MS VAN SAM.
G L\o. 35
if oensdag 8 Augustus 1917
33e Jaara.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdae- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
DE OORLOG.
De operatiën zijn op het Westfront
weer voortgezet/ Het was te verwach
ten reeds lang donderde het geschut,
met aller hoogste geweldDuitschland
had ook alreeds aangekondigd, dat een
poging der Entente tot uitroeiing der
.duikbooten-nesten" niet zou uitblijven.
Groot is het resultaat van 't offensief
der geallieerden nog nietter weers
zijden van Yperen over een front van
pl. m. 25 K.M. is over pl. m. 2 K.M.
terrein gewonnen. Op enkele punten,
niet de moeite loonend om het in
details na te gaan, is evenwel door
krachtige Duitsche tegenaanvallen weer
terrein verloren.
Zoo schijnt van het nieuwe offensief,
gelukkig, niet veel te verwachten naar
onze meening gelukkig, omdat, hoe
moeilijker de militaire operatiën voort
gang maken, des te krachtiger de
diplomatieke actie zal worden opgevat.
Op 'tOosterfront gaat de strijd nog
voort, met onverminderd succes, voor
de Duitsch-Oostenrijksche wapenen.
De grens van Galicië is bereikt en op
enkele punten overschreden. De toe-
itand in het inwendige Rusland is ten
gevolge van de rampspoedige wending,
die de operatiën hebben genomen,
kritiek geworden. De laatste oproep
van Tsjereschko, gericht tot het Rus
sische Volk en Leger, wijst ten duide
lijkste uit, dat het vertrouwen bij de
regeering eigenlijk al niet meer bestaat,
maar dat voor het uiterlijk nog alles
wordt gedaan, wat mogelyk is en van
de Entente-Staten zich niet het verwijt
op den hals te halen, dat niet voldoende
steun is verleend. AvV-
Lewis Einstein, gewezen bizonder
agent aan het Amerikaansche gezant
schap te Konstantinopel, schrytt aan
de Times
Het offlcieele Duitsche bericht, dat
tegenspreekt, dat er in het begin van
Juli 1914, in tegenwoordigheid van den
Duitschen keizer, een bijeenkomst is
gehouden waarin het ultimatum aan
Servië werd vastgesteld, is blijkbaar
even waar als dergelijke Duitsche
verklaringen. Markies G-arroni, gewezen
Italiaansch gezant te Konstantinopel,
vertelde me daar, dat op 15 Juli 1914
baron von Wangenheim, destijds Duitsch
gezant in Turkijë, die "den vorigen dag
uit Berlijn was teruggekeerd, hem had
meegedeeld, dat de keizer een bijeen
komst had belegd waar hij bij tegen
woordig was geweest en waarin tot den
oorlog was besloten. De moord op den
aartshertog moest als voorwendsel die
nen. Het plan was, na verloop van
enkele weken aan Servië een ultimatum
ta stellen dat het niet kon aannemen
en waaruit de oorlog na twee etmalen
zou voortkomen. Markies G-arroni ver
telde het geval nog eens na zijn terug
keer in Italië, en de heer Barzilai sprak
er in het openbaar over. Ik hoorde in
Konstantinopel het verhaal van een
anderen diplomaat, aan wien von
Wangenheim had verteld, dat de
keizer een maand voor het uitbreken
van de vijandelijkheden leiders van
leger, financiën en nijverheid bijeen
had geroepen en hun allen gevraagd
had of zij voor den oorlog gereed
waren.
Allen antwoordden bevestigend en
von Wangenheim gfif hem de verze
kering, dat hij bereid was voor Turkije
in te staan.
N. B. crt.
Czernowicz is sedert Vrijdagochtend,
ten derden male in dezen oorlog, uit
de macht der Russen bevrijd. De vij
and heeft de stad eerst na verbitterde
gevechten prijsgegeven. Terwijl Kro
atische afdeelingen over de Proethbrug
de stad binnentrokken, rukte aartshertog
Jozef aan het hoofd van zijn regimenten
uit het Zuiden Czernowicz binnen, onder
het gejubel der bevolking.
Bij Comanesci hebben de troepen van
generaal v. Koevess in krachtige aan
vallen de Russen teruggedreven Het
101e reg. int. heeft zich daarbij bijzonder
onderscheiden. Tegelijkertijd moesten
tussched Dnjestr en Proeth onder den
druk der Duitsche en O. H. bajonetten
de Russen wijken en naar de grens
terugtrekken.
Ten Noorden van den Dnjestr is de
zuivering van den hoek tusschen Dnjestr
en Zbrucz voltooid.
In het Zuiden van de Boekowina
hebben onze troepen Kimpolung bezet
en in den Drielandenhoek den Weste
lijken oever van de Roemeensche Bi-
strica bereikt. Tusschen den Oitoz-^as
en het Casinu-dal zijn opnieuw vijan
delijke aanvallen, met sterke strijd
krachten ondernomen, mislukt.
N. R. Crt.
Hindenburg heeft den Duitschen kei
zer telegrafisch verwittigd van de ver
overing van Czernowicz, waardoor O.-H.
nu in hoofdzaak van den vijand is be
vrijd. De keizer heeft bevolen in Pruisen
en Elzas-Lotharingen daarover door het
uitsteken van de vlag en saluutschoten
vreugde te betuigen.
Voorts heeft de keizer Hindenburg
en zijn troepen gelukgewenscht met de
behaalde overwinning.
N. R. Crt
U)
Een harde wind, waartegen zij wor
■telden, dreef hen naar de kusten van
Napels. Allerkrachten waren uitgeput,
terwijl de roeiers der galjoot nieuwe
krachten schenen te scheppen bij eiken
roeislag, waarmede zij de ongelukkige
boot naderden. Zij bevond zich op slechts
nog korten afstand. Maurice herkende
op den voorsteven don Ilario
Hier! hier! ellendige verrader!
riep hij met eene stem, die boven den
storm uitdonderdeeerlooze vrouwen-
roover, gij kunt mijne gerechte wraak
niet meer ontgaan.
Ursina, bloem van mijn leven,
fluisterde Maurice, er blijft ons nog één
middel tot redding over.
Zij begreep hem. Haar blanke arm
omvatte de mannelijke gestalte van den
jongelingbeiden blikten .elkander met
onbeschrijfelijken weemoed aan, en zagen
vervolgens naar de baren.
Ruwe handen hielden hen echter
spoedig omvatzij werden op den grond
geworpen en gebonden, want de schippers
hadden hun wanhopig voornemen gegist.
Niet zoozeide de een.
Gij hebt ons niet te vergeefs gezegd,
wie gij zijt, sprak de ander.
Wij zijn ook op onze redding
bedacht, en daartoe zijt gij voor ons noodig,
voegde een derde er bij.
De Lëede knersetandde ..van woede
Ursina zweeg gelaten. De boot werd
gewend, en bevond zich weldra aan de
zijde der galjoot.
Soldaten en gij anderen, riep Ghi-
berti thans, die het eerst in de boot was
gesprongen, verneem thans, wie deze mau
is, en verheug u Het is don Maurice
dé Leede, bevelhebber der Spaansche
vloot, welke ginds in de haven van
Palermo voor anker ligthij is het, die
Napels aan Spanje wilde verraden, op
wiens hoofd de onderkoning duizend
piasters heeft gezet. Hij is hetGij hebt
de duizend piasters verdiend
Onder een luid vreugdegejuich werden
de beide gebondenen in de galjoot over
gebracht. Donna Ursina werd op bevel
van Ghiberti losgemaakt, en bij hem in
de kajuit gebracht. Zwijgend en met
eenen strengen blik wees hij haar een
rustbed Zonder hem met een woord te
verwaardigen, legde zij zich neder, en,
naar lichaam en ziel geheel uitgeput,
viel zij weldra in eenen diepen slaap
Stil en somber in zich zeiven gekeerd
zat Ghiberti aan hare zijde, en wierp van
tijd tot tijd eenen donkeren blik op de
doodsbleeke gestalte. Trotseh en gram
schap verdwenen bij dien aanblik; hij
gevoelde, dat hij haar nog immer lief
had, dat hij haar zoude kunnen vergeven.
Doch de ziedendste wraak bezielde hem
tegen den marquis, zijn ouden vijand
die hem hij konde niet anders geloo
ven - onder het masker der vriendschap
de zwaarste beleediging had aaügedaan.
In zijne oogen was de Leede een lage
roover, een sluwe bedriegei, die, bij de
eerste schrede, welke hij in zijn huis
deed, het plan had ontworpen, om Ursina
te verleiden. Voor zulk eenen nietswaar
dige was geene straf noch schande te groot.
De sterke zuiden wind dreef de vaar
tuigen snel naar de haven van Salerno
terug. De Leede werd onmiddelijk in
een der onderaardsche gewelven van het
slot des stadhouders gebrachtmen boeide
hem niet, doch grendels eD sloten maakten
elke poging tot vluchten onmogelijk.
Onmiddelijk zond de Marchese een koerier
naar den ouderkoning, om diens wil teD
opzichte van den gevangene te vernemen
daarop begaf de ongelukkige Ghiberti met
Vredespogingen. De zich noemende
allerhoogste krijgsheer heeft bij den
derden herinneringsdag van den oorlog
telegrammen gewisseld met zijn opper
bevelhebbers en zijn bondgenooten de
koning van England, Asquith en zelfs
generaals Smuts nebben .boodschappen"
gezonden van gelijken aardHaig en
Pétain deden desgelijks en in Amerika
is het tijdschrift „New Europe" ge
komen tot de verrassende ontdekking
van „een nieuw vredescomplot", nog
wel een van Britsche, Duitsche en
Pransche financiers, die bang zijn voor
de door hen voorgeschoten dubbeltjes
en in Zwitserland bijeenkwamen om,
handelend zuiver in het belang meer
of minder te bewerken dan een onmid-
dellijken vrede, welke den groei van
het internationale socialisme en den
revolutionnairen vloed in Europa zou
tegenhouden en zou vooruitloopen op
de conferentie van Stockholm door
rechtstreeksche schikking tusschen de
oorlogvoerenden, waarbij de nationale
eischen volkomen ondergeschikt zouden
worden aan de overwegingen van des
werelds financiewezen.
Natuurlijk heeft deze poging een heel
slechte pers. Het woord „kuiperijen"
is nog een van de zachtste. En even
natuurlijk is het, dat de alles opleve
rende journalistieke duim allerhande
bijzonderheden weet aan te geven.
Met dit al zijn er thans twee factoren,
waarmee wel degelijk rekening valt te
houdende mannen, die het geld four-
neeren om dezen alles verdelgenden
oorlog te kunnen voortzetten, en het
volk, dat dien moet uitvechten.
Want de conferentie te Stockholm
gaat door, hoe er ook nog tegen wordt
gekuipt. Huysmans deelde mee, dat
thans definitief is beslist, dat niet te
een traan in het oog, zich tot zijne gemalin.
Donna Ursina, zeide hij, en zijne
stem beefde van ontroering, ik heb u
vergeven. Vergeet den ellendeling, die
uwe onschuld belaagde. De roos van
Salerno bloeie weder als vroeger in mijnen
hof, waaruit de laaghartige roover haar
wilde stelen. De heiligen zij dank, dat
het hem niet gelukt is 1
Waar is hij? Waar is don Maurice
riep Ursina in den hevigsten angst.
Vraag niet naar hembad de
Marchese op smartelijken toon. Ach hij
heeft mij uw hart ontroofd.
Waar is hij gilde de roos van
Salerno met vertwijfeling. Hij is onsehui-
dig, rein als de zon. Ik alleen ben de
schuldige! Hij is mijn verleider nietl
O, spreek toch, heb deernis 1
Zij wierp zich aan de voeten van den
Marchese, en wrong zich wanhopend de
handen.
Vraagt niet naar hem 1 donderde
Ghiberti. Maar ja, gij zult, weten waar
hij is, ellendige 1 Hij zit in den diepsten
J kerker van mijn huis, en weldra zal de
I bode van den onderkoning niet den beul
terugkeereü, om mijnen edelen vriend
voor zijne dankbaarheid te beloonen.
Ursina droogde hare tranen, en volgde
zwijgend haren echtgenoot. (Stat