34e Jaara:. No. M Zaterdng 7 September 1018 1 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaan deren. J. C. VINK - Axel. Buitenland. FEUILLETON. Binnenland. COURANT Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per S Maarden 60 Cent; franco per post 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent, DRUKKER—UITGEVER Bureau Weststr. D 11. ADVERTENTIEN van 1 tot b regels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure. DE OORLOG. Men kan op het oogenblik de krijgs verrichtingen op het Westerfront niet meer beschouwen als afzonderlijke stoo- ten, welke door de legerleiding der Entente met groote kracht op verafge legen frontdeelen worden toegebracht, maar hoe langer hoe meer blijkt, dat de stooten van dien aard worden, dat zij op elkander zeer verstrekkenden iD vloed uitoefenen, waardoor er thans niet veel meer behoett bij te komen, of het geheele Duitsche front van de zee tot Reims wordt aan het wankelen gebracht, verkeert trouwens nu r eda voor een zeer belangrijk deel in dien toestand. De bezetting van Lens door de Engel- scheu blijkbaar gevolgd zonder verzet van de Duitschers, die de plaats reeds hadden ontruimd, was te verwachten, nadat enkeie dagen geledén al het vlak Zuidelijk gelegen dorpje Avion in ban den der geallieerden was gevallen. Twee frontgedeelten eiachen nu voor namelijk onze aandacht n.l. de linie Drocourt—Quéant, de grendellinie vóór de stelling Douai-Kamerijk welke uiterst sterke greudellinie thaus Da hevige gevechten door de Canadeezen werd veroverd en de frontlinie bij Yperen, waar de Engelschen de wijde boog ten Z. van Bailleux beginnende en tot in de buurt van La Bassée loopende, belangrijk hebben afgesneden, doordien Steenwerck, Estaires en La Couture in hun bezit kwamen. De Duitsche recti or NEDERLAND IN 1795. 31) Zij konden het vaderland niet langer met hunDan arm dienen den eed, aan den wettigen vorst, thans een balling, gezworen wilden zij niet schenden, door zich onder de vanen van vreemdelingen te scharen, die thans reeds konden ge zegd worden de klem van het bestuur in handen te hebben. De ritmeester scheen 'zich minder om de toekomst te bekommeren wel klopte zijn hart warm voor Vaderland en Oranje, en het bloed de bij het zien verloren gaan van zijn onafhankelijkheid doch hij behoor de tot die gelukkige menschen, welke slechts snel en diep gevoelen, óm in een volgend oogeDblik alles van de lichtste zijde te beschouwen. Ook zwierf hij genoegzaam geheel alleen op de wereld rond zijne ouders bad hij in het prille der jeugd verloren, en zijne bloedver wanten hadden hem aan zijn lot over gelaten, zoodra hij voor zich zelve kon zorgen het eenige wezen, waaraan hij zich nauw gehecht had, was Gustaaf van Heyden. Deze joDgeliog mocht men thaus wezenlijk ongelukkig noemeD. In warme vaderlandsliefde aan zijn vader ficatie van hun front brengt de gealli eerde linie een stuk dichter by Armen- tières. De geheele streek rondom Armentiè- res staat in brand, en zelts munitie depots worden er door de Duitschers reeds opgeblazen. De onderstelling ligt voor de band, dat de Duitschers hier wellicht weer op huu oude linie, welke over de hoogten van Meenen en Aubers liep, zullen terugtrekken. Een onderhoud met den Duitschen kroonprins. Het blad „Az Est" publi ceert een intervieuw, dat een zijner medewerkers had met den Duitscben kroonprins, die o.a. zeideHet aan stormen van de vyand op ons front duurt voort. Ten gevolge van ons systeem van elastische verdediging weken wij op verschill nde plaatsen, zooals dit mogelijk is in den bewegings oorlog. Deze aanvallen van den vijand en het terugnemen van ons front wordt door velen dikwijls verkeerd begregen. Men is er bij ons te zeer aangewend, dat wij voortdurend voorwaarts gaan en als het eens komt tot een treffen waarin de vijand aanvalt en wij ons moeten verdedigen, dan wordt de toe stand niet altijd juist beoordeeling zoo wel van den militairen als van den politieken toestand mag niet over het hooid worden gezien, dat wij een ver dedigiugsoorlog voeren. De oorlog is voor den vyand een veruietigingsoorlog voor ons echter niet. Wij willen geen enkelen van onze tegenstanders ver nietigen, doch wij strijden, om ons gelijk, gevoelde hij innig de verne dering, en voorzBg zijn schrandere geest de onweerswolken, die zich dreigend boven Nederland samenpakten zijn hoop op eene eervolle en glansrijke loopbaan was vernietigd zijne dierbaarste betrek kingen zwierven als ballingen in een vreemd land de bloem der liefde die zich zoo schoon voor hem had ontwik keld, was geknaktzijn hart was ledig, en niets dan weemoedige herinneringen waren hem overgebleven. Ralf, hier grijze knevelbaard, smijt al die pillendoozen, poeierpapieren en zalfpotten het venster uit, zeide Hugo, op den morgen van den dag, toen de wondheeler hen met hunne volkomece herstelling had gelukgewenschtde goede ritmeester liep zoo vroolijk als een kind door de kamer, wreef zich de handen, e» zong met eene verschrikkelijke zware stem een lied tot lof van dgchampagDe. Ik begrijp Diet hoe gij zoo vroolijk kuDt zijn, Hugo, zeide van Heyden, wiens vreugde over zijne herstelling met wee moedige droefgeestigheid veimengdwas. En met uw verlof, heer kapiteiD, ik begrijp niet, hoe gij zulk een uilen gezicht kunt zetten, antwoordde Wartel. Ik zeg u man, hinkte ik nog niet een weinig, ik zou kuDnen dansen, als ik deDk, dat wij morgen Gods lieve vrije lucht eens w< der zullen inademen en niet langer dien apothekerakost voor de oogen zien. bestaan. En als wij spreken van over winnen, dan bedoelen wij daarmee niet dat wij den vijand willen vernietigen, doch dat wy staande t lijven en ons niet willen laten overmeesteren. Van het oogenblik waarop Engeland deelnam aan den oorlog was mij dit duidelyk en ik heb' steeds daarop nadruk gelegd. Op de opmerking van den corresp., dat de kroonprins in bet buitenland wordt gehouden als aanstoker van den oorlog, antwoordde dezefk weet, dat men mij dit ten laste legt. Moet ik nog zetrgen, dat daarvan niets waar is Als Duitscbland oorlog had willen heb ben, had het waarlijk dit oogenblik niet behoeven te kiezen. Voor Duitscb land was geen tijdstip ongunstiger dan bet toenmalige. Het lag er bovenop, dat Engeland gebrnik wilde maken van de gelegenheid. België is immers slechts een voorwendsel geweest. Engeland greep in, omdat de Duitsche concurren tie onverdaaglijk was en omdat de Engelschen harder moesten werken dan vroeger. Wij vechten om ons leven en ik herhaal nogmaals, dat daarom ons doel niets anders kan zijn dan ons te ver dedigen. Op de vraagWaardoor verwacht Uwe K. H. het einde van den oorlog, antwoordde de prins: Doordien de vyandeD zullen inzien, dat de kolossale iuzet niet-evenredig is aan de winst, dat zij. zullen inzien, dat zij niet zooveel kunnen winnen als zy daarvoor verliezen. De vijandelijke stormloop zal nog wel eenigeu tijd duren, doch dat zij hun doel niet kunnen Zeker, dat is voortreffelijk hernam Gustaaf, n aar hebt gij er al over gedaeht welk kleed gij zult aantrekken? Hugo zag een weinig minder vroolyk. Gy begrijpt, dat uw ritmeesterschap en mijn kapiteinschap eeD einde hebben of gij mocht lust gevoelen om den eed in haoden van de patriotten af te leggeD en haat aan den prins te zweren, dan Bij mijn zwaard, dat nooit! riep Hugo. Mijn besluit is genomen, hernam Gustaaf; ik vertrek Daar Engeland men zegt, dat de oorlog tusschen Twee brieven kapitein, zeide Ralf die binnentrad een uit Engeland, God dauk maar wie die andere gebracht heeft, of waar hij vandaan komt, weet ik niet. Ooze brave huisbaas had hem op eene kaas op de toonbank gelegd hier zijn ze beide. Gustaaf opeode haastig den brief, welke vaD zijn ouders kwam zijn gelaat helderde op, toen hij zag, dat zijne ge liefde betrekkingen behouden hunne be stemming hadden bereikt, maar treurige denkbeelden kwamen hem voor den geest bij het lezen der woorden >wij nebben een zeer klein huis gehuurd en leven als geringe burgersde noodzake lijkheid schrijft ons thans die bezuiniging nog wel niet voor, maar bet is God be kend mijn zoon, wanneer wy den vader landschen grond weder zullen betreden en het is buiten twijfel, dat onze vijan den de goederen welke wij achter moes- bereiken, moeten zijzelf óók inzien. Onze troepen vechten prachtig en ik wijt het aan hun dapperheid dat een zóó kolossale overmacht ons niet ver plettert. Op de vraagHoe houdt de vyand zich, antwoordde de prins De Franschen vechten prachtig, doch bloeden dood. Zy sparen geen menschen- materiaal en ontzien geen off rs. Bij de Engelschen is de soldaat op zichzelf ook zeer goed en taai, doch by hen hapert het aan de leiding. Bij de Amerikanen heb ik kunnen vaststellen, dat zij over het algemeen niet weten waarvoor zij vechten. Ik vroeg een gevangen Amerikaan waarvoor zy vochten en hij antwoordde Voor Elzas. En op mijn vraag wie of wat Elzas is, antwoordde hy, dat E'zas een groote zee is. Maar met dat al voelen wij natuurlijk den inzet der Amerikanen, die aan materiaal heel veel hebben geleverd, en nu oo t heel veel menschen- materiaal leveren. Stopzetting van de sigareaindnstrie I Naar het Hbld. verneemt besraat er groote kans, dat de sigarenindustrie binnen zeer atzienbaren ty i geheel zal worden stopgezet. De genomen regeeringsmaatregelen schijnen een zoo naieeligen invloed on de industrie uit te oefenen, dat da fabrikanten er de voorkeur aan geven hunne fabrieken te sluiten. ten laten, zich zullen tor-eigenen. Kom spoedig tot ons overer worden hier groote toebereidselen tot deo oorlog tegen Frankryk gemaakt, eoz.t O mijn broader, zoo schreef de ge- voelvolle Carolina, en liefhebbende zus ter, hoe weemoedig beo ik gestemd. NeeD, het is mij onmogelijk alles te schrijven wat ik gevoel. Het is mij of ik van de geheele wereld verlaten ben ik verlaat de zijde onzer moeder niet alles, alles is my hier vreemd, ik vind hier het lieve vaderland niet weder geen enkele vriendin. Niet ééo piekje scheukt mij eeu genoeglijke herinnering. Ik ween, zonder te weten waarom, en onze goede moeder weent met mij. Va der troost ons wel door te zeggen, dat er duizenden Franschen zijn, die even als wij hun vaderland hebben moeten verlaten en in armoede rondzwerven, ja zelfs dat edellieden bun brood moeten bedelenmaar ach lieve Gusiaaf' dat maakt mij slechts te oDgrlukkigeiKom toch spoedig beste broeder in de armen van uwe geliefde zuster, die zich zoo verlaten gevoelt. Arm meisjezuchtte de jongeling, nog heden ga ik op reis. Maar van wie mag deze brief zijn Van Hevden opende eenigzius onverschil lig den anderen brief een doodelijke bleekheid overtoog zijn gelaat, toen hij de naamteekening Oóegunda zag, en, na van zijn ontroering hersteld te zijn, het volgende las Wordt vtrvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1918 | | pagina 1