No. 87.
Zaterdag 1? Februari 1918
33e «faarg.
7Ï
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Stakingsrelletjes.
FEUILLETON.
De Arabier en zijn paard.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITG EVER
Bureau Weststr. D 11.
A OVERT ENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
olken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF nre.
Men kan weten, dat tegen jl. Maandag
in een paar groote steden in ons land
een algemeene staking was uitge
schreven. De zucht tot staken en
daardoor relletjes te verwekken, werkt
schijnbaar als een besmettelijke ziekte.
Nu in Rusland, Spanje Portugal, Duitsch-
land, Italië, en waar niet al onlusten
uitbraken, bekroop ook de anarchistische
voormannen in ons land blijkbaar het
verlangen om toch ook eens van zich
te doen hooren.
En met welk doel „Om den oorlog
te beëindigen", luidde het in redevoe
ringen door de revolutionnairen ge
houden. Nu als ieder overtuigd was,
dat door een staking in Nederland een
eind aan den oorlog kwam, gelooveu
we stellig, dat niet één Nederlander
meer zou werken
Enfin, er is gestaakt. Maar procents-
gewyze gelukkig zoo weinig, dat men
er in 'tbuitenlaud weinig van zal be
merken en ook in ons eigen land
wellicht nog velen onkundig van de
beweging zullen blij ven-
Dinsdagavond is de staking door de
leiders als opgegeven beschouwd. Welk
een gevaarlijk spel de ophitsers tot
zoo'n staking evenwel spelen, bleek
weer uit hetgeen te Amsterdam en te
Groningen gebeurd is.
Het was tot Maandagavond te Amster
dam bijna overal rustig gebleven.
Waarschijnlijk ook ten gevolge van het
kalm optreden van de politie en ruiterij.
Toen tijdens een vrouwenvergadering
een dichte menigte zich daarbuiten
Vaarwel, bloem der woestijD, zwijgende
ster Abu-el-Mensch zegt u vaarwel. De
woestijn is een droog graf, en de samoum
die over haar waait, zal de beenderen
van den armen Abu verstrooien en zijn
lijk met zand bedekken, opdat de zwijgen
de avondster zelfs geen spoor van hem
terugvinde. Kom, mijn trouwe El-Siloh
voer mij naar de woestijn ten grave
Bij het noemen van zijn naam, schudde
de hengst zijn heerlijke lange manen,
hief den kop verscheidene malen op en
boog hem telkens weer neder. Abu liet
echter Saida's linkerhand los, en sloeg
den rechterarm om den slanken gebogen
hals van het trouwe dier. Diepe kommer
was op zijn gelaat te lezen, en nog altijd
stond Saida onbewegelijk als een stand
beeld.
»Zij is stom voor mij,» sprak Abu
r treurig, en zijn voet zocht naar den
stijgbeugel, om op El Siloh's rug te
springen, die reeds de ranke leden strekte
om zijn meester het opzitten gemakke
lijker te maken.
Thans ontwaakte Saida uit hare ver-
dooving. Den ernst van den geliefde
ziende, sprong zij, licht als de gazelle,
naar hem toe en omhelsde hem met den
verzamelde kon die zonder veel moeite
verspreid worden.
Maar toen dit na afloop der vergade
ring weer gebeurde, was er één man,
die zich tegen een marechaussee ver
zette. Dat lokte ook anderen uit tot
verzet; de marechaussee gaf hem toen
een paar klappen met het plat van de
sabel. Dat gaf weer aanleiding tot een
holpartij en van dat oogenblik maakten
anderen gebruik om met klinkers de
ruiten van den boekwinkel der firma
De Liefde in de v. Baerlestraat in te
werpen. Een daar passeerend agent in
burgerkleeren trad toen tegen de aan
vallers op bijgestaan door een militair.
Deze laatste, zoo ontleenen we aan de
N. R. Crt. zag zich echter genoodzaakt
in den boekwinkel te vluchten iemand
anders deed de woedende volksmenigte
dreigend met een revolver een oogen
blik terugdeinzen, 't Volgende oogen
blik werd deze man tegen den grond
geslagen en weerklonken eenige revol
verschoten laatstbedoelde man zag
echter nog kans ook in den boekwinkel
te vluchten, en toen duurde het geen
oogenblik, of al de spiegelglazen van
dezen winkel en den banketbakkerswin
kel daarnaast waren verbrijzeld.
De menigte, in 't geheel niet in be
dwang gehouden doordat er op dat
oogenblik geen politie aanwezig was,
brulde, dat de militair aan haar moest
uitgeleverd worden. Deze werd echter
door Men winkelier in den kelder ge
houden. De politieagent werd door een
steen of door glasscherven getroffen in
het gelaat en viel hevig bloedend neer
hij kon echter opgenomen en in den
uitroep: >Abu kuDt gij mij verlaten?
»Allah!« riep de jonge Arabier, haar
hart heeft zich ontsloten en hij sloeg
den linkerarm om de lichte nimfengestalte
en een gloeiende kus brandde op de
zwellende granaatlippen van Saida. »Gij
zijt hart als de schaal des dadels, zon
van den armen Abu maar de schaal
is gebarsten en de kern is mij zoet!.
»Abu zeide het meisje, «zoudt gij
heen gegaan zijn, als ik stom was ge
bleven
>Zoo zeker als de Jordaan in hare
bedding stroomt I* hernam Abu ernstig.
»Wat had ik ook moeteu doen, ik, de
armste van den stam Gij weet het,
Saida! myn eenige rijkdom is de trouwe
El-Siloh buiten hem bezit ik niets.
Maar nu ben ik rijker dan de Scheikh,
tiw vader, waDt gij bemint rnij
Een donkere wolk overtoog Saida's
gelaat; zij drukte hetschoone hoofd tegen
Abu's borst,zoodat zijn har! tegen haar
voorhoofd klopte. Toen richtte zij zich
op, en sprak op langzamen toon »Abu
wat baat het, dat'wij elkander bemin
nen-?... wij zullen nooit vereenigd
worden !c
Verschrikt deinsde de Arabier een
schrede terug.
»Ha! ik begrijp u,« riep hij uit, >uw
vader
»Het is zoo L lispelde zij, »ikmaghe.t
u niet verhelen. Ampor, de zoon van
den Scheikh van Jericho, heeft zijn
banketbakkerswinkel binnengedragen
worden, van waar hij later per zieken
auto naar een der gasthuizen vervoerd
is. De man was wel versuft, maar zijn
verwonding was niet ernstig.
Onmiddellijk na dezen aanval van
het gepeupel werd dit door verscheidene
charges, waarbij herhaaldelijk van de
vuurwapenen gebruik gemaakt werd,
zonder dat echter nog iemand verwond
is, verspreid.
Ook te Groningen hadden ernstige
In een zeer druk bezochte vergadering
werd Dinsdagavond besloten de staking
op te heffen en Woensdag aan den
arbeid te gaan.
Reeds verscheidene malen had men
dien dag gepoogd vooral de gemeente
werklieden te doen stalten.
Zoo wilde men 's middags verhinderen
dat de wagens der stadsreiniging uit
reden. Toen de agenten de molestatie
trachtten te verhinderen, kreeg een der
agenten een schot, terwijl een burger
aan het hoofd ernstig verwond werd.
Er kwam meerdere politiehulp op
dagen. Een charge werd uitgevoerd.
Volgens de Tel. werd met steenen ge
worpen naar de agenten, terwijl een
inspecteur van politie een trap kreeg.
Opnieuw werd de bevolking uiteen
gedreven. Om halt vier herhaalde zich
weer hetzelfde tooneel op een ander
gedeelte der stad. Men moest van de
sabel9 gebruik maken en er vielen
geduchte klappen, waarbij helaas ook
weer onschuldigen werden getroffen.
Herhaaldelijk klonken fevolver- en
pistoolschoten, waarmede het volk in
woord ik moet de zijne worden.
Abu's lippen ontsloten zich, zijne oogen
waren strak op Saida gevestigd, geen lid
van zijn gespierd lichaam bewoog zich
- de sehrik, de smart had hem als het
ware versteend. Na een lange wijl
keerde het bewustzijn weder, maar het
was de wanhoop, die hem bezielde. Hij
sloeg zich met de vuist tegen het voor
hoofd, en riep uit: »Mijne zgn is onder
gegaan, alle sterren zijn voor mij ver
doofd geen licht, geen hoop meer
voor mij
Met al de hevigheid van den hartstocht,
die den bewoner van dat heete klimaat
kenmerkt, wierp hy zich op het gras en
bedekte zijne oogen met de handen.
Saida zag zijn diepe smart, en het hart
brak haar bij dat gezicht zij weende
luid. Maar El-Siloh, als begreep hij den
zielstoestand van zijn heer, naderde hem
en likte zijne handen, die zijn gelaat
verborgen.
»Hebt gij mijn smart begrepen ?c sprak
de jonge Arabier tot het jonge dier.
»0 El Siloh voor Abu is de hemel duister
geworden, de dag is voor hem gesluierd,
en de nacht heeft zich met een dubbel
kleed omgord, opdat geen ster hem
toewenkte !c
»Abu riep Saida, »spreek zoo niet
gij doodt mij. Allah is groot, hij kan
ons helpen. Wat zegt de dichter Lock
mann
»De koralen lippen der vorstin zijn
bedwang werd gehouden. Dank zij het
flinke optreden van de politie wist men
overal het gezag te handhaven en was
's avonds de rust in de stad terug
gekeerd.
Het resultaat dat men nu met die
stakingen bereikt heeft is dus weer
niet anders dan het verwekken van
opstootjes. De oorlog is er niet mee
geëindigd, het brood is er niet mee
toegenomen en kolen- en gasaanvoer
is hetzelfde gebleven.
Een aangename herinnering voor de
heethoofden, die thans met bebloede
koppen en verwondingen tot werkeloos
heid gedwongen zijn.
Kindervoeding.
In antwoord op 27 December inge
diende vragen van het Kamerlid jhr-
De Muralt over hét niet rekening hou.
den bij de distributie met de bijzondere
behoeften van kleine kinderen, vooral
van die beneden het jaar, heeft de
Minister, van Landbouw een uitvoerig
antwoord gezonden.
Hij wijst er daarin op, dat wat de
kinderen boven den leeftijd van 1 jaar
betreft, deze in aanmerking komen voor
het ontvangen van alle gerantsoeneerde
goederen, op denzelfden voet als vol
wassenen, met uitzondering alleen voor
wat aang&at koffie en thee.
Wat de kinderen beneden den leeftijd
van 1 jaar betreft, dezen komen thans,
ingevolge het bepaalde bij beschikking
d.d. 18 Januari jl. (de vraag van den
het loon der dapperheid voor den gemeen,
sten Arabier!* mompelde Abu, zich
oprichtend en naar het meisje toetredende
»moest er gestreden worden om u,
bron van mijn gelukik zoude strijden
als de leeuwin om hare welpen mijn
kracht zoude zich verdubbelen, om u te
verdienen, en stierf ik als overwinnaar
bloedend en verminkt uwe liefde volgde
mij in het paradijs. Maar hier geldt het
geen strijd, geen overwinning ik heb
alleen te verliezen. Ampor is rijk, hij
heeft alléén zooveel kameelen als onze
geheele stam maar Abu's armoede woidt
bespot, niemand kent den gloed zijner
iiefde en Saida
»Zal u nooit vergeten riep het meisje
opgewonden door zijne smart. »Deze
hemel zal voor mij zwart worden, en
mij als tot doodsprei strekken wanneer
ik hem volge als bruid in zijn leemen
huis sprak zij op plechtigen toon de
wateren van de Jordaan zullen voor mij
terugwijken, wanneer ik mij in dezelve
baden wil, zoo ik u niet trouw aanhang,
gelijk ik daartoe de gelofte doe, bij Allah
en den heiligen Profeet!*
>Saida, parel der woestijn, diamant
mijner ziel, robijn van mijn liefdegloed
riep Abu, plotseling opgeruimd geworden
door deze verzekering, en hij sloeg zijne
armen om de hare zij lagen borst aan
borst, mond aan mond, en de liefde be
zegelde het verbond van dat uur
(Wordt vervolgd.)