34e «iaarg.
So. 15.
Woensdag "29 Mei 1918
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
COUHAN
DU blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER —UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot,
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
ike,
DE OORLOG.
Talrijk zijn de veronderstellingen,
welke in deze periode van wachten op
den nieuwen aanvalsstoot der Duitschers
met betrekking tot doel en richting der
operatien zijn gemaakt. En bij al die
beschouwingen in de organen der
EDtente-pers, treft één bijzonderheid,
n.l. dat het denkbeeld van de „tegen-
manoeuvre" van den opperbevelhebber
der bondgenootschappelijke troepen ge
heel op den achtergrond is geraakt, dat
men zich dus alléén voorbereid op
alweer van den verwachten slag en dus
het initiatief nog geheel laat aan de
zijde van dan Duitscber. De meeste
organen zien in den komenden strijd
een hernieuwde poging der Duitschers
om door te dringen via Amiens naar
de Fransche kust, en spreken daarby
thans nog van een scheiding tusschen
de Fransche en Engelsche legers.
Alhoewel nu de berichten van het
front wel talrijke aanwijzingen bevatten,
dat de slag inderdaad zal vallen op het
terrein, dat ook onlangs de verschrik
kingen van den krijg hebben moeten
beleven, zoo is het toch voorzichtig, zich
op die berichten niet te veel te verlaten,
want de geschiedenis van dezen oorlog
heeft geleerd, dat zelfs waar met zóó
groote troepenafdeelingen wordt gewerkt
en die bewegingen en voorbereidingen
zóó moeilijk zijn geheim te houden, de
Duiische legerleiding toch veelal nog
verrassend heeft geageerd.
Zoo zijn ook de berekeningen betreften-
de de groote van de troepenmacht,
welke by het offensief kan worden
ingezet, d.w.z. waarover naar alle waar
schijnlijkheid de Duitschers de beschik
king hebben, niet geheel en al betrouw
baar, zelfs al neemt men nog zoo'n
grooten veiligheidsfactor. Want het zou
niet bevreemden als de ervaringen van
het jongste offensief benut zijn in dien
zin, dat bij de conferentie, welke deze
maand plaats had tusschen de Duitsche
en de Oostenrijksche militaire en poli
tieke leiders, tevens ter sprake gekomen
is, ja, wellicht alleen het doel is ge
weest, tot overeenstemming te geraken
nopens de deelneming van Oostenrijksch-
Hongaarsche troepen aan de operatien
in het Westen. Zooals men weet, is
deze deelneming aan de aanvallen in
April alleen beperkt geweest tot de
beschikbaarstelling van eenig geschut.
De afgeloopen week heeft weer het
verslag gebracht van een nieuwe rede
van president Wilson. Om de bevolking
te bewegen, diep in de beurs te grypen
ten behoeve van het Roode Kruiswerk
heeft hij een toespraak gehouden, waar
uit wel blijkt, dat naar zijn meening
de strijd nog lang zal moeten voortduren.
Anders zal het toch geheel en al uitge
sloten zyn, dat Amerika niet alleen den
oorlog wint, maar, zooals de president
het uitdrukte, „groot en waardig wint".
Ter bereiking vaD dit doel is bijv. het
door Duitschland afstand doen van den
Elzas en door Oostenrijk van Trentino
en Triest lang niet voldoende. Vandaar
dan ook, dat vredespogingen, van
Duitsche zijde uitgaande en bijv. ten
doel hebbende tot een schikking met
OF
NEDERLAND IN 1795.
13)
Maar ik vergat, dat eeu paar schoone
oogen en een lieve mond veel belangrij
ker zaken uit het geheugen wissen.
Kom man, rechtsom keert, want het
n verveelt mij, alleen te loopen, en twee
zien ook altijd meer dau één. Ik zou
misschien nog zoo ras niet besloten heb-
I ben dit tochtje te ondernemen, maar
j toen ik in tegenwoordigheid van den
5$ Erfprins schertsend over mijn voornemen
sprak, meende ik te bemerken, dat het
w hem niet onaangenaam zou zijn, juiste
ri»ke berichten omtrent den toestand van den
vijand in te winnen.
Gij hebt dus de rol van spion op u
genomen zeide van Heyden.
Zoo als gij verkiest en waarom
I niet? hernam de vroolijke ritmeester, of
I ik den Stadhouder en de republiek als
I soldaat of spiou dien om 't even, en
te« ik heb er nog het vermaak bij, mijne
ui| nieuwsgierigheid te voldoen.
yM Wij ziju vrienden, Hugo, en daar-
10.45 om wil ik het gevaar met u deelen,
ofschoon ik het weer als eene van uwe
,rti« dollemansstreken beschouw, zeide Gus
staaf, maar met deze kleederen en te
paard, kan ik mij slecht onder de kar-
miolen begeven, zonder gevaar te loopen
om de galg te versieren.
Daar is raad voor, hernam Wartel
by den eersten boer zet gij uw paard
op stal, en verwisselt de uniform met
eene pij, en hetgeen verder noodig is,
om u in eenen boer te herscheppen.
't Is hier een eerlyk en goed slag van
volk, en te dom om iets te vermoeden.
VI.
Het leger der Fransche republikeinen
bad België bezet en was doorgedrongen
tot aan de Maashet rijke Holland te
veroveren, was het brandpunt aller
wenschen, doch de goede staat der
verdedigingswerken langs de Lek-, Maas
en Waalstroomeu en de aanhoudende
werkzaamheid van de beide zonen dés
stadhouders, om die in een nog geduch
teren staat van tegenweer te brengen,
gevoegtf bij het nijpende gebrek, waar
aan het korps van Pichegru ten prooi
was, hadden bij de aanhangers van den
Prins de hoop verlevendigd, dat de
vijand tot den terugtocht zoo genoodzaakt
worden-. Zij hadden hunne voorposten
tot aan de Maas uitgezet bij eeu daar
van was het, dat Wartel en van Heyden
zich in den vroegen morgen aanmeldden.
Op den gewonen aanroep van den schild
wacht, antwoordde Wartel zoo luid mo
gelijk >vrijheid, gelijkheid en broeder
schap wij zijn Bataafsche Patriotten en
Frankrijk nopens den Elzas te geraken,
door de anderen als onoprecht worden
gekarakteriseerd, omdat zy alleen ten
doel zouden hebben Frankrijk van de
anderen los te scheuren. En van hun
kant bezien, is dat ook juistwant al
ondersteunen zy Frankrijks eisch van
teruggave van den Elzas en al zou
Frankrijk daarmee tevreden kunnen
zijn, uit de laatste rede van den president
blijkt alweer dat er voor hen dan nog
geen aanleiding is, den oorlog te beëindi
gen, omdat de eisch „den oorlog groot
en waardig" te winnen, nog geheel
andere en veel verder reikende voor
waarden inhoudt. En zoo is ten slotte
heel goed denkbaar, dat Frankrijk en
zelfs Italië ten laatste voor aanbiedingen
bezwijken, terwijl Engeland met het
economisch machtige Amerika den oor
log nog zullen voortzetten, zij het dan
alleen ter zee.
Het Zweedsche tijdschrift „Spectator"
bevat een belangwekkend artikel over
de vooruitzichten van een eventueelen
economischen oorlog tegen Duitschland
waaraan het volgende is ontleend
Door den vrede in het Oosten is er
in de om de Centrale mogendheden
gesmeede blokkeering een bres gesla
gen, welke Duitschland den toegang
heeft geopend tot het uitgestrekte gebied
van Azie, van Europeesch Rusland en
van den Balkan ter vervanging van
den overzeeschen handel. De Duitsche
industrie en de Duitsche ondernemings
geest, verbonden met een organisatie
die zich in den loop van den oorlog
als verreweg de beste heeft doen kennen
komen onze broeders, de Franschen eeu
bezoek geven.*
Thans werden zij toegelaten de eerste
vraag, welke een paar Franschen hen
deden, was of zij ook brood hadden
medegebracht
Zonder deze vraag, zou ieder aan het
uitgeteerde lichaam en het vermagerde
gelaat van deze lieden gemakkelijk
hebben kunnen zien, dat het gebrek
hen op de hielen volgde. Allen, die zij
in den loop van dien dag ontmoetten,
officieren zoowel als soldaten, stonden
op het punt den hongerdood te sterven
de kinderen Israëls kouden, na hunnen
veertigjarigen tocht in de Woestijo, er
niet gehavender en ellendiger uitgezien
hebben, dan deze voorvechters van de
algeheele gelijkheid en vrijheid, en het
moest den aandachtigen beschouwer ter
stond in het oog springeD hoe zonder
ling het klonk, dat deze arme, verhon
gerde en halfnaakte menschen aan hen
die zij bezochten, een tot uog foe on be
kend geluk zouden aanbrengen.
Hoe zoo bedrukt kameraad vroeg
de vermomde ritmeester aan een soldaat
die met het hoofd in de beide handen
rustende, op zijn ransel zat cn door van
tijd tot tijd een handvol sneeuw in te
slikken, zijn honger of dorst scheen te
willen stilleD.
Mort de ma viebromde de
Franschman, zijn hoofd even oplichtende,
is dat hier een leven 't Is voor geen
zullen de wereld verrassen door de
snelheid van hun herstel. De finan-
cieele kracht van Duitschland is tijdens
den oorlog zoo overtuigend gebleken,
de samenwerking tusschen Bankwereld
en industrie is zóó nauw, dat het
Duitsche Rijk by den wederopbouw in
de landen der bondgenooten en in het
Oosten zonder twijfel de voornaamste
leverancier zal worden. Men denke
slechts aan het herstel van het spoor
wegnet, waarvoor, met het oog op de
te verwachten reusachtige behoeften,
het productievermogen der Entente
landen niet voldoende zal zyn, weshalve
men de Duitsche markt niet zal kunnen
ontberen. Een boycott van de Centrale
mogendheden zou ook wegens het ge
brek aan samenhang tusschen de Weste
lijke mogendheden onderling en wegens
de tegenstrijdige belangen der verschil
lende landen geen succes hebben.
Tevens is de quaestie van een volkomen
vervanging der Duitsche markt nog in
geenen deele opgelostieder land zal
zijn eigen economische positie in het
buitenland trachten te handhaven en
zijn belangen zullen niet altijd parallel
loop6n met die der andere bondgenoo
ten. Het geheele plan van den econo
mischen boycott loopt daarom gevaar,
de Entente-landen ernstiger te treffen
dan de Centrale mogendheden.
Ten slotte wyst het blad er nog op,
dat men met de Duitsche handels
methoden niet door bepalingen van
achter de groene tafel, maar slechts
door wetenschap, ontwikkeling en or
ganisatie, door onvermoeibaren ijveren
energie kan concureereu. Wat Duitsch-
hond om uit te houden. In drie dagen
heb ik geen brood gezien en de geur
van den soepketel is mij lang vergeten.
Maar waarom trekt gij dan niet
regelrecht naar Holland vroeg Wartel
in slecht Fransch dat is land van belof
te daar is alles in overvloed en wij
zullen onze broeders de Franschen met
open armen ontvangen.
Ik denk, dat wij rechtsomkeer ma
ken, en ik zal de heilige maagd danken
als ik weder in myn vaderland ben, zoo
ik niet eer van honger en koude sterf,
hernam de soldaat mistroostig.
Courage, Lafontzeide eeu man,
wiens epauletten aantoonden, dat hij
officier was, ofschoon zijn ontzettend
lange sabel en de beddedeken om zijn
lijf hem een uiterst vreemd aanzien ga
ven.. Courage Lafont, het zal nu weldra
beter gaan, wij trekken voorwaarts.
En ik meende gehoord te hebben
dat wij den terugtocht aannamen, de
Generaal had daartoe immers het plan
zeide de soldaat.
Ja, maar de wind is gedraaid, ant
woordde de officier. De Bataafsche
uitgewekenen te Brussel hebben den
Generaal weten over te halen, om den
aanval te wagen en zijn wij eenmaal
in het rijke Holland, dan hebben wij
zooveel overvloed als wij thans gebrek
hebben.
{Wordt vervolgd.)