\o. 58.
Zaterdag 27 October 1917.
«Faarg.
33®
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
J. C. VINK - Axel.
Aan onze Adverteerders!
Leeren.
Buitenland.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrfj dagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
tot 4 regels 25 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIEN van 1
eiken regel meer 5 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden fraiux> ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagmiddag TWAALF ure.
Onder verwijzing naar hetgeen we
in ons nummer van 24 dezer schreven,
deelen we mede dat met ingang van
November aanstaande de prijs
der advertentiën 10 cent per regel
bedraagt.
Groote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsen wordt tweemaal be
rekend.
Bij te bespreken accoord aanzienlijke
reductie.
De uitgever.
Een leerschool is het mensch'lijk leven
En d'ondervinding is docent.
Een mensch is nooit te oud om te
leeren, zegt een spreekwoord. Dit is
er wel een van de bovenste plank,
vooral tegenwoordig. We leeren hard
in dezen tijd en we hebben volop
gelegenheid om het geleerde onmiddel
lijk in toepassing te brengen.
Niet uit boeken putten we deze
wetenschap, het is alleen de ondervin
ding die ons wijzer maakt, de ondervin
ding die ons dagelijks er aan herinnert,
dat we ons moeten leeren schikken in
de omstandigheden.
Verleden jaar ging het nog best,
vergeleken bij nu. Toen was er nog
aanvoer van levensmiddelen en grond
stoffen, maar sedert de verscherpte
duikbootactie en later toen Amerika
zich ook al op het oorlogspad begaf,
is het al slechter geworden, zoo slecht
als het maar zijn kan.
Hieruit kunnen wij weer leeren, dat
de groote beschermers der kleine
mogendheden zoo zachtjes aan bezig
zjjn ons uit te hongeren. Voorwaar een
vreemde manier van beschermen.
Want zonder invoer kunnen we niet
bestaan. Onze graanproductie is in drie
maanden opgegeten. Aardappels hebben
we in overvloed, ten minste dat wordt
verondersteld, dus zullen we moeten
leeren minder brood en meer aardappels
te eten. De meeste Nederlanders zullen
dit trouwens al wel hebben geleerd.
Vooral op onze huisvrouwen rust een
zware taak. Zy, in de eerste plaats
zijn er op aangewezen om te leeren
toekomen of rondscharrelen met de
verschillende gedistribueerd wordende
artikelen.
Zeer moeilijk zal dit dikwijls gaan.
maar de bekende scherpzinnigheid der
vrouw maakt haar vindingrijk. Zij leert
allerlei middeltjes en kunstjes om zoo
veel mogelijk het beoogde doel te
bereiken.
I Het moet ook wel.
Zoo ongemerkt hebben we langzamer
hand ook anders leeren eten, we be
doelen onze maaltijden anders leeren
inrichten. Velen eten nu waarvoor ze
anders beleefd zouden bedankt hebben
Ons is een geval bekend van iemand
die voor geen geld van de wereld
margarine zou willen eten, hij moet
echte boter hebben; maar ihij heeft er
nog niets van gemerkt, dat reeds weken
lang zijn boterhammen met het door
hem verachte goedje besmeerd worden.
Hij weet het nu nóg niet en eet zijn
kuchje smakelijk op.
Er is nog veel vooroordeel in de
wereld en daarvan moeten we ook
leeren afstand doen.
Het is nu zoo'n benarde tijd, dat we
onze eischen zooveel mogelijk moeten
matigen en leeren tevreden zijn als we
wat hebben om de hongerige maag te
vullen. Lieve koekjes worden niet meer
gebakken en zullen in de naaste toekomst
ook nog wel niet gebakken worden.
Eten wat de kok schaft is het wacht
woord.
Geprutteld en geklaagd wordt er
genoeg, veel te veel zelfs, dat ligt in
onzen volksaard maar is het niet veel
verstandiger zijn lot geduldig te dragen
en met moed deze moeilyke tijden te
doorworstelen in het besef, dat na deze
duisternis het heerlijke licht weder
komen zal, het licht van den vrede,
waar we zoo reikhalzend naar uitzien
We moeten allen medewerken om de
bange dagen die vast en zeker nog
komen zullen, al is de vrede dan ook
niet ver meer af, met waardigheid door
te maken. We moeten leeren wachten
en, als 't noodig is, ook lijden. We
moeten ook nog leeren ons gehoorzaam
te gedragen naar de voorschriften die
onze overheden in het belang van ons
allen vaststellen. Dit is voor ons volk,
dat zoo prat op zijne vrijheid gaat, wel
een harde noot om te kraken, maar
gekraakt moet ze toch worden, anders
zal 't niet gaan.
Lezers, we moeten ons best doen om
iederen dag, om ieder uur, al is het ook
nog zoo weinig, te leeren.
DE OORLOG.
De oorlog verlengt den duur van
regeeringen niet. Terwijl op hun con
gres de Duitsche sociaal democraten
aan de tegenwoordige regeering den
oorlog aanzeggen, en tevens zich schij
nen gereed te houden voor den tijd,
dat zij zelf aan de regeering zullen
deelnemen, men in Oostenrijk de ver
geefsche pogingen voortzet de regee-
ringsmachine in vlotteren gang te breu
gen en in Frankrijk de politieke hemel
zwaar bewolkt is, ziet het er in Italië
naar veranderingen van zeer ingrijpen
den aard uit. Het oproer in Turijn
werkt nu in dg Kamer na en gevaarlijk
groot is de aanhang van hen, die
voorzichtig worden aangeduid als „Zij,
die voor den oorlog neutralisten (d.w.z.
tegenstanders van deelneming aan den
oorlog) waren".
Het organisatiecomité van de confe
rentie van Stockholm heeft een manifest
uitgegeven, dat inderdaad, zooals mr.
Troelstra reeds heeft gezegd, wel bij
geen van beide partijen volledige in
stemming zal vinden.
Het treft, dat in de inleiding ten
betooge, dat geweld plaats moet maken
voor recht ter bepaling van den inter
nationale houdingen, zoozeer den nadruk
wordt gelegd op het weinig principiéele
argument, dat het geweld ditmaal in
gebreke is gebleven een oplossing te
bewerken. Ware het dan, volgens het
comité, een rechtvaardiging van den
oorlog als zoodanig geweest, indien een
van beide partijen een beslissende
overwinning had behaald en aldus een
oplossing had teweeggebracht?
De voorwaarden, die het comité noemt
zijn een combinatie van eischen, die
men van Duitsche, en van eischen, die
men van Ententezijde vernomen heeft.
Tot de eerste groep behoortde cul-
tureele zelfstandigheid voor Vlaanderen
en Walonië, maar daar staat dadelijk
tegenover de betaling van schadever
goeding door Duitschland voor hetgeen
in België is verwoest. Een plebisciet
voor Elzas Lotharingen strookt evenmin
met het Duitsche standpunt, als het
deelnemen aan dat plebisciet door alle
bewoners van dat land met hetFransche.
Waarom moet Montenegro by Servië
worden gevoerd Servië zal met
Bulgarije en Griekenland toegang hebben
tot „de" zee. Wij begrijpen dat niet.
Welke zee is hier bedoeld Griekenland
en Bulgarije hebben toch altyd toegang
gehad tot de zee. Voor Bulgarije is de
toegang tot de Middellandsche zee vry
nieuw. Misschien heeft men wel de
Adriatische zee op het oog, maar dan
ware eenige duidelijkheid toch wel
gewenscht.
Voor de Zuid-Slaven wordt een eisch
gesteund, die nogal met de wenscheu
van de entente op dit stuk strookt, maar
Bulgarye mag, overeenkomstig den eisch
der centralen, houden, wat het veroverd
heeft (nationale eenheid}. Voor de
Poolsche districten in Duitschland en
Oostenrijk wordt geen onafhankelykheid
maar slechts autonomie geëischt, terwijl
voor Russisch Polen onafhankelijkheid
wordt gevraagd. Daarentegen moeten
de Finnen, ofschoon onafhankelijk,
vereenigd blijven met Rusland.
Men ziet hier weer uit, hoe ontzaglijk
moeilijk het vredespobleem is, zoodra
men in speciale voorwaarden treedt.
Desniettemin is juist de verdienste van
het comité, dat het er niet voor is
teruggeschrikt, in zulks détails te treden
nog iets uitvoeriger dan de Paus heeft
gedaan. Aldus de N. B. Crt.
De krijgsverrichtingen.
De telegrammen van de drie strijden
de partijen, wijzen op doorzetten van
de verkenningen op grooter schaal.
Den 1175sten dag van den oorlog is er
weer bard gevochten op het Westerfront,
Dag en nacht heelt de Engelsch
Fransche artillerie, welke thans even
zeer één is als hun vliegdienst, onge
nadig gebeukt op de Duitsche stellingen
en andermaal is een poging gedaan om
den wegn aar de Duitsche duikbootbasis
vrij te dringen.
Het Berlijnsche avondbericht meldt
De aanvallen, welke de vijand in Vlaan
deren deed zijn mislukt. Hij won
slechts eenig terrein bij Veldbroek te
N. van Langemarck.
Ook aan den weg van Meenen naar
Yperen is een krachtige aanval der
Engelschen totaal afgeslagen.
Ten N.O. van Soissons is de artillerie
slag, nadat hij gedurende eenigen tijd
was verflauwd, in den ochtend weder
tot volle kracht aangewakkerd.
Dinsdag is die actie overgegaan in
een infanterie aanval, die den Franschen
goed succes opleverde.
Het gebied van dezen aanval ligt in
de bocht van het front, waarvan
Laffoux een hoekpunt vormde. Over
een frontbreedte van 8 K.M. stormden
de Franschen voorwaarts en drongen
3.5 K.M. vooruit.
Duitsche tegenaanvallen in den rech
terflank leverden geen resultaat op.
De Franschen maakten 7500 a 8000
gevangenen en een flink aantal (28)
zware kanonstukken behoorde tot hun
buit.
Men kan dus veilig aannemen, dat
zij tot de gevechtslinie der Duitschers
waren doorgedrongen.
Tot dusver bleven tegenaanvallen
uit, zoodat men weer vermoedens heeft
op een terugtrekken der Duitschers.
Van het Oosterfront meldt het Berlijn
sche avondberichtOp Moesel, Moon
en Dagoe zijn meer dan 20.000 man
gevangen genomen en meer dan 100
kanonnen en een groote hoeveelheid
ander oorlogsmaterieel buit gemaakt.
Een Wolff-bericht meldt nog over de
krijgsverrichtingen tegen Oesel, dat
thans na de verovering van het eiland,
dat deels onbeschadigde, deels bescha
digde kusttorten en kustbatterijen door
door de Duitsche marine artillerie zijn
bezet. Vooral van belang is de bezetting
van de 3 vliegstations, welke deels
geheel onbeschadigd zijn. Erkend wordt,
dat de Russische vloot met taaiheid en
moed heeft gestreden, en beweerd wordt,
dat Engelsche duikbooten de Russische
schepen steunden.
Dr. Kuypor.
Dr. Kuyper hoopt, zooals men weet
a.s. Maandag, 29 October, zjjn 80en ver
jaardag te vieren. Hij is, zijn hoogen
leeftijd in aanmerking genomen, nog
byzonder flink en kras van lichaam en
geest, 's Ochtends 7 u. 45 staat hij ge
woonlijk op. Tenzij hij zich heeft over
spannen door te veel werk slaapt hy goed.
Een groot gedeelte van den dag brengt
hy in z'n studeerkamer door van half
negen tot 1 uur, van 5 tol 6 en 's avonds
van 8 tot 10 u. zit hij aan z'n schrijf
tafel. De morgenuren dienen voor
arbeid, de overige uren voor correspon
dentie, couranten lezen en proeven
corrigeeren. Iederen dag wandelt hij 2 u.
Wat z'n werkplannen betreft, hij
hoopt door te gaan met de redactie
van „Heraut" en „Standaard" voorts
mei het schrijven van de verklaring
van een Bijbelboek en een autobio
graphic.
Dat het den jubelarisaan blijken van
belangstelling zoowel van de zijde zijner
tegenstanders op staatkundig terrein
als van z'n partijgenooten niet zal ont
breken, daarvan zal ieder wel overtuigd
zijn.