"iNo. 8. Woensdag 1 1918. 34-e Jaarg. 1% iJÉAMj Dl Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. J. C. VINK - Axel. xel Buitenland. m r- inj sxel FEUILLETON. "I Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent. Afzonderlijke Nos. Cent. DRUKKER—UITGEVER Bureau Weststr. D 11. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrfldagmiddag TWAALF ure. 1Z. ium ten n 8 straal 'uikb laroi sn DE OORLOG. De zoo ernstige uitziende operatie der Duitschers van Rijssel uit, in de richting van Hazebroek is door de Geallieerden weer tijdig tot staan ge bracht. Bij het einde der hieraan voorafgegane week hadden de berichten van het Yperensche front den indruk gevestigd, dat de weerstand in den boog om Yperen dreigde te zullen worden opgegeven, omdat alreeds aan stalten waren gemaakt tot het terug nemen van troepen* ten W. van het kanaal. Het was op den dag, vooraf gaande aan dien, waarop de troepen van den generaal Sixt von Arnim zich. meester maakten van Poelcappelle, Passchendaele en Zonnebeke, en de ruimte om Yperen nagenoeg tot de helft van de oorspronkelijke was terugge bracht. De vermeestering van Wyt- schaete, op slechts 10 K.M. verwijderd van de nabij Yperen gelegen overgangen over het YserYperenkanaal, vergde dan ook enorm veel van het moreel van den commandant van het Yperen sche bruggenhoofd, om niettegenstaande dat groote gevaar, toch nog te blijven stand houden. Of de aanvalskracht ten gevolge van de groote inspanningen op het laatst bij de Duitschers was uitgeput of dat de ernst van den toestand voor een deel van het Engelsche en het gansche Belgische leger den opperbevel hebber der Geallieerden al zijn reserves naar dat punt heett doen werpen, eerst OP NEDERLAND IN 1795. -nat) D—13 )uQ8f i vai 05. Ralf ofschoon de laatsbijgekomene, scheen de aanvoerder van de Oranjege- zinden hij bracht zijn knuppel zoo na in aanraking met de beenen van den dikken schout die meer blaasde en vloekte dan voeht, dat de arme man, wiens beenen door den echten Franschen brandewijn een groot gedeelte van hunne veerkracht verloren hadden, voorover tuimelde en in zijn val den mageren dominé, die door een slag op het hoofd bedwelmd, reeds op den grond lag, bijna had verpletterd. De zege was ditmaal aan de zijde der Oranjemannen, die na dat hunne tegenpartij de vlucht had genomeD, bezit namen van de herberg en niet minder lustig het glas lieten rondgaan, dan hunne doodvijanden de, Patriotten, wier nog half gevulde glazen en bierkannen voor goeden prijs werdeD verklaard. Ralf maakte van deze gele genheid gebruik, om de weinige losse proclamatien aan de vrienden van den prins te verdeeleD. Een schoolmeester een der voornaamste oranjemannen, ging boven op een stoel staan en lus met luider stem en met eene deftigheid of het een boetpsalm geweest ware, het naderhand uit de geschiedenis van dezen krijg zullen we kunnen ontwaren wat de oorzaak is geweest, dat hier een waarlijk zeer kritieke toestand voor het leger der Bondgenooten niet is verloopen in een débacle. En nu nog zal dat punt voorwaarts van Rijssel den opperbevelhebber der bondgenoot schappelijke legers veel zorg blijven baren omdat de Duitschers elk oogenblik met nieuw georganiseerde krachten het zelfde frontdeel kunnen aangrijpen. Zoo hebben ze na een paar dagen van rust hun aanvallen weer hernieuwd op het Engelsche front ten N. van Albert tot ten N. van Montdidier, doch deze slagen moeten niet tot succes hebben geleid. Donderdag werden door de Fransch- Engelsche strijdkrachten tegenaan valien ondernomen, doch deze kwamen hun duur te staan. We lezen hiervan de volgende communiqué's Berlijn, 26 April (W.) Een Wolff corres'p. bij het front meldtDonderdag heeft de vijand op het slagveld aan de Avre zijn met sterke strijdkrachten ondernomen en door een groot aantal tanks gesteunde aanvallen van 's och tends vroeg voorgezet. Ten O. van Villers Bretonneux mislukten alle storm aanvallen met zware verliezen voor den tegenstander. Van 2 Australische divisies, welk© hier weer in het brand punt van den strijd stonden, en van 1 Engelsche divisie zijn gevangenen binnengebracht. In den loop van den volgende stuk voor »Zijne Hoogheid, Mijnheer, vader de Erfstadhouder, mij geauthoriseerd hebben de om de hulp vaD alle goede in- en opgezetenen ter defensie van de frontie ren aan te nemen, en met dezelve tot behoud van Godsdienst en Vaderland te mogen strijden, roep ik bij dezen ulieden allen op brave Gelderschen en Hollan ders om elk ter bescherming van huis en hof en lij! en leven op te treden. Ziet daar wapens, kruit en lood. Neemt ze aan met aioaden moed en gebruikt ze met sterke handen. Niemand uwer zal tegen zijnen wil verder gaan dan zijne Provincie, maar elk zal in zijne woning den vijaDd den overtocht beletten. Elke vijftig van ulieden, zullen eenen luitenant en twee onderoffiicieren uit hun midden mogen aanstellen. Strijden wij dan allen te zamen, dappere en ge trouwe landgenooteD, voor ons gemeen schappelijk vaderland. Krijgslieden, burgers, landlieden allen eensgezind allen onder eene banier' allen tegen eenen vijand. Ik zal (net ulieden strij den tot behoud van het vaderland en God geve ons de victorie I* Een daverend oranjehoven weergalm de door de gelagkamerallen zwoeren den prins getrouw te blijvenallen ledigden hut. oe glazen tot den bodem op de gezondheid van zijne Hoogheid, maar niemand dacht er aan,, om zich onder de vanen van den Erfprins te dag nam de gevechts-actie af, doch tegen den avoDd herleefde zij. Nieuwe pogingen om aan te vallen, zijn gestuit door het Duitsche vuur. Ook aan weerszijden van de Avre tegen 10 uur 's avonds ondernomen aanvallen zijn volkomen afgeslagen. Vrijdagochtend deed de vijaud ten N.W. van het bosch van Hangard nieuwe aanvallen, welke alle mislukten onder bloedige verliezen. Onder de gevangenen van 3 regimenten bevinden zich tal van Marokkanen. Frankfort a Main, 26 April (HN) Naar aanleiding van de verovering van den Kemmelberg schrijft de Frankf. Ztg. Hier heeft een nieuwe stoot plaats gehad van minstens 5 a 7 K.M. diepte en wel op een der teerste plekken van het Engelsche front in Vlaanderen. Al bevinden zich nog enkele afzonderlijke heuvels in het bezit der Engelschen, toch schijnt het, dat het leger van generaal Plumer ernstig wordt bedreigd terwijl de aanvalsbasis der Duitschers buitengewoon is versterkt. De Kemmel- hoogte is een verdedigingspunt van den eersten rang. Hij beheerscht de achter- waartsche verbindingen van het vyan- delijke front. Weliswaar ligt er tusschen den Kemmelberg en den volgenden heuvel een dalketel van 80 A 100 M. diepte, maar door het veroveren van den Kemmelberg is de oostelijke flank van het geheele systeem zeer bedreigd. Deze nederlaag is de3 te gevoeliger voor onze vijanden, daar de Kemmelberg door bijzonder sterke Fransche strijd krachten werd verdedigd. scharen, want toen Ralf zijn paard be steeg, verlieten de anderen insgelijks de herberg, de een om zijn roes uit te slapen, de ander om zich weder aan de arbeid te begevenzij waanden zich wonderwel van hun plicht gekweten te hebben door hunne staatkundige tegen standers met bebloede koppen uit elkan der te jagen. Nadat Ralf zich van den hem opge dragen last gekweten had keerde hij naa'- Nijmegen terug, doch vond ^er, gelijk hij vermoed had, zijn jongen ge bieder niet. De dienaar was nog slechts weinige oogeublikken vertrokken, toen de heer zich gereed gemaakt had om ingelijks te paard te stijgen. Er was een mengeling van vreugde en onrust op het gelaat en in al de bewegiugen van den jongeling zichtbaar, toen hij met meer zorgvuldigheid zich kleedde, dan of de Erfprins inspectie zou houden. Tegen zijn gewoonte, bezag hij zich herhaaldelijk in den spiegel, om te ontdekken, of er ook nog iels aan zijn toilet te verbeteren was. Wanneer eeu man zulke buitengewone voorzorgen neemt ten opzichte van iets, hetwelk anders bij uitsluiting den vrouwelijken geest bezig houdt, dan kan men jreilig veronderstellen, dat er een of ander meisjeshai t gevaar looptevenzeer als de jongelingen op hunne hoede mogen Berlijn, 27 April (N.H.) Ten N. van Wytschaete droDgen wij door tot den Z. rand van Vormizeele. Franschen en Engelschen trachtten vruchteloos ons den Kemmelberg weer te ontrukken. Hun in den voormiddag op het front van Dikkebusch en Lokeren en in de avonduren van Lokeren tot W. van Dranouter ingezette aanvallen mis lukten onder zware verliezen alle in ons vuur. Waar de vijand onze linie bereikte, dolf hij in handgemeen het onderspit. Ten N.W. van Merville, op den Z. oever der Leye eD bij Givenchy, mis lukten vijandelijke aanvallen. Tusschen Scarpa en Somme verken ningsgevechten. Ten Z. van de Somme verzwakten de Franschen hun troepen door her haalde stormaanvallen bij en ten Z. van Villers Bretonneux. Door het mislukken van krachtige aanvallen in den ochtend bij en ten N. van het bosch van Hangard verzamelde de vijand in den namiddag zijn strijd krachten voornamelijk Marokkanen tot hernieuwde aanvallen op het bosch van Hangard en ten N. van de Luce-beek. De meermalen herhaalde, door krachtig artillerievuur voorafgegane pogingen om door onze linies te breken mislukten. Uit eigen initiatief gingen infanterie' afdeelingen aan weerszyden van de Luce-beek over tot den aanval, zuiver den verscheidene machinegeweernesten en namen hierbij Franschen gevangen. Van de andere fronten niets nieuws. zijn, wanneer eene maagd tienmaal in een uur haren spiegel en hare kamenier raadpleegt. De Molenpoort nitrijdende, bevond Gustaat van Heyden zich op de heirbaan van Nijmegen naar Gravedeze laatste vesting was reeds door de Eranschen veroverd, doch verder waren ze nog niet doorgedrongen, zoodat men zonder ge vaar zich op den* weg tusschen deze twee steden kon begeven. Het oog van den jongeling weidde met genoegen over het schoone landschap aan zijne rechterzijde, waar welvarende dorpen zich in een dal schilderachtig tusschen het hooge geboomte vertoonden. De winter deed zich thans in zijn bemin- lijkste gedaante voor de helderschijnen- de zon bestraalde de sneeuw, welke huizen en velden bedekte, of aan de takken der boomen hangende, aan het dennenbosch, hetwelk zich aan de lin kerzijde uitstrekte, het voorkomen van een leger in het wit gekleede reuzen gaf. Maar dit tooneel van landelijke rust en doodsche sluimering in de natuur was in tweespraak met het hart van den jeugoigeu ruiter, die, alleen langs dezen eenzamen weg rijdende, aan de maagd dacht wier betooverende schoonheid hem voor weinige maanden had geboeid, toeu zij in al den luister der jeugd in de Hofstad was verschenen, om gelijk een flonkerende ster in de rei der steedsche maagden te schitteren,en de. oogen en harten derjonge- liugeD tot zich tetrekken. Wordtoervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1918 | | pagina 1