No. 86.
Zaterdag I Februari 1919.
3de Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Raadsverslag.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Centfranco per post 85 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent,
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Nr. 56. - Postbox 6.
ADVERTENTIëN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
alken regel meer 10 Cent. Groote lptters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiên worden franc# ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Be j.l. Dinsdag gehouden raadsver
;stdering werd bijgewoond door alle
n, behalve door dhr. Dieleman.
•zitter was de heer L. J. den
JHo'lander burgemeester, secretaris de
valeer J. A. van Vessern.
Q' De Voorzitter opende de vergadering
|p. - uitte de beste wenBchen voor de
aanwezige heeren ea hun gezin. Nu
pot de eerste vergadering was, die in
1919 werd gehouden, vond hy aanleiding
#ro te wijzen op de beteekenis van dit
laar, waarin de grondslagen zullen
worden gelegd voor den wereldvrede.
Hocht het afgeloopen jaar ons zorg
Baren voor mogelijke gevolgen van de
oorlogswoede en epidemische ziekte
anderzijds, in verhouding tot andere
ptreken van ons land zijn we vooral
in betrekking tot de sterfgevallen er
nog tameljjk goed afgekomen. Het jaar
1919 zal ook bijzondere zorgen mee
brengen, waar de nawerking van den
oorlog vooral finantieel nog voelbaar
blytt. Ook de agenda wijst op gewichtige
iplannen voor dit jaar, waarom hy hoopt,
(dat den heeren kracht moge worden
gegeven, om met lust, ernst en wysheid
aan de belangen van de gemeente
^werkzaam te mogen zijn.
De notulen der vorige vergadering
leerden aangehouden.
I. Ingekomen stukken.
a. Kennisgeving van den heer W.
Dieleman, dat hij wegens ziekte ver-
linderd is deze vergadering bij tewoDen.
b. Mededeeiing van Ged. Staten, dat
zij hunne goedkeuring op de gemeente-
begrooting verdagen tot 1 April aanst.
f c. Mededeeiing van Ged. St., dat uit
de salarisregeling voor onderwijzers
(behoort te blyken, dat de rijksbijdrage
Baarin al of niet begrepen is.
De Voorz. deelde mede, dat Burg.
en Wetb. die zaak nader hebben onder-
bocht en bemerkt, dat zooals die regeling
eerst was gewijzigd, de onderwijzers
Ban nadeel zouden hebben in plaats
van te verbeteren. Genoemd college
renptelde daarom voor behalve de admini-
5 itratieve veranderingen welke noodig
Igufcyn, de salarissen aldus te regelen, dat
i'.bhet aanvangssalaris is voor het hoofd
mif 1600 en voor elke 2 diensljaren j 200
ïotJimeer, tot een maximum van ƒ2400,
5,%n voor onderwijzers 800 en met
iend?~* dienstjaren f 1000 voorts voor
Aedere 2 jaar 100 meer, tot een
maximum van 1550.
ln deze regeling is dan de Rijksbij
drage begrepen. Voor het bezit der
l0 hoofdakte wordt 200 gegeven'en 400
15 ta 6 dienstjaren voor de vakken 1, m,
|8d) n en p ieder 100, indien in deze
wakken les gegeven wordt. De regeling
■reedt in op 1 Januari 1919.
t 1 Werd met algemeene stemmen aan
i genomen.
d. Een schrijven van Ged. Staten,
6eLat de vaststellinë *an het kohier
e Van den koofdelyken omslag de aftrek
m eitfln 300 voor noodzakelijk levens
onderhoud te gering is eu dit minstens
f 400 moet zijn.
Dienovereenkomstig werd met alg.
■t. besloten de verordening te wyzigen.
Bericht van Ged. St. dat de jaar
wedde van de wethouders dient te
worden geregeld op grondslag van die
van den burgemeester, enz. Voor Axel
zou dat bedragen 250 als minimum.
Het College van B. en W. had natuur
lijk in dezen geen voorstel, waarom de
heer Oggel voorstelde, dat het minimum
zou worden toegewezen.
Met 8 st. (de weth. stemden niet mede)
werd ook dit voorstel aangenomen.
f. Een gelijksoortig Bchryven was
nog ingekomen, naar aanieiding van
de jaarwedde voor ambtenaren van den
burgerlijken stand.
Daar in onze gemeente slechts één
ambtenaar is van den burg. stand, die
alle diensten verricht, en Ged. Staten
daarvoor het minimum salaris voor deze
gemeente bepalen op 270, werd op
voorstel van B. en W. m. a. s. besloten
dit salaris toe te kennen aan den
betrokken ambtenaar.
g. Van de afdeeling Ter neuzen van
de Schippersvereniging .Schuttevaer"
was een schrijven ingekomen, waarin
deze verklaart met belangstelling kennis
te hebben genomen, van een poging
om doortrekking te verkrijgen van het
zykanaal naar de Axelsche Sassing.
Zij is van meening, dat zulks niet alleen
aan de binnenschippery, maar aan de
geheele streek ten goede zoude komen.
De Voorz. sprak met waardeering
over dit schrijven en meende daaruit
te mogen opmaken, dac bij een even
tueel verzoek op den steun van .Schutte
vaer" zal kunnen worden gerekend.
h. Het hoofdbestuur van de Republi-
keinsche partij te Deventer meende ons
gemeentebestuur in overweging te
moeten geven, dat by benoemingen
slechts op geschiktheid gelet zal worden
en godsdienstige gezindheid van sollici
tanten buiten beschouwing zal blyven.
Terecht noemde de Voorz. dit schrij
ven aan Axel overbodig, daar nimmer
naar richting is gevraagd en personen
van allerlei richting in gemeentedienst
zijn. In dezen zin zal ook geantwoord
worden.
t. Ingekomen was ook het jaarverslag
van de Commissie tot wering van
Schoolverzuim, waaruit bleek, dat in
1918 veertien vergaderingen waren
gehouden, waarin werden behandeld
de volgende verzuimen: Volstrekt leer-
verzuim 6betrekkelijk verzuim 52
verdeeld over 30 jongens en 22 meisjes,
n.l. aan de openb. school 19, de byz.
school Nieuwstraat 14, Armendyk 8,
Spui 9 en Sluiskil 2.
Volgens de verklaringen der ouders,
was veldarbeid de hoofdoorzaak van
het verzuim.
Do commissie trekt de gevolgtrekking,
dat het verzuim dit jaar buitengewoon
groot was en de schadelijke invloed
daarvan voornamelijk in de hoogere
klassen enorm zal zijn.
Ten slotte merkte de comomisie nog
op, dat het salaris van den secretaris
te gering is.
Wat dit laatste betreft zelde de Voorz.,
dat B. en W. voorstellen het salaris te
bepalen op ƒ50. Man was van mee
ning, dat de tegenwoordige vergoeding
ad. 20, in verband met het werk aan
het secretariaat verbonden, niet vol
doende was.
De heeren De Kraker en Oggel be
vestigden dit. Laatstgenoemds wees
erop, dat ook aan de bijz. school in de
Nieuwstraat algemeen geklaagd werd
over verzuim en dus de belooning
billijk was als met succes gewerkt wordt.
j. Dankbetuiging van den Brigade-
Commandant J. van Sluis, mede namens
zijn manschappen, voor de genoten
gratificatie. Werd voor kennisgeving
aangenomen.
k. Brief van den volgenden inhoud
De oodergeteekende, wed. W. van
Fracyenhove, winkelierster te Axel,
heeft de eer U van het navolgende in
kennis te stellen.
Op Maandag 9 December 1918 sond
ik mijn jongsten zoon naar het Distri-
butiebureau om met een inslagbiljet
aldaar een kistje kwatta-ehocolade af
te balen. Het biljet werd, zooals ge
woonlijk afgeteekend door de ambte
naren van de Directe belastingen en
toen vervoegde hij zich tot de ambte
naren van het Distribntiebnreau, welke
hem de chocolade meegaven.
Eenige dagen daarna werd er door
de ambtenaren van het Distributiebe
drijf gevraagd of deze het kwitantie
boekje eens mochten inzien en heele-
maal niets vermoedende stelde ik hem
dit gaarne ter hand, hetwelk zij het
na ingezien te hebben terugbrachten
met de mededeeiing dat de chocolade
niet betaald was en toen ik het boekje
zelf inzag bemerkte ik, dat er van
deze chocolade geen kwitantie was
ingezet.
En daar ik zeker wist, dat ik mijn
zoon het geld had medegegeven, twijfel
de ik er niet aan, of deze bad de
chocolade betaald En daar ik tot
hiertoe nog geen verduistering van geld
bij mijn zoon heb opgemerkt, kan ik
dezen daarvoor slecht beschuldigen.
Toen ik hem vroeg hoe het gogaan
was, zei hij mij, dat bij het geld had
afgegeven aan den heer J. Cornelisse
en ook dezen het boekje had ter hand
gesteld en toen denzelfden avond mijn
oudste zoon naar het geval informeerde
aan dhr. Cornelisse, werd hij met
vloekeu en schelden van do hand ge
wezen. En toen ik de volgende week
weer om chocolade liet gaan, werd ze
eerst mijn zoon ter hand gesteld en
daarna weder afgenomen.
Zoo heb ik tot hiertoe nog niets van
het bureau kunnen krijgen.
Beleefd verzoek ik dus bewijs van
betaling te krjjgen eu wederom choco
lade van het Distributieburean temogen
afhalen.
Axel, 16 Januari 1919.
(w. g.) Wed. van Fraeijenhove.
Nadat dk schryven was voorgelezen,
zeide de Voorz., dat hij toevallig getuige
was van de bedoelde woordenwisseling
door hy juist voorbij ging toen de
klacht tegen Cornelisse werd geuit,
hetgeen op straat plaats had. Hij meent
dat de straat niet de plaats is voor het
indienen van klachten en vindt het
beter, dat zulks langs officiëelen weg
geschiedt, zooals nu het geval is. Dan
wordt er aandacht aan geschonken en
daarom stelde hy voor het schryven te
Btellen in handen van de Distributie-
commissie, die deze zaak kan onderzoe
ken.
Zonder stemming werd aldus besloten.
I. Door dhr. J. A. van Hoeve was in
gezonden een rekening en verantwoor
ding aangaande zyn Fröbelschool.
Niettegenstaande de Voorz. had ken
nis gegeven, dat dit door de vaste
jaarlyksche subsidie overbodig gewor
den was, schynt Van Hoeve er prijs
op te stellen die rekening in te zenden,
welke voor kennisgeving kan worden
aangenomen, zeide de Voorz.
II. Wijziging gemeente begrooting
1918.
De Voorz. deelde mede, dat deze
wyziging noodig was wegens leening
voor de noodwoningen, de verhooging
van do jaarwedden van burgemeester,
secretaris, ontvanger en onderwyzers,
duurdere licht en braudstoffen, reini
gingsdienst en totaal beliep een som
van f 8700 aan inkomsten en uitgaven.
Met alg. st. werd deze goedgekeurd.
III. Benoemen onderwijzer.
Nadat de Voorz. de namen der 13 solli
citanten had voorgelezen, deelde hij
mede, dat op de voordracht stonden no. I
A. J. Platteeuw, van Middelburg, no. 2 A.
A. A. Minjon, van Axel en no. 3 A. J.
van den Brooke, van Terneuzen. Te
vens kon hij verklaren, dat sollicitan
ten, die in militairen dienst zijn, by
benoeming dadelyk verlof kouden
krygen.
De uitslag der stemming was, dat de
heeren Platteeuw en Minjon ieder 5
stommen bekwamen. Na herstemming
verkreeg dhr. Platteeuw 4 en dhr. Min
jon 6 steramen, zoodat laatstgenoemde
benoemd werd.
IV. Voorstel vaststellen verordening
arbeidsbemiddeling.
De Voorz. deelde mede, dat in deze
gemeente een correspondentschap t e-
staat, waar raen zich kan begeven tot
bet verkrijgen van werk of werkkrach
ten. Hiermede is belast Van den
Broeke, doch dezen ontbreekt het aan
gelegenheid om zich voldoende aan die
zaak te wyden. Een correspondent
moet natuurlijk volledig op de hoogte
zyn met do plaatselijke toestanden en
een band vormen tusschen arbeiders
en patroons. Thans is dit onvoldoende
geregeld en wordt uitbreiding noodig
geacht. Daartoe moet iemand benoemd
worden door B. eu W., die tyd en
plaats beschikbaar heeft en daarom
bezoldigd wordt, terwijl tevens eeu
commissie van toezicht moet worden
aangesteld, bestaande uit werknemers
en werkgevers, die den correspondent
zoo noodig bijstaan. Dit alles moet
echter bij verordening worden geregeld,
waarom een concept is toegezonden,