f \o. 63. Woensdag 13 November 1918. 34e Jaar m- 8* Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sch-Vlaanderen. ngc: J. C. VINK - Axel. BERICHT. Behoedt U. FEUILLETON. de, Binnenland. - AXELS MOpf ine 3 Br*! aebt Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 60 Cent; franco per post 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Gent. llllllMII.il -xr~. DRUKKER—UITGEVER Bureau Weststr. D 11. tot 5 regels 50 Cent; voor Groote letters warden naar ADVERTENTIEN van 1 eiken regel meer 10 Cent. plaatsruimte berekend. Advartentiën worden franco ingewacht, uiterlijk Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure. tot NA1 Wegens verschillende omstandig- 8. [heden, waarbij helaas ook ziekte lersiOnder het personeel van invloed is, {kan het gebeuren, dat voor een deel 'onzer abbonné's die gewoon zijn "®ade krant op Dinsdag- en Vrijdag- li, [avond te ontvangen, deze de volgen den ochtend zal verschijnen. DE UITGEVER. p. Bij herhaling wordt er op gewezen, ^hoe weinig begrip duizenden menschen nog bezitten van hygiënische toestanden. Ja, er bestaat zelts bij zeer velen en ten plattelande haast algemeen een zekere aikeer, om aan de eenvoudigste eischen, welke de gezondheidsleer stelt, [te voldoen. Dagelijks voorkomende [gewoonten worden gehandhaaft en met i leen glimlachende onverschilligheid be- 1 spot men u, als gij wijzen durft op het verkeerde ervan. Een paar voor. 8. I beelden Iemand hoest; en in plaats van een zakdoek voor den mond te houden, 1 vliegen de speekselspritsen, die mis- I schien vol bacterieën zitten, de ruimte in met het gevolg, dat iedereen de I Bmerige lucht, verzadigd van besmetting 1 in moet ademen. ts: 4,504) 6,25c) or NEDERLAND IN 1795. I Terwijl ik tegen het vallen van den avoDd op een eenzamen weg reed, en j mij verlustigde in het genot mijner vrij- I heid en in de schoonheden van het L landschap, reed een rijtuig mij snel f voorbij mijn paard stapte op dat oogen I blik, dooh ik zette het in den galop in een oogenblik bevond ik mij onwïllekeu rig aan de zijde van het rijtuig, eD terwijl ik moeite deed mijn paard ta bedwingen raakte ik bijna aan het portiek Ik wierp een blik op de personen, die zich in de koets bevonden, en ontdekte een oude kamenier en een jong schoon meisje. Toon zij mij zag, bloosde en verbleekte zij plotseling, hetgeen mij zeer verwonderde maar toen ik zag dat zij nog bleeker werd, en haar hoofd op den schouder der oude vrouw liet zinken geloofde ik, dat zij ongesteld was, eo riep den postillon toe stil te houden hetgeeu hij terstond deed. Het schoone meisje gaf een gil, doch reikte mij terstond hare beurs, en haar horloge toe. Ofschoon deze misvatting niet zeer vleiend voer mij was, begon ik echter te lachen ik verzekerde haar geen roover te zijn .Niezen lucht zoo lekker op", hoort men zeggen. Maar iemand die in tram, Bpoor, lokaal, gang, school enz. niest zonder zijn zakdoek voor zijn neus en mond te houden, verspreidt willens en wetens de besmetting Bovendien is het niezen „hoe lekker dan ook voor den niezer", buitengewoon onsmakelijk voor hen, die in dien niesregen moeten zitten. Nog altijd wordt er in trams, treinen, op perrons, in wachtkamers, in kazernes, in kerken, overal gespuwd, trots de waarschuwingen, die links en rechts aangeplakt zijn. Het groote publiek is nog altijd te dom om aan het verzoek van bevoegde autoriteiten, op het gebied der volksgezondheid, te voldoen en niet overal zijn overtollig speeksel uit te spuwen. In tyden van epedimie, zooals thans, kan er niet genoeg op gewezen worden hoe dringend noodzakelijk het is hm mond en neus rein te houden. Tanden borstels zijn er nog altyd te krijgen en een menthol oplossing, zeer verdund, voor den neus te spoelen, is een goed middel tegen de verstopping van adem halingswerktuigen. Poets den mond voor het slapen gaan Duizenden malen wordt het door dok toren gezegd en steeds weer vergeten, 's Nachts werken de microben, die in de resten van spijzen grasduinen. Een id onderhouden gebit is tweederde van de gezondheid gegarandeerd. Spoel uw keel 's avonds en 's morgens met een weinig keukenzoutwater en bij ont steking der keel met een ver d-n n d e oplossing van waterstof superoxyd. Dit middel is tot heden nog in de apotheken te krygen. Ook moeten we nogmaals wijzen op den gezondheidsdienst, want hoe ver langend we ook waren naar maatregelen door de gezondheidscommissiën voor geschreven, we zagen er nog geene. Alleen werden hier ter plaatse de scholen gesloten en de putten met carbol ontsmet. Doch dit ging uit van Bij gebrek aau plakaten langs wegen en pleinen, willen we nogmaals de volgende raadgevingen hier neerschrij ven, in de hoop dat die wenschen ter harte worden genomen, opdat men toch doen zal wat in ons vermogen is om de uitbreiding der griep te stuiten. Dit zijn wel geen geneesmiddelen, maar toch bereikt men er veel mede, al was het alleen maar, dat*met de onpasselijke gewoonten, die thans nog heerschen, opgehouden werd. „Spuw noch op straat, noch in huis, noch in eenige lokaliteit." „Nies uwen buurman niet in het gezicht." „Hoest en nies in uw zakdoek." „Spoel uw keel en zorg, dat het uit gespuwde spoeisel geen enkel gevaar voor besmetting op kan leveren." „Zorg voor een rein lichaam." „Verstik niet in gesloten kamers. Laat lucht, licht en zon binnen." Misschien zouden de hygiënisten die 't goed met de volksgezondheid meenen op de markten en openbare pleinen verdere raadgevingen kunnen doen aan het volk. Wij blijven er bij dat de besmetting door de meest eenvoudige middeleu te beperken is. Angst tegen de Spaansche ziekte helpt niemandal, maar reinheid verantwoordelijkheidsgevoel tegen over onzen naasten zullen ons tot het gestelde doel leiden. wij begonneu een gesprek. De jonge dame verhaalde mij, dat haar knecht op reis ziek was geworden en dat zij nog een mijl moest afleggen om op het kasteel van haar vader te komen ook was zij doodelijk beangst voor roovers. Ik bood aan haar te begeleiden, welk aanbod sij met de levendigste vreugde aannam. Toen wij het kasteel van den Duitscher genaderd waren, nam ik afscheid, en, even als altijd onbehendig, vergat ik ha ren naam te vragen. De tijding van Robespierre's val vervul de velen eD ook mij met eene blijde hoop ik verlangde naar mijn vaderland terug te keeren, en om mij bij het nieuwe Gouvernement aangenaam te maken, kwam ik op den inval eenige icseriptie's te zenden, welke zouden dienen om voor de standbeelden van groote schrijvers in het Panthéon geplaatst te worden doch, dewijl ik noch Voltaire, noch Diderot, noch Rousseau bad gelezen, verzocht ik mijnen vriend Charles mij hierin behulpzaam te zijn. Deu volgenden dag kwam hij mij de eerste proeven bren- gen en ik las het volgende V OLTilIS. »De grootste dienst, welke men, Daar mijn gevoelen, aan het mcnsehelijke geslacht kan bewijzen, is voor altijd het dwaze volk van fatsoenlijke lieden te scheiden; hef is onmogelijk de onbe- j schoftheid te dulden van hen, die zeggen De opperbevelhebber. Op de meest eervolle wijze is op verzoek ontslag verleend aan generaal Snijders, als opperbevelhebber van land en zeemacht en chef van den generalen staf, onder bijzondere dankbetuiging voor de uitnemende diensten, door hem aan de Koningin en lande in verschil lende gewichtige betrekkingen in buiten gewoon moeilijke omstandigheden be weren. Naar het Haagsch Correspondentie bureau uit goede bron vereeemt, zal er geen nieuwe opperbevelhebber worden benoemd. In afwachting van een reorganisatie van het Algemeen Hoofd kwartier zullen de loopende aangelegen heden van het opperbevel worden be hartigd door dem luit.-generaal Pop, chef van den staf van het Algemeen Hoofdkwartier. De broodkaarten. De verhooging van het broodrantsoen tot 280 gram per dag, die met 15 Nov. a. s. in werking treedt, brengt uit den aard der zaak eene belangrijke verande ring ten aanzien der broodkaart mede. Den 14en November is de nu geldende broodkaart atgeloopen. De kaart van het 76ste tydvak, die dan aan de beurt ik wil dat gij denkt als uw kleermaker of als uwe waschvrouw. Deze eeuw, waarin elk redeneert, is het graf .van talenten. Het stelsel van gelijkheid heeft mij altijd toegeschenen de hoogmoed van een krankzinnige te zijn. Ik begeer volstrekt niet de herstelling van de Atheensehe Democratie, ik ben geen voorstander van de volksregeering.c D id e a o T. Hoewel ik niet geloof, dat de demo cratische regeeringsvorm de geschiktste en duurzaamste is, hoewel ik denk, dat zy slechts geschikt is voor kleine rijken, moet ik echter toestemmen, dat zij de oudste wijze van besturen is. Een groot land moet eene monarchie zijn.« J. J. R o u s s e a u. »Ik verkies stellig de aristocratische regeering boven elke andere.* Toen ik dit gelezen had, begon ik te lachen. Gij houdt mij toch niet voor dom genoeg, zeide ik tot Charles, om dit niet voor scherts aan te zien Ik heb die schrijvers, die de afgoden van het volk zijn, wel nooit gelezen maar ik ben zeker dat men zulke stellingen niet zal vinden in de werken» van wijsgeeren, die door de volksleiders telkens worden aangehaald en zond ik ze naar Parijs op, dan zou zelfs een wonderwerk mij niet van de guillotine kunnen redden. Op mijn woord, van eer, antwoordde Duroe, gij vindt het in de werken van die schrijvers. Rousseau zegt in een brief, dat hij de aristocratische regeering boven alle andere verkiestDiderot houdt in de Encyclopedie staande, dat voor een monarch noodzakelijk is, en Voltaire noemt de democratie de regeering van het canaille en de gelijkheid de hoogmoed ran een zot. Dan hebben de wijsgeeren de om wenteling niet veroorzaakt, hernam ik Zij hebben zulks stellig, antwoordde Charles, maar door ai te breken en niet door op te bouweD. In plaats vaD mijne inscriptie's naar Parijs te zenden en mijn hoofd in gevaar te brengen, besloot ik gebruik te maken van een aanbevelings brief, die gericht was aan een Duitscher in de omstreken van Coblentz. Het toeval wilde, dat hy de vader van het schoon meisje was, dat ik onwillekeurig schrik veroorzaakt en begeleid had. Zy herkende mij terstond, en ik zag dadelijk, dat zij van mij, als van den onbekende in het bosch, had gesproken. De Heer Aspich drukte juij zoo geweldig de hand, dat ik een schreeuw niot kon onderdrukken doch ik vond in die smar telijke persing het bewijs van zijne dank baarheid. Ik bezocht hum van tijd tot tijd en de schoone Paulina had aan die bezoe keu het grootste deel. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1918 | | pagina 1