L\0. 21. Momsdag 18 1919. 35e «iaat*#. - Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h- Vlaanderen. I J. C. VINK - Axel. Woorden yan beteekenis. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTS PR IJ A Per 3 Maanden 75 Cent; franco per post 87VS Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent I DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. Telefoon Nr. 56. - Postbox 6. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Gent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot' Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure. De gelukkige oplossing van de annexatie-spanning, voorzoover optimis ten die thaus van de baan achten, Dam i in ons vorig nummer dermate plaats in beslag, dat we moesten uitlichten de telegrammen, welke in verband daarmede gewisseld werden door het Algemeen Comité tegen annexatie in Zeeuwsch Vlaanderen met H. M. de Koningin. We deden dit, omdat we ze als bekend achten, maar willen deze toch nog in ons nummer vastleggen. Het Comité seinde „Nu de territoriale eischen van België van de baan zijn en Zeeuwsch Vlaan deren dus verzekerd is Nederlaudsch te blijven, brengen we namens geheel Zeeuwsch-Vlaanderen Uwe Majesteit onzen diep gevoelden dank voor de krachtige leiding in deze moeilijke tijden en de betoonde lietde voor onze landstreek. Dit laatste jaar heeft zoo mogelijk de banden tusschen Nederland, Oranje en Zeeuwsch Vlaanderen nog vaster gemaakt." Namens het algemeen comité tegen annexatie in Zeeuwsch-Vlaanderen Ds. J. N. Pattist, Aardenburg, voorzitter Mr. J. P. van Bortel, Oostburg, secre taris." H. M. antwoordde telegrafisch als volgt „Van ganscher harte deel ik uw l vreugde iu den voor Zeeuwsck-Vlaan deren en ons geheele Nederland gelukkigen afloop der voorloopige be sprekingen te Parijs. Ik dank uw comité en de geheele bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen voor den krachtigen steun der regeering verleend tot het behoud van onze nationale eenheid. Mogen de hechte banden, welke uw landstreek met Nederland eu Mijn huis verbinden, tot in lengte van dagen uwer bevolking heil, zegen en voor spoed brengen. w.g. WILHELMIMA." Ook van het comité Limburg werd eeu dergelijk telegram ontvangen, dat in denzeltden geest beantwoord werd. Naar gemeld wordt, hebben behalve 1 de Protest-Csmité's „Limburg bij Neder land", het algemeen Comité tegen annexatie in Zeeuwsch-Vlaanderen te Oostburg, ook het plaatselijk Protest- Comité te Zaamslag en verschillende i gemeentebesturen in Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen, waaronder die van Maastricht en van Sas van Gent, aan den Minister van Buitenlandsche Zaken telegrammen van gelukwen- sching gezouden, naar aanleiding van het door hem bij de te Parijs gevoerde onderhandelingen, behaalde resultaat. Het Provinciaal Anti Annexatie comité in Zeeland ontving van Z.Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken het navolgende schrijven „Uw adres aan H. M. de Koningin d.d. 23 Mei werd met do verzameling t handteekeningen door H. M. in mijne handen gesteld. Deze stukken zyn heden door mij doorgezonden aan den Minister van Buitenlandsche Zaken met verzoek voor toezending aan Harer Majesteits Gezant te Parijs te willen zorg dragen, opdat de conferentie welke over de herziening van het verdrag van 1839 zal hebben te beraadslagen, kennis kan nemen, van de uiting van de bevolking der Zeeuwsche eilanden. De Minister van Binnenlandsche Zaken. (w.g.) RUYS DE BEERENBROUCK. Ook kunnen we het beschouwen als een gevolg van de goede oplossiug in Versailles ten opzichte van territoriale eischen, dat op 7 dezer Z. M. Koning der Belgen aan onze Koningin een telegram zond, waar reeds lang in ons land op gewacht werd. Het uitstellen van die blyken van erkentelijkheid had reeds veler aandacht getrokken, te meer daar deze uit Frankrijk eu Enge land reeds maanden geleden waren ontvangen. Het telegram luidt aldus „Op het oogenblik, dat de omstandig heden aau de laatste Belgen, die door Nederland zoo hartelijk zijo opgenomen gedurende de smartelijke jaren van den oorlog, het mogelijk gemaakt heb ben naar hun vaderland terug te keeren, richt Ik als tolk vau de erkentelijkheid der natie tot Uwe Majesteit hartelijkeu dank. België zal nooit kunnen vergeten de gastvrije toevlucht die zijn kinderen op Nederlandschen bodem hebben gevon den, noch de onvermoeide pogingen in hot werk gesteld om hun balling schap on hun lijden te verzachten. Ik bied Uwer Majesteit en het Neder- landsche volk de uitdrukking aan van de gevoelens van het dankbare België. (w. g.) ALJHÉRT." De Koningin heeft daarpp met het ivolgende telegram geantwoord „Ik dank Uwe Majesteit voor de uitdrukking van de gevoelens van het dankbare België, welke Zij en Mij het Nederlandsche Volk aanbiedt. Door de gastvrijheid te gedenken, die Mijn land zich gelukkig geacht heeft zonder beperkiug aan de uaburige en bevriende natie te kunnen aanbieden, roept Uwe Majesteit de herionering op aau eeu betoon van wederkeerig vertrouwen en sympathie waaria onze beide volkeren elkaar ontmoetten. Als tolk van Mijn volk spreek Ik den wensch uit, dat de betrekkingen tus schen België en Ne Ierland zich inden geest van die herinnering zullen voort zetten. (w.g.) WILHELMINA." Het <V. v. d. D. schrijft naar aan leiding van de telegrammen door Ko ningin Wilhelmiua en Koning Albert gewisseld dat het incident na het teler gram* aan deze laatste als geëindigd mag "worden beschouwd. „Koniugiu Wilhelmina heelt het telegram vau den Koningin op wel willende eu vriendschappelijke wijze beantwoord iets anders was niet te verwachten. Dit antwoord is gesteld in een buitengewoon gelukkigen vorm. Van de Belgische regeeriug wordt niet gereptnadrukkelijk van „het dankbare België" en „onze beide vol ken". In herinnering wordt gebracht dat de gastvrijheid der Nederlanders aan de Belgen in verdrukking „zonder beperking" werd verleend, en dat Nederland zich gelukkig achtte, dit te kunnen doen. D. w. z.op dankbaar heid rekenden wij niet, nog mimder was onze goedgeetschheid een speculeeren op de toekomst. Moeilijk had op kie- scher wijze een wenk gegeven kunnen worden aan de Belgische annexionisten, wier dankbaarheid op een waarlijk al te ongewone wijze tot uiting kwam. Eo waar in Koning Albert's telegram geen sprake was van „versterking der banden" of een van die, in zulk een stuk meestal niet ontbrekende zinnetjes, wijst ouze Koniugiu er duidelijk genoeg op, dat voortaan de betrekkingen tus schen België en Nederland zich in een geest van wederkeerig vertrouwen en sympathie bëhooren te ontwikkelen. 't Is alweer zoo kiesch en diploma tiek mogelijk uitgedrukt de wenk kóu niet zachter zyn, maar hij moet be grepen worden en zal niet zonder uit werking blyven. Want voortaan daarop komt het aan mag er niets meer zy'c dat België en Nederland vau elkaar ver vreemdt. Het „dankbare België" zal weldra begrijpen dat het door minister Hijmaas op een verkeerden weg was gebrachtde gemeenschappelijke be langen der beide kleine landen wijzen ook voor de toekomst in de riehting van samengaan, niet van verwijdering". Schoolstrijd en schoolrrede. Vrydag is door de Tweede Kamer het wetsontwerp tot wijziging der Lager Onderwijswet aaugenomen, waarbij het voornaamste deel van de financieele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs is bekrachtigd. De ouder- wijzerssaiarissen zullen, voor beide takken van onderwijs, voortaan gelijk zijn en uit de staatskas wordeu betaald. De cijfers, waarmee de salariswet werd aaugenomen, ziju welsprekend. 87 tegen 3. Alleen de communisten tegen. Het wa3 voor onzen bekwamen en weisprekenden minister van Onder wijs een groot succes. Eerst scheen het, of een grooter deel van links zich nog tegen zou verklaren, maar de minister heeft door zijn concessie bij de overgangsbepalingen ongetwijfeld nog veel goedgemaakt. Het was een mooi ooganblik voor hem. Hij was zichtbaar ontroerd. Ea mooi was ook het momeut^toen hij zich naar de Savornin Lohmau, uien ouden strijder voor het bijzonder onderwijs, begat, om hem geluk te weuscheu. Intusscheu zijn de ouderwijzers aau de bijzoudere scholen er het beste moe. Hun salaris komt uu op eeu belangrijk hooger peil, zoodat zy nu ook niet allerlei bijbaantjes meer behoeven te aanvaarden, om hun stand op te bouden. Zoo is dan eindelijk, na den scherpen stryd ouder Vau der BruggheD, ouder Kappeyne, onder Mackay en ouder Kuyper, de financieele gelijkstelling verkregen. Voor Lobman de bekroning van zyn levensstrijd. Voor De Visser een dankbaar succes in eeu pas begonnen ministers-carrière. Nu moet de definitieve herziening der Onderwijswet volgen. Het laat zich voorzien, dat deze in pays en vreê zal geschieden. Daarom vooral is het zoo verheugend, dat vrijwel de gehoele Kamer (behalve de commuuisten, vau wie niemand weet wat zij eigenlijk willen) zich met de salariswet heeft vereenigd. In eensgezindheid kan straks de Onderwijswet worden behandeld. Moge dan, eindelijk, de schoolstrijd op politiek terrein, die zooveel kwaad heett gebrouwen, geëindigd zijn, en ieder, die daartoe speciaal geroepen is, zyn kracht aanwenden tot verheffing van het peil van ons volksonderwijs. Moge het thans worden tusschen de scholen van verschillende gezindten, of liever tusschen hunne leerkrachten een eerlijke concurrentie om het o n d e r w ij s z e l v e, en daardoor ook de school zoo goed mogelijk te doen zyn. We hebben hierbij voor namely k het oog op die leerkrachten der open bare school, van wie blijkt, dat ze huune positie dermate onafhankelijk gevoelen, dat het hun weinig kan schelen, hoe men over hun onderwijs denkt, m. a. w. dezulken, die geen voldoende liefde voor hun vak toonen en derhalve weinig eergevoel hebben voor da resultaten van hun arbeid. Vrouwenkiesrecht. Door de Algemeene Nederlandsche Vrouwen-Organisatie, presidente Nine Minnema, is aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, het volgende adres gezonden Excellentie Ondergeteekenden, uitmakend het hoofdbestuur van en in dezen vertegenwoordigend de Algemeene Nederlandsche Vrouwen-Organisatie, gezien, dat de Tweede Kamer der Staten Generaal het wetsontwerp Marchant c.s. tot invoering van vrou wenkiesrecht met groote meerderheid van stemmen heeft aangenomen. vertrouweade, dat ook de Eerste Kamer zich voor genoemd ontwerp zal verklaren en dat de Kroon het zal bekrachtigen, van oordeel, dat de behandeling, van de door de regeering in te dienen voorstellen tot wijziging der grondwet slechts raag geschieden door een Tweede Kamer, die eeu beeld is van het geheele Nederlandsche volk, van oordeel, dat cj-ic slechts het geval zal zijn, als genoemd college zal zijn gekozen door mannen en vrouwen. verzoekt Uwe Excellentie, om, als het wetsontwerp jMarchanl c.s. wet zal zijn geworden, II. AL de Koningin te willen adviseeren tot kamerontbinding, en verzoekt Uwe Excellentie tevens reeds nu die maatregelen te willen treffen, waardoor het mogelijk zal wor den, om bij een kamer de bestaande kiezerslijsten aangevuld te krygon met de namen der vrouwelijke kiezers.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1919 | | pagina 1