No. 20.
Zaterdag 16 Juni 1917.
33e «laarg.
.ül*J JÉJ
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
F. DIELEMAN,
Buitenland.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Yr ij dagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent.
Voor Bklgië 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER—UITGEVER
AXEL.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels 25 Cent; voor
eiken regel meer 5 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot
Dinsdag- en Vrijdagnamiddag EEN ure.
In een boek, getiteld „En détresse"
(in nood), heeft iemand met een Fran-
schen naam, die echter in eenDuitsch
telegram verminkt is overgekomen, op
grond van statistische gegevens trachten
te bewijzen, dat gebrek aan grondstoffen
en teerkost in Duitschland spoedig een
eind aan den oorlog moet maken. De
levensmiddelnood is zoo ontzettend, dat
wanordelijkheden aan de orde van den
dag zijn. Ook ten aanzien van het
menschenmateriaal gaat het berg-af,
zoodat Duitschland geen nieuwe for
maties meer op de been kan brengen.
Aldus vat Wolft den inhoud van het
werk samen, om het te bestrijden.
Daartoe wijst het telegram op de orga
nisatie van de-eerste oorlogsmaand af
in Duitschland en de bezette gebieden
ten aanzien van de verschaffing van
leeftocht en grondstoffen toegepast,
waardoor voor geruimen tijd in de be
hoeften is voorzien. Hier geldt het
woord van den geest, die slechte be
doelingen heeft, maar goede werken
tot stand brengt. Zoo doende heeft de
oorlog in Duitschland bewerkt, wat
anders een halve eeuw van oecono
mische ordening ten gevolge zou hebben
gehad. De léssen van den oorlog wer
den voor de Duitsche volkshuishouding
een verjongingsbron. Het telegram her
innert aan de stoften, die in de plaats
van ontbrekende kwamen (stikstof,
cellulose, kunstmatige kaoetsjoek en hej
stelselmatig partij trekken van alle
afval-voortbrengselen), waaruit het dan
tot de gevolgtrekking komt, dat gebrek
aan menschen en grondstoffen Duitsch
land nooit tot een smadelijken vrede
zal dwingen. N. R. Crt.
Reuter's correspondent bij de Engel-
sche troepen in Frankrijk seintHet
volgende is een uittreksel uit brieven,
die door Duitsche soldaten geschreven
en gevonden zijn na de vermeestering
van den rug van Meessen
De Engelschen hebben de ge-
heele loopgraaf en alle schuilplaatsen
ingeschoten. Ik werd vandaag in de
schuilplaats bijna bedolven. Het was
een schuilplaats van beton, en de
Engelschen wierpen er eenige projectie
len van 38 c.M. op, waarna zij als een
harmonica inzakte. Een aantal man
schappen werden bedolven. Ik kan niet
beschrijven, hoe het hier toegaat.
Spoedig zal er geen hoop meer voor ons
zijn, wij hebben vreeselijke verliezen.
Roffelvuur, dag en nacht, veertien dagen
aan een stuk al. In dit opzicht kunnen
wij niet tegen de Engelschen op."
Een ander schrijftRoffelvuur
dag en nacht. Het is b.,na ondraaglijk.
Ik kan volstrekt niet begrijpen, waar
de 'Engelschen hun munitie vandaan
krijgen".
Een fuselier vraagtWie weet
of wij in staat zullen zijn, terug te
komen Van de eerste compagnie zijn
maar twintig man over. Het is hier
vreeselijk".
Een artillerist zegtHet is gek
kenwerk hier, daar de Engelschen eiken
dag een paar batterijen aan stukken
schieten".
Een infanterist verklaartWij
hebben hier artillerie-yuur zooals je je
niet kunt voorstellen. Gisteren werden
door een schot 21 man gedood, 7 gewond
en onze artillerie spreekt niet".
Op 1' Juni schrijft een aDder:
Vandaag is het de dertiende dag waarop
onze loopgraven en het terrein erachter
aan zwaar vuur blootgesteld zijn geweest.
Alle loopgraven zijn geslecht, batterij-
basementen van twee meter dik zijn
volkomen vernield èn zelfs tunnels van
6 M. diep zyn niet veilig tegen het vuur
van de zware artillerie. Zoodoende
werden wij het open veld in gedreven
zonder eenige dekking en hebben ons
aan een hagel van ijzer moeten bloot
stellen. Onze verliezen zijn dientenge
volge eiken dag heel zwaar.
N. R. Crt.
Volgens een particulier telegram aan
de Tagl. Rundschau wordt het aftreden
der Russische regeering dezer dageh
verwacht. Naast het scherpe meenings-
verschil tusschen arbeiders en indus-
trieelen, dat oorzaak was van het af
treden van den minister van handel
Konowalof, en de uiteenloopende beoor
deelingen van de gebeurtenissen te
Kroonstad in den Arbeiders en Soldaten-
raad, schijnt ook Kerenski's reis naar
het lront de gemoederen van den Raad
te St. Petersburg verbitterd ie hebben,
aangezien zijn optreden niet in overeen
stemming was met de opvattingen van
het volk. In verband hiermede werd
Kerenski door de regeering terugge
roepen. Dezer dagen kwam het te St.
Petersburg tot eene bloedige botsing
tusschen de aanhangers der burgerlijke
elementen in de regeering en de vrien
den van den Arbeidersraad.
Blijkens een bericht uit Kopenhagen
aan de Köln. Ztg. verkeert de Russische
regeering tengevolge van den opstand
in ^Kroonstad, in eene zeer moeilijke
positie. De vesting toch was met het
oog op een aanval der centralen uit
stekend van munitie en levensmiddelen
voorzien. Wil men dus een hevigen
burgeroorlog voorkomen, dan moet men
tot een vergelijk zien te geraken. Doch,
de bewindhebbers te Kroonstad willen
zich vooralsnog niet met onderhande
lingen inlaten. N. R. Crt.
De correspondent van de Lokal
Anzeiger te Stockholm hoort uit St.
Petersburg, dat er een 'nieuwe heftige
strijd tusschen den raad van arbeiders
en de regeering op komst is. Er worden
maatregelen getroffen om de fabrieken
in St. Petersburg te ontruimen, naar
het neet wegens moeilijkheden met het
vervoer. De raad ziet daarin evenwel
een politieke slimmigheid en meent,
dat de regeering de arbeiders uit de
hoofdstad weg wil hebben om van hun
lastig toezicht bevrijd te zijn. Kerenski
in de eerste plaats stelt men voor die
maatregelen aansprakelijk. De socia
listische ministers wilden er niets van
hooren. De arbeiders hielden betoo
gingen op groote schaal om tegen die
ontruiming te protesteeren. Daarbij
zouden er ernstige wanordelijkheden
zijn voorgevallen.
Op het oogenblik is er te St. Peters
burg geen macht ter bewaring van de
orde, daar de militie staakt.
N. R. Crt.
Uit Helsingfors is te Stockholm bericht
ontvangen, dat de bemanning van de
Russische oorlogsschepen Republica en
Gangut alsmede die van den kruiser
Diana, aan de voorloopige regeering
hebben te kennen gegeven, dat de
gewezen Tsaar aa$ de revolutie moet
worden uitgeleverd^ten einde te worden
gevonnisd. Nadat hier geen notitie van
werd genomen, hebben de mannen van
de Gangut, die aanhangers zijn van den
soldatenraad te Kroonstad, hun eisch
met klem herhaald en met geweld gé-
dreigd, zoo er geen acht op zou worden
geslagen. De voorloopige regeering
heeft daarop door bemiddeling van den
Petersburgschen soldatenraad laten we
ten, dat zij de overdreven verlangens
van de bemanning van de Gangut niet
kon inwilligen. Naar aanleiding daarvan
is evenwel in den Petersburgschen Raad
mede de wenschelijkheid ter sprake
gebracht, den Tsaar tot dwangarbeid in
de- mijnen te veroordeelen. De voor
loopige regeering heeft in verband
daarmede het garnizoen van Tsjarskoje
Selo laten versterken. N. R. crt.
Koning Konstantijn van Griekenland
heeft afstand van den troon gedaan, ten
behoeve van zyn zoon Alexander.
In het Engelsche Lagerhuis heeft
Bonar Law onder algemeene toejui
chingen het aftreden van koning Kon
stantijn ten behoeve van zijn tweeden
zoon Alexander meegedeeld, welke
laatste den eed heeft afgelegd. Wij
hopen, dat deze gebeurtenis zal leiden
tot de hereeniging van Griekenland en
het herstel van de grondwettelijke
regeering.
Lynch vroeg, wat de regeering dacht
te winnen door het afstand doen van
den koning; als onder een anderen naam
dezelfde misbruiken ook voortaan zou
den worden begaan.
Bonar LawWij hopen, dat dien
tengevolge een grondwettelijke regee
ring zal optreden, die heel Griekenland
vertegenwoordigt.
Swift MacNeill liet doorschemeren,
dat Konstantijn was toegestaan omzijn
eigen opvolger aan te wijzen.
Bonar LawMacNeill slaat de plank
mis met te zeggen, dat Konstantijn zijn
opvolger heeft benoemd.
N. R. Crt.
.Het Huis van Afgevaardigden te"
Washington heeft de oorlogsbegrooting
ten bedrage van 3281 millioen dollars
goedgekeurd. De aanneming door den
Senaat is zeker. iV. R. Crt.
De bepaling omtrent verboden van
uitvoer in de spionage wet, die aan den
president ter bekrachtiging is voorge
legd, schept een vergaande controle op
de scheepvaart, daar zij voor uitvoer-
ladingen consenten invoert. De regee
ring kan daardoor onzijdige schepen,
die Amerikaansche havens zijnbinnen-
geloopen, dwingen om ladingen te ver
voeren, die in hun land npodig zijn.
N. R. Crt.
Volgens het legerbulletin, zullen
binnenkort 100,000 Amerikanen in
Frankrijk staan, wat gelijkstaat met
verscheidene DuitscJie divisies. Tege
lijkertijd zet Amerika zijn inspanning
met het oog op de toekomst voort. In
Augustus zal de Amerikaansche garde
400,000 man tellen, een vermeerdering
met 250,000 man. Het geregelde leger
is reeds met meet dan 180,000 man
versterkt. Het personeel van de marine
is door vrijwillige dienstneming ver
dubbeld. Er zijn 16 opleidingskampen
ingericht, waar 40,000 Amerikanen ge
oefend worden voor officier. Zes dui
zend jongelui worden verder lot vlie
gers opgeleid.
Bij deze zuiver militaire toebereid
selen komen nog maatregelen om den
geallieerden in materieel en technisch
opzicht hulp te verleenen, met alles
wat de Amerikanen hun kunnen ver
schaffen.
Flotieljes torpedo-jagers zijn naar het
gebied van de duikbooten gezonden,
waar zij nu opereeren met de gealli
eerden.
Duizend dokters en hospitaalsoldaten
hebben bevel gekregen, om zich naar
Frankrijk en Engeland te begeven.
Voorts is men begonnen met een
groote mobilisatie van de industrie.
Een van de eerste gevolgen zal zyn
de levering van 262,000 mylen spoor
staven. Fabrieken van de marine
bouwen 3500 vliegtuigen. Alle fabrie
ken des lands zijn gereed om mee te
werken en commissies regelen zoowel
de industrieele als de militaire actie.
N. R. crt.
Minister van oorlog.
Naar het Nederl. correspondentie
bureau in Den Haag verneemt, is be
stemd voor het ambt van minister van
oorlog jhr. mr. B. C. de Jonge, admi
nistrateur, chef der afdeeling kabinet
van den minister van oorlog.
We krijgen dus een burger-minister
van oorlog. N. R. Crt.
Verkoopingen en verpachtingen van te
velde staande gewassen.
Aangezien het in verschillende streken
des lands gebruikelijk is den oogst van
losse perceelen land reeds te verkoopen
terwijl het gewas nog te velde staat,
brengt de minister van landbouw,
nijverheid en handel ter algemeene
kennis, dat de omstandigheden het
noodig zullen maken den oogst van
verschillende producten, met name
granen, waaronder kanariezaad en
boekweit, peulvruchten en aardappels,
van rijkswege in bezit te nemen.
De koopers van te velde staande
gewassen zullen derhalve rekening
moeten houden met de mogelijkheid
dat zij niet de vrije beschikking over
de te oogsten producten zullen behou
den. (St. Crt.)
Onze scheepvaart.
De volgende schepen zijn Dinsdag en
Woensdag hier te lande aangekomen
te Amsterdam op 12 Juni deHollandia,