S Vo II
28 Augustus l«li8<l;aang«
Jk
Nieuws- e
voor
Zeeuwse h -Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
T-
OPROEP.
FEUILLETON.
Ie.
Buitenland.
ANT.
DU blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Groote en kleinere bedrijtsboeren, U
allen roep ik op, om krachtig te pro
testeeren tegen het aanhoudend ge
schimp, zoowel door een Zeeuwschen
afgevaardigde in de Eerste Kamer, als
door andere Heeren in Den Haag en
elders, over de BOEREN in ZEEU WSCH
VLAANDEREN. Wij worden allen over
èèn kam geschoren, wij zijn allen
smokkelaars, bandieten, vrij gevochten
lieden, die zich niet storen willen, noch
aan wet noch aaD gebod, en dat alles
omdat zeer enkele boeren aan de
grenzen, gemeend hebben dat in de zoo
genaamde vrije strook, men vrij zaaien
kon. Dit valt te betreuren, en is ver
keerd, maar verkeerder zijn nog de toe
gepaste maatregelen om voor zoo veel
duizende guldens waarde oogst te
vernietigen, dat had anders kunnen
gedaan worden.
U allen roep ik op om een Reuzen-
bond in Zeeuwsch Vlaanderen op te
richten, en dat gedurende dezen crisis
tijd, met het doel om een bewijs te
leveren, dat de Boeren in Zeeuwsch-
Vlaanderen wel degelijk zeer achtens
waardige menschen zijn, die gaarne
medewerken voor het nut van allen,
maar die niet uitgescholden of gekue-
veld willen worden, laat ons een ver-
OF
NEDERLAND IN 1795.
29)
Maar Willem de Vijfde hoorde met
geduld eD kalmte de woorden des grijs
aards, ofschoon smartelijke herinneringen
door denzelve moesten worden opgewekt
en het gewicht van het oogenblik den
vorst gewis weemoedig moest stemmen.
Goede oude man, antwoordde hij
met mannelijke gelatenheid, gij hebt ge
lijk dat de treurige toestand, waarin
zich thans het dierbaar vaderland bevindt
aanleiding geeft om deszelfs vroegeren
gelukkigen toestand in het geheugen
terug te roepenmaar dewijl de her
deDkiDg daaraan alleen dient, om onze
smarten nog te vermeerderen, geloof ik
i dat wjj het best handelen, wanneer wij
I ons toeleggen om die anders streelende
TW denkbeelden aan 't verledene zooveel mo-
1 gelijk uit onze gedachten te zetten beter
1 is het ons te bepalen tot een onzijdig
I onderzoek naar de ware oorzaak van de
tegenwoordige rampen van uw en mijn
I vaderland, en die welke het nog voor
1 de deur staan. Het is naar mijn oordeel
eeni verkeerd gehandeld, wanneer wij die
oorzaak alleenlijk zoeken in de onver
t-tsn antwoordelijke wijze van zoovele Neder-
4,91
bond sluiten om 20 vau ons bouw
land met rogge of tarwe te bezaaien,
docb onder deze uitdrukkelijke voor
waarde
Aan ons Boeren moet gelaten worden
het noodige broodkoren voor ons gezin
en voor die arbeiders die bij ons werken.
Wordt voor den 15 September niet
bekend gemaakt, dat aan dit rechtmatig
verlangen wordt voldaan, welnu laat
dan de Bond dienen, als een verzet-
Bond, en wij zulleh dan alleen zóóveel
graan zaaien, als wij noodig zullen
hebben voor deu zaai van het volgend
jaar wij zullen dan in plaats van ge
willige lieden, onwillige lieden worden,
en alleen datgene maar doen, wat nood
zakelijk moet gedaan worden om straffen
te ontloopen. Dat dan niet veel ver
kregen zal worden behoeft geen nader
betoog. Zij die met mij meegaan, be
richten mij dit, ik zal dan op eenige
plaatsen eene vergaderiug beleggen en
den Bond helpen stichten, die vertakt
moet zyn in de kleinste plaatsj.es.
Gedenkt allen, dat Eendracht macht
is; collectief kunnen wy ten slotte olies,
maar geen «tand in Nederland is zoo
werkeloos als de Boerenstand, om het
rechtmatig standpunt ta verdedigen.
Wy laten maar met ons sullen, en
vinden alles goed, dat kan en mag niet
langer zoo gaan, willen wy ten slotte
landers, die zich inbeelden, dat zij met
den intocht der Franschen in de republiek
hun aardsch geluk voor altoos zullen
verzekerd zien ook zoek die oorzaak
niet in kwade trouw van onzeGeallieerden
door het niet nakomen van de zoo plech
tig gedane beloften. De war^bron van
onze ongelukken moeten wij^ïoeken in
de nationale zonden en ongerechtigheden
waarin zich de inwoners van Nederland
in het algemeen en elk van hen in het
bijzonder, in meerdere of mindere mate
sedert eenige jaren hebben schnldig ge
maakt en waarvan ik mij zelve voor den
Alwetende niet verontschuldigen kan.
God heeft eeu twist met Nederland en
heeft zulks in het afgeloopen jaar uiet
alleen duidelijk doen blijken, in het
doen mislukken van alle in het werk
gestelde pogingen om vrede en eendracht
te herstellen, maar osk in deze dagen,
daar Hij door den feilen vorst het voor
naamste verdedigingsmiddel om de Fran
schen den intocht te beletten, tot een
gebaanden weg maakte om het vaderland
te overmeesteren, hetwelk hen des te
gemakkelijker valt, omdat wij ons van
alle bondgenootschappelijke hulp versto
ken zien. Als God ter nederwerpt, mijn
vriend, wie zal dan weder oprichten?
Wij uaoeten dus de hand op den mond
leggen en Gods oordeel billijken.
Zoo sprak de vorst tot deu grijsaard
zijne woorden kenschetsten zijn karakter.
.Na nog eenmaal de haDd aan den ouden
niet geraken aan Staatsexploitatie op
80cialistischen grondslag. Wij moeten
ons wapenen, tegen onbillijke voor
schriften en desnoods tijdig doen ge
voelen aan de menschen van eigen
kring dat zij niet moeten vergeten, tot
hulp te zijn geroepen van de land
bouwers die hen kozen en afvaardigden,
en zij niet de machines moeten zijn
van de Regeering, want gekrabd te
worden door eigen kat doet meer zeer,
dan van een vreemde.
Het is geen oppositie van mij, in
tegendeel, maar er moet iemand zijn,
die onpartijdig voor allen, de koe bij
de hoorns aanpakken durft.
F. HOMBACH,
statenlid,
voorzitter van de afdeeling
Hulst van de Z. L. M.
Daar myn oproep niet in goede aarde
schijnt gevailen te zijn bij de redactie
van ons orgaan, zoo veronderstel ik
ten minste, omdat het niet geplaatst is
geworden, zoo zend ik die oproep als
advertentie aan de bladen verschijnende
ia Zeeuwsch Vlaanderen.
F. H.
DE OORLOG.
Maarschalk Foch laa; zijn tegenstan
der uiet losook deze week heelt het
dienaar gedrukt te hebben varliet deze
tot schreiens aangedaan den stadhouder,
dien hij niet weder zoude zien. Van
allen, die gekomen waren om den prins
een laatst vaarwel te zeggen, nam hij
een hartelijk afscheid, en toen van Hey
den hem zijn besluit te kennen gaf. om
insgelijks het vaderland te verlaten en
in 's vorsten ballingschap te deelen, ant
woordde hij
Gij doet wel mijn vriend het
zou mij bijna smarteu, dat gij, door zoo
vele blijken van uwe verknochtheid
aan mijn Huis te geven, in den haat
mijner vijanden .deelt, en alles van hunne
wraak hebt te vreezen. Zwarte woikéMi
pakken sauien boveu dit eens zqo geze
gend landontwijk den eersten storm
en misschien voert een gunstige wind
u en mij nog eenmaal weder in eene
veilige haven.
Het uur des vertreks was geslagen.
Welaan mijne vrienden, het is tijd
dat wij vertrekken, zeide de vorst, die
thans als balling op vreemde kasten
eene schuilplaats wilde zoeken, tot hen,
die hem zouden vergezellen en liever
in het. ongelukkige lot van hunnen vorst
wilden deelen, dan de genade en gun
sten van bittere vijanden ot verwaten
vreemdelingen inroepen korten tijd
daarna volgden ook de beide zonen van
den Erfstadnouder. Een tallooze schaar
was getuige vau dit aandoenlijk tooneel
des afscheius gelijk eene stofwolk, door
legar van generaal Böhn een aanval
over een eroote frontbreedte te verduren
gehad. 18 en 19 Juli werd deze aanval
alreeds ingeleid door het gebruikelijke
bombardement, bebalve aan bet Engel-
8cbe iront, het leger van eeneraal Byng,
die er ditmaal weder, evenals het
vorige, jaar aan de Som me, verrassend,
zonder artilleristische inleiding op los
is gegaan. De aanval heett zich uit
gestrekt, ter weerszijden van de Oise,
over een front tusschen Soissons en
Roye. Zoowel onmiddellijk ten Noord
westen van de Oise, als tusschen deze
rivier en de Aisne zyn wederom aan
merkelijke vorderingen gemaakt. Las-
signy, ongeveer 10 K.M. ten Westen
van Noyon, is wedt r in Fransche
handen. Halverwege tusschen Soissons
en de Dise zijn de Franschen bijna tot
het Ailetto kanaal doorgedrongen zoo
wel Noyon als Roye loopen groot gevaar
weder door de Duitschers te worden
verloren. Vergelijkt men den toestand
van thans met dien van vóór het groote
Duitsche offiosief en dien, nadat het
offensief het hoogste punt had bereikt,
dan ziet men, dat de Bindgenooten
thans zoowat de helft, van betindertyd
verloren terrein weder hebben veroverd.
Blijkens het Duitsche middagcom-
-muniqué zetten de Engelscben hun
aanvallen op groote schaal voort. Het
aanvalsfront is tot ten Zuid-Oosten van
Atrecht en tot CnauTlies uitgebreid.
Aan weerszijden van de Boyelles
weken de Duitsche troepen al strijdend
op Croisilles-St. Leger. Op de linie
St. Leger-Miraumont boden de Duit
den dwarrelwind voortgezweept, vloeide
de menigte naar bat Scheveningsche
strand. Hier zag men nat bekreten oogen,
die met een angstig hart den vorst na
staarden, terwijl hij, over de ijsschollen
gedragen, den vaderlandsChen bodem
verliet, dien hij nimmer weder zoude
betreden o zij mochten weenen en
behoefdén zich die tranen niet te schamen,
want de bundel pijlen eeos zoo ge
ducht, was ontbonden verbrijzeld lag
hij aan de voeten der zegepralende vij
anden, en hij, die dat teeken der een
dracht als door eeu vasten band aaneen
snoerde, moest zich deu vreemdeling in
de armen werpen. Elders verborg men
met moeite da vreugde, en op het
gelaat was de kwalijk bedwoogene
blijdschap over de voldongen zegepraal
te lezen.
Maar stil en peinzend keerde de me
nigte terug alsof zij een doode had ter
aarde besteld het hart gevoelde,
dat Oranje van N -.derland was geschei
den.
Kom mijne vreuw, kom mijne
dochter, droog uwe tranen, 'neem eeu
voorbeeld aan deu vorst, sprak van
Hryden tot zijn geliefde betrekkingen,
die van den oever der zee nog een
rugwaartschen blik op de stad wierpen,
in welke zij zulke gelukkige jaren had
den doorgebraont.
{Wordt vervolgd.}