mtmsiimo. %o. 3 oensdag 25 Juli 1917 33" Jaar^. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Buitenland. FEUILL ETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS": Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent. Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. AUVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdas- en Vrfldagnamiddag EEN ure. DE OORLOG. Het soldaten-oproer te Petrograd ge ëindigd Generaal Poloftsof, militair gouverneur van Petrograd, heelt een proclamatie uitgevaardigd in welke hij verklaart, dat hij in opdracht van de regeering de hoofdstad zal verlossen van de benden die gewapenderhand pogen de veiligheid van persoon en eigendom der burgers aan te randen en aan de troepen bevolen de openbare orde te herstellen. Hij verzocht aan het publiek om, teneinde onaangenaam heden en gevaar te vermijden, de woningen niet te verlaten, zonder dat dit bepaald noodig is. Tezelfder tijd heeft de regeering aan de regeering8Commissarissen in de gou vernementen doen weten, welke maat regelen zij heeft genomen om den opstand te onderdrukken, om die ter kennis te brengen van de plaatselijke bevolking en den plaatselijken autori teiten opgedragen, de noodzakelijke maatregelen te nemen ten einde elke mogelijkheid te voorkomen, dat derge lijke onlusten in de gouvernementen zouden ontstaan, welke de wanorde op maatschappelijk gebied nog erger zou den maken en een nadeeligen invloed zouden hebben op het binnenhalen van den graanoogst, hetgeen weer een slechte uitwerking zou hebben op de heldhaftige pogingen van het leger om den verwoeden tegenstand van den vijand te breken. De min.-president prins Lwof heeft Verwonderd over den koelen toon, op welken don Uario hem ontving, antwoord de de Spanjaard Niets dan mijne in vrijheidstelling, heer Marchese Ik heb mij lang genoeg voor de speurhonden van den onderkoning schuil gehoudenzij zullen nu te land en te water minder waakzaam zijn. Ik bid u dringend, mij morgen naar Sicilië terug te laten keeren. De wil van mijnen gast is voor mij een gebod antwoordde don Uario, met dezelfde stroefheid. Het schijnt u niet meer in ons huis te bevallen? voegde donna Ursina erop een treurigen toon bij, terwijl zij zich met moeite aan den stoel vast hield, en een doodelijk bleek haar gelaat overtrok. Ik zoude geen ander lot wenschen dan in dit", voor mij onvergetelijk huis te leven, antwoordde don Carrodoch ik moet voort, ik moetheilige plichten roepen mij. Eer nog de morgen grauwt moet Salerno, moet de kust van het vaste land ver achter mij zijn. Wat is het, dat u zoo tot haast aandrijft vraagde de stadhouder. Gij wist toch voor twee dagen nog niets van uwe snelle afreis. Verklaard, dat de besprekingen over het nieuw bezetten der vacante zetels het Kabinet zullen worden hervat zoodra de troebelen voorbij zullen zijn dat, evenals tot dusver, in het Kabinet het evenwicht tusschen de vertegenwoordigers"^ van de verschil lende richtingen bewaard zal blyven. Dit besluit is goedgekeurd door de uitvoerende comité's der Raden van arbeiders en soldatengedeiegeerden en van de Boeren en bewijst volgens den correspondent te Petrograd van de •Daily News", dat de eischen der Ultra's onvervuld zullen blijven. Die correspondent vervolgtDe Pravda" (het blad van Lenin) publi ceert een verklaring, onderteekend door 6 comité's waarin wordt verklaard, dat het oogmerk der demonstratie is bereikt en dat verdere onlusten ongewenscht zijn. Zoodoende schijnen beide partijen aanspraak te maken op de overwinning. 11$ geloof dat de waarheid is, dat de ultra's beseffen, dat zij den steun van de soldaten niet zouden hebben, wanneer zij den Raad der arbeiders en soldaten rechtstreeks aanvielen. De Raad heeft de demonstraties beantwoord met lijde lijk verzet. Ook te Moscou hebben de ultra's gedemonstreerd maar zij hadden den steun van slechts ongeveer 200 soldaten. Tegen den avond was het daar weer volkomen rustig. Berichten van het front bewijzen, dat het leger m zijn geheel genomen, gekant is tegen de aanstokers van de onlusten te Petrograd. Stakingen bij de posterijen en bij de Vraag mij niets. Laat mij zoo spoedig mogelijk afreizen. Ik kan, en durf niet één dag langer in uw huis vertoeven. Ik geloof de oorzaak van dezen spoed te raden, sprak Ghiberti met bitterheid. Ik heb die te Napels leeren kennen. De jonge Spanjaard scheen ontsteld Ursina klemde zich aan den stoel van haren gemaal, dien zij met angst aan staarde. ia, ging de Marchese voort, uwe achtbare ontroering bevestigt mij de waarheid van hetgeen de onderkoning beweerde. Hij verzekerde mij, dat de vluchteling, wiens afbeeldsel hij aan de kusten heeft verspreid, geen geboren Spanjaard, maar een Frauschman is, Maurice de Leede, bevelhebber van de Spaansche vloot voor Sicilië. Ursina gaf een woesten gil, en bedekte haar bleek gelaat met beide handen. De aangesprokene had echter zijn geheele bedaardheid behouden. Rustig trad hij eene schrede nader, en zeide op kal men toon Marchese di Ghiberti, men heeft u de waarheid gezegd ik ben Maurice de Leede, bevelhebber der Spaansche vloot. Ik ben Maurice de Leede, wiens vader door uwen degen vielik ben dezelfde marquis de Leede, die u uit Frankrijk en Spanje verdreef; want ik had wraak o-ezworen, aan de schim van mijnen vader; Tk ben dezelfde, die vóór negen maanden telegraaf, waarvoor werd gevreesd, zijn voorkomen. Avp. Het „Vlaamsche Nieuws" meldt: De anders zoo rustige Haspegouw- streek wordt steeds voortdurend ge teisterd door lieden van alle slag en allen ouderdom, die vroeg en laat, komende ook soms van heel ver, de velden afloopen op zoek naar al wat hun onder de handen valthoven worden geplunderd, onrijp fruit en niet volwassen aardappelen geroofd, afslui tingen vernield, takken van boomen gerukt, halmen van aren ontdaan, hooi medegenomen Waar gaat het naar toe Voor de kleine landlieden en werk- manshoofden, vaders van talryke kleu ters, bestaat somtijds een verontschuldi ging, want velen hunner lijden honger en hunne bevoorrading is zeer slecht verzorgd. Sedert geruimen tijd werden de velden, bijzonderlijk de graanakkers, gelegen in de omstreken van de ge meenten Landen, Attenhoven, Rumps- dorp, Neerhespen, Laer, Neerwinden, het mikpunt der nachtelijke dieven, welke het bijzonder gemunt hadden op de gerst- en korenaren, die ze met messen en sikkels afsneden en mede namen. Eindelyk gelukte het aan de plaatse lijke nachtwacht, geholpen door de Duitsche veldgendarmen, eene gansche bende nachtelijke schelmen te vatten. Negentien personen zijn reeds aange houden en naar Landen overgebracht. Twee maanden geleden vreesde men, afgaande op het rapport van het land bouw bureau te Washington, dat de graanoogst in Amerika minder zou zijn dan die over 1916. Hetzelfde bureau maakt thans een zeer geruststellend, nieuw rapport openbaar. Men ver wacht tevens, dat in Canada de oogst groot zal zijn, dat Australië en (ndië over een aanmerkelyke hoeveelheid graan voor uitvoer zullen beschikken. Nu voorts het uitzaaien in Argentinië onder uitstekende omstandigheden heeft plaats gehad mag men hopen, dat er in de behoeften van de landen der bondgenootan steeds voorzien zal kun nen worden. N. B. Crt. De marine-autoriteiten hebben een waarschuwing het .licht doen zien, waariD zij verklaren, dat een geweldig offensief ia de zee en in de lucht geboden is, om het duikbootengevaar te bezweren. Zij dringen er bij presi dent Wilson op aan, om een of ander plan in deze richting in overweging te willen nemen, en voorspellen dat Duitschland de overwinning zal be halen, indien de geallieerden blijven volharden in hun tegenwoordige defen sieve houding. Avp. De „New-York Times" weet mee te deelen, dat de Europeesche neutrale Staten plechtige verklaringen hebben afgelegd, betreffende hun uitvoerhandel, waarbij zij protesteeren tegen de be wering, dat zij aan Duitschland goederen zouden leveren, die in Amerika zijn gekocht. Avp. aan deze kust landde, om u neder te stooten, of door uwe hand te vallen Welaan, ik ben in uwe machthandel met mij naar welgevallen. Maar gij zijt ook dezelfde, die mij in Spanje het leveD reddet, antwoordde don Ilario. Gij wist toen wie' ik was, en gij «riaamt eenen anderen naam aan, om mij de schaamte te spareu, dat ik aaa mijn doodvyand het leven verschuldigd was. Gij zijt mijn gasteerst achtte ik u hoog, thans heb ik u lief. Gelooft gij, dat de Italiaan minder grootmoedig is dan de Franschman Gij zijt de vijand van mijn vaderland, gij zijt mijn vijand doch ik heb uw edel hart leeren kennen ik zal zorg dragen, dat er eene goede boot in de haven gereed ligt, om u in weinige uren naar Sicilië over te brengen. En hoe gaarne ik u ook langer in mijn huis zoude zien, zoo moet gij, om uwe eigene veiligheid, wel vroeg, zeer vroeg afzeilen. Geef mij uwe hand, Marctiese, sprak de Leede, de schim myns vaders is ver zoend. Ik ben uw vriend. En ik de uwe. Zij lagan aan elkanders borst. Hunne oogen waren vochtig. Vaarwel, edele menschen riep de Leede, en drukte de handen van het echtpaar. Ursina wendde haar gelaat af, om hare tranen te verbergen. De hevig ontroerde jongeling verwyderde zich snel, om zijne toebereidselen te maken, en nog eenige uren slaap te genieten. HOOFDSTUK VIII. Nauw had de marquis de Leede eenige oogenblikken gesluimerd, toen hij gewekt werd door een knaap, die, in een visschers gewaad gekleed was, en eene brandende lantaarn in de hand hield. Signor, zeide hij in zeer slecht Italiaansch, de boot ligt zeilvaardig, men wacht alleen op u. Gij zult wél doen, u te haasten. Wie zijt gij vraagde de slaap- dronkene. Een scheepsjongen, antwoordde de knaap, en zweeg, terwijl hij'den marquis hielp aankleeden. Jongen, hoe beeft gij zoo, vroeg de Leede. Het is koud, antwoordde de andere, en drong nogmaals tot spoed aan. Toen zij het slot in stilte verlaten hadden, wierp de jonge marquis nog eenen treurigen blik op het trotsche paleis. Bloei nog lang schoone roos van Salerno 1 sprak hij zacht en somber. O 1 dat het mij niet vergund werd, uwe reine geur in te ademen. Ik kan u niet naar waardé schattende koele Ghiberti kan het nog minder. Vaarwel! Vaarwel! De roos moet jk hier laten, maar de doorn zal mij immer bloedend het hart wonden. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1917 | | pagina 1