No. 56
Zaterdag 20 October 1917.
33e
laar#.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-VI aan deren,
J. C. VINK - Axel.
Het einde in zicht?
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
Bureau Weststr. D 11.
tot 4 regels 25 Cent; voor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIEN van 1
eiken regel meer 5 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vry dagmiddag TWAALF ure.
Aan die lezers, welke zich teleur
gesteld gevoelden, omdat ze enkele
malen de rubriek „Middelen van ver
voer" misten, deelen we mede, dat het
in verband met den papiernood
ieer bezwaarlijk is, om een by voegsel
by ons blad te drukken.
DE UITGEVER.
Bedriegen de teekenen des tijds ons
niet, dan bestaat er kans, dat de gruwe
lijke wereldworsteling haar einde nadert.
Het wordt ook hoog tijd
Uit geen enkel oorlogskamp komen
i bemoedigende berichten over de zoolang
bevochten zege. Wat beteekenen die
betrekkelijk kleine schermutselingen,
die behaalde kleine terreinwinsten
tegenover het groote werk dat zou
moeten gewrocht worden om tot het
einddoel te geraken de overwinning
Alle woordvoerders die wat te zeggen
hebben in de oorlogvoerende landen
zijn het roerend eens, dat overal naar
den vrede verlangd wordt.
Geen wonder ook, als men ziet, dat
nog dagelijks zoovele menschenlevens
worden opgeofferd, voor een hersen
schim. Alom heerscht oorlogsmoeheid,
in alle landen komt gebrek aan levens
behoeften en aan menschenmateriaal.
'tls een volmaakte krankzinnigheid om
onder dergelijke omstandigheden nog
door te vechten.
We begrijpen zeer goed, dat aan de
zijde der entente de zaak liefst sleepend
zon worden gehouden tot de groote
republiek in het westen, het rijke en
machtige Amerika met zijn uitrustingen
gereed zal zijn om hier in het oude
Europa de beslissing te brengen. Maar
hoeveel ellende kan er niet nog worden
aangericht voor hei zoover iswant
om een leger behoorlijk uit te rusten
en slagvaardig te maken, daartoe is
veel tijd noodig.
Wie echter den grooten doorslag
zullen geven om het oorlogsmonster te
vellen, dat zijn de volkeren zelve. Er
komt overal gisting.
Het groote Russische ryk, dat na het
opbergen van den Czaar een toonbeeld
geeft van de grootst mogelijke ver
warring, telt als oorlogvoerende bijna
niet meer mee. Turkije is ook zoo goed
als machteloos en zou in 't geheel niet
meer in tel zijn, indien zijn soldaten
niet werden aangevoerd door Duitsche
en Oostenrijksche bevelhebbers.
Italië wordt ook oproerig. Daar is
reeds een groot aantal volksvertegen
woordigers tot de vredespartij overge-
loopen, in Frankrijk wordt het dage-
lijksch brood al schaarscher, Engeland
gaat ook al rantsoeneeren. Wat er in
Duitschland al geleden is, nog dagelijks
I geleden wordt, het is algemeen bekend
r en het oproer op een viertal oorlogs
schepen, waarby de bevelhebbers over
boord werden geworpen, gevolgd door
eenige kanonnen, bewijst voldoende,
dat ook daar de lust om te siegen*)
aanmerkelyk verflauwd is.
*j Siegen is overwinnen.
Ook in den Rijksdag zijn luide
stemmen vernomen die roepen om
vrede. De minister van marine Von
Capelle moest heengaan en een groot
deel van het land eischt ook het af
treden van den Rijkskanselier Michaëlis.
Een algemeen gezegde is tegen
woordig in Duitschland de vrede komt,
als Michaëlis weg is.
Een en ander is zoo langzamerhand
ter onzer kennis gekomen en we mogen
gerust zeggen, dat dit alles nog niet
het tiende gedeelte bevat van de werke
lijkheid, want de censuur is nog altyd
streng.
Ook voor de neutralen wordt de
toestand hachelijk. We weten het bij
ondervinding. Alles wordt gerantsoe
neerd en dan nog niet eens voldoende.
Een ieder begrijpt, dat zoo iets niet
zou gebeuren, als het niet hoogst noodig
was. Het staat dan ook te bezien of
de buikriem niet nog nauwer zal moeten
worden toegehaald. Als er geen ver
andering komt, gaan we ongetwyfeld
een vreeselijken winter tegemoet.
Schaarschte aan brandstoffen, gebrek
aan verlichting en de voedselvoorzie
ning zoodanig beperkt, dat voor velen,
voor zeer velen van ondervoeding
sprake zal zijn. Welk lichaamsgestel
kan dit op den duur verdragen
De oorlogsmakers hebben wel een
zware verantwoordelijkheid te torschen.
We hopen echter op een spoedig
einde van de ellende, gedachtig aan
de woorden Waar de nood het hoogst
is, is de redding dikwijls het meest naby
Nederland en de oorlog.
Naar aanleiding van de verschillende
berichten, die wenig goeds voor onze
economische verhoudingen voorspellen,
heeft het Hbld. zich tot den heer C. J.
K. van Aalst gewend, „die bekend staat
als iemand, die niet spoedig den moed
laat zinken".
Wat betreft den aanvoer van steen
kool uit Duitschland en Oostenrijk-Hon-
garije de heer Van Aalst heeft juist
met andere gevolmachtigden der Regee
ring de onderhandelingen over dien
aanvoer achter den rug verklaarde
hij ons, dat hy ten opzichte daarvan
vrij gerust was. Dank zij den aange-
namen toon, die tusschen de Duitsche en
Nederlandscheonderhandelaarsheersch
te, was men tot een behoorlijk resultaat
gekomen. De bij voorwaarden terzijde
latend, was men tot sluiting van een
beperkt officieël crediet gekomen en
had men zich daarvoor den maandelijk-
scheu aanvoer van tenminste 250.000
ton steenkool en 20.000 ton ijzer en
staal tot 31 Maart 1918 verzekerd, waar
door de industrie en duizenden daarbij
betrokkenen den arbeid zullen kunnen
voortzetten.
Met Oostenrijk-Hongarije heeft een
bankgroep een beperkt credietafgesloten
dat ons den aanvoer verzekert van tal
rijke hier te lande benoodigde artikelen,
waaronder bijvoorbeeld smeerolie, dat
tot nu toe voornamelijk uit Noord Ameri
ka werd betrokken.
Wanneer men verder in aanmerking
neemt, dat deze maand 100.000 ton,
steenkool uit Engeland zal kunnen wor
den betrokken (een vriendelijkheid, die
in strijd is met de thans gerezen tele-
gram-quaestie) en Limburg dank zij den
onvermoeiden arbeid van directies en
arbeiders der staats- en andere mijnen,
een productie zal kunnen bereiken van
meer dan 250.000 ton 's maands, dan,
aldus de heer Van Aalst, is er alle aan
leiding tot dankbaarheid, dat wij den
winterdag wat huisbrand en industrie
betreft, zullen kunnen doorkomen.
Op onze vragen omtrent de houding
van Noord-Amerika en van Engeland,
achtte de heer Van Aalst zich niet ge
rechtigd te antwoorden.
Naar zijn meening zijn zoowel Ameri
ka als Engeland geheel op den verkeer
den weg, tenzij het de bedoeling was
te onderdrukken het gevoel van erkente
lijkheid tegenover de Entente, dat zij
door bemiddeling der N.O.T. ons eco
nomisch leven tot nu zooveel mogelijk
gaande had gehouden.
De heer Van Aalst wenschte zijn
meening omtrent de grint- en zand-
quapstie niet te uitenhij achtte den
maatregel van Engeland, waarbij de
Nederlandsche handel werd uitgesloten
van telegraphische verbinding met zyne
relaties in Nederlandsch-Indië en andere
landen een hoogst bedenkelijke, alleen
uitgedacht door personen die de ver
houdingen en gevoelens in ons land
niet kenDen.
Nooit ofte nimmer (zoo verklaarde
de heer Van Aalst) zullen de eerlijke
handelsmannen van dit land bukken
voor een dergelyken maatregel en nim
mer zullen zij trachten invloed te oefe
nen op onze Regeering, indachtig aan
het Eagelsche gezegde„Right or
wrong, my country
Waar zoo eindigde de heer Van
Aalst grint en zand volgens de ofïï-
cieële berichten in België alleen voor
vreedzame doeleinden worden gebruikt,
daar acht ik het zeer wel mogelijk, dat
de Duitsche Regeering de verbetering
der wegen enz. in België zal willen
do'en ophouden, om Nederland in de
gelegenheid te stellen de handelstele
grammen voornamelijk met het oog op
Ned.-Indië weder te kunnen zenden en
ontvangen.
Tot 15 November werd het transits-
verkeer van grint enz. toegestaandit
is beloofd en daarop zal naar mijne
meening niet worden teruggekomen,
doch één woord uit Berlijn, dat men
ophoudt met die vredeswerken en de
toestand hier wordt verhelderd. De ge
moedstoestand van ons volk behoeft dit
gedrukt als hij is onder de bejegening
van „the country of the tree", nl.
Noord-Amerika, dat voor een deel
prat gaat op zijn Hollandsche afkomst
en dat zoo oneindig veel aan Holland te
danken heeft en daarom den moreelen
plicht heeft ons te helpen. De Regee
ring in Amerika speelt hoog spel".
Wij vroegen nadere toelichting van
deze uitspraak, doch de heer Van Aalst
antwoordde: ,Ik kan my daaromtrent
heusch op dit oogenblik Diet verder
uitlaten".
Wij kregen den indruk, dat de heer
Van Aalst den toestand, waarin ons
land verkeert, weliswaar netelig acht,
zonder dat zulks evenwel aanleiding
mag geven tot al te groote ongerust
heid".
Beschuit.
De directeur van het Centraal Brood
kantoor vestigt er de aandacht op dat
met ingang van heden beschuit uitslui
tend mag worden verkocht en gekocht
op bons der wittebroodkaart.
Het gewicht aan beschuit, dat op een
bon moet worden geleverd, bedraagt
8/4 van het broodgewicht op den bon
Terpentyn.
Do verkoop, de aflevering en het
vervoer van terpentijn is verboden.
Het verbod is niet van toepassing
voor zoover het vervoer plaats vindt
in hoeveelheden van niet meer dan 1 K.G.
Van het verbod kan, zoo noodig,
onder daarbij te stellen voorwaarden,
ontheffing worden verleend door de
Toewyzings-commissie voor Benzine,
Parkstraat 109, 's Gravenhage.
Burgeriyken dienstplicht
Naar verluidt zou bij de Regeering
in overweging zijn het indienen van
een wetsontwerp, regelende den burger
lijken dienstplicht.
Suiker.
Aan Het Volk. wordt gemeld, dat de
regeering heel denoogstvansuikerbiëten
zal overnemen' Alle suiker wordt re-
geeringssuiker. De fabrikanten zullen
de regeeringsbieten tot suiker verwer
ken en die tot een overeengekomen
prijs aan de regeering leveren, die
zorgen zal voor de distributie.
De suikerprijs voor het publiek zal,
ondanks de vermeerderde productie
kosten, niet worden verhoogd, want de
regeering zal 5 cent op het pond toe
leggen. Nu is de prijs der industrie
suiker met f 15 per 100 kilo verhoogd,
om dien bijslag van 5 cent op de parti
culiere suiker weer goed te maken.
Verkoop en vervoer van styfsel.
De minister van Landbouw enz. heeft
den verkoop, de aflevering en het ver
voer van stijfsel verboden.
Het verbod is niet van toepassing
voor zoover het vervoer plaats vindt
in de hoeveelheden van minder dan
5 K.G
De minister van Landbouw enz. brengt
ter kennis, dat een ieder, die stijfsel,
anders dan voor gebruik voor hem zelf
of zijn gezin in voorraad heeft, gehouden
is op 20 dezer, des middags 12 uur,
aan den burgemeester der gemeente,
waar deze stijfsel zich bevindt, opgave
te doen van de hoeveelheid en den aard
der partijen, welke hij in voorraad heeft.
De bedoelde opgaven zullen moeten
worden gedaan door hen die stijfsel
onder gich hebben, onverschillig of zij
al dan niet eigenaar daarvan zijn.
St. CrU