LiU
No. 1.
Zaterdag 6 i:)18.
«'I4e 4 a rg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor
J. C. VINK - Axel.
Zeeuwse li- Vdaa n der e n.
De twee ons.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABO.NNEMENTSPRUS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Gent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Het broodrantsoen is dus teruggebracht
op 200 gram per persoon per dag,
opdat wij daardoor in staat zullen zijn
het tot den nieuwen oogst te kunnen
uithouden. Een erg prettig bericht is
dat nieteen oogenblik kwam 't ons in
de gedachte, dat, wanneer men au
heelemaal geen brood gaf, we zeker tot
den nieuwen oogst zouden uitkomen
maar het spreekwoord zegt.beter een
half ei dan een leege dop", en met
een diepen zucht moeten wij wel
besluiten ook aafl deze regeling ons te
zullen aanpassen.
f Echter mogen we wél bedenken, dat
een voeding met 200 gr. brood per dag
voor 90 pCt. der bevolking te gering
I is. Het zou niet zoo' erg zijn, indien
er b.v. voldoende r ij s t in 't land was.
Dat is ook niet het geval. Het eenige
waarover we nog eenigermate kunnen
beschikken, zijn gort en gedroogde
groenten met een klein beetje vleesch
en kaas
Als pleister op de wonde van den
met 3 dagen verleng'den geldigheids
duur der broodkaarten deelde minister
Posthuma tegelijkertijd mede, dat als
„aanvullings voedsel" wekelijks 400.000
K.G. kaas beschikbaar zal worden ge
steld, zonder dat dit in de algemeene
kaasdistributie eenige wijziging zal
brengen, wat de hoeveelheden betreft.
Zoo neergeschreven klinkt dat heel
mooi. Nietwaar, viermaal honderd
duizend kilo kaas per week lijkt een
heele bonk en als dan daarbij de gewoDe
distributie van kaas kan blijven door
gaan Maar er komt een maar bij
Behalve de circulaire bestemd voor
het volk (officieel aan de gemeentebe
sturen gericht), is er nog een .aanvul
lend" schrijven aan de burgemeesters
gevolgd.
En dat schrijven klinkt heel wat
minder geruststellend.
Daarin toch verklaart minister Post
huma, dat de kaasproductie op het
oogenblik niet toelaat méér beschikbaar
te stellen dan 70 K.G. per duizend
inwoners boven 1 jaar. Dit zou dus
'beteekenen een beschikbaarstelling van
!>70 gram kaas per hoofd per week.
Nog geen driekwart ons dus!
En dat moet dan het aanvullend
voedsel heeten bij een rantsoen van
twee ons. brood per dag.
Doch de minister heeft hierbij weer
gerekend op de goede gezindheid van
de meergegoeaen en zegt aan te nemen,
dat in vele gemeenten niet meer dan
de helft van de inwoners deze kaas zal
J betrekken.
Z.Exc. acht het dan misschien moge
lijk, dat die personen welke kaas ter
aanvjulling van bifn voedsel behoeven,
ongeveer 150 gram of anderhalve ons
I per week zouden kunnen koopen.
Reeds gaan in stedelijke bladen op
roepen om zooveel mogelijk de minder
bedeelde volksklasse ter wille te zijn?
en zoo mogelijk door duurder voedsel
broodkaarten uit te sparen en aan
Jarbeiders te verstrekken.
Men wijst er dan op, dat bij een
toekomstig te kort aan voedsel, men
buitengewoon onrustige tijden tegemoet
gaat.
We gelooven dit gaarne. Maar dat
het mogelijk is om nu nog broodkaarten
uit te sparen betwijfelen we Niemand
zal toch het brood, ons volksvoedsel
geheel kunnen vervangen door dagelijks
tweemaal aardappels of tweemaal pap
te eten. Immers, het beetje brood, dat
ons nu nog rest, biedt toch aan geen
enkel gezond mensch voldoend voedsel,
zoodat eigenlijk iedereen aanvullen
moet.
Meer dan noodig vinden we 't daarom,
dat van Regeeringswege we hebben
dit al meer betoogd maatregelen
worden genomen, om tot meerderen
verbouw van broodkoren over te gaan.
Hoedanig die maatregelen genomen
móeten worden, laten we aan deskun
digen over. De een zegtDe Minister
moet het graan duurder betalen een
ander zegtZExc. moet den verbouw
van handelsproducten (als vlas, bieten,
enz.) meer beperken en zoo noodig
verbieden.
We willen echter opmerken, dat in
het laatste geval ook den Minister de
handen gebonden zijn en er om andere
producten uit het Buitenland te krijgen,
gezorgd moet worden, dat men ook iets
heeft voor den ruilhandel.
Dan dus maar duurder koren. Ook
wij zijn van meening, dat als menden
boeren in ons land betaalt in verhouding
paar de prijzen, welke in het Buitenland
voor graan besteed zijn (zonder de
groote vrachtprijzen -en geleden schade
en risico), onze landbouwers volgaarne
tarwe aan de Regeering willen leveren.
In verband hiermede, achten we het
niet ondienstig over te- nemen een
ingezonden stuk over dit onderwerp
van deskundige zijde.
De heer Jan de Putter Jz., landb. te
Axel stelt in de Veldbode de vraag.Hoe
krijgen wij meer broodgraan en geelt
daarop meteen het volgende antwoord
In de Tweede Kamer hebben ver
schillende sprekers over deze zaak
geklaagd, maar niet een der leden gaf
een practisch voldoende oplossing, zelfs
ook de Minister van Landbouw gaf ons
niets Ten beste, hij bleef bij zijn oude
stelsel en prijzen. Alleen de Minister
van Financiën ging eenigszins in de
goede richting, n.l. door het graan niet
rechtstreeks te willen vorderen van de
boeren, maar van de gemeenten. Het
plan, zooals de Minister dit voorstelde,
zou aldus moeten worden uitgevoerd
De gemeenteraad zal een Cömmissie
benoemen, die te zorgen zal hebben,
dat er zoo of zooveel graan komt\ en
dit acht ik een goede gedachte. Wan
neer- de gemeenteraden in die commis
siën waarlijk practische' landbouwers,
benoemen, dan kan dat zeer goed tot
zijn recht komen, dan is het niet on
mogelijk, dat het dubbele kwantum
graan zal worden afgeleverd en wellicht
nog meer.. Ik herhaal nog eens: de
Minister is hiermede op den goeden
weg, maar hij moet verder gaan om in
de praktijk zijn doel te bereiken; hij
moet namelijk
1. den prijs voor de tarwe en de
rogge verhoogen tot minstens 25.
2. hij moet de landbouwers met hun
werkvolk van 't graan brood laten eten
wat ze noodig hebben om den zwaren
landarbeid te verrichten.
Deze twee punten wil ik nader toe
lichten, en wel met de volgende argu
menten. Waarom moet de prijs ver
hoogd worden Omdat er juist op rogge
en tarwe het minst van alle gewassen
is te verdienen en de landbouwers
moeten meer kunnen verdienen met
de cultuur van tarwe en rogge, dan
met die van andere gewassendie
prikkel om te verbouwen moet er zijn,
want elke landbouwer streeft er naar
om gewassen te telen, die finantiëel de
beste uitkomsten geven, en directe
winsten gaan boven philantropie. Hier
in Zeeland kostte de tarwe aan onkosten
het vorige jaar by een opbrengst van
40 H.L. per H.A. 17 per 100 K.G.,
en rogge bij de opbrengst van 30 H.L.
per H.A. ƒ19; dus zijn de prijzen van
de regeering volstrekt niet zoo, dat men
er zich druk voor zal maken. Ze moeten
dan ook verhoogd worden tot minstens
ƒ25 per 100 K.G. om aan een matige
winst te komen. Den landbouwers
moet broodgraan gelaten worden. Zij
moeten dat maar niet zoo mogen nemen,
maar moeten zorgen dat zij het voor
henzelf benoodigde meer verbouwen.
Zij moeten eerst hun voorgeschreven
volle kwantum graan aan de commissie
hebben afgeleverd en dan pas voor
zichzelf en hun werkvolk mogen be
houden, wat zy daarvoor noodig hebben.
Zij hebben dat noodig, want de land
arbeid is veel te zwaar om dien te
kunnen verrichten met 2 ons brood per
dag en verder met een buik vol aard
appelen'. Dat kan eenvoudig niet en
worden de landbouwers dys wel ge
noodzaakt om tegen wil en dank van
hun graan te stelen, teneinde ook vooral
hun werkvolk voldoende brood te kun
nen geven, 't Is onmogelijk dat die
arbeiders, zoo als er velen zijn, van
's morgens vijf uur tot 's avonds 7 uur
met 2 ons brood kunnen toekomen.
Wanneer de landbouwers een behoor
lijken prijs krijgen en ze mogen er zelf
van eten, waarom zouden ze dan niet
alles doen, wat ze kunnen, om ons land
van brood te voorzien
Waarom stelt men alle mogelijke
middelen in 't werk, om in 't buitenland
graan te bekomen, terwijl 't hier is te
verbouwen Men wil in 't buitenland
enorme prijzen betalen, als men 't maar
krijgt. Men moet zelf als volk de
grootste vernedering dulden om wat
graan te bemachtigen. En dat alles
omdat men totaal geen ernstige pogingen
in 't werk beeft gesteld om 't hier ver
bouwd te krijgen. Toen de boeren in
den zomer van 1917 bij den Minister
hebben geprotesteerd tegen de vastge
stelde prijzen en f 7 per 100 kilo bij-
vroegen, werd dit botweg geweigerd
en kregen ze 1 per 100 K.G. bij met
de noodige dreigementen, terwijl men
in 't buitenland fabelachtige prijzen zou
geven om wat vast te krijgen het geld
in het buitenland besteed, is weg en
wanneer de boeren winst maken,betalen
ze daarvan toch ook belasting, nog
niet gesproken van de Nederlandsche
kapitaalvermeerdering. Als de laud-
bouwers, dat alles zien dan vergaat hun
de lust wel eens om op ruime schaal
broodgraan te verbouwen, en toch
moeten de landbouwers het doen, ze
moeten voor de volksvoeding zorgen,
dat ia hun plicht, maar de regeering
moet dit mogelijk en aantrekkelijk
maken, zoodat ze het kunnen doen.
Drie jaren zijn er al voorbij gegaan en
men is bijna niets opgeschoten, terwijl
het land meer broodgraan kan op
brengen, Met verhoogde prijzen en het
laten van graan aan de landi ouwers
kan de broodgraanopbrengst meer dan
verdubbeld worden. Vooral wanneer
die commissiën een groote mate van
macht verkrijgen, dan zal en moet er
mëer graan komen, mits die commssiën
weten wat hun plicht is.
De prijzen der hnisbrandkolen,
In aansluiting aan de distributierege
ling voor huisbrand voor het t'dvak
van 1 April 1918 tot 1 April 1919 is
thans een prijsregeling voor huisbrand
voor dat tijdvak vastgesteld.
De ervaring heeft geleerd, dat het
zeer gewenscht is, dat de prijzen voor
den geheelen duur van 't distributietijd
vak, zooveel mogelijk vaststaan. Daar
om is dan ook, eene prijsregeling vast
gesteld. De mogelijkheid blijft evenwel
bestaan, dat deze prijsregeling, in ver
band met de wijziging van verschillende
omstandigheden, alsnog verandering zal
moeten ondergaan. De thans vastge
stelde prijsregeling gaat uit van de
volgende beginselen:
le. De brandstoffen welke worden
afgeleverd op de minimum rantsoenen,
de zomerrantsoenen, de extra-rantsoenen
voor zieken en de helft van de rant
soenen, ten behoeve van de kamerbe
woners, zullen worden verkrijgbaar
gesteld tegen prijzen, welke in hoofdzaak
overeenkomen met de prijzen, welke
tot nu toe voor de minimum rantsoenen
zijn betaalddit zijn de oude prijzen
van hel afgeloopen distributie-tijdvak.
2e. Voor alle overige huisbrandkolen
zal een prijs gelden, welke ongeveer
het midden houdt tusschen den ouden
prijs van het afgeloopeu distributie
tijdvak en den hoogèn pry's, welke uit
hoofde van de prijsegalisatie van Dec.
j.l. af heeft gegolden.
In het -stelsel komen dus voor de
huisbrandkolen twee prijzen. Lage
prijzen voor de minimum-rantsoenen
van groep A, en de andere evengenoem-
de rantsoenen, hooge prijzen voor de
aanvullingsrantsoeuen van groep A, en
voor de rantsoenen van de groepen B,
C en D, welke hooge prijzen echter
wederom aanmerkelijk lager zijn dau
de hooge prijzen van het afgeloopen
tijdvak.
De prijsregeling is zoo uitgewerkt,
dat het verschil tusschen den lagen n
den. hoogen prys voor elke brandstollen-
eenheid, onverschillig of die bestaat in