u
1 So. 85.
If oensdag iü Januari 1919.
34e «iaarg.
Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sch-V 1 aan deren.
J. C. VINK - Axel.
Allerlei.
Tegen de annexatie-plannen,
lAXELSCHE h COURANT.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 75 Cent; franco per post 85 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telefoon Ar. 56. - Posttoox 6.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
AS,
Een dreigend gevaar.
kj«
De N. R. Crt. bespreekt de politiek
jonzer Regeering, en in het bijzonder
rïdjdie van minister Van IJselsteyn, wat
vef betreft de belemmering, welke de han
del en industrie nog steeds ondervinden
van allerlei officieele en half-offïcieele
bureaux, die langzamerhand overbodig
en schadelijk worden.
Men kan gerust zeggen, dat deonte
i<g|,vredenheid over den gang van zaken
Vrijwel algemeen is. Het regent klachten
U» over den neerdrukkenden invloed, die
Hl|er van de bureaux uitgaat. En het
'wordt tijd, dat dit in regeeringskringen
iat)eens wordt ingezien.
Vier jaren lang heeft men op den
vrede verlangend zitten wachten. Zoo
i lang het nog geen .vrede" was, raakten
de officieele en niet officieele voorlich
Va' ters van de publieke meéning niet uit
gepraat over de noodzakelijkheid, dat,
zoodra het economische leven hervat
worden zou, handel en industrie hun
plicht zouden weten te verstaan en
ivoor hun taak berekend zouden blijken
1 te zijn. Vier jaren lang is er op aan-
j gedrongen, dat degenen op wie voor de
toekomst van ons land zooveel aanko-
n. men zou, zich tijdig zouden weten voor
CjL te bereiden, om, zoodra 'toogenblik
[daar was, de oude energie en onderne
^mingsdurf van hun schoonsten kant'te
XEL laten zien.
edei En nu is dan het lang verbeide mo
een
Een trouw dier.
•ana; [n >Berl. Tageblatt* geeft Kurt
'ë,Munzet het volgend aardig schetsje:
rdel in den nacht kwam een groot grof
{dier een smerige hond, de loopgraven
sninj binnengeslopen, schuw, wantrouwend,
rdei blijkbaar door honger gekweld. Eender
soldaten trok zich het lot van het dier
aan hij gaf het wat van zijn brood en
E, een stuk worst bovendien, ook de helft
van zijn dek. Daarmee verwierf hp zich
de volslagen overgave en de blinde trouw
I vau den hond.
Tegenover de Duitsehers lagen de
IHi Engelschen ingegraven, achter draadver-
Hl sperringen en versterkingen. Eindelijk
na lang wachten, waren de Duitscheis
blij, toen het bevel kwam, tegen de
Engelsche loopgraaf storm te loopen.
In het nachtelijk duister slopen een
•paar m«D vooruit, om de draadversper
1 ringen door te knippen doch midden
[in hun werk stegen er licht-raketten
;ens omhoog, hun zilverlicht uitstortend over
j de donkere aarde en dadelijk knettetde
een salvo viïur los en dreef de soldaten
en terug.
I Allen bereikten weder de eigen loop
graal op één na, de baas van den vreemden
l allt hond 'rij teg zwaar gewond midden op
j5 het veld. Reeds begon de nacht te ver
j bleeken er was geen deDken aan hem
2_30 ouder de oogen van den waakzamen
j vijand weg te halen.
Daar sprong plotseling de hond te
ment aangebroken, nu is er inderdaad
werklust, nu is er een groot en alge
meen verlangen onder dezen stand, en
nu hoort men slechts van belemmering
eu bemoeilijking, die deze mannen
ondervinden juist daar, waar zij iu de
eerste plaats op medewerking, tegemoet
koming en hulpvaardigheid moesten
kunnen rekenen.
En verder wordt er dan over geklaagd
dat er massa's aanbiedingen komen uit
het buiteulaud om zaken te doen, maar
tioor allerlei geheimzinnige redeneerin
gen worden ondernemende mannen af
gescheept, en zoo verloopt de zaak.
,Onze indruk is, gaat het blad voort,
dat over het algemeen, handel en in
dustrie bij de hervatting van hun
economische bezigheid meer worden
belemmerd, dan tot verhoogde inspan
ning aangezet.
Dit is een uiterst gevaarlijk verschijn
sel, en we zouden wenschen, dat de
minister van Handel eens ongemerkt in
eene handelsstad als Amsterdam of
Rotterdam kon verkeeren, op de wijze
zooals zijn collega van Oorlog zich van
de stemming onder het leger uit eigen
aanschouwing en door eigen onderzoek
overtuigde. Het is ontstellend, zoo ont
moedigend als de manier, waarop van
regeeringswege de zaken worden be
handeld, dikwijls niet behandeld,
en veelal bemoeilijkt, op den onderne
ming8lust, van de zakenwereld terug
werkt. De verantwoordelijkheid der
voorschijn, nadat hij ai een tijd lang
vergeefs zijn meester in de loopgraven
gezocht had. Met één wip was hij uit
den diepen kuil, joeg het terrein daarvoor
af, tot hij den gewonde gevonden had
dan legde hij zieh naast hem neer, den
kop gericht naar den roodachtig kleuren
den ochtendstond, en begon jammerlijk
te janken.
De soldaten, die reeds aan heel wat
geweüd waren geraakt, huiverden bij
het droevige huilen van den hond een
Engelsche schildwacht joeg een kogel
naar het dier.
Toen stond de hond op, keek naar zijn
bewusteloozen meester, begon hem naar
de loopgraven te sleepen. Bij den vijand
had men dit gezien er sisten nu teikeos
kogels langs den hond, maar als door
een wonder bleef hij ongedeerd. De
hond stoorde zich aan nietshij sjorde
en sjouwde en steeds wist hij het bloedige
lichaam van zijn baas iets dichter by de
loopgraaf te brengen. Maar telkens
moest hij wel stil staan, nieuwe krachten
scheppend even jankte hij den dagenden
dag tegen, maar sloeg sterk zijn tanden
in de uniformjas van den beweegloozen
man, om hem weer een eindje verder te
trekken.
Als dan de bleeke zou aan den horizon
te voorschijn steeg, was het geen smerige
verloopen straathond meermaar de
zonnestralen hielden hem met gouden
pulver ooiweven.
De hond had zijn vracht du bijna tot
den rand van de loopgraaf gebracht. Hij
wachtte voor het laatsten het was, nu
hij weer den kop omhoog stak en zijn
Regeering wordt inderdaad zeer groot."
Zeer pessimistisch is het slot van het
artikel, waarin er aan getwijfeld wordt
of onder dezen minister wel veel ver
betering is te verwachten. Hij mist de
noodige kennis van zaken en heeft niet
den durf, om te beslissen. De klachten
dat de Minister zich gemakkelijk heen
en weer slingeren laat en tot beslissing
niet weet te komen, zijn legio. Eenige
keeren kwam daarvan, bg zaken
die, als de melkoorlog te Amster
dam, voor het voetlicht werden gebracht,
een en ander ter publieke kennisneming.
De Minister heeft over het algemeen
niet de voortvarendheid betoond die
van hem verwacht werd, en niet het
vertrouwen in zijn beleid weten te win
nen, dat noodzakelijk was, om een
goeden gang van zaken te verzekeren.
Hij schept eene sfeer van onzekerheid
om zich die fnuikend zal worden. In
plaats dat stuwkracht van hem uitgaat
wekt hij rusteloosheid en onverschil
ligheid. En dit kan ons land op het
oogenblik het minst hebben.
De aldeeling 's-Gravenhage en om
streken vau het Algemeen Nederlandsch
Verbond hield Donderdag een openbare
vergadering om op te komen tegen de
annexionistische plannen, waar als
sprekers optraden dr.H.T.Colenbrander,
geblaf liet klinken, alsof het ditmaal haat
en schimp was, wat hij den vijand daar
ginds toegromde. Zoo begreep die het
ook. De geweren uit de vijandelijke
loopgraven hadden even gezwegen, maar
daar knalde weer een salvo. Ditmaal
was het raak. De hond viel neer, bleef
liggen. Maar de kameraden van den
gewonden soldaat konden dezen omlaag
in hun loopgraaf taekken hij was gered.
De Wond kreeg zijn graf; een krans
werd daarop gelegd, alsof hij een gesneu
veld soldaat was. Rbld.
Ongeschikt.
Toen Zondag 19 dezer ds. Kerk uit
Zuilichen voor zijn gemeente optrad,
hield deze, zonder dat iemand er iets
van afwist, zyn afscheidsrede. Naar aan
leiding van hetgeen staat in Lucas 14 23,
verklaarde dominee geen vrijmoedigheid
te hebban zijn predikambt langer waar
te nemen.
Volgens de T. Ct. moet ds. Kerk zieh
Biet geschikt geacht hebben langer domi
nee te blijven. Hij had dus den moed
dit te erkennen, waar er o.i. neg velen
zijn, die dien moed niet hebben en
ondanks de wetenschap, dat ze door de
gemeente ongeschikt geaeht wordeD, toch
predikant blyveu.
Men zegt van dezulken >ze doen het
om de centen*,"doch dit isonwaarschijnlyk
omdat o.i. een predikant ontwikkeling
genoeg bezit om op ander terrein den
kost to verdienenbovendien als hy den
moed bezit om zijn ongeschiktheid als
dominee te erkennen, heeft hij ook moed ge
noeg om zich anders door het leven teslaan.
ds. B. J. N, Pattist uit Aardenburg, en
dr. Felix Rutten.
Onder de aanwezigen werden opge
merkt de oud-ministers Cohen-Stuart en
jhr. mr- A. F. de Savornin Lohman.
Nadat ds. Pattist en dr. Rutten had
den gepleit voor de volksaard resp. van
Zeeuwsch Vlaanderen en Limburg,
waaruit ten volle blijkt, dat de bewo
ners dier streken alles behalve gesteld
zyn op een inly ving bij België verkreeg
de heer Colenbrander het woord, die de
zakelijke argumenten tegen deannexatie
naar voren bracht. Hij toonde aan dat na
alle groote wereldgebeurtenissen staat
kundige veranderingen met Nederland
en België hebben plaats gevonden. Na
de oorlogen van Lodewijk XIV, de
Napoliontische en ook na dezen wereld
oorlog. De groote mogendheden hebben
zich altijd met deze landen bemoeid
wanneer staatkundige veranderingen
noodig bleken. En de mogendheid die
dat wel eens vergeten had, is dat later
steeds opgebroken.
Hierin ligt voor ons de groote zeker
heid dat één enkele mogendheid ons
lot kan bepalen, maar ook het groote
gevaar dat men Steeds meer of minder
invloed in deze landen zal trachten
blijven uit te oefenen.
Spr. meende dat Nederland en België
nauwer aansluiting met elkaar moeten
zoeken, omdat zij nu eeumaal niet
buiten elkaar kunnen.
De zucht van Frankrijk naar het
Ook is er in de wijse waarop «aan
pakken* heett gewerkt iets verdachts en
geleek deze meer op een loonactie van
vakarbeiders dan wel op een geordende
loonregeling van boven op ook dat gaf
blfjk van gebrek aan moed. Immers,
iudien een predikant werkelijk een voor
ganger is en met voorliefde zijn vak
beoefent, zal de waardeering vanwege
kerkbesturen ook omgezet worden in
evenredig salaris.
Dan zal dominee de provincie niet
behoeven af te reizen als agent voor een
levensverzekering of spaarkas, maar dan
zal dominee daartoe ook geen tijd hebben
en geen lust gevoelen. Hij heeft, dan
een hooger streven, dan het meDschen
wijzen op stoffelijk voordeel, ten bate
van zijn eigen portemounaie.
En wanneer nu werkelijk een dominee
alleen dominee is ooa het loou, zal hij
dan niet zijn gausche loopbaan als zoo
danig zondigen tegen het vierde gebod
Dat moet toch een onhondbare zielstoe
stand zijn voor iemand die dagelijks de
geboden aan zichzelf en andoren heett
voor te houdeD. Begrijpelijk is het daarom
dat een predikant die gevoelt, dat hij on
geschikt is, ea wiens gevoel niet totaal is
afgestompt door de zonde en de gewoonte
om te zondigen, een groote verantwoording
van zich afschudt, als hij den moed heeft
het ambt neer le leggen.
Toch zijn er, die jaren in dien tweestryd
leven, zeer ten nadeele ran de kerk,
welke daardoor in achting daalt en in
ledental afneemt, doch ten voordeele van
het ongeloof.