No. 46.
Zaterdag 15 September 1617.
33e Jaari*.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
AW.
D't blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
A DVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Centvoor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden fran<x> ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
DE OORLOG.
Van de fronten in Europa wordt
weinig nieuws vermeld De gevechten
worden weerstaande gehouden en
hebben weer voor de zooveelste maal
plaats gemaakt voor den zoogenaamden
kleinen oorlog. Hier en daar kleine
plaatselijke botsingen tusschen ver
•kenningsafdeelingen langs het front of
in de lucht.
In Rusland heeft men de dwaasheid
van oorlogvoeren zoover doorgezet, dat
men zelfs de Russische legers tegenover
elkaar gaat stellen.
De Russische generaal Kornilof heeft
zijn leger in de richting van St. Peters
burg doen terugtrekken, om daar de
Regeeringstroepen te gaan bevechten.
Zijn wil is: zichzelf als generalissimus
uit te roepen, als antwoord op den
eisch van Kerenski, die bevel had
gegeven Kornilof te ontslaan.
Het geldt.hier twee richtingen tegen
over elkaar. Kerenski, de man van
het woord tegenover Kornilof, den man
van den sabel.
Blijkbaar is het een staatsgreep, welke
het herstel van het Tsarisme ten doel
heeft.
Deze burgerkrijg zal vanzelf zijn
invloed weer doen gelden op de ver
houding tusschen de Entente landen,
terwijl het Duitschland nu al zeer ge
makkelijk moet vallen, om zijn slag te
slaan. We wachten af.
Naar verluidt, zal men overeenkomen
dat Kerenski tijdelijk als generalissimus
optreedt en dat generaal Alexiëf chef
van den generalen staf zal worden.
Kornilof verklaart in een proclama
tie, dat hij het vaderland uit de moei
lijkheden wil bevrijden. t
Kornilof liet generaal Worsky, die
kwam om hem te arresteeren, zelf in
De vredesbemiddeling. Volgens
de Weensche „Reichspost", welke zeer
goede kanalen heeft te Rome, zal de
Paus in geval de antwoorden der oor
logvoerenden op zijn vredesnota blijk
geven van hun geneigdheid om te
onderhandelen, in een tweede nota de
bijeenroeping van een vredescongres en
een wapenstilstand voorstellen.
Zijn de antwoorden van beide of van
een der partijen beslist afwijzend, dan
zal de Paus geen tweede nota tot hen
richten, doch wellicht in een encyliek
den volkeren nogmaals de wenschelijk
heifr van vrede uiteenzetten.
Ook Stauning, de Deensche socialis-
tische minister en lid van bet Neder
landsch Scandinaafsche comité voor de
conferentie te Stockholm, heeft zich
tegeno'ver den Kopenhaagschen corres-
I pondent van dé „Associated Press"
gunstig uitgelaten over Wilson's ant
woord. Daaruit blijkt immers, dat
Wilson den oorlog niet wil voortzetten
tot een der partijen overwonnen is
De woorden van den president tegen
krenking der volks-souvereiniteit, oor
logsschattingen, verbrokkeling van Rij
ken en economischen oorlog, zijn uit
'thart gegrepen van allen, die een
duurzamen vrede wenachen. Ook de
eisch, dat de volkeren voor Jen vrede
borg moeten blijven, is volkomen
redelijk.
De leden van den Duitschen Rijksdag
en de gevolmachtigden van den Bonds
raad, welke dp Vrije commissie uit
maken, hebben in de woning van den
rijkskanselier vergaderd ter vaststelling
van hét antwoord van Duitschland op
de nota van den Paus. Na discussies,
welke uren lang duurden en waarin
alle te berde gebrachte gezichtspunten
aan een grondig onderzoek zijn onder
worpen, zijn de besprekingen ten einde
gebracht.
Het verhandelde is streng vertrouwe
lijk. De conclusie is aangenomen met
algemeene stemmen. Het antwoord aan
den Paus zal spoedig worden verzonden.
Avp.
Overal kolengebrek. Tegenover
de offlcieuse, zoo niet officieele mede-
deeling, dat we in den komenden winter
althans geen gebrek aan steenkool zou
den hebben en althans onze 12 H.L.
zouden ontvangen, hebben we gesteld
het bericht, dat in Duitschland kolen-
kaarten worden ingevoerd en putten
daaruit de gevolgtrekking, dat zelfs
Duitschland met dik in zijn gedolven
kolen zit.
Gedeelde smart is half verdriet en
daarom kan het zijn goede zy de hebben,
hier te laten volgen hetgeen we, zonder
erg te zoeken, vonden omtrent andere
landen.
De Engelsche dagbladen melden, dat
de kolennood te Birmingham en andere
steden op het platteland, welke een
groot kolenverbruik hebben, met den
dag ernstiger wordt, omdat de kolen-
controleur om bijzondere redenen alle
beschikbare kolen laat vervoeren naar
Londen. Indien hierin geen verandering
komt, zullen de provincies binnenkort
geheel zonder kolen zitten.
Juist dezer dagen zijn in Zwitserland
de papieren verzonden, waarop men
moet aangeven, hoeveel en welke
brandstoften men in voorraad heeft.
Het heet, dat elke familie let wel
familie, en nietalleen wonende per
sonen zooveel brandstof zat krygen,
dat een kamer kan worden verwarmd.
Hotels en pensions zullen in het beste
geval slechts enkele kamers kunnen
verwarmen. De schooljeugd wordt in
een deel der schoolgebouwen onderge
bracht en de openbare gebouwen worden
op half rantsoen gezet. Verwarming
van een woon- öf arbeidsvertrek is
verboden. Daartegenover zal het ver
bod om zich in de portalen der open
baren gebouwen op te houden, worden
ingetrokken. Op het oogenblik geven
alle handelaars in brandstoften „uit
verkocht."
Het te Liverpool, verschijnende „Jour
nal of Commerce" ontleent aan het
New Yorksche periodiek „Coal Age",
een artikel van de hand van een mede
werker, die voor dit blad een reis door
geheel Noord'Amerika tot Alaska en
terug door Canada heeft gemaakt en
tot de overtuiging is gekomen, dat er
in heel Noord-Amarika geen goedkoope
kolen verkrijgbaar zijn en dat er geen
enkele f markt is, waar de vraag naar
brandstof wordt gedekt door het aanbod.
Alle mijnen verdienen dientengevolge
schatten en werken voortdurend onder
hoogdruk, maar het ontbreekt overal
aan werkkrachten. Geen enkele mijn
beschikt over voltallig personeel.
De „Voss. Ztg." ontleent aan het
Russische blad „Torgowa" een bericht
over de ongelooflijke toestanden, die in
de Russische houtindustrie heerschen.
De boeren oefenen in verschillende
gouvernementen, welke een groote rol
spelen op de Russische houtmarkt
zoo b.v. in Wologda een waar schrik
bewind uit. Zij trekken de bosschen
in, vellen de boomen en halen, zelfs op
klaarlichten dag, de planken en balken
weg, welke in de .houtzagerijen liggen
opgestapeld ten gebruike van het leger.
Dientengevolge heeft de Russische hout
industrie den laatsten tyd onnoemlijk
veel schade geleden. Avp.
Russische toestanden en gruwelen.
Hoe middeleeuwsch en ongebreideld
de toestanden en vele menschen op het
oogenblik in Rusland verworden zijn,
moge blijken uit het volgende relaas,
dat onlangs in een der groote Londen-
sche bladen werd gepubliceerd, en dat
afkomstig was van een correspondent
te St. Petersburg.
„Een blad te Krasnojarsk ontving uit
Atsjinsk, de Noordelijkste stad van den
traas siberischen spoorweg, een telegra
fische smeekbede. Er werd hulp inge
roepen voor een luitenant Miakof. Deze
werd, onder tromgeroffel, dagelyks te
paard om de stad gevoerd met een
stuk leer over zijn schouders en een
ander stuk tusschen zijn tanden. De
soldaten, die deze straf oplegden, be
schuldigden den luitenant eenig leer te
hebben gestolen, maar in het telegram
waarin werd aangeduid, dat hij er
allicht niet met het leven zou afkomen
werd té verstaan gegeven, dat de
beschuldiging niet op zeer goede gron
den berustte. De R. van A. en S. te
Atsjinsk had geen poging gedaan om
een eind te maken aan deze moreele
martelingmaar de collega's te Kras
nojarsk waren genadiger, zij zonden
een deputatie om de zaak te onder
zoeken.
Sommige van de uitspattingen van
het gemeen brengen de duistere middel
eeuwen of de opgezweepte wreedheid
der wilden in herinnering. Te Saratof
maakte een groote menigte zich van
een misdadiger zijn misdaad wordt
niet vermeld meester en wrong hem
het hoofd zoo, dat zyn gelaat met zijn
rug in een vlak waren. „Het bloed"
zoo heet het „vloot hem uit de
keel als water uit een fontein".
Te Sjita, de hoofdplaats van het
Transbaikal gebied scheurde een me
nigte van 10.000 personen, die stond
te wachten op den lijkstoet van zeven
slachtoffers van een moordenaar-dokter,
een dief, die een vrouw de zak had
willen rollen, in stukkenen hetzelfde
lot werd voltrokken aan zijn broer, die
niets hoegenaamd.had misdreven. Een
boekhouder, die trachtte de hartstochten
van de menigte te bezweren, werd
eveneens gedood als „verdediger van
de misdaad." Zelfs de kapitein, die de
begrafenis leidde, bracht er ternauwer
nood het leven af toen hij tusschenbeide
kwam om te trachten deze daad van
onrecht te beletten.
Later belegerde de menigte de ge
vangenis en eischte de uitlevering van
vijf gedetineerden. Het grauw was pas
bereid, uiteen te gaan, nadat het tot in
het oneindige was geflikflooid.
Het is enkel billijk om ter verge
lijking van het bovenstaande er bij te
voegen, dat het telegram, waarin deze
feiten werden meegedeeld, besluit met
de woorden: „Het houdt niet op met
diefstallen en moorden."
Enkel een kannibalenfeeat kan wor
den vergeleken met wat te Novojo
Odessa, in de buurt van Nikolajef voor
viel. Tengevolge van de toenemende
talrijkheid der diefstallen, werden op
groote schaal huiszoekingen gedaan in
de woningen der verdachten. Zij had
den tot resultaat dat een halt dozijn
paardendieven en een vrouw, in wier
bezit gestolen goed ter waarde van
duizenden werd gevonden, werden ge
arresteerd. Toen de menigte dit ver
nam, bestormde zij de gevangenis en
doodde vier van de gevangenen, die
zich daarin bevonden. Vijf anderen
werden gekwetst. In den loop van
deze gebeurtenissen kwam het uit, dat
zekere Laponbof, die in militairen
dienst was te Nikolajef, de leider was
van de dieven. Hij werd door de
militie opgespoord en kreeg met de
knoet, tot hij de namen verklapte van
10 van zijn medeplichtigen van wie
er verscheidenen naar zijn marteling
stonden te kijken. Alle tien werden
gepakt en geslagen en getrapt tot zij,
hetzij dood hetzij bewusteloos waren.
Hierop werd een reusachtige brand
stapel opgericht, en nadat de lichamen
van de slachtoffers met petroleum en
teer waren overgoten werden zij op
den brandhoop geworpen.
Laponbof was ijverig in het aan
brengen maar ten slotte behandelde
de menigte, die dronken was van al-
kohol en bloeddorst, hem op dezelfde
manier als zijn makkers.
Toen uit Odessa een afdeeling militie
ter plaatse kwam om de orde te her
stellen, vond zy daar een menigte van
15,000 menschen, o. w. vele vrouwen
in duivelsch genot om den brandstapel
dansen. Ooggetuigen verklaarden, dat
onder de terdoodgebrachten drie vrou
wen waren van wie er een spoedig
moeder had moeten worden, en dat
vier van de slachtoffers nog leefden
toen zij in den vuurhoop gegooid
werden." N. R. Crt.
In Frankrijk is de Kabinets-crisis
weer opgelost. Minister van oorlog is
Painlevé, buitenlandsche zaken heeft
Ribot, marine Chauvet. In het cabinet
hebben geen socialisten zitting.
Het Vaticaan ontkent dat de Paus
een nieuw document in verband met
den vrede voorbereidt.
Hei; is echter niet uitgesloten, dat
later nog een dergelijke stap onderno
men wordt.