no. 35.
Woensdag 7 Augustus 1918.
34® Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-VIaanderen.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 C-nt
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertenties worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Bemiddeling door de
Nederlandsche Regeering?
Internationale arbitrage moge een
voudig schijnen ons schijnt het uiterst
moeilijk toe.
Voor wie de twee vreemde worden
nog niet duidelijk zijn willen we dit
stelsel op de volgende wijze door een
voorbeeld duidelijk maken. We nemen
aan, dat twee personen verschil van
meening hebben over pacht, huur, of
eigendomsrecht en wanneer dan een
dier personen van zijn recht gebruik
maakt zonder dat de ander dit wil, of
hij eigent zich het recht maar toe,
zonder daar wettelijk aanspraak op te
kunnen maken, dan vervoegt men zich
tot de rechtelijke macht, die het geschil
bijlegt.
Welnu dergelijke regeling zouden nu
de voorstanders van internationale
arbitrage wenschen te treffen, wanneer
twee of meer rijken het niet eens zijn.
Maar evenals een rechtszaak maanden
kan duren en honderden guldens kosten
aan de betrokkenen, indien er advo-
katen in gemengd worden, zoo zou ook
een geschil tusschen twee of meer
Staten van langen duur zijn en offers
kosten, terwijl eveneens de bemiddelaars
in een moeilijke positie zouden kunnen
komeu bij een ongunstigen uitslag.
Daar staat tegenover, dat geen bloe
dige offers zouden vallen, althans niet
ongestraft. Hoogstens zou een enkeling
het slachtoffer kunnen worden, doch niet
by tientallen of duizenden.
De vreeselijke oorlog die thans nog
NEDERLAND IN 1795.
24)
Zóó, zóó komen de Franscheu, onze
poeders, onze bevrijders 1 Elders een
troep wyven, allen te gelijk sprekende
en een oogen blik van zaligheid smakende
bij het denkbeeld weder een nieuw
schouwspel en nieuwe aanbidders te zul
len hebben en even als hunne mannen
van vrijheid en' gelijkheid droomende.
Alles schreeuwt en woelt door elkander.
Stille dankzeggingen stijgen ten Hemel
op voor het aanbreken van den heilrij
ken morgen, zoo lang, zoo vurig, zoo
innig afgesmeekt want zoo zij.dwaal
den die goede maonen en vrouwen
velen dwaalden te goeder trouw.
Maar niet alle bewoners der grijze
Waalstad hieven den juichtoon aan. Me
nig hart, dat voor den geliefden, maar
I oogelukkigen vorst klopte, kromp in een
en zag met angst eu medelijden deD
woeiten en opgewonden hoop, die dron
ken van vreugd en wellicht tuk op wraak
I door de straten holde.
Zij komeu, zij komeu zoo juichte
I de menigte, zoo juichten de patriotten,
mannen, vrouwen kinderen alles
I jubelde zij komen 1
voortwoedf wijst maar al te zeer op de
onnoemelijke ellende, die door zoo'n
maatregel zou worden voorkomen.
Zeer zeker is dan ook arbitrage en
ontwapening als gevolg daarvan, de
wensch van allen, die iets of iemand
te verliezen hebben.
Behalve aan het enorme verlies van
menschen denken we ook aan de groote
fiuanciëele voordeelen, die de uitvoering
dier plannen met zich zoude brengen.
Ontzaggelijke sommen gelds zouden ook
in vredestijd vrij komen en kunnen
besteed worden aan allerlei nuttige en
weldadige instellingen, terwijl ook o.i.
d&t het middel zou zijn, om tot een
geleidelijke opheffing te komen van de
onnoembare schulden, die de oorlogs
toestand heeft veroorzaakt.
We zyn overtuigd, dat er geen wel
denkend mensch op de gansche wereld
is, of hy zal dit idee voorstaan.
Maar zoo gelooven we ook, dat er
geen mensch gevonden wordt of hij
wil een einde aan den oorlog en toch
is er nog geen uitzicht op vrede.
Integendeel, meer en meer tracht men
de overtuiging vast te leggen, dat de
oorlog nog jaren zal duren. Men schikt
er zich naar en hoe moeilyk en groot
de ontberingen zijn, het leven blyft
mogelijk en dragelijk.
Geen der oorlogvoerende mogend
heden steekt de hand tot vriendschap
uitr Men belastert elkaar, hetst anderen
tot deelname op en zint dagelijks op
nieuwe middelen om elkaar te vernieti
gen op de wreedst mogelijke wijze.
En daarom meenen wijmen moge
voorstander van den vrede zijn, propa-
En zij kwamen die zonen en vaders
der vrijheid zij kwamen. Rechte
voorwerpen van erbarming een geheel
leger van Sancho Pancha's droeviger ge
dachtenis.
Vervloekt! daar komen zij zeide
Ralf, die met den onzijdigen huiswaard
aan het venster van de kamer stond, in
welke van Heyden en Wartel gewond
op het rustbed lagen, kijk, een heele
vlucht bonte kraaiea Zie hem eeDS
met zijn bloote beenen waarachtig de
bol is uit zijn hoed, en een deken om
het lijf I Zijn dat soldaten 't Lijkt wel
een troep comedianten, die zoo van de
reis komen O, die malle wijven zie
zij drukken de smerige handen van die
magere Franschen. Nu nog erger zij
kussen, zoo waar ik Ralf heet, de paar
den Zijn die uit het gekkenhuis geko
mien HoorZe piepeu van honger,
of zingen ze? O kapitein, o ritmeester,
ik gaf een maand traktament, als gij op
uwe beenen kondt staan, om al dat fraais
te zien! Wat doet die dame Bij mijn
zwaard, ze omhelst dien langen mageren
kerel goed zoo kameraad, stoot haar
terug 1 Maar alle duivels, dien vent ken
ik ha en zijn sabol grijpende
snelde Ralf als een bezetene de trap af.
Wel, wel, zeide de huisheer, steeds
op de straat turende, 't verwondert mij
niet, dat mijn buurman zoo met den
hoed zwaait, en als ik niet begreep
waarom de kat den kandelaar likt, zou
ganda maken voor de vredeszaak (iets
wat eigenlijk overbodig klinkt), het doet
aan een grooten brand als thans woedt
niets af, of men er een emmer water
in werpt.
Arbitrage is prachtig, maar dit weten
de staatshoofden der groote rijken even
goed als wij en wat nu zal hen dwingeD,
als de wil ontbreekt.
En ditzelfde geldt o.i. ten opzichte
van bemiddeling.
Zooals bekend heeft de Nederlandsche
Anti-Oorlog Raad op 31 Juli j.l. openbare
vergaderingen gehouden te Amsterdam,
's Gravenbage en Rotterdam ter bespre
king van doel en middelen om tot
beëindiging van den oorlog te komen en
daar aangenomen de volgende motie
,De Openbare Vergaderingen van den
„Nederlandschen Anti Oorlog Raad" op
Woensdag 31 Juli 1918
te Amsterdam in het Concertgebouw,
te 's Gravenbage in den Dierentuin en
te Rotterdam in de Nutszaal,
overwegende, dat beide oorlogvoeren
de -partijen herhaaldelijk verklaard
hebben zelf bereid te zyn vredesvoor
stellen van de tegenpartij te onder
zoeken, maar dat ieder van haar blijft
weigeren zelf vredesvoorstellen aan de
tegenpartij te doen, uit vrees, dat dit
als teeken van zwakheid zal worden
uitgelegd
overtuigd, dat ieder der oorlogvoeren
de partijen thans als het hoogste oorlogs
doel beschouwt het voorkomen van een
herhaling van dezen oorlog en ter
bereiking hiervan wenscht mede te
ik denken dat hij droDken was. Gij
moet weten heereD, dat mijn buurman
laken verkoopt, en daar zal iets noodig
zijn om al die menschen een weinig in
de kleeren te steken 't zal eene goede
week voor de bakkers zijn, en als ze
boter en kaas lusten, waar ik niet aan
twijfel, hoop ik ook nog iets te verdienen
als hunne beurzen maar zoo goed zijn
als die van de roodrokkon, waar ik
evenwel zeer aan twijfel.
De onzijdige man verliet de kamer op
het oogenblik, dat Ralf driftig naar boven
kwaun stuiven.
De schelm is mij ontsnapt, maar
ik mag geen soldaat zijn in dienst van
den prins, dier» God bescherme, als ik
hem den kop niet kloof.
Hebt gij dan een vijand onder de
Franschen vroog Wartel.
Ik haat ze allen, maar daar is er
een onder, dien ik, ontmoet ik hem ooit,
naar de andere wereld zal zenden, zefde
de soldaat.
Kom, wij vervelen ons, Ralf, vertel
ons toch eens wat die kerel n gedaan
heeft, zeide de ritmeester.
Ofschoon het een vau die dingen
is, weike men liever voor zich zei ven
houdt, zai ik het u verhalen 't doet er
ook weinig too en er valt niet aan te
veranderen, antwoordde Ralf.
Gij moet dan weten, dat ik getrouwd
ben geweestmijne vrouw had een aar
dig gezichtje en wij leefden zeer goed
werken tot een Volkerenbond en dat
voorts uitlatingen van staatslieden der
oorlogvoerende landen de veronderstel
ling wettigen, dat door onderhandeling
thans reeds overeenstemming zou kun
nen worden bereikt
spreekt den wensch uit, dat de Neder
landsche Regeering in het openbaar
stappen moge doen tot bemiddeling".
Het bestuur van dien bond nu ver
zoekt behalve opname van die motie
ook bespreking daarvan in alle bladen,
ook kleinere plaatselijke bladen en
vak- en partijbladen.
Wij voor ons zonder ons in te
laten met het werk van anderen, zien
hiervan het nut niet in en wel om
meer genoemde reden, n.l. dat de
Nederlandsche Regeering even gaarne
als ieder ander vrede wil, maar zich
niet het werk zal laten opleggen door
anderen, voorzoover dit niet tot haar
taak behoort. En evenmin kunnen wy
ons indenken, dateenFransch, Engelsch,
Duitsch of Amerikaansch Ministerie zich
den tijd zal geven om eens in studie
te nemen het voorstel dat een Neder-
landsch Ministerie haar voorlegt als
bemiddelaar. Er is o i. veel kans, dat
men denkt, zoo het al niet gezegd
wordt, „schoenmaker blyft bij je leest."
Het Departement van Buitenlandsche
Zaken heeft al zooveel te schikken,
overeen te komen en te regelen, dat
het met werk overladen is, alleen om
te zorgen, dat we zelf buiten den
brand blyven."
En indien nog pogingen tot bemidde
ling werden aangewend door de Neder
landsche Regeering we laten in het
wij sloegen elkander nooit, en hadden
zelden meer dan eens op een dag ver
schil, maar dat werd met woorden uit
den weg gemaakt. Mijne vrouw hield
een winkelik ging uit timmeren. Op
een avond te huis komende kwam mijn
wijf mij aan de deur te gemoet, 't geen
zij anders nooit deed. Zij vertelde mij
dat er dien middag een man in de win
kel was gekomen, om iets te koopen
hij had er zoo akelig uitgezien en was,
terwijl hij wilde betalen, in elkander
;ezakt. Met behulp van.een anderen man
had zij hem op het bed gebracht, dat
wij bewaardeo, als iemand van de fami
lie ons eens kwam bezoeken, en uu
vroeg zij mij om raad, wat wij met hem
zouden aanvangen.
Hem hier houden tot hij genezen is,
dat spreokt van zelve, gaf ik ten ant
woord, en ging«-naar de kamer waar hij
lag. Ik kon hem zoo min verstaan als
mijne vrouw, maar de dokter zeide, hij
was een Franschman. Drie weken lag
hij dat men niet wist of hij zou blijven
leven of sterven mijne vrouw paste hem
op, als of ik het zelf geweest ware, efi ik
zag gaarne dat zij hem alles gaf wat de
doktor zeide dat goed voor hem was,
want dacht ik, hij is ia een vreemd
Und en als my zoo iets gebeurde zou
ik ook gaarne zoo behandeld worden.
Wordt vervólgd.)