'o. 76.
Dinsdag 1 Januari 1918.
33* «laan».
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Nieuwjaar.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels 50 Cent; voor
eiken regel meer 10 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden trance ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
NeeD, lezer, deze nieuwjaardag is
•en feestdag. Geen stof tot juichen
ibben wjj bij de intrede van het jaar
De nood der tyden drukt zwaar,
seds zwaarder op onze schouders.
Met weemoed danken we terug aan
B gelukkige dagen, toen wij elkander
loolijk en opgeruimd veel heil en
gen in het nieuw begonnen jaar
inden toeroepen, toen wij vol hoop
verwachting de toekomst tegemoet
inden treden.
En nu
Met angst en beyen denken wij aan
jeen het nieuwe jaar ons brengen
in. Van 1917 werd algemeen verwacht
U het den vrede geven zou en nu
st dien niet bracht, is onze hoop
ivestigd op 1918. Zal dit jaar ons
laieuw een teleurstelling zijn?
Wij weten het niet, maar de omstan-
gheden waaronder wij leven, als
il nog leven in den waren zin des
oords mag genoemd worden, doen ons
(ikhalzend uitzien naar betere tijden.
Jet Nederlandsche volk heeft een
»aar juk te dragen. Wij zijn tot nu
b nog buiten den werkelijken oorlog
(bleven, maar ieder uur van den dag
leien wij toch, dat diezelfde oorlog,
taraan wij part noch deel hebben,
is leven vergalt. De striktste onzij-
d kan ons niet bewaren voor de
wdlottige gevolgen van een strijd,
larmede wij niets te maken hebben,
lij hangen geheel en al af van
nukken der oorlogvoerenden. Wij
rijgen geen graan, geen kolen, geen
leevoeder, geen meststoffen, geen zout,
sen ijzer en staal, geen hout, geen
rondstoffen voor de weverijen, kortom,
j krijgen niets waaraan wij behoefte
sbben, als de belligerenten het ons
iet willen geven. En als het dan nog
tos wordt toegelaten dat er iets wordt
ingevoerd, dan is het toch ook maar
iet mondjesmaat, te weinig om te leven
te veel om dood te gaan, of anders
ordt de eene of andere kostbare lading
het gezicht der vaderlandsche kust
deg grond geboord.
Daar ligt al wat kostelijk voedsel op
sn bodem der zee. Daar is al wat
lerlijk graan, voor welks wasdom de
gen van het Opperwezen werd atge-
neekt, meedoogenloos aan de golven
'ijsgegeven of bedorven door onze
sede vrienden of door de beschermers
er kleine naties.
Men wordt bitter gestemd, als men
it alles moet aanzien zonder er iets
aders tegen te kunnen doen dan
rotesteeren.
Maar m.et dit al is het dan toch
ebeurd. Als onze handels- en visschers-
ihepen worden vernietigd ofopgebracht
onervaren vliegers ons met bommen
ooien en dood en verderf over onze
ozijdige landstreken brengen, dan kan
len daartegen sputteren zooveel men
11maar helpen doet het niets, want
lorgen en overmorgen gebeurt weer
recies hetzelfde.
We kunnen ons plezier wel op tegen-
loordig, 'tls wel eigenaardig, dat al
die ellende over ons gekomen is na den
onafhankelijkheidsroes van 1913 waar
aan ieder moest meedoen, wilde hij niet
voor onvaderlandslievend of nog erger
worden uitgekreten en die in het
oorlogsjaar 1914 nog niet geheel was
uitgeraasd. De grootste enthousiasten
van toen zullen nu wel ontnuchterd
zijn en tot het besef gekomen, dat ons
niets beter past dan een zeer groote
bescheidenheid en dat alle snoeverij op
vroegere grootheid en macht uit den
booze is.
Het jaar 1918 begint wel onder droeve
omstandigheden. Terwijl het gemis van
de hoogst noodige levensbehoeften ons
dagelijks doet gevoelen hoezeer wij in
den knel zitten, zijn de pryzen van
hetgeen er nog te krijgen is, zoo onrust
barend hoog gestegen, dat er geen
betalen aan is en voor velen dan ook
een aantal zaken onbereikbaar zijn.
Bovendien worden we ook nog op
schromelijke wijze gestroopt en afgezet
waar het artikelen geldt die niet onder
de distributie vallen en die toch ook niet
kunnen gemist worden.
Alles te zamen genomen wordt de
toestand al maar beroerder, vooral voor
hen die niet over zeer ruime inkomsten
kunnen beschikken. Want de duurte-
toeslagen en loonsverhoogingen zijn
beslist onvoldoende om het evenwicht
tusschen inkomsten en uitgaven ook
maar eenigszins te herstellen.
Zeker, het zijn allemaal bekende
dingen die we hierboven hebben aan
gehaald, we voelen het allen aan den
lijve en in de portemonnaie hoe hoog
de nood gestegen is en toch toch
blijken er een aantal menschen te zy'D,
tot wie het besef van den ernst der
tijden nog steeds niet is doorgedrongen.
Menschen die nog niet schijnen te weten
dat er sedert meer dan drie lange bange
jaren zoo iets als oorlog is, die als het
redelooze vee van den eenen dag in
den anderen leven en zich nog durven
beklagen, dat er zoo haast nooit eens
een pretje te genieten valt. Menschen
die dagelijks het gedonder der kanonnen
in de verte hooren rommelen bij en her
haling het geronk der vliegende monsters
over hunne hoofden hooren gaan, zonder
te voelen wat dat alles zeggen wil.
Wij begrijpen zoo iets niet en vragen
ons bij herhaling af hoe d&t op de
wereld mogelijk is.
Moeten wij dan maar het hoofd in
den schoot leggen en den geheelen dag
zuchten en klagen
Neen, ook dat niet.
Ons past ingetogenheid en vooral
ernst.
De tijden die wij doormaken zijn voor
ons een harde leerschool en ongetwijfeld
zullen, velen voor hun verder leven
proflteeren van de opgedane ervaringen.
En dezulken in de eerste plaats zullen
zijn toegerust met de noodige kracht
om met frisschen moed aan te pakken,
als eenmaal betere tijden komen.
Ongetwijfeld zullen in het pasbegon
nen jaar de boeien verbroken worden
waarin bijna de gansche wereld ligt
gekluisterd* Een kleine lichtstraal begint
zich een weg te banen door de donkere
wolkengevaarten. Alles wijst er op,
dat het einde nadert, al is het ook niet
met rassche schreden.
Welnu, wanneer dan in dit jaar,
zooals wij stellig en zeker verwachten,
de vredesboodschap over de wereld
wordt verkondigd, wanneer het ramp
zalige oorlogsbedrijf zal worden stopge
zet, laat ons dan gereed staan om met
moed en kracht de hand aan den ploeg
te slaan, om door noeste vlijt en vol
harding zoo spoedig mogelijk te herstel
len wat door den oorlog zoo jammerlijk
werd verwoest.
Dit wenschen wij bjj den aanvang
van het jaar 1918.
M.
De Vredesonderhandelingen.
Het Weensch correspondentie-bureau
verneemt d.d. 25 Dec. uit Brest-Litowsk
In de zitting van den 22en had de
Russische delegatie verklaard, dat zij
uitgaat van den duidelijk uitgesproken
wil der volkeren van Rusland o.m. zoo
spoedig mogelijk tot het sluiten van een
algemeeneu, rechtvaardigen en voor allen
op gelijke wijze aannemelijken vrede te
komen.
Met een beroep op de besluiten van
het Groot-Russisch congres vao arbeiders
en soldaten afgevaardigden en van het
Groot Russische boerencobgres, wees de
Russische delegatie er op dat zij voort
zetting van den oorlog alleen om te kun
nen annexeeren voor een misdaad hield
en dat zij daarom plechtig uiting gaf
aan haar besluit, om onverwijld voor
waarden van een vrede te onderteekenen,
die dezen oorlog op grondslag vaD de
uiteengezette, zonder uitzondering voor
alle volkeren op gelijke wijze rechtvaar
dige voorwaarden beëindigt
Van deze principes uitgaand, was het
voorstel der Russische delegatie de volgen
de zes punten tot basis van de vredes
onderhandelingen te maken
le. Er wordt geen gewelddadige ver-
eeniging van gebieden toegestaan, die
tijdeus den oorlog in bezit zijn genomen.
De troepen, die deze gebieden bezet
houden, zullen in den koitst mogelijken
tijd worden teruggehaald.
2e. In vollen omvang wordt de politieke
zelfstandigheid gewaarborgd van die
volkeren, welke hun zelfstandigheid in
dezen oorlog hebben verloren.
3e. Nationale groepen, die voor den
oorlog politiek niet zelfstandig waren,
wordt de mogelijkheid gewaarborgd, de
kwestie vau het behooren tot den eenen
of den anderen staat door een referendum
te beslissen. Dit referendum moet op
zoodanige wijze gehouden worden, dat
de volkomen onafhankelijkheid bij het
steunen voor de geheele bevolking van
het betreffende gebied, met inbegrip van
emigranten en vluchtelingen gewaarborgd
wordt.
4e. Ten aanzien van gebieden met
gemengde nationaliteit, wordt het recht
der minderheid door een bijzondere wet
beschermd, die haar zelfstandigheid van
nationale cultuur en, zoo dit practised
uitvoerbaar is, autonoom bestuur geeft.
5e. Geen der oorlogvoerende landen
is verplicht een ander land zoogenaamde
oorlogskosten te betalen. Reeds geheven
schattingen moeten worden terugbetaald.
Wat de vergoeding van verliezen van
particuliere personen aangaat, deze wor
den uit een speciaal fonds bestreden,
waarin de oorlogvoerenden een evenredig
deel bijdragen.
6. Koloniale kwesties worden onder
inachtneming van de onder 1 tot 5 uiteen
gezette principes beslist.
Ter aanvulling van deze punten stelde
de Russische delegatie den contracteeren-
den partijen voor, iederen vorm van
intenser bestrijding der vrijheid van
zwakke naties door sterke, voor ontoelaat
baar te verklaren. Dit geldt b.v. voor
economischen boycot, economische voogdij
van het eene land over het andere op
grond van opgedrongen handelsverdragen,
door speciale tolverdragen, die de vrijheid
van handeldrijven van een derden staat
beperken, door een blokkade ter zee, die
niet een rechtstreeksch oorlogsdoel beoogt,
etc.
In de onder voorzitterschap van den
gevolmachtigden vertegenwoordiger van
Oostenrijk-Hongarije, graaf Czernin, ge
houden zitting, legde deze namens de
delegatie van den Vierbond de volgende
verklaring af, die het antwoord der een-
tralen op bovenstaande uiteenzetting der
Russische delegatie bevatte
De delegaties der verbonden mogend
heden gaan uit van den duidelijk uitge
sproken wil harer regeeringen en volke
ren, om zoo spoedig mogelijk tot het
sluiten van een algemeenen, rechtvaardi
gen vrede te komen.
De delegaties der verbondenen zijn in
overeenstemming met het herhaaldelijk
uiteengezette standpunt harer regeeringen
van meening dat de algemeene lijnen
van het Russische voorstel een discutabe-
len grondslag voor zulk een vrede kunnen
vormen.
De delegaties van den Vierbond stem
men toe in een onmiddellijken algemeenen
vrede, zonder gewelddadige gebiedsuit
breiding en zonder oorlogsschadeloosstel
lingen. Evenals de Russische, zijn de
delegaties der verbondenen van deze
meening.
De staatslieden der verbonden regee
ringen hebben er herhaaldelijk in pro
gram-verklaringen op gewezen, dat de
verbondenen den oorlog geeD dag zouden
verlengen om vorderingen te maken.
Aan dit standpunt hebben de regeeringen
der verbondenen steeds zonder afwijking
vastgehouden.
Zij geven plechtig uiting aan haar
voornemen, onverwijld een vrede te
onderteekenen, die dezen oorlog, op de
basis der onderhavige, zonder uitzondering
voor alle oorlogvoerenden mogendheden
op gelijke wijze rechtvaardige voorwaar
den, beëindigt.
Er moet "echter uitdrukkelijk op ge
wezen worden, dat alle, thans aan den
oorlog deelnemende mogendheden zich
binnen een bepaalden termijn, zonder
uitzondering en zonder eenige reserve
tot nauwgezette inachtneming van deze,
alle volkeren ep gelijke wijze bindende
voorwaarden moeten verbinden, wanneer