n i
Miói1
Xo. «00.
Zaterdag 22 Maart 1019
34° Jaara.
"SMAl
Nieuws- en Advertentieblad
~SL fö I
>H\L. J voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel. j
De belooging le middelburg.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 871/» Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER j
Bureau Markt C 4.
Telefoon Xr.d6. - Postbox 6.
ADVERTENTEEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertent,i&u worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
ii.
We vonden de rede van don beer
Pattist juist voor ons Zeeuwsch-Vlatnin-
geu te interressant om in verkapten
vorm weer te geven. Met toestemming
van de redactie van de Midd. Crt.
nemen we deze daarom in zijn geheel
uit genoemd blad óver.
De heer Pattist dan sprak aldus
Het is mij een eer en een vreugde,
hier dezen avond in uw raidden een
woord te mogen spreken over de zaak
die ons, Zeeuwsch-Vlamingen, het eerst
treft, maar dan toch ook van nabij,
zeer van naby u aan het hart moet
raken. Een eer, omdat het altijd een
eer is, geroepen te worden voor zijn
land, voor zyn streek op te komen
een vreugde, omdat ik mij hier weet,
gevoel tusschen mannen en vrouwen,
eens van zin met ons, Zeeuwsch
VlamiDgen. Er behoeft hier geen debat
verleend te worden, daar behooren
hier, in het bart onzer provincie, geen
vragen gesteld te worden, wanneer ik
als eenige stelling van dezen avond
poneerZeeuwsch-Vlaanderen was
Nederlandsch, is Nederlandsch en moot
Nederlandsen blijven.
Laat mij de zaak, waarom het bier
gaat, in het negatieve stellen, om u
goed te doen gevoelen, waar het om
gaat. Kunt gy u onze provincie voor
stellen zonder den overkant. Kunt gij
u uw markt verbeelden zonder Axel-
eche, zonder Cadzandsche boerinnen.
Kunt gij u uw Burgerschool, uw Gym
nasium, uw Kweekschool deuken
zonder Zeeuwsch-Vlaamscbe jongens,
uw scholen zonder Zeeuwsch-Vlaamsche
onderwijzers, uw straten van Middel
burg zonder Zeeuwsch-Vlaamsche
naambordjes." Laat mij het nog sterker
izeggen: kunt gij u uw Vlissingen, uw
oude Geuzenstad vau 1572 voorstellen
zonder Nederlandsche Schelde, zonder
Nederlandsch gebied aan de overzyde
Gij behoeft mij daarop niet te ant
woorden wij allen, Zeeuwsch-Vlamin
gen, weten, dat hier leeft in uw aller hart,
in de ziel van den stedeling zoowei als
in den plattelander onzer provincie
Het eene, ondeelbare Zeeland, in het
eene, ondeelbare Nederland. Nederland
laat Zeeuwsch-Vlaanderen niet los,
maar Zeelund kan Z.-Vlaanderen niet.
loslaten. Zonder Zeeuwsch-Vlaanderen
is Zeeland als een man, die beide
beenen mist; als iemaDd, wien een
stuk van zijn bestaan ontnomen wordt.
De Zeeuwsche waterleeuw heeftsteeds
gezwommen in beide .Scheldomonden
en zijn blik heeft steeds alle Schelde-
zoomen beheerscht. De Zeeuwsche
waterleeuw mag niet worden een ont
troonde koning, een gekrompen reus.
Gy kunt niet buiten ons, maar wij
kunnen niet buiten u. Als wij komen
in de Cadzandsche duinen, als wij
staan op den tweeden zeedyk, die de
Schelde binnen haar perken houdt, dan
klopt ons hart warmer, dan gevoelen
wy allen, dat dfrar hier bij u, gewest
gouootcn, laudgeDooten wouen, mede
vaderlanders. Als wy aan de Zuidgrens
van ons oude vierde en vijfde district
staaD, rlan staan wy voor het vreemde
land- Hier in Middelburg zyn wij
thuistusschen u allen en ons heerscht
dat geheimzinnige, trekkende gevoel,
dat wy in den diepsten grond één zijn
één van land en één van nationaliteit.
Zoo dat vertrouwde, warme weten van
thuis te zijn aan den echt Nederland-
schen haard. O, ja, we hebben ons
eigen karakter, onze eigen zeden en
gewoonten, en die willen we handha
ven we willen niet opgaan in het
doodelyke eenvormige we willeD onze
Zeeuwsch-Vlaamsche individualiteit
handhavenwe willen blyven „het
landje aan den overkant", maar vóór
alles zijn we en willen we zijn echte,
oprechte vaderlanders, echte, oprechte
Zeeuwen.
Zou het nog anders kunnen, waar
meer dan drie eeuwen historie ons aan
Nederland binden, waar drie en eon
halve eeuw hst Axelsche en Biervliet
sche land reeds aan Zeeland bindt.
Zou het ook auders kunnen, waar
Zeeuwsche waterbouwkundigen ons
halve Zeeuwsch Vlaanderen veroverd
hebben op de zee en polder aan polder
toegevoegd hebben aan het oude
Vlaamsche laud Zou het ook anders
kunnen, waar de oude Zeeuwsche
families, Middelburgsche geslachten,
hotstede aau hotstede bezaten in de
vette kleipolders, waar Cats, pe Middel
burgsche pensionnaris, zijn lusthoave
had waar de Schorers, de Snouck
Hurgronjes, de Jonge's, de Van Rey-
gersberg, Versluyzen, de Paspoorten,
de Lampsens hun pachters hadden en
de dorpskerken begiftigden met hun
kleurige glasramen? Zou Zeeuwsch-
Vlaanderen anders dan Nederlandsch
kunnen zijn, waar een Oranje, Prins
Maurits, het wederom aan de Unie
hechtte en de eerste gouverneur van
ons gewest wederom een Oranje was,
's prinsen broeder Frederik Hendrik.
Zou de overkant anders dan Neder
landsch kunnen zijn na een driehon
derdjarige Nederlandsche opvoeding
door Nederlandsche onderwijzers en
geestelijken, door Nederlandsche amb
tenaren en overheden, door Nederland
sche vaders en Nederlandsche moeders
Wie Zeeuwsch Vlaanderen kent, wie
Zeeuwsch-Vlaanderen lief heeft, weet
dat het met al de vezelen der ziel aan
Neaerlaud, aan Zeeland in de eerste,
plaats, verbonden is dat elk Zeeuwsch-
Vlaamsch bart, dat zich niet gemakke
lijk uitklopt voor Zeeland, klopt voor
ons oude Holland. En nu niet alleen
ouder do opwinding van de anti-
annexatiezin, maar steeds ia het zoo
geweest. Hoevele malen heeft mijn
vader mij niet verteld, dat zyn moeder
nog levende onder deu indruk van den
Belgischen opstand, hem als jongmeusch,
toen hij het ouderlijke huis verliet,
medegaf onder haar raadgevingen
Bedenk steeds, dat gij Hollander zijt en
word nooit Belg. Zoo dacht de
Zeeuwsch Vlaamsche boerenviouw
over vijftig jaar geleden zoo heeft Z.
Vlaanderen altijd gedachtzoo denkt
het nog. Wij zyn geen „Flaadria
irredenia" we zijn geen ontmoederdo
kinderen van het schoone Vlaanderen
we zijn geen afgesneden zonen van
het dappere Yzerleger. We zijn in
merg en been Nederlanders we zullen
ook niet anders zyn, omdat wij niet
anders kunnen. Wij allen, wie we
ook zijn, deftige Cadzandtenaars, dur
vende Axelaars, breedgeschonkte Bres-
sianers, zelfs de klompenmakers van
den Hulsterkant, we dragen allen zonder
onderscheid, in de ziel, in het bloed
het bewustzijn, dat we éón zijn met u
Zeeuwen van Walcheren, van 'tGoesche
land, van Schouwen, éón met Neder
land.
Gij allen weet dat, maar als ooit de
proef op de som geleverd is, dan was
het een paar maanden geleden, toen
de annexatiegeruchten sterker dan ooit
opkwamen. Zonder eenige waarschu
wing van boven af, zonder eenige in
menging van regeeringszijde, van welk
ambtenaar ook, stond Z.-Vlaanderen op
om kalm en waardig te protesteeren.
In een korte spanne tijds waren op een
bevolking van 73.000 zielen niet minder
dan 33.500 handteekeningen verzameld
van enkel meerderjarigen, vrywillig
gegeven, zonder eenigen drang, van
welke zijde ook. Dat wil dus zeggen,
dat allen, allen zonder onderscheid,
Nederlander wenschen te blijven. En
nu doen wij niets anders dan ons zelf
beschikkingsrecht vragenwe willen
niet als koeien, met de weide, waarin
zy grazen, tegelijk verkocht worden.
Wij willen Zeeuwen, Nederlanders,
blyven, zooals we zijn. Meer vragen
wij niet, maar dat eischen wij dan ook.
Wij willen handhaven onze nationali
teit, ons vaderlandwy willen bij u
blyven behooren. Wij kunnen en
willen geen afstand doen vaa onzen
landaard, van onze vlag. Wij willen
geen andere vlag van onze huizen en
torens zien dan het rood, wit en blauw.
Wy willen behoudeu ons Nederlandsch
bestuur, ouze Nederlandsche vryheid,
ons Nederlandsch onderwijs, onze Ne
derlandsche kerken. Wij willen geen
audere volksliedoren hooren dan het
Wilhelmus en het Wien Neerlaudsch
bloed.
Vraag hoe de stemming is aan hen,
dis het laatste bezoek van Hare Majes
teit aan Zeeuwsch-Vlaanderen zagen.
Van Walsoorden tot Breskens was het
één zegetocht. Geen huisje in den
polder was er zonder driekleurgeen
kiud langs den weg zonder nationaal
ipit; geen dorp zonder bloemen; geen
hart zonder ontroering. Wees er van
verzekerd, dat, mochten ooit de land
palen wat God vergoede - verzet
norden tot aan de Schelde, dat de
Hollandsche driekleur in Z. Vlaanderen
bewaard zal blijven om by de eerste
qe besste gelegenheid uitgestoken te
worden, en dat Nederland toch ons
vaderlaud blijven zal, in weerwil van
alles. Ons volk is een kalm volk, dat
zich niet gemakkelyk en dau nog zeer
omzichtig uit, maar wy kunnen bet
niet hebben, dat men raakt, dat men
maar wijst naar onze nationaliteit.
Zeeuwen zyn wy en Zeeuwen willen
wy blijven. Dat eischen wij.
Wy hebben geen baat tegen naburen
wij zijn een kalm volk. Op één enkele
kwajongensstreek na, is de Belgische
vluchteling in onze streken niet lastig
gevallenonze beweging gaat niet
tegen een naburig volk, zij gaat enkel
vóór ons eigen vaderland. En de
Belgen, die by ons vertoefd hebben,
toen zij onrecht leden, weten dat ook
te waardeeren. Zy staan aan onze
zydezy schamen zich over de uitin
gen van enkelen of velen hunner
landgenooten. Wy hadden gezegd by
het teekenen van het petitionement
Val die menschon er niet lastig mede,
zelfs ook hen niet, die reeds vóór den
oorlog hier in Z.-Vlaanderen woonden.
Maar ziet er waren er onder hen, die
zelf vragen kwamen om maar te mogen
teekenen uit sympathie met ons streveu.
Wy weten ook zeer goed, dat maar een
klein gedeelte van het Belgische volk
tot de annexionistische dry vers be
hoort dat wij in dat land warme en
trouwe vrienden hebben ouder alle
partijen, bovenal onder de Vlamingen.
En hen willen wy bier danken voor
hun eerlijke trouw, mannen als Vau
Cauwelaert, prof. Fredericq, Hoste,
Renator Lafontaine, Huysmans, De
Maegt en vele anderen blyven wij de
hand reiken. En met hen willen wy
samen, als deze droeve spannende
dagen voorby zijn, bouwen aan de
goede verstandhouding tusschen Z.
Vlaanderen, dps Nederland en Belgis.
Wy willen dan eerlijk trachten te
vergeven en te vergeten. Van deze
plaats uit de hoofdstad onzer provincie
wier grenzen bedreigd worden, reik ik
hen nog steeds gaarne de vriendenhand,
de broederhand.
Zeeuwen van Middelburg, wy uw
broederen, uw medewestgenooten wor
den bedreigd, bedreigd in hun heiligste
goederen, hun heiligste rechten. Ons
aller wapenspreuk is„Luctor et
Emergo", ik worstel enontzwem. Wy
Zeeuwsch-Vlamingen worstelenwij
willen ontzwommen. Help en at<mn
ons daarin, effen voor ons, waar het
kan, de barengeef ous moreeien
steun, die onze krachten zal staande
houden. Zeg tot ods zooals wy tot u
zeggen wy laten u niet los, nu niet
en nooit. Wy blyven bij u en gij
blijft bij ons. Het Hulster, Axelsche
en Cadzandsche land moeten parels
blyven aan de Zeeuwsche kroon.
Hier op deze plaats, waar de Zeeuw
sche vroomheid al eouwen her haar
gebeden tou hemel gezonden heeft, w ïl
ik eindigen met een bijbelwoord. Het
volk Israel streed tegen Amalek Mozes,
Aaron en Hur stonden op een hooi m
heuvel. Zoolang Mozes de hand ophief
was Israël de sterkste, doch als ziju
haud zakte, dan was Amalak de sterKsr
Maar Mozes' handen werden zwaar a
moede, de beide anderen deden hem
op een steen zitten en onderstutten
daarop zyn handen, zoodat zijn hatrien
gewis waren tot do zon onderging, eu
de overwinning bevochten was.
Zoo vragen wy u ook, Zeeuwen van
Middelburg, wees als Aaron en Hur, alt