhr. de Kraker vraagt of het niet
billijker zou zyn de manschappen by
loting aan te wijzen, aangezien
de gemeente niet alle ingezetenen
noodig heeft en toch iedereen in aan
merking komt.
De Voorz. zegt, dat B. en W. zulks
rijpelyk hebben overwogen, doch men
dan kans heeft om een aantal personen
te krygen, waarmede niets te beginnen
is, zoodat de brandmeesters zouden be
danken eu zeggenmet die menschen
moeten jullie maar werken.
Dhr. de Kraker vindt het jammer,
dat zoo iets van onze gemaentenaren
gezegd moet worden. Hij kan niet
begrijpen, dat het zoo erg is, en boven
dien vindt hy hat dan wel een onge
lukkige toestand als de goedwilligen
dan maar de dupe moeten zyn van
degenen, die niet willen.
Dhr. OggelJa, in sommige ge
meenten heett men een vrijwillige
brandweer, maar dan heett Axel een
goedwillige brandweer. Maar in de
verordeningen zyn toch ook strafbepa
lingen, die voor onwil waken.
Voorz.Als we op die manier brand
moeten blusscben, dan kan de brand
weer in sommige gevallen wel thuis
blijven.
Dhr. Oggel. Die toestanden heeft
men toch iu 't leger ook, daar kan men
toch niet aan toegeven.
Voorz.Juist, maar wij gingen van
het standpunt uit, boe kunoen we bet
beste resultaat bereiken. We hebben
nu ook een motor eu daar is goed per
soneel voor noodig.
Dhr. OggelDat is wel uit te zoekeu.
Voorz.We moeteu toch oök niet
vergeten, dat er altyd nog menschen
zijn, dia er trotsch op gaan, dat met
hen kan gewerkt worden en die als
voorbeeld kunnen dienen.
Dhr. de Kraker. Die zijn dan juist
een prikkel voor de slechten.
Voorz.We hebben de ondervinding
dat de menschen zeidenwe doen het
niet langer zoo.
Dhr. de Kraker,Ja, maar dat was
een gevolg van den ouden toestand,
toeu betrekkelijk oude menschen bet
werk moesten doen, terwyl jonge
krachten er op stonden te kijken en
spotten met ouderen. Als geen onder
scheid wordt gemaakt en ieder door
het lot wordt aangewezen, zal ook ieder
aan zijn plicht voldoen.
De Voorz. merkt nog op, dat over de
plichten als mensch heel lang te praten
is, doch dat velen daar hun sloffen aan
afvegen. De Raad kan echter over
wegen of zij loten beter vindt.
Dhr. Oggel is daar ook voor; er zyn
altyd toch maar enkele menschen, die
zich onbruikbaar toonen.
Dhr. Kruysse zegt, dat B. en W. ook
wel wat voor loting voelden, maar zij
voor de bezwaren der brandweer ge
zwicht zyn. Toch kan de Raad zich
uitspreken.
De Voorz. vindt dit goed, maar dan
moeten de heeren later met geen ver
wijt komen, als het niet goed mocht
gaan.
Na langdurige discussie wordt met
alg. st. besloten om bij art. 5 der ver
ordening toe te voegen„Bij loting
zal jaarlijks bet noodige aantal personen
worden aangewezen" waardoor dan de
laatste alinea van dat artikel vervalt.
Hierna wordt aangenomen het voor
stel van B. en W. om de oude ver
ordening in te trekken en de nieuwe
vast te stellen.
XIII. Voorstel van B. en W. om hun
een crediet te verleenen voor uitbe
taling van ko3ten voor de Burgerwacht.
De Voorz. zegt dat gevraagd wordt
eeu crediet van 500, in de hoop dat
do Raad dit zal goedkeuren voor de
Burgerwacht, die voor de veiligheid
der burgery zal zorgen.
Dhr. Oggel vindt 500 niet te veel.
Dbr. De Kraker meent dat dit voor
het eerste jaar wel noodig zal zyn,
maar welliebt volgende jaren niet.
De Voorz. Zegt, dat natuurlyk ƒ700
beter isheeft men het niet noodig,
dan wordt het niet verbruikt.
M. a. s. wordt daarop eeu subsidie
van 700 verleend.
XIV. Onderzoek geloofsbrieven ver
kozen Raadsleden.
De Voarz. deelt mede, dat B. en W.,
hoewel bekend is, dat over dat punt
verschil van meening bestaat, z(j het
op de agenda hebben geplaatst, omdat
zij bet eens zyn met de redactie van
de „Gemeentestem". Benoemd wordt
een commissie bestaande uit de heerea
Smies, Wolfert en Vau Driel, dis, terwijl
de vergadering eeue wijle geschorscht
wordt, do geloofsbrieven onderzoeken.
Na hervatting der zitting adviseert
de commissie bij monde van den heer
Smies, tot toelating der gekozen raads
leden.
De Voorz. doet dienovereenkomstig
een voorstel, dat m. a. s. wordt aange
nomen.
XV. Reclames in zake de Honden
belasting.
Ingekomen zijn reclames van P. de
l'Ecluse en D. de Smet, die voor een
half jaar afschrijving vragen. L. van