üMo. i.
Woensdag 17 April i9i8.
34e Jaar#.
H MJ
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse li - Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
DU blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRu KKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
De burgerlijke dienstplicht.
De regeering heeft een wetsontwerp
ingediend, waarbij voor den duur der
buitengewone omstandigheden de burger
lijke dienstplicht wordt ingesteld.
Artikel l bepaalt, dat voor alle manne
lijke Nederlanders en alle ongehuwde,
kinderlooze Nederlandsche vrouwen,
die zich binnen het rijk in Europa
bevinden en die den leeftijd van 17
jaar bereikt, doch dien van 60 jaren
niet overschreden hebben en niet in
werkelijken dienst zijn bij de zee- of
landmacht, burgerlijke dienstplicht be
staat.
Zij worden geacht reeds burgerlijken
dienstplicht te verrichten, die in dienst
zijn van eenig publiekrechtelijk lichaam,
werkzaam zijn in bij het wetsontwerp
genoemde bedrijven, in inrichtingen,
waar zieken of. gewonden worden ver
pleegd, of in inrichtingen van onderwys,
een geestelijk of godsdienstig, mensch-
lievend ambt bekleeden of daartoe
worden opgeleid of werkzaamheden
verrichten, die nader door de Kroon
zijn aangewezeneen en ander voor
zoover zij in hun gewone werkzaam
heden niet zonder schade voor het
algemeen belang kunnen worden gemist.
Het ontwerp beoogt aan de regeering
voor het geval van oorlog de beschik
king te geven over alle voorhanden
krachten en reeds nu de gelegenheid
te geven om allen, wier werkzaamheid
in 's lands belang niet mag stil staan,
te nopen die werkzaamheid voort te
Oï
NEDERLAND IN 1795.
Dat hielp ten minsteer kwam zwart
brood en varkensvet op de tafel meteen
drank, dien zij koffie noemden. De
duivel hale die ellendige patriotten
Ik heb het niet veel beter getroffen,
Ralf, zeide Gustaaf, de soep was dun
genoeg, maar wij moeten geduld hebben.
In dat pak zit iets, dat de menschen
misschien tot andere gedachten zal
brengen.
In dat pak? vroeg de soldaat
verwonderd.
Ja, hernam van Heyden, en ik
behoef voof u geen geheim van den
inhoud te maken. Het zijn proclamatien
van den Prins, die zooveel mogelijk hier
en elders in Gelderland-moeten verspreid
worden. Hier zijn nog eenige lossen
gij kunt die op den weg, waar gij het
geschikt oordeelt, aan den man brengen.
Misschien dat het volk tot nadenken
komt en zijne dwaasheid inziet; en
wanneer de dappere Gelderschen nog
j niét geheel en al verbasterd ziju en de
roepstem van hunnen vorst hooren, zal
geen Fransche vrijheidskraaier de andere
I zijde van de Waal zien.
zetten met terzijdestelling van alle
grieven en elk geschil.
Ter aanvulling lezen we nog het
volgende in de Midd. Crt.
Er worden twee dingen voorgesteld
le. in geval van oorlog een alge-
meene beschikking over alle krachten
voor burgerlijke werkzaamheden
2e. in geval van oorlogsgevaar (dat
is dus in omstandigheden als nu reeds
bestaan) te dwingen tot voortzetting
van het werk.
De regeering heeft met dit laatste in
het bijzonder op het oog werkstakingen,
zooals nu reeds zyn voorgekomen in de
Drentsche venen, in den houtaanvoer
te Delfzijl, in den landbouw enz.
De middelen, waarover de regeering
moet kunnen beschikken om dit ernstig
gevaar af te wenden, kunnen naar het
oordeel van de regeering niet bestaan
in de bevoegdheid om in bepaalde be
drijven stakingen of uitsluitingen te
verbieden en arbitrage verplicht te
stellen.
Dit in aanmerking genomen, meent
de regeering dat niet met minder kan
worden volstaan dan met de bevoegd
heid om burgerlijk dienstplichtige werk
gevers en arbeiders in bedrijven waar
van de voorziening in noodzakelijke
behoeften van de bevolking of van leger
en vloot afhankelijk is, te verplichten
bepaalde werkzaamheden te verrichten.
Die werkzaamheden zullen, wat de
werkgevers betreft, moeten bestaan in
het beheer en de leiding van hunne
onderneming.
Blijkt de bedreiging met straf niet
krachtig genoeg om nakoming van de
Dat geve God I zeide Ralf op een
toon die genoegzaam aanduidde, dat die
wensch uit den grond van zijn hart
kwam. Maar waar vind ik u weder
vroeg hij, zich gereed makende om te
vertrekken.
Ik denk hier, antwoordde de jon
geling. De Prinsen zijn voornemens de
linie van de Maas en de Waal in oogen-
schouw te nemen en de verdedigi ris wer
ken in een geduchten staat van tegenweer
te brengen. Vooreerst blijft het hoofd
kwartier te Nijmegen, doch zoo ik hier
niet beu of de Prinsen vergezel, dan
Dan weet ik waar de kapitein te
vinden is, zeide Ralf lachende, terwijl
hij een veel beteekenden blik op den
blozenden jongeling wierp, en het vertrek
verliet, om den hem opgedragen last ten
uitvoer te brengen. Zijn paard gezadeld
hebbende, verliet hij de stad, den weg
inslaande naar Arnhem. Ter halverwege
in het dorp Eist gekomen, steeg hij voor
eene herberg af, om eenige verversching
te gebruiken. Hier vond hij eene me
nigte mensehen bij elkander bezig met
drinkeu en schreeuwen, want spieken of
een gesprek houden kon het door elkan
der tieren niet genoemd worden. Ralf
die als oppasser van een officier en op
raad van Gustaaf zich in een burgerge
waad gekleed had, trad de gelagkamer
binnen zonder opgemerkt te worden.
Zelden had hij een zonderlinger men
gelmoes van menschen in elkanders
verplichting tot. het aanwenden van de
tot uitoefening van het bedrijf noodige
roerende en onroerende goederen af te
dwingen, dan zal het der regeering vrij
moeten staan deze in bezit te nemen,
ten einde zelf de noodige maatregelen
te kunnen treffen om den voortgang
der werkzaamheden te verzekeren.
De aan de arbeiders op te leggen
verplichting zal gericht moeten zijn op
hervatting van den arbeid, die zij plegen
te verrichten, en wel meestal bij de
onderneming, waarin zij werkzaam
waren. Een vaste regel, volgens welke
zij niet tot arbeid in een andere onder
neming kunnen worden verplicht, kan
echter niet worden gesteld. Er kunnen
zich omstandigheden voordoen, dat het
voor den goeden voortgang van den ar
beid in een onderneming noodig is, daar
arbeiders van elders werkzaam te stellen.
Telkens, wanneer een gewoon ar
beidsgeschil tusschen patroons en ar
beiders tot stilstand van den arbeid
heeft geleid, zullen de voorwaarden,
waaronder deze moet worden verricht,
nadat de regeering van haar bevoegd
heid heeft gebruik gemaakt om de
werkzaamheden vooruitgang te doen
hebben, worden vastgesteld door een
scheidsgerecht, bestaande uit een gelijk
aantal vertegenwoordigers van partijen
met een van regeeringswege aange
wezen voorzitter. In alle andere ge
vallen, waar de opgelegde verplich
tingen moeten leiden tot het vaststellen
van arbeidsvoorwaarden of tot toeken
ning van schadevergoedingen, zouden
deze zijn vast te stellen door een daar
toe in te stellen commissie.
gezelschap ontmoet. De boer, met zijn
kolossalen steek, zat naast den arbeider
wiens kaal versleten flaphoed den mage-
ren dokter, die aan zijne zyde zat en
met wien hij vertrouwelijk sprak, bijDa
geheel overschaduwde. Wat verder zag
men een dikbuikigen schout, het glas
brandewijn, hetwelk hy in de hand
hield, aan zijn bunrman een langen
schralen predikant overreiken met de
recommandatie: »het is Fransche, eer
waarde, echte Fransche.» Bakkers en
slagers, schoenlappers en snijders, win
keliers en voerlieden allen zaten
vertrouwelijk en eendrachtelijk bijeen
alsof de tijd gekomen was, in welken
de wolf en het schaap in vrede hetzelfde
hok zullen bewonen. Aan het bovenein
de der tafel had zich een mensch geplaatst
wiens voorkomen even nietig als zijn
rok versleten was. 't Was inderdaad
kluchtig om te zien, hoeveel moeite hij
zich gaf,*om zijn nietsbeteekenend gelaat
een zekere waardigheid bij te zetten,
wanneer hij zijn kraaiende stem verhief
om den grootsten onzin uit te kramen,
welke in plat Geidersch, vermengd met
eenige Fransche lappen, ooit uit iemands
mond vloeide.
Ja, zoo is het, gilde hij zoo luid,
dat de basstem van den veldwachter,
die met zijn buurman, den nachwacht,
op hoogen toon over de rechten van den
mensch sprak, overschreeuwd, werd
ja ik heb het zekere berichtde Fran-
Het banket.
Sommigen zien vaak met leede oogen,
ja ergeren zich vaak dat de banket-
wiukels nog steeds versierd zijn met
allerlei gebakjes, als taartjes, kleingoed
en hoe men het noemen mag. Het
idee staat dan waarop, dat men de
bloem, welke voor die lekkernijen wordt
gebruikt, beter zou kunnen debruiken
voor brood en .onwillekeurig zou dat
den indruk kunnen wekken, alsof de
besparing van graan, verkregen worden
door hot stopzetten van banketbakke
rijen en beschuitfabrieken, voor de
brood bereiding van belangrijke beteeke-
nis zou zijn geweest, wellicht zelfs de
verlaging van het broodrantsoen zou
hebben kunnen verschuiven. Zulk een
indruk is onjuist en dient te worden
voorkomen.
Het Bureau voor Mededeelingen in
zake de voedselvoorziening maakt
daarom de volgende berekening
De hoeveelheid grondstoffen voor
broodbereiding, die aan banketbakke
rijen, koekbakkerijen en beschuitfabrie
ken te zamen per maand wordt ver
strekt, bedraagt ongeveer 1200 ton. In
de 4 maanden van begin April tot
einde Juli zou door het stilleggen dezer
bedryven eene hoeveelheid grondstoffen
worden uitgespaard van circa 4800 ton.
De hoeveelheid grondstoffen, voor de
brood bereiding benoodigd op den voet
van het tot 30 Maart geldende brood
rantsoen van 250 gram per dag, bedraagt
ongeveer 1700 ton. De besparing over
deze 4 maanden verkregen, zou dus
niet ten volle toereikend zijn, om ge
durende 3 dagen brood te leveren. Bij
schen breurs zulle hier zin, eer twee
dage zint gepasseerd ze havaocere mit
macht en furie, en as ze ens hier zint,
dan zulle we ens zien of we die ver-
wenschte Oranjeklanten ook kunnen
chanseeren.
Maar ik heb gehoord, dat de beide
Prinsen in Nijmegen zijn, en dat er
aanstalten gemaakt worden, om de linie
van de Maas hardnekkig te verdedigen
merkte een in het zwart gekleed man
aan, die naar zijn valkenblik te oordee-
len, noodwendig een procureur moest ziju.
- Verduiveld zij mochten wat! bul
derde de dikke schout. Ik zeg u, Klaas
Pak, onze broeders zullen hier zijn eer
het dViekoningen is, en zeg anders, dat
mijn naam geen Steven Klomp is
drink eens eerwaarde, 'tis Fransche.
Maar hoe kom me ze alle mit de
pont uver de Maas p vroeg een arbeider
met een onnoozel gezicht; 't wiemelt er
van Fransche contraeters, en dan staan
er ook nog Hongersche en Duitsche en
Hollaandsche Oranjeklanten, die zulle
ook, denk ik met mien dom verstand
ook zoo moai niet toelaten, dat onze
bruurs uut het schuutje stappe.
De verstandigsten grinnikten over deze
hoogwijze aanmerking, terwijl de anderen
in hunne verbeelding naar de gepaste
middelen zochten, om hun vurig ver
langde Fransche verlossers van die
zwarigheden te ontheffen.
Wordt vervolgd