No. 97. Woensdag 14 Maart 1917. 32e flaaru. i Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. F. IHlXFtlVY Drinkwatervoorziening. DU blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 Maanden 60 Centfranco per post 70 Cent. Voor België 80 Cent. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER—UITGEVER AXEL. tot 4 regels 25 Cent; voor Groote letters worden naar A DVËRTENTIEN van 1 eiken regel meer 5 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Try dagnamiddag EEN ure. Reeds meermalen is dit onderwerp besproken en is ernstig onderhandeld over de manier, waarop dit vraagstuk voor onze streek kon worden opgelost. Zooals bekend, geschiedt thans het verzamelen van drinkwater door goten onder het dak te bevestigen, die het water in de regenbakken leiden. Wie niet anders gewoon is en gezien heeft, bemerkt niet, de vele bezwaren, welke hieraan verbonden zijn. Gelukkig zbn er echter door de moderniseering van den tijd niet veel menschen meer of ze zijn over de Schelde geweest en hebben kunnen waarnemen, hoe groot de voordeelen en gemakken zijn, die een waterleiding met zich brengt. Het is dus overbodig om te wyzen op het onzindelijke van dakwater, dat over de pannen en goten is geloopen, waarop eerst het gevogelte alle atval van de straat en nog wat bracht. Nemen we b. v. maar eens het oogen- blik van hedenAcht weken lang kwam er geen water op het dak heden regent het en ieder drinkt met smaak, nergens aan denkend een glas versch water. Maar wie zal zoo weinig begrip van zindelijkheid hebben, dat hij water schenkt in een glas, dat acht weken buiten heelt gestaan, zonder het eerst schoon te wasschen En dit is toch hetzelfdeOok het dak werd niet schoongemaakt, terwijl misschien de goot vol lag met rottende bestanddeelen van allerlei aard Het is ook overbodig om te wijzen op het gemak van waterleiding, nu we hier ter plaatse b. v. de menschen uit alle wijken naar een regenbak van de kerk zagen gaan om twee emmers water te koopen, misschien om enkele dagen mee toe te komen. En dan de ellende van vuile ot lekkende regen bakken. Het blijkt dus meer dan noodzakelijk, dat er in onze streek een waterleiding komt. En die noodzakelijkheid is trouwens al over jaren gebleken, doch de moei lijkheid om tot een vast plan te geraken, heett steeds tot uitstel geleid. In 1911 werden eveneens pogingen in het werk gesteld door de Gezondheidscommissie. Lezingen werden gehouden, boringen hebben plaats gehad, er is onderhandeld met de gemeentebesturen, kosten reke ningen werden gemaakt, doch alles zonder resultaat. En toch hebben die pogingen haar nut gehad. Men heeft kunnen zien, dat technisch de mogelijkheid bestaat en kunnen zinnen op middelen, die bestaande bezwaren kunnen onder vangen. Tevens is ook gebleken, dat in Noord-Brabant nog zooveel water is, dat het prise d'eau te Ossendrecht ook zeer goed Zeeuwsch-Vlaanderen van zuiver drinkwater kan voorzien en verder is in dien tusschentijd gebleken, dat de middelen van verkeer, met name de Zeeuwsch-Vlaamsche Tram weg-Maatschappij flinke afnemers zullen worden, waardoor de exploitatiekosten aanzienlijk kunnen worden verlicht. In de eerste plaats is echter noodig de medewerking van de gemeentebe sturen. Steun van den Staat is ver zekerd en bij voldoende belangstelling van gemeentewege zullen ook Provin ciale Staten de handen toesteken, zoodat eigenlijk niets is te winnen dan de overtuiging van heeren Gemeenteraads leden, dat het nut van een drinkwater leiding in hooge mate opweegt tegen de kosten daartoe noodig. Eu dit is o. i. niet moeilijk in den tegenwoordigen tijd/' We hebben allen genoten van den zegenryken vooruit gang van het onderwijs, dat we reeds op de lagere school (en landbouwers nog meer op hunne landbouwcursussen) leerden wat hygiëne is, de leer der gezondheid, in dien zin, dat het beter is ziekten te voorkomen, dan te genezen. Welnu, hygiënisch heeft een drink waterleiding een onschatbare waarde. Zoo is bewezen, dat besmettelijke ziekten weinig meer voorkomen, door het niet drinken van verontreinigd water. En de smaak van leidingwater is goed. Een bewys ervoor, dat stede lingen niet graag ons regenwater drinken. Ook voor de huisdieren, als paarden, koeien, kippen, duiven, enz. is leidingwater beter, en gemakke lijker aan te voeren dan regenwater. Zoo bewijst dus een drinkwaterleiding aan den landbouw groote diensten. Ook bij brandeen waterleiding, waarop een druk staat van 15 Meter hoogte, kan zeer goed dienen als brandspuit. Dit zijn alle gegevens, die het nut doen inzien van waterleiding. Maar we gelooven, dat dit eigenlijk reeds genoeg bekend is en men meer moet aansturen op een financiëele uiteen zetting, die ons duidelijk maakt, dat, zoo'n inrichting de krachten onzer streek iu 't algemeen en der gemeenten in het bijzonder, niet te boven gaat. En daarop heeft het comité van actie blykbaar ook gestudeerd. Zooals we vroeger meldden, bestaat dit comité uit de heeren F. Q,. C. M. Hombach, voorzitter, mr. P. Dieleman, secretaris en de heeren M. Bleiker, Iz. Erasmus, L. J. den Hollander, P. W. Maarleveld, F. J. L. M. van Waesberghe en D. H. van Zuyen.. Dit comité is aldus tot stand ge komen. Op initiatief van eenige leden der Provinciale Staten en eenige Burge meesters uit Zeeuwsctr Vlaanderen werd d.d. 14 December 1916, te Terneuzen een vergadering gehouden, waartoe alle leden der Staten voor en alle Burge meesters van Zeeuwsch-Vlaanderen waren uitgenoodigd en waarop ook verreweg het grootste gedeelte der uit- genoodigden verschenen waren, ter be spreking van de tot standbrenging eener drinkwaterleiding in Zeeuwsch-Vlaan deren. Op deze vergadering, waar ook aanwezig was de Directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorzie ning, werd het Comité van Actie voor deze zaak gekozen, hetwelk voorstelt eenige daarvoor aangewezen Heeren in een Comité van Steun daaraan toe te voegen, teneinde toch alle invloeden en krachten tot één groot en goed doel te doen samenwerken. Aan de pers werd omtrent het werk van dit Comité nog het volgende gemeld Bij de voorloopige besprekin gen werd mededeeling gedaan van den belangrijken arbeid op dit gebied reeds verricht door de Gezondheidscommissies in Zeeuwsch-Vlaanderen, waarvan de resultaten bekend zyn. In overleg met het Rijksbureau moeten de pogingen der Gezondheidscommissies om deugdelijk water te verkrygen op meer algemeene schaal worden uitge breid en moet daarby, omdat vermoe delijk in Zeeuwsch-Vlaanderen niet voldoende hoeveelheid goed water is te verkrijgen, een .onderzoek ingesteld worden naar den toevoer van water uit Noord Bra' ant. De hoeveelheid water schijnt daar voldoende te zijn om ook ge heel Zeeuwsch-Vlaanderen te voorzien. De wijze waarop dat moet geschieden vereischt een nauwkeurig en omvang rijk onderzoek, hetgeen meer onkosten met zich brengt dan anders in normale omstandigheden een Comité, hetwelk voor eenig district onderzoek doet voor den aanleg en de exploitatie eener waterle'ding, noodig heeft. Dewijl echter het Rijk buitengewoon belang in deze zaak stelt en ook de Provincie regelmatig steun voor derge lijk voorbereidend onderzoek geeft, kunnen de kosten door een niet te hooge bijdrage der Gemeenten worden ge vonden. De regel is, dat voor de kosten van voorbereiding door het Rijk evenveel wordt bijgedragen als door de Provincie en de Gemeenten in dier voege, dat V4 dier kosten komt voor de Gemeenten, 1/i voor de Provincie en l/i voor het Rijk. In overleg met het Rijksbureau meeut het Comité dat, wanneer door de Gemeenten 10 cent per inwouer als subsidie gegeven wordt, een voldoend bedrag bij elkander zal kunnen worden gebracht om de voorbereidende onder zoekingen eu werkzaamheden en finan tieele voorbereidiug te betalen, terwijl, waaneer onverhoopt en onverwachts dat bedrag nog meer moest zijn, in uitzicht is gesteld, dat het Rijk de extrakosten door extramaatregelen hier noodig, boven zijn gewone deel, zoude betalen. Voor onze gemeente zou dat ge rekend met het bevolkingscijfer op 1 Januari 1916 dus zijn 5000 maal ƒ0,10 is 500. -. Dat is een subsidie in eens. Met gerustheid kan de Commissie verklaren, dat geen hooger bedrag zal worden geëischt of gevraagd en dat zelfs, wan neer hetgeen te verwachten is de waterleiding op deze wijze tot stand komt, ook dan geen fiuantieele offers meer van de gemeente zullen noodig zijn. Onder mededeeling van het boven staande richtte het Comité van actie een request aan de Gemeenteraden van Zeeu wsch Vlaanderen, o. m. met het verzoek, dat de Commissie in het breede Comité Van de Burgemeesters gaarne ter raadpleging zag opgenomen uit elke gemeente een Raadslid, hetzij lid van het dagelyksch bestuur, hetzij niet, naar keuze. Met verwyziging naar Zuid-Beveland, meldt het request ook, in 't kort den gang van zaken aldus Het voor den aanleg en het in exploi tatie brengen der waterleiding benoodigd kapitaal wordt bijeengebracht door het nemen van aandeelen in een N.V. be stuurd door afgevaardigden der gemeen ten of door haar gekozen personen. Dat kapitaal wordt door de gemeenten geleend. Evenwel is het slechts een vormkwestie, want aflossing en rente worden verzekerd. De gemeenten brengen immers met een ook een reservefonds bijeen van 20% b.v. van het aandeelenkapitaal. Dit dient om eventueele kosten in den aanvang te dekken. Men brengt dus bijèen op deze wijze het kapitaal benoodigd voor aanleg en in exploitatiebrenging en 1/i van dat kapitaal om te dienen voor reserve, wanneer niet dadelijk de exploitatie de kosten goed maakt. Dat alles moet buiten bezwaar der gemeentekas kunnen geschieden en nooit leiden tot belasting- verhooging. Jaarlijks moeten de rente en aflossing van hetgeen de gemeenten hebben moeten leenen om het maat schappelijk kapitaal der intercommu nale vennootschap bij elkaar te brengen en het reservefonds er zijn. Dat moet natuurlijk kunnen komen uit het bedrijf, niet uit de gemeentekas. De vennootschap keert werkelijk jaarlijks aan de gemeenten een dividend uit van het percentage waarvoor het geld geleend is eq het bedrag wat noodig is voor aflossing. Meu ziet dat b.v. op Zuid-Beveland. Kan dat in 't begin nog rliet dadelijk uit de resul taten van het bedrijf, dan wordt het reservefonds daartoe aangesproken. Geleidelijk weg nemen de aansluitin gen aan de leiding echter toe eu wordt het verbruik meer. Ook de bevolking neemt toe. De uitgaven worden dus gedekt en het bedrijf gaat zelfs winst afwerpen. Voor een en ander heeft men rentabiliteitsberekeningen, die worden opgemaakt en door de Regeering moeten zijn goedgekeurd. Naar deze bereke ningen wordt de hoegrootheid van het reservefonds bepaald. Is zy gunstig, dan kan b.v. volst.'an worden met Vio» V8, V# 200 iets> vau k0t maatschap pelijk kapitaal. Het Rijksbureau controleert dat. Maar aangenomen nu eens, dat 'de rentabiliteitsberekening faalt en het rijksbureau zich vergist en de streek niet genoegzaam aansluit of niet voor uitgaat, dan nóg behoeven de gemeenten geen vrees te hebben, dat zij zelve zullen moeten gaan betalen. Het Rijk en Provincie stellen daarvoor wat men noemt een risicogarantie beschikbaar, in den vorm van een renteloos voorschot hetwelk niet behoeft teruggegeven te worden, wanneer dat uit het bedrijf niet kan. Uit deze bedragen worden dan COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1917 | | pagina 1