J. C. VINK - Axel.
Nederland en Duitschland,
FEU II. L ETON.
da'. Emigranten
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
Thans is het volle licht gekomen over
de vraag, waarin toch eigenlijk het
fcrnstige van de verhouding tusschen
ons land en Duitschland heett bestaan.
Eooals bekend werd algemeen aan dien
jrnst getwijfeld. Men wist, dat het ging
ïver door- en uitvoer van zand en
jrind en goederenvervoer langs den
ïewusten spoorweg. Doch toen de
>plossing werd bekend gemaakt, zag
ïiemand daarin, dat de behandeling
ran die zaken voor ons land zoo ge
vaarlijk geweest was en werd zelfs
Beermalen de meening geuit of het
loms maar bangmakerij van het minis-
Ifirie was, desnoods om de mopperende
►evolking te sussen en alzoo relletjes
b voorkomen. En niet alleen werd
jan dien ernst getwijfeld door Janpu
»liek, maar zelfs in min of meer
fficiëele kringen werd twijfel ge
opperd. Totdat het lid der Tweede
INItatner, de heer Dresselhuys een tweetal
Tagen riehtte tot den minister van
mitenlandsche zaken en daarop het
bhriftelijk antwoord van minister Lou-
Ion is gekomen.
Die vragen luiden
Ie Is de minister bereid mede te
injleelen, welke redenen de regeering had
_jm ter zake van de moeilijkheden met
Duitschland gerezen, de verhouding
;U8schen de beide landen als gespannen
e beschouwen, terwijl de schriftelijke
-.pededeeling van 4 Mei j.l. aan de
NEamer den indruk wekt dat daartoe
l'iiet voldoende aanleiding heeft bestaau?
of
NEDERLAND IN 1795.
ilapt0N
.2)
Doch toeu hij hare hand vatte en die
net vuur aan zijn lippen drukte, beefde
[ie hand, en de blos der gezondheid,
ïdeitie zoo even aan hare wangen een ou-
reschrijtelijke schoonheid had bijgezet
naakte plaats voor een duidelijke bleek-
r«|Pid-
Wat deert u mijDe lieve? vroeg
e verschrikte jongeling, de plotselinge
eranderiug op het gelaat van het meisje
n het beven van hare hand bemerken
ie, zijt gij ongesteld
1 O neen, het was slechts de verras-
ing u zoo onverwacht weder te zien,
tamelde zij, en wendde haar gelaat af
m hare ontroering te verbergen.
INu weet ik, dat zij mij waarlijk
puiint, fluisterde het iu zijn binnenste
I- wie genoot meer dan hij Welke
fcdeuen had hij om aan hare woorden
l twijfelen
I De koele groet van den ouden edel-
i8n en de spotachtige grijns van Mon
eur Lèon, temperden die groote vreugde
•ch Gustaaf was aan beide reeds te
ser gewoon, om er zich veel om te
ïkommereu, en toen by arm in arm
2e Heeft de minister er zich vol
doende van overtuigd, dat de thans
met Duitschland getroffen regelingen
inzake den doorvoer van goederen, in
het bijzonder van zand en grind, over
Nederlandsch grondgebied, er niet toe
zullen kunnen leiden, dat van de zyde
der geassocieerde regeeringen nieuwe
moeilijkheden ons in den weg zullen
worden gelegd
De minister van buitealandsche zaken
heeft hierop het volgende geantwoord
Ad. 1. Deredenen, welke de regeering
ertoe gebracht hebben da met Duitsch
land ontstane verhouding als gespannen
te beschouwen, lagen in den nadruk,
waarmede de Durfsche regeering heeft
kenbaar gemaakt, watzy van de Neder
landsche verlangde en dat al aanstonds
voor een deel onaanneembaar bleek.
Bij monde van haren gezant alhier gaf
zij zoowel aan den tydelyken voorzitter
van den ministerraad als aan den
oudsrgeteekende te verstaan, dat het
gold een na grondig overleg vastgesteld
complex, dat in zijn geheel moest
worden aanvaard als een minimum,
waarop niet viel at te diagen. Dat de
niet inwilliging hoogst ernstige gevolgen
voor ons land zou nebben, werd in het
bijzonder aan den Nederlandschen ge
zant te Berlijn onomwonden te kennen
gegeven.
De kwestie van den doorvoer van
zand en grind is geregeld kunnen
worden op een wijze, die geen princi-
pieele bezwaren bij de Nederlaudsche
regeering ontmoette, doordien bepaald
is, dat de door te voeren hoeveelheid
zal blijven beneden het cijfer, dat zij
met Odegunda door de lanen wandelde,
dacht hij niet meer aan het koele ont
haal van den vader zijner geliefde.
Doch ook deze scheen thans die leven
digheid en dartele vroolijkheid, door
welke zij den jongen krijgsman bij
vroegere bezoeken zoo zeer had geboeid,
niet te bezitten een zekere onrust was
zichtbaar in al hare bewegingen in het
midden van een gesprek hield zij plot
seling stil of zag schuw om zichheen als
vreesde zij een naderend onheil. Gus
taaf sprak met vuur. - Odegunda
scheen meï oplettendheid te luisteren, te
oordeelen naar den bekoorlijken glimlach
welke om hare lippen zweefde, doch zij
zelve sprak weinig.
Het wordt laat, mijn vriend, zeide
de maagd de zou had eerst zoo even
bare laatste stralen in het kleine meer
gedoofd, langs welker boorden zij wan
delden.
Wie dacht immer in uwe nabijheid
aan den tijd zeide de jongeling of,
voegde hij er met eenige verlegenheid
bij, zou het uwen vader onaangenaam
wezen, dat ik mijne bezoeken, die mij
zoo gelukkig maken, hervat.
Als dit zoo was, zon hij het u ge
zegd hebben Gustaaf, antwoordde het
meisje, maar men zegt, dat de wegen
onveilig worden.
Ik ben gewapend hernam de jonge
krijgsman.
O, ik twyfel niet aan uwen moed,
zelve indertijd als toelaatbaar erkend
beeft terwyl de Duitsche regeering op
zich nam, uitdrukkelijk te verklaren
dat de materialen niet voor oorlogsdoel
einden gebruikt zullen worden. Daar
tegen was de omschrijving van den
speciaal in verband met den Limburg-
schen spoorweg gevorderden doorvoer
in lijnrechten stryd met de woorden
zelve der Nederlandsche neutraliteits-
proclamatie. De regeering heeft dan
ook zonder aarzelen besloten zich daar
tegen te verzetten. Eerst toen de
Duitsche- regeering het transport van
„legerproviand" als vierde uitzondering
op dien doorvoor aanvaard en zich met
de omschrijving van het begrip wapenen
overeenkomstig de Nederlandsche op
vatting vereenigd had, kon de Neder
landsche regeenng hare bezwaren laten
vallen.
De questie der consulaire verklaringen
door de Nederlandsche regeering ge-
öischt voor het toelaten van den uit
en doorvoer uit België was principieel
van veel grooter gewicht dan veronder
steld schijnt te worden. Door toe te
geven op dat punt zou de Nederlandsche
regeering een beginsel hebben prijsge
geven, dat zij van den beginne gehuldigd
had eu waardoor zij o.a. verhinderd had
den doorvoer uit België naar Duitsch
land over Nederland van metalen,
welke blijkens de achtereenvolgende
verordeningen van het Generaal-Gou-
verment gebracht waren onder een
regime, dat gelijk stond met requisite,
in zoover als die artikelen tegen een
bepaalden prys aan de Duitsche over
heid geleverd moesten worden, op straffe
zeide de jonkvrouw haastig, doch gij
zijt alleen, en als velen u overvielen,
zou uw leven in gevaar komen ik bid u
toef niet te lang, wanneer gij mij ang
stige uren wilt besparen.
Waarlijk ik begin te vermoeden,
dat mijne tegenwoordigheid u lastig is,
zeide de jongeling lachend zijn gelaat
wedersprak zijne woorden, want hy
stelde het onbeperktste vertrouwen in de
liefde van de schoone.
O, nu schertst gij, sprak het meis
je, te gelijk den jongeling een teederen
biik toewerpende, als wilue zy elke ver
denking van zich afweren.
Het was reeds geheel donker, toen de
jonge krijgsman zijD paard besteeg en
afscheid van zijne geliefde nam halver
wege de laan gekomen, welke van het
slot naar de Graafsche baan voerde, zag
hij nogmaals om naar het verblijf van
Odegundahij wilde haar nog eeu vaar
wel toewenken, doch epn gedaante, die
uit een der zijlanen met drift naar het
kasteel spoedde, trok zijn aandacht.
Hij wendde zijn paard snel om, en
zich voorover langs den hals van het
dier buigende, zag hij, hoe iu een wij
den mantel gewikkelde gestalte in een
bukkende houding over het voorplein
van het slot sloop, en aan een der
zijvleugels van het gebouw door iemand
werd binnen gelaten, in welke hij Ode
gunda meende te herkennen.
De liefde maakt achterdochtig gaarne
van verbeurdverklaring of requisitie.
Ad. 2. De ondergeteekende heeft er
zich voldoende van overtuigd, dat de
thans met Duitschland getroffen rege
lingen inzake den doorvoer over Neder
landsch grondgebied, in het bijzonder
van zand en grind, er niet toe zullen
leiden, dat de geassocieerde regeeringen
ons nieuwe moeilijkheden in den weg
zullen leggen.
In deze aangelegenheid, welke speci
aal wat den doorvoer van zand en
grind betreft, evenzeer met de andere
oorlogvoerende partij, in het bijzonder
met Engeland en Frankrijk, nog steeds
een belangrijk onderwerp van geschil
uitmaakt, achtte de ondergeteekende
zich, gelijk hij trouwens aanstonds aan
den Duitschen gezant heeft medegedeeld
niet verantwoord, de bedoelde regee
ringen onkundig te laten van de gerezen
moeilijkheden, zy het ook, dat van
eenigeslei vraag om goedkeuring uiter
aard geen oogenblik sprake kon zijn.
Laatstbedoelde regeeringen hebben ge
toond den ernst van den toestand,
waarin Nederland verkeerde, ten volle
te begrijpen. Zij gaven door een ge-
meenschappelijken stap harer gezanten
alhier welke daarby vergezeld waren
van hun ambtgenooten van Amerika
en Italië den ondergeteekende te
kennen, dat zy alleen uit dien hoofde,
doch overigens met ongerepte hand
having van haar principieel stand
punt, aan de Nederlandsche regeering
geen moeilijkheden terzake van de
getroffen schikking in den weg zouden
leggen.
Wij weten dus nu wat het ernstige
was de jonge krijgsman naar het kasteel
teruggekeerd, om zich te vergewissen,
dat de vermoedens, welke bij hem op
kwamen, oogegrond waren, doGh hij
vreesde zich belachelijk te maken, om
door het verzinsel van het een of ander
voorwendsel terug te keeren, en na nog
eenige oogenblikken naar de plaats ge
staard te hebben, waar hij de gedaante
had zien verdwijnen, zonder iets te ont
dekken, wendde hij zijn paard om, en
vervolgde zijn weg, minder gelukkig
dan de meeste jongelingen, wanneer zij
hunne geliefdeD verlatende, nieuwe be
wijzen van teedere genegenheid ontvan
gen hebben argwaan mengde een
druppel alsem in den vreugdebeker.
Zijt gij het, Wartel 3 vroeg de rui
ter met verwondering het zonderlinge
voorkomen van den man, die hem zoo
gemeenzaam aansprak, beschouwende.
In eigen peisoon, was het ant
woord, vroeger Hugo Wartel, Ritmeester
bij de dragonders, ia dienst van de
republiek en zijne Hoogheid don Erf
stadhouder thans Huig Wrat, eeu
ijverig patriot en doodsvijand van alle
oraujeklanten-
Maar zijt gij dol geworden, Hugo
vroeg van Heyden, wat beteekent deze
vermomming
Zijt gij dan vergeten, dat mij_ de
lust bekroop, liet Fransche leger iu eigeu
persooD te zien, antwoordde de ritmeester.
{Wordt vervolgd.)