nsTrnim No. 25. Woensdag -4 Juli 1917. 33e Jaar». Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. DIELEMAN, Buitenland. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent. t Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN nre. DE OORLOG. Dat Griekenland nu in oorlog met Ie groep der centrale mogendheden is jekomen, spreekt eigenlijk vanzelf. Het voorloopige bewind te Saloniki, waarvan Venizelos aan het hoofd stond, was immers al sedert jaar en dag in oorlog met de centralen. Nu dat bewind de ofBcieele regeering van heel Grieken land is geworden, is vanzelf Griekenland in oorlog. De Grieksche gezantschappen te Ber lijn, Weenen, Sofia en Konstantinopel, die in zoo lang geen bericht uit Athene had ontvangen (de vorige regeering mocht niet met haar gezantschappen correspondeeren) hebben nu dan toch eindelijk een mededeeling van hun regeering ontvangen. Alleen zal deze mededeeling, de eerste na zoo langen tijd, tevens voor langen tijd de laatste zijn. Of Duitschland nog den oorlog zal verklaren, zooals men, volgens een Reuterbericht, te Athene nu verwacht Toen indertijd, einde 1915, de troepen der geallieerden, van het schiereiland van Gallipoli teruggetrokken, te Saloniki waren geland, om vandaar uit een veldtocht tot redding van Servië te beginnen, maar werden teruggeslagen en over de Grieksche grens moesten wijken, hebben de centralen (ofschoon, naar men zegt, de Bulgaren de ver volging over die grens heen wilden •voortzetten) het Grieksche grondgebied om politieke redenen willen ontzien. Daartoe zou nu natuurlijk alle reden Als ik u echter zweer, dat het verbly f in uw huis mij on verdragelij k is zult gij mij dan niet laten gaan Ook dan niet, uw leven moet ik redden, omdat ik het mijne aan u ver schuldigd benals onderdaan mag ik u ook niet in vrijheid stellen. Ik ben uw vriend, en toch uw gevangenbewaarder. Maar ik kan, ik wil uw vriend niet zijn, gij kunt en moet de mijne niet wezen. Gij zijt het nietriep de Span jaard met vreeselijke drift. Meer bedaard voegde hij er bij Kent de Onderkoning behalve mijne gelaatstrekken door het portret, ook mijnen naam Hij kent dien. doch houdt hem geheim. Marchese, ik smeek u nogmaals, laat mij dezen nacht uit uw huis vlieden mij wacht onheil, zoo ik daar langer in vertoef, zeide de jonge schoone man met oubeschrijfelijken nadruk. Als ik niet het geringste vermogen op uwen wil heb, hernam Ghiberti, dan zal ik beproeven of de bede van mijne gade, die u hoogacht, niets op u vermag.* Hij opende eeue deur en riep »Ursina De bekoorlijke vrouw trad de kamer zijn vervallen, maar dit verschil is van theoretische beteekenis, want ten eerste hebben later de Bulgaren toch een stuk Grieksch grondgebied (ten Oosten van de Stroema) bezet en in de tweede plaats zijn de centralen op het moment toch buiten staat om op dat stuk meer te doen, ook al wilden zy het. De gevolgen van de deelneming van Griekenland zullen zich dus eerst op den langen duur kunnen openbaren. Op het Westelijk gevechtsterrein, ofschoon nog geen operaties van groote beteekenis zijn te boeken, is het levendig geweest. Op het Britsche front wisten de bond- genooten in verscheiden aanvallen voor- deelen te bevechten, op het front der Franschen hadden zij zich daarentegen tegen scherpe aanvallen der Duitschers te verdedigen. De Engelschen hebben ten Zuidoosten van Lens op twee plaatsen terrein ge wonnen. Zy melden, dat hun troepen Avion zijn binnengerukt. Dit erkendp het Duitsche bericht nog niet. Wèl gaf het de terreinwinst der Engelschen bij Oppy (wat verder naar het Zuid oosten) toe. Op het Fransche front waren de hoofdzakelijke aanvallen der Duitschers gericht op de frontstukken bij Cerny en ten Westen van de Maas. De Fran schen zeggen, dat de Duitschers bij Cerny door een tegenaanval terugge worpen zijn. Zij geven echter ten W. van de Maas, bij heuvel 304, eenig terreinverlies toe. De slag langs het Italiaansche front van het dal der Sugana tot Asiago, binnen, en boog zich voor den jongeling, over wiens bleek gelaat zich een purper roode blos verspreidde. Ursina, zeide de Marchese, don Henriquez, de edelmoedige redder van mijn leven, wil volstrekt onze woning verlaten. Mijn bidden maakt geeneD indruk op zijn trotsch Spaansch hartik verzoek u, mijne waardste, te beproeven of uw smeeken meer invloed zal hebben. Don Henriquez, sprak Ursina met schaamachtige verlegenheid, haren blik van zijn edel schoon gelaat op den grond vestigende, don Henriquez, stel mij slechts een korten tijd in de gelegenheid, u te toonen, hoezeer het voor mijn hart eene behoefte is u de vriendschaps-diensten te vergelden, welke gij mijnen echtgenoot hebt bewezen. Als vrouwen-beden eenige waarde in uwe oogen hebben, en gij zijt een edelmoedig vijand, een dapper ridder, en bij gevolg een vriend der vrouwen, o, blijf dan bij ons en stel uw leven, dat ons dierbaar is, niet in gevaar. Ik zoude doodsangsten uitstaan, als gij ons verliet. Zoudt gij, edele vrouw vraagde de Spanjaard bewogen. Waarlijk, ik had er niet op gerekend hier zulke vrienden te vinden. Ik dacht hier op de kusten slechts menschen te vinden, die de Oostenrijksche zaak zijn toegedaan, en ik vind harten, die met warmte voor mij kloppeü. Ditmaal ben ik een weinig egoïst. De patriot zwijgtgy hebt over heètt geenszins de afmetingen aange nomen, die verwacht werden op grond van de van Italiaansche zijde geleverde uiteenzettingen. Het is per slot van rekening gebleven bij een hardnekkigen strijd tot herovering van de hoogvlakte van Asiago, een terreinstrook, die in het eind van het vorige jaar verloren was gegaan. Ofschoon dus niet van groote beteekenis, zal toch deze over winning voor de Italianen weer een stimulans vormen om nog wat „vol te houden". Uit de rede van Sonnino in de Italiaansche Kamer blijkt duidelijk genoeg, dat een dergelijke stimulans voor het volk geenszins overbodig is. „Het is -voor ons land een uur van „gewicht. Door de verlenging van den „oorlog moeten de omstandigheden van „dag tot dag overal slechter worden en „allen verlangen naar het oogenblik, „waarop een duurzame vrede zal kun- „nen worden gesloten", aldus o.a. sprak genoemde staatsman. Men voelt het uit deze woorden van een voorganger des volks, hoe moeilijk het voor dat volk moet zyn in de toekomst te ge- looven. Want naast een volledige er kenning van de oorlogsmoeheid ligt in deze woorden opgesloten een zich, zonder steun op eenige vaste basis, opnieuw werpen in den krijg, waarvan men weet, dat deze zal moeten worden gevoerd „onder steeds slechter wordende omstandigheden". We zeggen „zonder steun op eenige vaste basis" omdat deze aan de zijde der Geallieerden volkomen ontbreekt. WaDt de verzekeringen omtrent de geleidelyke uitputting der Duitsche troepen, waarvan men in den hem de overwinning behaald signora ik blijf! HOOFDSTUK IV. Gij zijt zoo droefgeestig, zoo in u zelve gekeerd donna Ursina, sprak Ghiberti tot zijne gemalin. Sedert eene week komt het mij voor, dat gij zwaar moedig zijt, en zelfs de schoone verhalen en het liefelijke gezang van onzen gast zijn niet meer in staat, om u op te beuren gij zijt niet meer zoo vroolijk als in de eerste dagen van ons huwelijk. Kwelt u wellicht het heimwee, signora Ver langt gij ook uwe ouders, bloedverwanten en vrieudinnen te bezoeken Ja, ja, het heimwee zal het zijn, dat mij kwelt, zeide Ursina, weemoed! lachend. Gij hebt het geraden, don Ilario en eene diepe zucht ontglipte hare borst. Welaan, donna Ursinazeide de Marchese, met goedhartige deelneming, ik heb eeue gewichtige zaak met den Onderkoning te behandelen, en wil hem persoonlijk spreken. Ik heb de reis lang verschoven, doch wil nu morgen naar Napels gaan gij vergezelt mij en kunt eenige dagen in den schoot uwer bloed verwanten doorbrengen. Naar Napels zeide Ursina ontsteld, neen, dat kan ik niet 1 En waarom niet Het is een oud gebruik, en er bestaat een oud geloof, dat eene jonge vrouw laatsten tijd uit Engeland weer allerlei beschouwingen heeft ouder de oogen gehad, zijn eigenlijk al zoo oud als de oorlog zelf. Eu dit geldt niet alleen ten aanzien van de njoreele kracht der troepen in eerste linie en de sterkte der reserves, maar ook voor wat betreft den economischen toestand des lands. Intusschen broeit in Italië een minis- terieele crisis. Door de werkeloosheid der Russen is de positie van Italië aanmerkelijk ten ongunste gewijzigd, hetgeen aan den dag is getreden bij hun jongste zoo zorgvuldig voorbereide offensief, waarvan de resultaten niet in verhouding tot de krachtsinspanning stonden. Ofschoon de binnenlandsche toestand nog niet volkomen duidelijker is ge worden, kan men toch uit de berichten opmaken, dat bovengenoemde omstan digheid de kritiek op de regeering van twee geheel verschillende kampen uit heeft versterkt. Eensdeels heeft de oppositie aan kracht gewonnen, die aanvankelijk voor de neutraliteit van Italië in den oorlog was, anderdeels wordt de regeering bestreden door degenen, die in de militaire verslapping van Rusland een aanleiding zien om den oorlog juist nog veel krachtiger te gaan voeren. De Morning Post van 15 Juni ontleent aan de Sheffield Daily Telegraph de volgende eedsformule, die, naar het blad hoopt, door de Kamers van Koop handel en dergelijke lichamen, alsook door particulieren zal worden verbreid „Om onzen afschuw en verontwaardi- niet binnen de zeven weken onder het ouderlijke dak mag vernachten, en ik ben nog slechts sedert twee weken uwe vrouw. Gij zijt toch niet bijgeloovig, signora. Het is heerlijk wederde reis zal u verstrooiing verschaffen de roos van Salerno zal weder vroolijk bloeien, nu laat zij het hoofd hangen, omdat zij op vreemden bodem is overgeplant. Ursina schudde het schoone hoofdje, en zeide weemoedig Het kan niet. Gij reist mede, sprak de Marchese, thans op vasten en ernstigen toon. Men mag den spot niet drijven met een oud geloof, hernam Ursina, viees anders het noodlot. Ik vrees het nietschertste Ghiberti. Ik tart het. Gij reist medeik gebied, en gij hebt slechts te gehoorzamen. Maar zal onze gast het niet euvel duiden, als wij beideq*vop reis gaan, en hem alleen achterlaten Zal hij de vlucht niet nemen, gedurende den tijd, dat wij afwezend zijn? vraagde Ursina op eeuen toon van aDgst en bezorgdheid, die aan een meer scherpziend man dan de Mar chese argwaan zoude hebbeningeboezemd. Wees onbekommerd, antwoordde deze. Ik zal mij weten te verontschul digen, en zorg dragen, dat hij niet kan ontvluchten. Gij kunt zoo lang u goed dunkt by uwe ouders in Napels blijven. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1917 | | pagina 1