55« illiLiC Woensdag 9 April Nieuws- en Advertentieblad /^CCi óc 1 .A voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. YINK - Axel. Op ter stembus Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- 9n Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 75 C®ntfranco per post 871/, Cent. Afzónderlijks Nog. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Markt C 4. j Telefoon Kr. 58. - Postbox 8. aUVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken ragei meer 10 Gent. Groote letters worden naar piaatBTuiBite blekend. Advertentiftu worden franeo ingewacht, «iterltjk tot Dinsdag- en Vrlldagrwiddag TWAALF ore. Dit motto is niet bedoeld als een strijdkreet, als een uiting van strijdlust om den tegenstander te bekampen. Het is slechts een opwekking om, nu de stembus ia 't zicht is, of reeds ge opend, wakker te zijn ea getrouw aan zijn beginsel, als goed vaderlander en burger zijn plicht te doen. Zyn plicht tegenover de gemeenschap, tegenover zijn stand, tegenover zich zelf. Het ligt niet op onzen weg om hier te adviseeren of te betóogen stemt zus of stemt zóó. Wy meenen, dat dit van andere zijden genoeg geschiedt, en dat zij, die naar de stembus gaan voor zichzelf dienen to weten, aan welke partij, aan welke persoon zy hun stem moeten geven. Onze raad luidt slechts stemt! En wij wenschen hieraan eenige opmerkingen te verbinden. Daar zijn er altoos velen geweest, zoowel bij links als bij rechts, die het niet als een plicht gevoelden om te gaan stemmen, die voor een gang naar de stembus al heel weinig voelden. Onder de onontwikkelden zijn er velen zoo, maar men treft ze ook aan in kringen, waar men dat niet zou ver wachten. Vraagt men naar de reden, dan zijn er, die er zich met een grap van al maken ,Och, 't is me precies hetzelfde, of ik door de kat of door den kater gebeten wordt", is een uit drukking welke van dien kant nog al eens gehoord wordt. En uit hetgeen er dan verder volgt, blijkt, dat meu onder .gebeten worden" verstaat: z(jn aanslag in do belasting. Voor dezulken is de besta regeering, het beste bestuur die, welke het goedkoopst zijn, en de belasting zoo laag mogelijk weten te houden. Daar zijn, helaas, nog maar al to veel menschen, die weiuig gevoelen voor de gemeenschap, voor den voor uitgang voor noodzakelijke verbeterin gen en hervormingen. Ten minste niet, als het hun geld kost. Hebben zij er direct belang bij, clan, nu ja, willen ze er wel iets voor offeren. Daar zijn anderen, die de zakon ernstiger schynen op te vatten. Zij doen niet aan politiek of houden niet van politiek, zeggen ze, omdat die .zoo vuil" is omdat er in de politiek zooveel verkeerde dingen gebeuren, dikwijls heel andere drijfveeren voor zitten dan de oprechte bedoelingen om 's lands belangen, do welvaart van stad en land te bevorderen. Als men eens een kykje heeft gehad achter de schermen, dan walgt men van al dat gedoe; eer en heerschzucht, zucht naar gewin voor party of persoon, spelen de hoofdrol". Dat in deze overdreven voorstelling veel waars is gelegen, kan moeilijk worden ontkent. Verbazen beboeltocs "dit echter niet. Op welk terrein is het anders? Waar ziet men anders dan onvolmaakt, gebrekkig menschouwerk kleine bedoelingen, onedele drijfveere egoïstisch gedoe? Dit mag echter geen reden zyu om zich aan de „politiek" te onttrekken. Ten eerste omdat de wetten en ver ordeningen, waaronder we leven en waardoor we worden geregeerd in staat, provincie en gemeente worden gemaakt door de manschen die daartoe door de kiezers worden aange wezen. Wenschen we dus wijziging, verbetering in de bestaande wetten en verordeningen; wenschen vte een nieuwe richting in het bestuur wegneming van misstanden, dan kun nen we alleen daartoe medewerken door gebruik te maken van ons stem biljet en ons te vereenigen met anderen, die gelyke opvattingen en beginselen zijn toegedaan. Door ous te or.jthouden, schakelen we onzen invloed uitdoor mee te doen en mee te ijveren knnnen we mee werken tot zuivering der poiitieke zeden, tot het minder worden van wat er vuil en rot is in de politiek. Niet altoos is het ernst by hen, die zich onthouden of een afstand blyven van het vereenigingsleven op politiek gebied. Vaak zyn het .wilden", die zelf niet weten wat zij willenof die schromen kleur to bekennen uit vrees ia hun brood geschaad te worden liefst eten van twee walletjes, 't Kan ook zya, dat men zich eigenlyk by geen enkele partij geheel thuis of behaaglijk gevoeltzich nu eens meer tot deze, dan weer tot gene partij zich het meest voelt aangetrokken. Zoo zijn er onge twijfeld velen. Geen twee menschen denken gelijk, er is verschil iu levens in wereldbeschouwing, en dus ook ver schil iu opvatting betreffende voorko mande maatschappelijke vraagstukken. Maar men diens zich hierin te ver- eenigeu met hen, die het in hoofdzaken eens zijn, omdat in veroeniging de kracht is gelegen. Blijft men zich gescheiden gevoelen tegenpver iedere bestaande partij, om welke reden ook, dan kan men streven naar een nieuwe groopeering, die meer bevredigtdoch voorloopig blyve meu waar men is, tot men het beter heeft gevonden. Intusschen zij men wars van belaa- genpolitiekvoorop sta het gemeen schapsbelang. Klagen over hetgeen men anders wensoht is niet voldoendemen moet de middelen aangrijpen, die tot verbetering kunnen dienen, en ééu daarvan is het stembiljet. Dat het stembiljet ook voor de Statenverkiezing van gewicht is, is in den loop der laatste jaren vooral gebleken. De werkkring der Staten heelt zich gaandeweg uitgebreid. Men heeft de Prov. begrootingen maar eens na te gaan. Hoe zijn deze gestegen door de vele subsidie's die aan allerlei openbare zaken worden verstrekt, als aan vakscholen, ambachtsscholen, land bouwonderwijs. proeftuinen, enz. Of heelt niet iedereen belang bij een goede wegenpolitiek Betere hoofd wegen beteökenen immers beter ver keer, goedkoopere productie, snelleren handel, uitbreiding van industrie, meer werkverschaffing, enz. En vooral voor onze streek in het byzonder willen we wyzen op het be lang der Statenverkiezing. Men denke slechts aangoede afwatering der polders, aanleggen van wegen, verlen ging van het kanaal AxelSassing, betere correspondentie tusschen de verkeersmiddelen, enz. enz. Door betere behartiging van verschil lende belangen zijn natuurlijk de opcenten, die we voor de provincie hebben te betalfen, aanzienlijk verhoogd. Dat kau niet anders, die zaken kosten geld Maar die uitgaveD komen het volk ten goede en zyn dus iu het algemeen belang. Daarom hebben we dan ook mannen te kiezen in de Staten, die niet bang zjjn om geld uit te geven voor noodige en nuttige diDgendie bij gepaste bezuiniging een open oog hebben voor de behoeften der burgery in al baar geledigen. We hebben mannen noodig, die medegaan met hun tyd. Wij moeten thans vooruit, en met kracht. Alleen zij, die nog blind zijn voor de teekenen des tijds, houden zich terug en willen volharden bij bet oude. Ook voor de sameustelling van de leden der Eertse Kamer is de Staten verkiezing van gewicht, omdat zooals men weet, die gekozen worden door de Statenleden. 'tZy men behoort tot links of tot rechts, men weet nu, dat de beteekenis der Statenverkiezing niet mag worden onderschat en daarom horhalen we voor iedereen Op ter Stembus Het verleden en de toekomst van Zeeuwsch Vlaanderen. II. Eigenlyk wonen we in Vlaanderen; oorspronkelijk zijn we dan ook een onderdeel van Vlaanderen. OmtreDt den naam bestaan verschillende mee- ningen. Iu een oud geschiedenisboek las spr.A flando fiander nomen et omen habet, hetgeen beteekent Vlaanderen wordt zoo van den wind [genoemd Wat wonder, dat een Vlaming stoft [en roemt. Een ander beweert, dat in Vlaande ren het woord vlamevlieden of vluchten zif, omdat de bewoners er uit andere streken gevlucht waren. Eu een derde lezing, de meest waar schijnlijke is, dat Vlaanderen afkomstig is van Flandebert, die voogd of graaf werd over deze landstreken, als opvol ger van zijn vader, die den reus Fynaert van Rijssel had gedood, uit wraak over den dood van zyn vader, prins van Bourgondië (621). Flandibert was gehuwd met Idonea, die het huwelyk in 12 jaar met 18 kinderen zegende, w.o. 15 knapelyke eu 3 meisjes, „soodat aldus wordt ondeugend opgemerkt jammer ware geweest, dat deze princesse een nonue geweest hadde." Veel vrooger nog, men meent in de dagen van Nicodemus, die stichter waB van Ninevé en Koning van Babel, moest de stad Belgis gesticht zyn, door de Trojanen, die landden in Henegou wen en verder landwaarts in werden verdreven door een witte wolf. Hun aanvoerder was Bavo. Het eerst kwamen hier de Morinen wat moerasbewoners beteekent, de Groediniërs, Menapiërs, Gordonen en Sueven, later Zeeuwen genoemd. Deze volken leefden van wilde vruchten en wat ze ter jacht en visschery konden bemachtigen Zooals we op de lagere school leerden, waren se gekleed in dierenvellen en wisten als drank reeds een soort bier te brouwen, dat afkooksel van gerst was. Schoon onbeschaafd, kwam er toch langzamerhand door de jaren heen eenige orde, doordat ze zich in dezelfde streek wisten te handhaven. Dit bljjkt ook uit het volgende rym Zy connen daar wel aan wulle en [vlas geraken, En weten daar al te maken Laken zeer goel. Het werd een effen pleyn land van [luchte soet Daar goet coren waBt en heel veel [boomen Maar niet veel bosschen, daar de [roovers in dromen, 't Heeft ook sommige broucken, daar [men uit graaft Als wier beslaaft goede swarte eerde, [God weet Van dewelke men torf maakt, vier- [kant geschaatt Om te verbranden ende maakt een [vier seer heet. Men leest hieruit een begin van handel en landbouw. Bosschen werden gerooid en in bouwland herschapen, wat wyst op toename van de bevolkiDg. Men had meer voedsel noodig en daarom meer akkerbou w. Ook de Saxen hebben hier nog een tijd genesteld, wat nog blijkt uit den naam Hengstdijk, die men ontleende aan Hengist, die hoofdman van de Saxen was. Later vertrokken deze naar Engeland, waar men nog spreekt van Anglo-Saxiërs. Weldra deed zich de heerschzucht der Romeinsche koningen in deze richting gevoelen. Romeinsche troepen brachten de volken hier onder hun gezag, wat echter leidde tot meer be schaving. Plassen en moerassou werden binnen de oevers gehouden. Men begon dijken te leggen. Ook ontstond eon soort industrie: zie maar op de Ro meinsche munten, welke o. m. nog gevonden zyn in de omgeving van Braskens. Als men weet dat deze munteD reeds zaten onder een veen achtige aardlaag, behoeft men niet te vrageD hoe de gesteldheid van den bodem hier vaak veranderd is. Er werden ook langzamerhand metalen wapens en gereedschappen vervaardigd. Het indijken en aanwerven van gron den geschiedde echter betereu vlugger door de Noormaunen, die aooals we weten hunne herhaalde invallen hier deden, om zich te verrijken of te vestigen. En nu komen wo aan het ontstaan van ons Axel De r.aam Axel wordt vaak ontleend aan den Noorschea voornaam ,Axel" eu toch meent spr., dat veel waarschijnlijker die naam ontstaan is door de sameustelling van »Ake" en ,sele" (zaal), hetgeen water en wooaplaats beteekent.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1919 | | pagina 1