Landbouw. Gemengd Nieuws. Uit IndiB. Uit Weltevreden meldt men aan de Tel. De kantoren van het Scheepsagentuur te Makassar, waarin een voorraad mais was opgeslagen, zijn door een grooten brand vernield. De warenhuizen van de firma's Mohrman en Stephens die ook door de vlammen werden aangetast zijn gedeeltelijk behouden gebleven. Zuinigheid met veevoeder. De Minister van L. N. en H. verzoekt aau de Prov. Broodcommissie den land bouwers en veehouders bekend temaken dat de granen en veevoederartikelen mei het oog op de tijdsomstandigheden en de onzekerheid wat betreft den overzeeschen aanvoer met uiterste zuinigheid moeten worden vervoederd en er tevens bij de landbouwers op aan te dringen om de granen en boonen uït den oogst 1916, voor zoover deze nog onder hun berusting zijn, met groote zorgvuldigheid te behandelen. M. Crt. Onbescheiden landbouwverioven. De secretaris van het Prov. Bemidde lingsbureau in Zeeland, C. Stevens, schrijft in het Zeeuwsch Landbouwblad het volgende Eet heeft reeds sedert eenigen tijd mijn verwondering gaande gemaakt, dat er reeds thans zooveel aanvragen om verlof het Prov. Bemidd. bureau bereiken. Het behoeft toch wel geen betoog, dat nu slechts weinig op het bouwland kan worden verricht, terwijl toch wel als vaststaand mag worden aangenomen, dat voor het verzorgen vau het vee voldoende werkkrachten zijn te verkrijgen. Desniettegenstaande is reeds van begin Januari jl. at, een voortdurende stroom van aanvragen binnengekomen waarvan slechts enkelen een verlof aanvragen beneden één maandde meesten 2 of 3 maanden ja sommigen een half jaar. Hoe zij, die meer bescheiden zyn, en vaak meep en beter verlof kunnen gebruiken dan de onbescheiden verzoe kers, straks wanneer de werkzaamheden een aanvang nemen aan eenig verlof moeten komen, is mij niet duidelijk Temeer klemt zulks,# wtjl thans door sommige Commandanten de aanteeke- ning op de verlofaanvrage wordt ge maakt, dat de 20 nu reeds bereikt is De plaatselijke Bemiddelings bureaux hebben in deze een groote verantwoor delijkheid te dragen. Zij dienen naar mijne meening de onbescheiden aan vragers te signaleereu en wanneer hun verzoeken niet strikt noodzakelijk zijn deze geheel van de hand te wijzen of althans zeer aanmerkelijk te besnoeien. Het staat te bezien, dat, indien de plaatselijke Bemiddelings bureaux de aanvragen om verlof niet zeer nauw keurig onderzoeken, straks wanneer de voorjaarswerkzaamheden zullen begin nen, een zeer ongelijkmatige veraeeling van verlof zal zijn te coustateeren, waarvan vooral de bescheidenen de dupe zullen zijn. Nadrukkelijk verzoek ik daarom de plaatselijke organisaties in deze zaak nauwkeurig te willen toezien en te willen medewerken dat een zoo billijk mogelijke verdeeling van verlof worde verkregen. Uitvoer Stamboek vee. De Vee- en Vleeschhandel verneemt, dat vergunning zal worden gegeven voor uitvoer, van starnboekvee. Zomertyd. Het bestuur van het Nederlandsch Laudbouwcomité heeft aan den minister vau binnenlandsche zaken mededeeling gedaan van een bespreking, in een vergadering van het bestuur vau het Nederl. Landbouw Comité met de voor zitters der groote landbouworganisaties ln Nederland, waarbij werd nagegaan, welke voor- en nadeelen weder invoering vau den zomertijd voor den Neder- landschen landbouw zou met zich brengen. Uit de gehouden besprekingen bleek, dat in het algemeen aan het gebruik vau den zomertijd voor 'den landbouw niet onbelangrijke nadeelen verbonden zijn, voor een goed deel hierin bestaande dat het werk op de boerderij zich, wat de werkzaamheden op het land en in den veestal betreft, uit den aard van het bedrijf naar den zonnetijd heeft te regelen. Een zeer groot nadeel wordt op het platteland gezien in de omstandigheid, dat in gezinnen met schoolgaande kin deren het gezinsleven door zijn onregel matigheid schade lijdt. Ondanks de geschetste bezwaren, was de vergadering eenstemmig van oordeel, dat het nationaal belang in dezen op zichte het overwicht dient te hebben, en dat derhalve, indien dat belang het gebruik van den zomertijd eiscbt, de landbouw zich daartegen op geen wijze mag verzetten. Wel echter was men van oerdeel, dat voor zoover dat nationaal belang het toelaat met de belangen van den landbouw behoort te worden reke ning gehouden. Met het oog daarop oordeelde men het gewenscht, dat vooral met het oog op de bezwaren ten aanzien van den oogst de maatregel niet langer zoude worden toegepast en tot uiterlijk half September, omdat daarna de be zwaren en nadeelen zeer groot worden Daartegenover oordeelde men, dat er geen groote bezwaren tegen bestaan, dat de zomertijd reeds wordt ingevoerd met halt April, in plaats van met 1 Mei, zooals te vorige jare het geval was Naar aanleiding van de bezwaren in verband met het schoolgaan van de kinderen, sprak de vergadering als haar gevoelen uit, dat in de daarvoor in aanmerking komende gemeenten de schooluren evenveel behoorden te wor den verlaat als de tijd werd vervroegd N. R. Crt. 1 September 1910 op zijn verzoek eervol ontslag bekwam. In het jaar 1888 werd hij door inge landen van den polder Willem III tot ontvanger-griffier benoemd en in 1890 volgden de polders Buth, Noord, Oude Eglantier en Coegors c. a. dit voorbeeld. Uit al deze betrekkingen werd den heer Dregmans in 1902 op zijn verzoek eervol ontslag verleend. De overledene was ook voorzitter van de Vereeniging tot instandhouding van de school met den bijbel alhier. Hij heeft het Christelijk onderwijs altijd een warm hart toegedragen. Ook was hij een der oprichters van de vereeniging tot Christelijke verzorging van krank zinnigen in Zeeland, welker gesticht Vreder ust" te Bergen op Zoom zich in zijn bijzondere belangstelling en steun mocht verheugen. Ten slotte vermelden wij nog dat de heer Dregmans in het jaar 1887 verkozen werd tot lid van den gemeente raad. Den 6 September van dat jaar beëedigd, werd hij telkens bij aftreding met groote meerderheid herkozen, zoo dat hij dit ambt tot aan zijn dood heeft bekleed. Van 25 September 1890 tot 1 September 1908 was de overledene tevens wethouder. In den laatsten tijd liet zijn gezond heidstoestand den heer Dregmans niet toe zich nog veel met publieke zaken te bemoeien. De vergaderingen van den gemeenteraad werden dan ook sedert 3 November 1914 niet meer door hem bygewoond. De gemeente verliest in den heer Dregmans een harer beste burgers. Hij ruste in vrede. nog eens 8000 stuks Beperking verbouw van gewassen, De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft bepaald I. dat de oppervlakte door den aan vrager in het geheel met geel mosterd zaad, bruin mosterdzaad, karwijzaad, kanariezaad, blauwmaaDzaad, spinazie- zaad en zaaiuien te betelen, niet grooter zij dan 70 per. van het gemiddelde der oppervlakten, welke in het bedrijf, waarover de opgave loopt, in de jaren 1913. 1914 en 1915 met deze gewassen in het geheel zijn geteeld II. dat de oppervlakte door den aan vrager met vlas en suikerbieten te be telen niet grooter zij voor vlas dan het gemiddelde en voor suikerbieten dan 80 pet. van het gemiddelde der opper vlakten, welke in het bedrijf, waarover de opgave loopt, in de jaren 1913, 1914 en 1915 met elx dezer gewassen zyn beteeld. St. Crt. AX.EL, 20 Februari 1917. Zaterdag overleed op bijna 78-jarigen leeftijd de heer P. Dregmans, oud-notaris alhier. De heer Dregmans werd bij Kon. Besluit van 29 April 1883, benoemd tot notaris te Axel. Daar hij de geheele streek hier kende en wederkeerig de gansche bevolking hem, doordat hij reeds, jaren lang met vele personen en lichamen in aanraking kwam, valt bet niet te verwonderen, dat hij zich na verloop van weinig jaren in eea drukke praktijk mocht verheugenwaaraan evenwel dit bezwaar verbonden was, dat notaris Dregmans hard heeft moeten werken, dag en nacht, zoodat hij zelfs wel eens te veel van zijne krachten vergde. Zijn kantoor was dan ook wel een van de drukste notariskantoren uit ons land. Ruim 37 jaren heeft hij het ambt van notaris bekleed, daar hij op Mr. H. J. Dyckmeester. De heer mr. H. J. Dijckmeester, commissaris der Koningin in Zeeland, herdacht Zaterdag zijn 70sten ver jaardag. Toen op Vrijdag 27 April 1906 de heer mr. Rink, destijds minister van Binnenlandsche Zaken, een afscheids diner gaf ter eere van zijn scheidenden secretaris generaal, die met ingang van 1 Mei van dat jaar tot commissaris der Koningin in Zeeland was benoemd, wenschte de minister de provincie Zeeland geluk, dat zij aan het hoofd van haar gewestelijk bestuur geplaatst zag een man, die zijn tot rijpheid ge komen kracht, kennis en ervaring dienstbaar wilde maken aan de bevor dering van haar voorspoed en geluk Na gewezen te hebben op de moeilijke taak het was juist na de verschrik kelijke watersnoodramp zeide mr. Rink, dat hij verzekerd was, dat deze taak geëvenredigd zou blijken te zijn aan de kracht, de toewijding en het plichtsbesef van mr. Dyckmeester, die dan zijn belooning zou vinden in de liefde van het ronde Zeeuwsche volk. De heer mr. Dijckmeester antwoordde den minister alle krachten te zullen aanwenden tot bevordering van den bloei der provincie en haar bevolking Indien ooit de woorden, uitgesproken aan een officiëelen maaltijd, later hebben bewezen de juist gekozen woorden te zijn geweest, dan zijn het wel deze van minister Rink geweest, schrijft de M. Crt. In de bijna elf jaar, dat mr. Dijck meester nu aan het hoofd onzer pro vincie. staat, heeft hij getoond, dat hij ten volle voor dit ambt berekend is en dat hij, ofschoon geen Zeeuw van geboorte, alles heeft gedaan om met de Zeeuwen mede te leven. Bij tal van gelegenheden heeft mr. Dijckmeester getoond en hij doet dit nog steeds, dat de belangen van de provincie en haar bevolking hem na aan het hart liggen. Moge het hem gegeven zijn nog vele jaren aan het hoofd van ons gewestelijk bestuur te staan. Dat de Statenleden het werken van den heer mr. Dijckmeester ook ten zeerste waardeeren, hebben zij getoond door hem samen met aen griffier der Staten en den hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat een fraaie antieke kast aan te bieden. Bij dit geschenk was gevoegd een album, gebonden in naturel bokskalfs- leeren band, versierd met het familie wapen van Mr. Dijckmeester, geallieerd met het wapen van Zeeland. Het album heeft aan de binnenzijde van den band een gestileerden vergulden rand en is voorzien van groen moirée zijden schut bladen. Op het titelblad is de na te noemen opdracht gecalligrateerd, welke omgeven is met twee familiewapens en het wapen van Zeeland en van Middel burg en gezichten in de vergaderzaal van Ged. Staten, van de buitenzijde van de woning van den Commissaris en van de Statenzaal. De opdracht luidt„Aan Meester Herman Jacob Dijckmeester, Commis saris der Koningin in de Provincie Zeeland, wordt dit huldeblijk uit dank baarheid voor zijn onvermoeiden arbeid in het belang der Provincie aangeboden ter gelegenheid van zijn 70sten verjaar dag door de leden der Provinciale Staten den Griffier der Staten en den Hoofd ingenieur van den Provincialen Water staat. Middelburg, 16 Februari ,1917." Verder bevat het album de namen der Statenleden, gerangschikt districts- gewijze en naar anciënniteit. Voor iedere districtgroep komt een blad voor met het wapen der hoofdplaats van het district. Ten slotte bevat het album nog de namen der beide laatstgenoemde deel nemers aan het geschenk, vervat in een penteekening, welke voorstelt den ingang van de Provinciale Griffie in de Abdij naast het muntpoortje en het bureau van den Provincialen Waterstaat op de Balans. Ook de heeren Burgemeesters van Zeeland brachten hulde aan den Com missaris en boden hem een staande oud-Hollandsche klok aan, mahoniehout met inleg. Ook bij dit geschenk was een album gevoegd, vervat in een oud flollandsche kalfsleeren spiegel- of schildpad denband voorzien van het wapen van Zealand met bronsgroene-satijnen schutbladen, De opdracht in dit album luidtAan Meester Herman Jacob Dijckmeester, Commissaris der Koningin in de Provin cie Zeeland, wordt by gelegenheid van zijn 70sten verjaardag door de Burge meesters in Zeeland de hulde hunner waardeering gebracht voor zyn menig' vuldige werkzaamheden verricht in het belang der Zeeuwsche gemeenten. Middelburg 16 Februari 1917." Wegens ingevallen dooiweder is tot nadere aankondiging het vervoer over alle kunstwegen in de geheele provincie beperkt, te beginnen met middernacht tusschen 19 en 20 Februari 1917, zooals overeenkomstig besluit van Ged. Staten van Zeeland is afgekondigd. In Westelyk Zeeuwsch-Vlaanderen zijn twee Duitsche deserteurs die in burgerkleeren waren, over de grens gekomen. Bremen. Beiden zijn afkomstig uit Op den Velperweg te Arnhem heeft de politie Vrijdag twee knaapjes aange troffen, die in zeer uitgeputten toestand verkeerden. Oj> het politiebureau bleek, dat de kinderen uit armoede door hun vader, een Nederlander, die in Hamborn (Duitschland) werkte, waren gezonden naar zijn broer te Amsterdam. De twee kinderen, resp. 14 en 12 jaren oud, hadden den geheelen weg loopende afgeler1 's nachts slapende in een schuur of een stal. Ze waren door langdurige ontbering en honger thans zoo uitgeput, dat zij niet verder konden en zelfs het eten, dat men hun op het politiebureau aan' bood, niet meer konden,gebruiken. D® kleinste zakte, toen hij op het bureau was. ineen. Hij is naar het kinderzieken-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1917 | | pagina 2