)n l\o. 27. Woensdag 10 Juli 1018. 34le Jaarg. 1 Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - AxeJ. Binnenland. FEUILLETON. T- 1S. tj« Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 60 Cent; franco per post 70 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Weststr. D lil. AüVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Adverteütiên worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdaa- en Vrijdagmiddag TWAALF ure. De bommen op Sluis. (Officieel.) Het Ministerie van Buiten- landsche Zaken deelt het volgende mede In den nacht van 11 op 12 Juni j.l. te middernacht, is door een vliegtuig, dat zich boven Sluis voortbewoog een bom geworpen, welke in het land terecht kwam, zonder schade van belang aan te richten. Aangezien het onderzoek der gevon- den scherven heeft uitgemaakt, dat de bom van Britsch maaksel was, heeft H. M. gezant te Londen opdracht ont vangen, met den meesten nadruk bij de Britsche Regeering te protesteeren tegen deze nieuwe schending van Nederlandsch gebied, welke bewijst, dat de Britsche vliegeniers óf geen sirenge order ontvangen om het overvliegen van Nederlandsch gebied te vermijden, óf zich niet storen aan de orders. Rjjkskantoor van suiker. De minister van Landbouw heeft met ingang van 1 Juli 1918 bepaald 1. Op te heffen de rijkscommissie van toezicht op de suikervereeniging onder toekenning van eervol ontslag aan voorzitter, leden en secretaris van die commissie en onder dankbetuiging voor de door hen in die commissie aan den lande bewezen diensten 2. a. dat bet suikerdistributiekantoor in den vervolge zal zijn genaamd Rijks kantoor voor Suiker b. dat in alle beschikkingen en bekendmakingen in stede van de Rijks OF NEDERLAND IN 1795. Het was indien ik mij niet bedrieg, de ritmeester Wartel, die voor eenige maanden mijn hollend paard tegenhield, antwoordde zij, zonder de minste ontroe ring te laten blijken. Die heer voegde zij er achteloos bij, bezocht ons naderhand van tijd tot tijd, doch hield daarmede eens klaps op, zonder dat ik daarvan de re den weet, doch ik veronderstelde, dat hij naar elders vertrokken was, zonder den tijd te hebben ons vaarwel te zeggen. De ongekunstelde toon, waarop het beminnelijke meisje deze woorden sprak brachten den jongen krijgsman in ver warring. Mijne lieve Odegunda heeft een bijzondere gave om oude vrienden te herkennen, zeide Gustaaf. De ritmeester is mijn vriend; hij wilde den toestand van het vijandelijke leger met eigen oogen zien eD haalde mij over hem te vergezellen. Zonder tijdige tusschen komst van mijne vriendin had onze nieuwsgierigheid nootlottige gevolgen kunnen hebben, doch is er nog iemand, die aanspraak op mijne dankbaarheid heeft, en, ofschoon hij tot de vijanden commissie van Toezicht op de suiker vereeniging en van het suikerdistributie kantoor zal worden gelezen: Rijkskantoor voor Suiker c. dat aan het Rijkskantoor voor Suiker zal worden toegevoegd een commissie van advies en daarvan te benoemen tot leden 1Walrave Boisse- vain, 2. K. J. A. G. baron Collot d'Escury, i. K. ter Laan, 4. H. W. van Marie Jr. 3. Te benoemen tot president-direc teur van het Rykskantoor voor Suiker: C. Spakker Jr. en tot directeuren W. J. den Hollander aan wien meer in het bijzonder de zorg voor de distributie eu J. H. van Wijk aan wien meer in het bijzonder de afdeeling productie en raffiüage zal zyn opgedragen. Komtynekaas. De Minister van Landbouw heeft vast gesteld de volgende maximumprijzen ingevolge art. 2 en 8 der Distributiewet 1916, kleinhandelprijs per K.G.belegen komijne kaas 1.40, jonge komyne kaas f 1.22 per K,G.belegen komijne kaas ƒ0.70 jonge komijne kaas ƒ0.61 per halve K.g.; belegen komijnekaas fO,147S) jonge komijne kaas 0121/» per één tiende K.G. Aardappelen tegen steenkolen. Naar aanleiding van verschillende miuder juiste berichten over den uit voer van aardappelen naar Duitschland en de daartegenover bedongen contra prestatie, kan het Ned. Corr. Bureau mededeelen, dat tegenover den uitvoer van 2000 wagons aardappelen, een hoeveelheid, die beantwoordt aan ruim 5 dagen consumptie hier te lande staat de invoer van 5000 wagons a 10 ton kolen, zoo mogelijk gaskolen, waarmede ongeveer voor 20 dagen in de behoefte der gasfabrieken zaL kunnen worden voorzien. Worden minder aardappelen uitge voerd, dan zullen ook evenredig minder kolen uit Duitschland worden ingevoerd. Gelijk bekend, moet bovendien een evenredig aantal worden beschikhaar gesteld voor Engeland als naar Duitsch land wordt uitgevoerd. Uitbreiding politic. De Opperbevelhebber heeft aan de militaire autoriteiten medegedeeld, dat het in verband met de omstandigheid dat er tegenwoordig belangrijk meer dan in gewone tijdeD gevergd wordt van de marechaussee, rijks-en gemeente politie ten aanzien van het waken vóór de veiligheid van personen en goedereD en voor de openbare orde, noodig is ge bleken in het leger een politieafdeeling te vormen, voorloopig bestaande uit totaal 12 officieren en 500onderofficieren en minderen. Droogmaking Zuiderzee, De St. Qrt. bevat de Wet van den Uden Juni 1918 tot afsluiting en droog making van de Zuiderzee. Het overiyden van den sultan van Turkije. H. M. de Koningin heeft Vrijdag haren ordonnans-officier, jhr. De Savornin Lohman, opdracht gegeven namens Haar den Turkschen gezant deelneming te betuigen met het overlijden van den sultan van Turkije. van mijn vaderland behoort, wensch te ik hem te kennen, om hetfi van mijne erkentelijkheid te verzekeren. Ik bedoel den officier, die het geluk genoot mijne Odegunda te vergezellen. De toon, waarop de jongeling deze woorden uitsprak en de 7an lieverlede ernstiger wordende trekken van zijn gff- laat, verrieden aan Odegunda wat in zijne ziel omging. De vioolijke glim lach verdween van h^re lippen en met meer ernst, dan Gustaaf tot heden by haar had opgemerkt, antwoordde zij Het doet mij leed, mijn vriend, dat het mij niet vergund is u den naam te noemen van hem, in wiens gezelschap gij mij hebt ontmoet, en het aandeel hetwelk hij in uwe ontvluchting had was ook zoo gering, dat hij weinig of in het geheer geen aanspraak op uwe dank baarheid heeft, want zoo hij geweten had hetgeen hij hoorde, toen gij reeds in vei ligheid waart, zou zijn plicht als krijgs man hem gedwongen hebben, u gevangen te nemeü. En alzoo zou de vriend van Ode gunda de man geweest zijn, die de oor zaak was van onzen schandelijken dood zeide de jongeling met eenige bitterheid Gij zijt zelf krijgsman, en kent uwe plichten en wetten beter dan )k, ant woorde Odegunda, en of elk, in wiens gezelschap men zich bevindt, een vriend kan genoemd worden daaraan twijfel ik. Vergeef mij Odegunda, dat ik openhartig met u spreek, sprak de jonge krijgsman de hand van het schoone meisje vaster in de zijne klemmende indien mijne rust u dierbaar is, zeg mij dan hebt gij mijn vriend Wartel niet misleid Bedroog ik mij eergister avond, toen ik geloofde iemand uit het bosch in het slot te zien sluipen, en moet het mij niet bevreemden, mijne aangebeden Odeguda in de avondschemering op ver ren afstand van de woning van haren vader, ia gezelschap van ,een vijandelijken officier te vinden? Odegunda trok hare hand heftig teru en stond van hare zitplaats op met alle teekenen van verontwaardiging op het gelaat. Kapitein van Heyden riep zij een traan van spijt onderdrukkende, uw gedrag is mij onverklaarbaar en uwe woorden vernederen mij. Wat gij van uwen vriend zegt begrijp ik nietook weet ik evenmin, wien gij bedoelt met eene gestalte, die in ons huis zou gesloten zijn, maar dit zeg ik u dat de naam van hem, in wiens gezelschap ik mij bevond niet over mijne lippen zal komen en dat ik nimmer mij zal verlagen om rekenschap van mijne daden te geven. Mistrouwt gij mij net is wel, dan scheiden wij hier. Ik haat de verklaringen. Ik mistrouw u niet, dierbaarste Odegunda, zeide de jongeling, doch bedenk hoe vreemd het mij moest toe schijnen u daar en in zulk gezelschap Van de woningen der gezanten van de centrale mogendheden te 's Graven- hage waren de vlaggen hunner ryken halfstok geheschen wegeDs het over lijden van den sultan van Turkye. De minister van BuitenlandscheZaken jhr. dr. Loudon, bracht een bezoek van rouwbeklag aan den Turkschen gezant. De mobilisatie-toelage. De minister van Oorlog heeft de mobilisatie toelage voor alle militairen met uitzondering, van de dienst plichtige soldaten en korporaals die in hun standplaats zijn gelegerd te rekenen vanaf 1 Juli 1918, ingetrokken. Deze toelage bedroeg voor alle ge huwde officieren per dag l, voor onderofficieren boven den rang van sergeant majoor ƒ0,50, voor sergeant majoor ƒ0,25 en voor de overige ge huwde onderofficieren ƒ0,15 per dag, terwijl deze bedragen voor de ongehuw- den respectievelijk 0,50, 0,25, 0,15 en 0,10 per dag waren. Te rekenen van 1 dezer zijn de dagelijksche toelagen by nachtverblijf buiten de woonplaats voor gehuwden en (ongehuwden) als volgt vastgesteld Opperofficieren 4,65 en 2)hoofd officieren ƒ3,65, en 1)subalterne officieren f 2,65 en 0,50)onderoffi cieren boven den rang van sergeant majoor (opperwachtmeester) l,4ö en (ƒ0,25); sergeant-majoors ƒ0,50 en (ƒ0,15); overige onderofficieren ƒ0,25 en (ƒ0,10); korporaals en minderen /0,10 en (ƒ0,10)korporaals en minderen in de woonplaats mede 0,10. ontmoetenvoeg hierbij, dat ik zeker geloofde te zijn iemand, nadat ik ver trokken was, doer u te hebben zien ont vangen dit bracht ik in verband met hetgeen ik gisteren zag en dan het ver haal van mijn vriend, die eens uwe liefde bezat en u op een avond in gezelschap van een ander vond mei wien gij u te zijnen koste vermaakte. Dat alles lieve Odeguuda ik ontken het niet stemde mij somber. En maakt mij verachtelijk in uwe oogen, is het niet zoo mijnheer? Uw vriend is een dwaas of tot niets anders geschikt, dan om spion te zijn. Ik raad uwe gedachten gij houdt mij voor een lichtzinnig meisje, want uwe natie ge looft, dat de onze met de deugd spot en de ware liefde niet kent. Het staat u vrij van mij te denken wat gij goed vindt, maar Odegunda zal nimmer de echtgenoot worden van een man, die hare oprechtheid en deugd in twijfel trok. Ik leed reeds te veel, om ook nog door hatelijke achterdocht gekweld te worden. Ik twijfel niet aan uwe deugd, lieve Odegunda, sprak de jongeling wee moedig, een enkel woord slechts, eu voor immer zal ik.... Ik heb het u gezegd mijnheer ik wil, ik kan, ik mag zijn naam niet noemen, riep het meisje. Gij verdenkt mij, daarom moet ik u verachten. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1918 | | pagina 1